Werk

2

Druk op vrijwilligerswerk®

Vrijwilligerswerk is zinvol en is complementair aan professionele hulpverlening, maar wordt steeds meer ingezet als structurele oplossing voor tekorten in beleid en professionele hulpverlening. Door de druk op de eerstelijn en de personeelstekorten (zie signaal 6. Druk op de eerstelijn) worden meer en meer taken op vrijwilligers afgeschoven. Door de toenemende armoede, versterkt door de opeenvolgende crisissen (corona, energie, asiel…), komen er bovendien steeds meer hulpvragen tot bij (vrijwilligers)organisaties en zijn de hulpvragen steeds complexer.

Ook het engagement van vrijwilligers is veranderd. Het engagement is meer afgelijnd, er zijn minder vrijwilligers die zich jarenlang op regelmatige basis inzetten voor een organisatie en de groep mensen die zich overdag kan inzetten veroudert en verkleint. Dit moet meegenomen worden in de manier waarop vrijwilligers ingezet en ondersteund worden.

Een belangrijk deel van de vrijwilligers heeft zelf een kwetsbare achtergrond. Ze zijn in sommige gevallen verplicht om vrijwilligerswerk te doen, bijvoorbeeld in het kader van een activeringstraject, maar velen zijn ook persoonlijk gemotiveerd om zich in te zetten als vrijwilliger. Om de positieve effecten van vrijwilligerswerk (sociaal netwerk versterken, een mogelijke stap naar de reguliere arbeidsmarkt, grote maatschappelijke meerwaarde, ...) te realiseren is er nood aan voldoende begeleiding en ondersteuning van de vrijwilligers. Die begeleiding is niet altijd voorhanden door de druk op de vrijwilligersorganisaties, onvoldoende ‘dragende’ vrijwilligers en het personeelstekort in de eerstelijn. Dat kan zorgen voor negatieve ervaringen bij de doelgroep, vrijwilligers en medewerkers.

Onvoldoende begeleiding op de werkvloer voor vrijwilligers en de organisatie zelf vormt een drempel voor mensen in een kwetsbare positie die zich willen engageren als vrijwilliger. Mensen in een kwetsbare positie ervaren naast het gebrek aan ondersteuning nog meer drempels naar vrijwilligerswerk. Personen die een ziekte-uitkering ontvangen durven bijvoorbeeld geen (officieel) vrijwilligerswerk te doen uit schrik om hun uitkering te verliezen. De controlearts laat vrijwilligerswerk soms niet toe omdat het te nauw aansluit bij economische activiteit. Vrijwillige inzet zou betekenen dat je ook op de arbeidsmarkt terecht kan. Maar duur en aard van deze inzet zijn totaal verschillend. Soms wordt vrijwilligerswerk niet aanvaard omdat het de gezondheidstoestand niet ten goede zou komen. Wanneer de controlearts geen goedkeuring geeft voor vrijwilligerswerk, dreig je je uitkering te verliezen als je je toch vrijwillig engageert.

Opvolging:

Om organisaties te ondersteunen in het werken met vrijwilligers en vrijwilligerswerkingen in Gent te versterken, biedt het Vrijwilligerspunt Gent gratis vormingen aan. Sinds 2022 is dit aanbod niet enkel gericht op vrijwilligerscoaches, maar ook op vrijwilligers zelf. Met dit vormingsaanbod willen we de vaardigheden van vrijwilligerscoaches verhogen om zo meer in te zetten op talentgericht en inclusief vrijwilligersbeleid en in te spelen op het hedendaags vrijwillig engagement. Voor vrijwilligers ligt de focus op (mentaal) welzijn en (cultuursensitieve) communicatie. Het vormingsaanbod wordt per semester uitgewerkt en is steeds terug te vinden op vrijwilligerspunt.stad.gent/vorming

Om de match tussen organisaties en (trekkende) vrijwilligers te maken,

  • beheert het Vrijwilligerspunt de vacaturedatabank www.vrijwilligerspunt.stad.gent
  • werd de loketwerking in 2023 uitgebreid naar 3 bezoekmomenten per week. Kandidaat-vrijwilligers worden na een persoonlijk gesprek georiënteerd naar vrijwilligerswerk.
  • kunnen kwetsbare (kandidaat-)vrijwilligers beroep doen op ondersteuning en coaching bij hun zoektocht/opstart van vrijwilligerswerk via het samenwerkingsverband met Voluit vzw. Meer info over het project vind je hier.
  • wordt er jaarlijks een Vrijwilligersbeurs georganiseerd waar 70 Gentse organisaties hun werking toelichten aan bezoekers

Om de drempels naar vrijwilligerswerk te verlagen, nam het Vrijwilligerspunt het signaal rond de administratieve drempels voor sociale uitkeringsgerechtigden op in het bovenlokaal memorandum van Stad Gent. Ook de Hoge Raad voor Vrijwilligers nam dit op in hun memorandum (aandachtspunt 3 en 4).

Voor 2024 wensen we extra in te zetten op:

  • Gratis webinarreeks rond het veranderd vrijwilligerslandschap voor vrijwilligerscoaches 
  • Uitbouw decentrale dienstverlening Vrijwilligerspunt: dichter bij de burger, organisaties en toeleiders
  • Uitbouw netwerk van doorverwijzers en toeleiders 

6

Druk op de eerstelijn®

De druk op eerstelijnsdiensten en -professionals neemt toe door personeelstekorten en door de afbouw van (fysieke) dienstverlening van verschillende (basis)diensten (zie ook signaal 1. Digitalisering).

Het structureel personeelstekort stelt zich in zo goed als elke sector/iedere beroepsgroep binnen zorg en welzijn: huisartsen, tandartsen, (thuis)verpleging, zorgkundigen, sociaal werkers, opbouwwerkers, jeugdwelzijnswerkers … Vooral de vacatures voor basiswerkers raken moeilijk ingevuld. Terwijl het net die basiswerkers zijn die in rechtstreeks contact staan met de burger. Het tekort geldt zowel voor de eerste als tweede lijn. Beide niveaus ervaren ook indirect druk van elkaars tekorten. Ze verwijzen vaak te snel naar elkaar door. Bijvoorbeeld:

  • Huisartsen verwijzen sneller door naar spoed.
  • Ziekenhuizen ontslaan patiënten sneller.

 

Een aantal oorzaken van het tekort zijn een grote uitstroom (o.a. door de te hoge werkdruk, administratieve last en de pensioengolf), te weinig afgestudeerden, bachelors doen nog een masteropleiding, en het imago van de zorg.

Naast het personeelstekort, zorgt ook de afbouw van (fysieke) dienstverlening voor extra druk op de eerste lijn. Bijvoorbeeld mutualiteiten, politie, nutsbedrijven, banken en vakbonden sluiten fysieke loketten. Doordat deze diensten minder laagdrempelig zijn komt er extra werkdruk bij diensten en organisaties die wél nog toegankelijk zijn (vb. de wijkgezondheidscentra, huisartsen, straathoekwerk). Zij nemen bijkomende taken op die eigenlijk niet binnen hun rol liggen.

De druk op de eerstelijn heeft een negatieve impact op eerstelijnswerkers. De hoge werkdruk en de nasleep van de covidperiode zet hun veerkracht onder druk.

Dit heeft bovendien negatieve gevolgen voor de Gentenaar. Er zijn wachtlijsten voor onder andere huisartsen en tandartsen, er zijn minder bedden in ziekenhuizen en afdelingen in woonzorgcentra sluiten. De toegankelijkheid en kwaliteit van zorg komen in het gedrang.

Dit treft Gentenaren in een kwetsbare positie het hardst. Zij vallen immers het eerst uit de boot. Sommige zorgverstrekkers vragen bijvoorbeeld om bepaalde doelgroepen niet meer door te verwijzen omdat ze het niet kunnen bolwerken. Of ze geven aan niet met tolken te werken, waardoor anderstalige nieuwkomers niet bij hen terechtkunnen. Mensen in een kwetsbare situatie hebben vaker geen vaste huisarts (vb. mensen in armoede, nieuwkomers). Zij kunnen door de wachtlijsten amper terecht bij een huisarts als ze er één nodig hebben.

25

Statuut tijdelijk ontheemden Oekraïense vluchtelingen

De Oekraïense vluchtelingen kregen het statuut tijdelijk ontheemden dat hen verschillende rechten geeft. Het statuut is al verlengd tot en met 4 maart 2024, maar kan zodra de Oekraïense context het toelaat worden ingetrokken. Dit statuut speelt hoe langer hoe meer in het nadeel van de Oekraïners. Het statuut gaat uit van een tijdelijk verblijf, terwijl veel mensen voor een lange periode in België blijven of zelfs niet zullen terugkeren. Er ontstaan problemen op verschillende vlakken:

  • Veel Oekraïense gezinnen konden terecht bij een Gents gastgezin. De vooropgestelde periode van drie maanden is ondertussen overschreden. Zowel de Oekraïense gezinnen als de gastgezinnen zelf botsen op hun limieten. Oekraïense gezinnen gaan op zoek naar een andere woning. Ze komen niet in aanmerking voor een sociale woning, wel voor collectieve opvang en op de private huurmarkt. Het OCMW biedt financiële ondersteuning om te huren op de private huurmarkt. Die is al overbevraagd (zie signaal 14. Wooncrisis). Voor Oekraïners is het extra moeilijk om een woning te vinden door de onduidelijkheid over de duur van het speciaal statuut in combinatie met de 3-6-9 contracten. Het nooddorp voor Oekraïense vluchtelingen zal pas eind april 2023 openen voor een beperkt aantal Oekraïners.
  • Ondanks het feit dat veel Oekraïners Engels spreken of een basiskennis Nederlands hebben dankzij lessen, ervaart men drempels en discriminatie om werk te vinden.
  • Scholen kregen extra middelen om de Oekraïense kinderen te ondersteunen. De middelen vallen weg, maar de nood aan ondersteuning blijft.
  • Naast de praktische moeilijkheden zorgt het tijdelijk statuut ook voor onzekerheid, emotionele uitputting, angst, zorgen voor familieleden in Oekraïne, onzekerheid en depressie. Het zet een rem op integratie.
  • Vluchtelingen met een andere migratieachtergrond voelen het aparte statuut voor Oekraïense vluchtelingen aan als een voorkeursbehandeling.
Opvolging:

  • We hebben geen signalen dat de doelgroep niet zou willen terugkeren (op enkele individuele cases na). Algemeen geeft de doelgroep nog steeds aan te willen terugkeren eens de oorlog achter de rug.
  • Vlaanderen besliste een afwijkend huurregime specifiek voor het verhuren van woningen aan deze doelgroep. Huisvesting | Vlaanderen.be
  • Het nooddorp vervult op dit moment de noden en buffert de sluiting van zowel collectieve opvangstructuren als # plekvrij gastgezinnen waar opvang eindigt.  Uit een recente bevraging blijkt bovendien dat de meeste gezinnen binnen het #plekvrij aanbod bereid zijn verder opvang te voorzien. Uitbreiding van het nooddorp is voorzien. Dakloosheid komt nauwelijks voor bij Oekraïense onderdanen.
  • Oekraïners spreken weinig tot geen Engels (men is namelijk eerder oostelijk georiënteerd), taalwerving verloopt echter perfect op schema, 89% van de doelgroep volgt taallessen en haalt ondertussen 1.2 taalniveau. Drempels zitten eerder in onbekend zijn met onze arbeidsmarkt (interimarbeid  is voorbeeld onbekend voor Oekraïners), bijkomend stellen we vast dat een gepast arbeidsaanbod nog ontbreekt. Vanaf september 2023 krijgt VDAB versterking om op maat een aanbod te doen naar deze doelgroep.
  • Het klopt dat de bijkomende financiering voor scholen ondertussen afgebouwd worden ook die van andere organisaties - zoals OCMW - worden vanaf najaar 2023 beperkt. We blijven bepleiten bij de hogere overheden om extra middelen te voorzien.
  • Het regulier aanbod psychosociale zorg is toegankelijk voor deze doelgroep, we krijgen geen signalen dat dit ontoereikend zou zijn.
  • Het gaat om een bijzonder statuut voor een bijzondere situatie, het zorgt voor ontlasting van het reeds zeer zwaar belast systeem  (zowel verblijfsrechtelijke als opvang). De voorziene rechten zijn ook toegankelijk voor andere statuten, klopt wel dat in aanvang om de toestroom op te vangen aparte afspraken en mogelijkheden werden gecreëerd om de ook zwaar belaste sociale voorzieningen enigszins te ontzien en de impact op de dienstverlening aan anderen niet in het gedrang te laten komen. We richtten hiervoor ook een cel op de Campus op welke afgebouwd werd, Oekraïners zijn (behoudens collectieve opvang, #plekvrij en nooddorp) sinds oktober overgedragen aan de welzijnsbureaus (is reguliere werking).
  •  Wij betreuren evenzeer dat een aantal good practices niet tot een aanpassing geleid heeft voor andere kwetsbare doelgroepen, we blijven dit bepleiten, maar ook voor Oekraïners vielen de voorkeursbehandeling (ziekenfonds, groeipakket) ondertussen weg.

50

Minimumloon moet hoger®

Het verschil tussen het leefloon en de laagste lonen is te klein. Mensen die aan het werk gaan verliezen naast hun uitkering mogelijk ook hun verhoogde tegemoetkoming en bijhorende rechten (vb. sociaal tarief energie, verhoogde terugbetaling medische zorg, goedkoper openbaar vervoer, …) als ze boven de inkomensgrens zitten (zie ook signaal 46. Verhoogde tegemoetkoming niet voor iedereen die er nood aan heeft). Daarbovenop komen vaak nog extra bijkomende kosten, zoals kinderopvang, vervoer, ... Daardoor bestaat de kans dat je in een financieel zwakkere positie terechtkomt als je aan het werk gaat.

  • De aangekondigde fiscale hervormingen voor 2024 van minister Van Peteghem kunnen dit signaal mogelijk deels oplossen.
Trekker: Krist Poffyn

78

Drempels naar werk op maat voor nieuwkomers

Nieuwkomers ervaren drempels naar werk op maat door talige en administratieve drempels en discriminatie. In de begeleiding naar een job worden ze vaak gestimuleerd om een knelpuntberoep (vb. poetshulp, zorgkundige, ...) uit te oefenen. Hierbij wordt te weinig rekening gehouden met hun competenties of interesses.

Opvolging:

Antwoord VDAB:

VDAB vertrekt vanuit het duurzaamheidsprincipe, maar daarbij krijgt de klant steeds de keuze - indien de klant er toch voor kiest om snel aan de slag te gaan heeft dit meestal wel impact op het soort werk, maar bij een hoge financiële nood is dit vaak de enige optie. Daarbij houdt VDAB ook steeds rekening met de competenties van de klant, en wordt er ook standaard diplomagelijkschakeling aangevraagd, zodat werken op niveau mogelijk wordt. 

Verder heeft VDAB een vernieuwd taalbeleid, wordt er ondersteuning qua taal geboden tijdens de opleiding, en werken we met een nieuwe tender jobhunting. Tevens zet VDAB versterkt in op het toegankelijk maken van de opleidingen voor klanten van de Intensieve Dienstverlening. 

Ook met de werkgevers is VDAB een weg aan het afleggen, ervaring leerde dat er vaak te hoge taaleisen gesteld werden in de vacatures. Via NT2 hopen we dit te remediëren met job- en taalcoaching, taal en tewerkstelling, maar ook met de nieuwe oproep inclusieve werkvloeren. 

Er is dus heel wat in beweging en langzaam maar zeker worden oude drempels weggewerkt. Belangrijk is wel te onthouden dat er op elk moment al zoveel mogelijk rekening gehouden werd met competenties en interesses van de klant.

Antwoord Dienst Werk en Activering - Stad Gent:

In 2021 werden praktijktesten georganiseerd m.b.t. discriminatie op de Gentse arbeidsmarkt anno 2021; na de eerste testronde – op sectorniveau (rapport 18 juni 2021) - volgt een tweede testronde – op individueel bedrijfsniveau -  de resultaten van deze tweede testronde zijn op vandaag nog niet gekend.

Uit de eerste testronde van 2021 is gebleken dat mensen met een migratieachtergrond discriminatie ondervinden. Zij ontvangen een zesde (16%) minder uitnodigingen, ook al beschikken zij over een even sterk profiel en cv. De discriminatie was duidelijker bij Turkse namen dan bij Marokkaanse namen en bij mannen in vergelijking met vrouwen.

Na deze eerste testronde zijn enkele sensibiliserende acties gevolgd met de sectoren (bv. de netwerklunch ‘honger naar inclusie’ in samenwerking met Hands on Inclusion en met enkele getuigenissen van werkgevers, de business game in samenwerking met Unizo, de workshop onbewuste vooroordelen voor recruiters in samenwerking met UPOP). Jobroad organiseerde nog niet zo lang geleden de Blind Date Resto waarbij anderstaligen en werkgevers met openstaande vacatures op informele wijze konden kennismaken tijdens een walking dinner.

Acties in de toekomst:

Vanaf 2024 zal duidelijk zijn welke partnerschappen inclusieve werkvloeren (oproep 59 Europa WSE) aan de slag gaan. Daarin wordt afgestapt van het louter sensibiliseren en zullen werkgevers ook echt opgeroepen worden tot actie en tewerkstelling van kwetsbare profielen(waaronder nieuwkomers, personen -en meer specifiek- vrouwen met migratieachtergrond). Vanuit de Dienst Werk en Activering en in samenwerking met VDAB en verschillende partners, o.a. van Gent, stad in werking, zullen we lokaal linken leggen.