Armoede

2

Druk op vrijwilligerswerk®

Vrijwilligerswerk is zinvol en is complementair aan professionele hulpverlening, maar wordt steeds meer ingezet als structurele oplossing voor tekorten in beleid en professionele hulpverlening. Door de druk op de eerstelijn en de personeelstekorten (zie signaal 6. Druk op de eerstelijn) worden meer en meer taken op vrijwilligers afgeschoven. Door de toenemende armoede, versterkt door de opeenvolgende crisissen (corona, energie, asiel…), komen er bovendien steeds meer hulpvragen tot bij (vrijwilligers)organisaties en zijn de hulpvragen steeds complexer.

Ook het engagement van vrijwilligers is veranderd. Het engagement is meer afgelijnd, er zijn minder vrijwilligers die zich jarenlang op regelmatige basis inzetten voor een organisatie en de groep mensen die zich overdag kan inzetten veroudert en verkleint. Dit moet meegenomen worden in de manier waarop vrijwilligers ingezet en ondersteund worden.

Een belangrijk deel van de vrijwilligers heeft zelf een kwetsbare achtergrond. Ze zijn in sommige gevallen verplicht om vrijwilligerswerk te doen, bijvoorbeeld in het kader van een activeringstraject, maar velen zijn ook persoonlijk gemotiveerd om zich in te zetten als vrijwilliger. Om de positieve effecten van vrijwilligerswerk (sociaal netwerk versterken, een mogelijke stap naar de reguliere arbeidsmarkt, grote maatschappelijke meerwaarde, ...) te realiseren is er nood aan voldoende begeleiding en ondersteuning van de vrijwilligers. Die begeleiding is niet altijd voorhanden door de druk op de vrijwilligersorganisaties, onvoldoende ‘dragende’ vrijwilligers en het personeelstekort in de eerstelijn. Dat kan zorgen voor negatieve ervaringen bij de doelgroep, vrijwilligers en medewerkers.

Onvoldoende begeleiding op de werkvloer voor vrijwilligers en de organisatie zelf vormt een drempel voor mensen in een kwetsbare positie die zich willen engageren als vrijwilliger. Mensen in een kwetsbare positie ervaren naast het gebrek aan ondersteuning nog meer drempels naar vrijwilligerswerk. Personen die een ziekte-uitkering ontvangen durven bijvoorbeeld geen (officieel) vrijwilligerswerk te doen uit schrik om hun uitkering te verliezen. De controlearts laat vrijwilligerswerk soms niet toe omdat het te nauw aansluit bij economische activiteit. Vrijwillige inzet zou betekenen dat je ook op de arbeidsmarkt terecht kan. Maar duur en aard van deze inzet zijn totaal verschillend. Soms wordt vrijwilligerswerk niet aanvaard omdat het de gezondheidstoestand niet ten goede zou komen. Wanneer de controlearts geen goedkeuring geeft voor vrijwilligerswerk, dreig je je uitkering te verliezen als je je toch vrijwillig engageert.

Opvolging: :

Om organisaties te ondersteunen in het werken met vrijwilligers en vrijwilligerswerkingen in Gent te versterken, biedt het Vrijwilligerspunt Gent gratis vormingen aan. Sinds 2022 is dit aanbod niet enkel gericht op vrijwilligerscoaches, maar ook op vrijwilligers zelf. Met dit vormingsaanbod willen we de vaardigheden van vrijwilligerscoaches verhogen om zo meer in te zetten op talentgericht en inclusief vrijwilligersbeleid en in te spelen op het hedendaags vrijwillig engagement. Voor vrijwilligers ligt de focus op (mentaal) welzijn en (cultuursensitieve) communicatie. Het vormingsaanbod wordt per semester uitgewerkt en is steeds terug te vinden op vrijwilligerspunt.stad.gent/vorming

Om de match tussen organisaties en (trekkende) vrijwilligers te maken,

  • beheert het Vrijwilligerspunt de vacaturedatabank www.vrijwilligerspunt.stad.gent
  • werd de loketwerking in 2023 uitgebreid naar 3 bezoekmomenten per week. Kandidaat-vrijwilligers worden na een persoonlijk gesprek georiënteerd naar vrijwilligerswerk.
  • kunnen kwetsbare (kandidaat-)vrijwilligers beroep doen op ondersteuning en coaching bij hun zoektocht/opstart van vrijwilligerswerk via het samenwerkingsverband met Voluit vzw. Meer info over het project vind je hier.
  • wordt er jaarlijks een Vrijwilligersbeurs georganiseerd waar 70 Gentse organisaties hun werking toelichten aan bezoekers

Om de drempels naar vrijwilligerswerk te verlagen, nam het Vrijwilligerspunt het signaal rond de administratieve drempels voor sociale uitkeringsgerechtigden op in het bovenlokaal memorandum van Stad Gent. Ook de Hoge Raad voor Vrijwilligers nam dit op in hun memorandum (aandachtspunt 3 en 4).

Voor 2024 wensen we extra in te zetten op:

  • Gratis webinarreeks rond het veranderd vrijwilligerslandschap voor vrijwilligerscoaches 
  • Uitbouw decentrale dienstverlening Vrijwilligerspunt: dichter bij de burger, organisaties en toeleiders
  • Uitbouw netwerk van doorverwijzers en toeleiders 

6

Druk op de eerstelijn®

De druk op eerstelijnsdiensten en -professionals neemt toe door personeelstekorten en door de afbouw van (fysieke) dienstverlening van verschillende (basis)diensten (zie ook signaal 1. Digitalisering).

Het structureel personeelstekort stelt zich in zo goed als elke sector/iedere beroepsgroep binnen zorg en welzijn: huisartsen, tandartsen, (thuis)verpleging, zorgkundigen, sociaal werkers, opbouwwerkers, jeugdwelzijnswerkers … Vooral de vacatures voor basiswerkers raken moeilijk ingevuld. Terwijl het net die basiswerkers zijn die in rechtstreeks contact staan met de burger. Het tekort geldt zowel voor de eerste als tweede lijn. Beide niveaus ervaren ook indirect druk van elkaars tekorten. Ze verwijzen vaak te snel naar elkaar door. Bijvoorbeeld:

  • Huisartsen verwijzen sneller door naar spoed.
  • Ziekenhuizen ontslaan patiënten sneller.

 

Een aantal oorzaken van het tekort zijn een grote uitstroom (o.a. door de te hoge werkdruk, administratieve last en de pensioengolf), te weinig afgestudeerden, bachelors doen nog een masteropleiding, en het imago van de zorg.

Naast het personeelstekort, zorgt ook de afbouw van (fysieke) dienstverlening voor extra druk op de eerste lijn. Bijvoorbeeld mutualiteiten, politie, nutsbedrijven, banken en vakbonden sluiten fysieke loketten. Doordat deze diensten minder laagdrempelig zijn komt er extra werkdruk bij diensten en organisaties die wél nog toegankelijk zijn (vb. de wijkgezondheidscentra, huisartsen, straathoekwerk). Zij nemen bijkomende taken op die eigenlijk niet binnen hun rol liggen.

De druk op de eerstelijn heeft een negatieve impact op eerstelijnswerkers. De hoge werkdruk en de nasleep van de covidperiode zet hun veerkracht onder druk.

Dit heeft bovendien negatieve gevolgen voor de Gentenaar. Er zijn wachtlijsten voor onder andere huisartsen en tandartsen, er zijn minder bedden in ziekenhuizen en afdelingen in woonzorgcentra sluiten. De toegankelijkheid en kwaliteit van zorg komen in het gedrang.

Dit treft Gentenaren in een kwetsbare positie het hardst. Zij vallen immers het eerst uit de boot. Sommige zorgverstrekkers vragen bijvoorbeeld om bepaalde doelgroepen niet meer door te verwijzen omdat ze het niet kunnen bolwerken. Of ze geven aan niet met tolken te werken, waardoor anderstalige nieuwkomers niet bij hen terechtkunnen. Mensen in een kwetsbare situatie hebben vaker geen vaste huisarts (vb. mensen in armoede, nieuwkomers). Zij kunnen door de wachtlijsten amper terecht bij een huisarts als ze er één nodig hebben.

10

Beperkt aanbod budgetbegeleiding

Zowel het OCMW als het CAW bieden budgetbegeleiding aan. Het aanbod is echter niet voor iedereen beschikbaar waardoor sommige mensen uit de boot vallen.

De perceptie bestaat dat het OCMW enkel budgetbegeleiding opneemt bij mensen met een zeer laag inkomen (leefloon, invaliditeitsuitkering) die al in ernstige financiële problemen zitten. Mensen die nog niet in zware financiële problemen zitten maar wel gebaat zijn bij budgetbegeleiding lijken niet terecht te kunnen bij het OCMW.

Het aanbod budgetbegeleiding bij het CAW is er sinds de drastische afbouw voor budgethulpverlening in 2020 enkel nog aanvullend voor CAW-cliënten die terzelfdertijd ook een ander intern begeleidingstraject volgen. Als het andere traject stopt, stopt ook de budgetbegeleiding.

Indien cliënten noch bij het CAW, noch bij het OCMW terecht kunnen, worden ze doorverwezen naar externe kanalen, bv. MyTrustO, bewindvoering, Dyzo (voor zelfstandigen ), dienst juridische bijstand, Modero gerechtsdeurwaarders. Dit biedt echter niet voor iedereen een oplossing.

Een bijkomende drempel is het taboe rond schulden. Veel mensen durven de stap naar schuldhulpverlening niet te zetten uit schaamte.

Mensen met schulden zonder budgetbegeleiding, dreigen nog verder in de problemen te komen. Een afbetalingsplan vragen aan een dienst waarbij je schulden hebt is bijvoorbeeld veel gemakkelijker als je in begeleiding bent bij een sociale dienst.

11

Bereikbaarheid hulpverlening OCMW

De bereikbaarheid van de hulpverlening van het OCMW is verminderd. Dat komt door een combinatie van structurele factoren  en organisatiekeuzes.

Het personeelstekort in de eerste lijn (zie ook signaal 6. Druk op de eerstelijn) is een structureel probleem dat ook in het OCMW geldt. Het tekort zorgt ervoor dat er soms geen continuïteit is in hulpverlening en in de opvolging van dossiers als er vb. een maatschappelijk werker ziek valt. Bovendien neemt ook de druk op het OCMW toe omdat andere diensten steeds minder fysieke dienstverlening bieden (zie ook signaal 1. Digitalisering).

Daarnaast maakte OCMW Gent een keuze met impact op de toegankelijkheid: de centralisatie van de telefonie.

Sinds de herstructurering van het telefonisch onthaal van het OCMW is er één algemeen telefoonnummer voor Gent, in plaats van aparte telefoonnummers per OCMW-welzijnsbureau. De nieuwe telefoonnummers van de welzijnsbureaus zijn enkel bedoeld voor hulpverleners. Cliënten krijgen het telefoonnummer van de maatschappelijk werker die hun dossier beheert. Wanneer die maatschappelijk werker niet bereikbaar is (vb. door vakantie of ziekte) of wanneer de cliënt het telefoonnummer kwijtraakt, kan de cliënt het welzijnsbureau niet telefonisch bereiken. Cliënten moeten dan via het centrale nummer tot bij hun maatschappelijk werker of welzijnsbureau geraken. Dat loopt vaak stroef, bijvoorbeeld wanneer cliënten enkel de voornaam kennen van de maatschappelijk assistent, de juiste schrijfwijze niet kennen, Nederlands leren, …. Voor mensen in de meest kwetsbare situaties is de telefonische dienstverlening van het OCMW daardoor moeilijker toegankelijk.

Een goed initiatief vanuit OCMW Gent dat de toegankelijkheid verhoogt is ‘Kinderen eerst’.

Trekker: Ann Meerpoel

14

Wooncrisis®

De wooncrisis is een bekend signaal dat blijvend aandacht verdient. Er zijn amper betaalbare (huur)woningen beschikbaar op de privémarkt en er is een tekort aan sociale woningen.

Door het onevenwicht in vraag en aanbod op de privémarkt, wordt de discriminatie op de woningmarkt nog verder versterkt.

  • Verhuurders en immobiliënkantoren verhuren enkel aan de ‘sterkste’ profielen. Mensen met een vervangingsinkomen of leefloon, jongeren, alleenstaanden met beperkt inkomen, alleenstaande ouders, grote gezinnen en mensen met een migratieachtergrond worden gediscrimineerd.
  • Verhuurders/immobiliënkantoren vragen bijvoorbeeld aan kandidaat-huurders om een motivatiebrief op te maken om het huis te bezichtigen. Dit is verdoken discriminatie en zorgt voor uitsluiting van mensen in een kwetsbare positie (vb. nieuwkomers, mensen die laaggeletterd zijn).

 

Ook de sociale woningmarkt is ontoegankelijk:

  • De wachtlijsten blijven toenemen. Terzelfdertijd staan veel sociale woningen leeg omdat ze aan renovatie toe zijn.
  • De huurprijs van een sociale woning is berekend op de belastingaangifte van 3 jaar terug. Soms is het verschil in inkomen groot in vergelijking met 3 jaar terug. Bijvoorbeeld als mensen ondertussen gepensioneerd zijn, werkloos zijn, … Je kan een aanpassing aanvragen, maar alleen als je inkomen gedurende 3 maanden 20% lager is. Vaak duurt het ook even om de huurprijs aan te passen na een scheiding.
  • Sommige gezinnen staan al heel lang op de wachtlijst voor een sociale woning. Als ze dan uiteindelijk een woning aangeboden krijgen, moeten ze soms binnen de maand verhuizen om die woning niet te verliezen. Omdat ze voor hun eigen woning nog een vooropzeg van 3 maanden hebben, moeten ze 2 maanden dubbele huur betalen. Bovenop de kosten die verhuizen met zich meebrengt.
  • Sinds 1/1/2023 is de taalvoorwaarde A2 ingevoerd om in aanmerking te komen voor een sociale woning. Deze voorwaarde discrimineert anderstalige nieuwkomers.

 

Naast het tekort aan woningen is er ook een tekort aan begeleiding in de zoektocht naar een woning. De weinige initiatieven die hierrond bestaan botsen op het woningtekort, waardoor medewerkers en vrijwilligers gedemotiveerd raken.

Wonen is de sleutel tot een menswaardig bestaan. Het is noodzakelijk om verder in te zetten op het recht op wonen voor alle Gentenaren.

Zie ook eis 3, 17 en 19 in https://www.rechtopbetaalbaarwonengeenenkelmensopstraat.be/13-mei-2022/

Trekker: Debby Drubbel

15

Gevolgen van de wooncrisis®

Het tekort op de private en sociale huurmarkt heeft negatieve gevolgen voor de Gentenaar. Mensen in de meest kwetsbare posities worden het hardst getroffen:

  • Door de krappe woningmarkt krijgen malafide spelers ruimte om kwetsbare kandidaat-huurders op te lichten. Kwetsbare burgers en (internationale) studenten nemen meer risico omdat de zoektocht naar een huurwoning heel moeilijk loopt. Ze worden opgelicht op immobiliënwebsites, via facebook en frauduleuze websites zoals bijvoorbeeld www.domicilieadres.be. Vb. vraag om de waarborg via Airbnb of cash te bezorgen voordat het contract ondertekend is, valse belofte om sleutels per post op te sturen, vals gebruik van het logo van een gekend immobiliënkantoor, vraag om allerhande documenten te bezorgen, ….
  • Ook huisjesmelkers krijgen vrij spel. Woningen van heel slechte kwaliteit worden aan veel te hoge prijzen verhuurd aan mensen in een kwetsbare positie omdat ze geen betaalbaar alternatief hebben.
  • Veel Gentenaren in een kwetsbare situatie verhuizen omdat wonen in Gent onbetaalbaar is. Ze verhuizen naar buiten Gent, of naar plekken in Gent waar het wel betaalbaar is, vb. de Kanaaldorpen.
    • Buiten Gent verliezen ze heel wat ondersteuning en omkadering. Bijvoorbeeld materiële steun, voedselondersteuning, aanvullende steun van OCMW Gent (uitgebreider dan in andere gemeenten).
    • Mensen die naar de Gentse Kanaaldorpen verhuizen verliezen basisdienstverlening zoals winkels, huisartsen, lokaal dienstencentrum.
  • Mensen die uit detentie komen en jongeren uit de jeugdhulp vinden geen woning. Er bestaan initiatieven om de brug te maken van detentie naar huisvesting (vb. detentiehuizen, transitiehuizen, loopplankhuizen, OGOS (Oost-Vlaamse gevangenen opvangsysteem), ...). Maar het aanbod is ontoereikend en er is geen duidelijk overzicht van de bestaande initiatieven (zie ook signaal 8. Detentie als breuklijn in de zorg).

 

Zie ook https://www.rechtopbetaalbaarwonengeenenkelmensopstraat.be/13-mei-2022/

Trekker: Debby Drubbel

16

Energie is onbetaalbaar

De stijgende energieprijzen hebben een impact op iedereen. Voor mensen in een financieel kwetsbare situatie weegt dat nog zwaarder door. Er is ondersteuning voor vb. mensen met een verhoogde tegemoetkoming (sociaal tarief energie), maar die ondersteuning geldt niet voor iedereen die er nood aan heeft en is tijdelijk. Mensen die net te veel verdienen om ervoor in aanmerking te komen dreigen (nog dieper) in armoede terecht te komen.

Hulp- en zorgverleners merken de energiecrisis en haar gevolgen op in de praktijk:

  • Er is een grote stijging bij de ten laste names energie bij de Energiecel van het OCMW Gent.
  • Meer mensen verwarmen hun huis op andere manieren om de energiekost te drukken. Het stoken van hout, met een petroleum vuurtje, ... in combinatie met te weinig verluchting kan leiden tot ernstige gezondheidsklachten en CO-vergiftiging. De sensibiliseringscampagnes daarrond geraken vaak niet tot bij de mensen in de meest kwetsbare posities. En zij hebben vaak ook geen alternatief.
  • Jeugdwelzijnswerkers merken dat jongeren zich thuis niet meer mogen douchen door de hoge energiekost. Ze komen naar de werking omdat ze zich bij sommige activiteiten (vb. sportactiviteiten) achteraf kunnen douchen.
  • Huurders in een kwetsbare positie wonen vaak in slecht geïsoleerde huizen die veel energie verbruiken. Ze staan vaak in een zwakke positie om met hun huisbaas te onderhandelen over energiebesparende maatregelen, omdat ze schrik hebben voor een verhoging van de huurprijs.

20

Nood aan ondersteuning huiseigenaars in een kwetsbare positie®

Huiseigenaars in een kwetsbare positie (armoede, lichamelijke beperking) krijgen te weinig ondersteuning om hun huis op te knappen en aan te passen aan hun noden.

Mensen met een handicap die een persoonsvolgend budget (PVB) ontvangen, hebben recht op middelen om noodzakelijke aanpassingen te doen aan hun woning. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) schiet op verschillende vlakken tekort in de ondersteuning van mensen die de noodzakelijke aanpassingen willen laten uitvoeren:

  • Er is geen bijkomende (administratieve) ondersteuning.
  • De budgetten zijn vaak onvoldoende. Ze zijn tot op heden niet aangepast aan de prijsstijging van bouwmaterialen.
  • Het is in veel gevallen niet haalbaar om de aanpassingen te doen zonder bijkomende werken aan het huis. Vb. een aangepaste douche plaatsen in een oude badkamer.
  • Aannemers hebben slechte ervaringen met de VAPH budgetten, waardoor ze minder snel ingaan op de offertes. Het is moeilijker om aannemers te vinden.
     

Er zijn bovendien ook mensen die geen persoonsvolgend budget ontvangen, maar wel recht hebben op een VAPH toekenning voor hulpmiddelen. Zij lopen de premies om hun woning aan te passen vaak mis omdat ze, door een gebrek aan begeleiding, niet weten dat ze er recht op hebben.

‘Gent knapt op’ ondersteunt financieel kwetsbare huiseigenaars om hun huis te renoveren. Gent knapt op biedt (in tegenstelling tot VAPH) wel administratieve, sociale en technische begeleiding om de renovatie tot een goed einde te brengen. Dit is een goede praktijk om huiseigenaars in een kwetsbare positie te ondersteunen. De werking kan nog meer inzetten op het bereiken van mensen in de meest kwetsbare posities, via geschikte communicatiekanalen.

21

Inkomensverlies door samenhuizen®

De woningmarkt wordt steeds krapper en duurder (zie ook signaal 14. Wooncrisis). Voor mensen met een laag budget is samenhuizen soms de enige betaalbare woonoplossing. Mensen met een vervangingsinkomen die samenhuizen verliezen een deel van hun uitkering en bepaalde sociale voordelen omdat ze aanzien worden als ‘samenwonenden’. Ook als ze naast het wonen niet in de kosten delen.

  • Een uitzondering hierop geldt als je aan de voorwaarden van Hospitawonen, zorgwonen of tijdelijk wonen met erkende vluchtelingen of personen met een onbewoonbaar verklaarde woning voldoet. Dan ontvang je leefloon als alleenstaande.

 

Zie ook eis 13 https://www.rechtopbetaalbaarwonengeenenkelmensopstraat.be/13-mei-2022/

22

Situatie van rondtrekkende woonwagenbewoners wordt precairder

Rondtrekkende woonwagenbewoners zijn in 2021 geschrapt als specifieke doelgroep in het integratiedecreet. Dat zorgt ervoor dat ze politiek ‘onzichtbaar’ zijn, en er niet ingezet wordt op hun noden. Stad Gent probeert dit hiaat op Vlaams niveau deels in te vullen. Ze beheert via Amal (vroeger IN-Gent) haar eigen doortrekkersterrein met twee medewerkers en er is een medewerker die er instaat voor het educatief aanbod van de kinderen. Maar deze inspanningen zijn onvoldoende om aan de noden te beantwoorden. Bovendien ontbreekt een uniform registratiesysteem op de Belgische doortrekkersterreinen, waardoor deze mensen in de cijfers onzichtbaar blijven. 

De situatie van de rondtrekkende woonwagenbewoners is hierdoor nog precairder, vooral op vlak van gezondheidszorg en onderwijs.

Trekker: Anne Mertens

23

Drempels naar vrije tijd

Er is te weinig vrijetijdsaanbod dat voldoet aan de 5 b’s (bereikbaarheid, beschikbaarheid, betaalbaarheid, begrijpbaarheid, bruikbaarheid). Mensen in een kwetsbare positie ervaren daardoor drempels naar vrijetijdsactiviteiten.

Voorbeelden:

  • Voor veel vrijetijdsactiviteiten moet je digitaal inschrijven en/of digitaal je aanwezigheid registreren. Mensen die geen toegang hebben tot internet of weinig digitaal vaardig zijn botsen op deze digitale drempel (zie ook signaal 1. Digitalisering).
  • Er zijn wachtlijsten in het aanbod voor onder andere voetbal, zwemlessen en in sommige jeugdbewegingen.
  • Er is een tekort aan fietslessen. Er is nood aan de uitvoering van het nieuwe actieplan vervoersarmoede[1] en de daarin voorziene uitbreiding van het aanbod aan fietslessen in Gent.
  • Nieuwkomers ervaren drempels naar vrije tijd. Zo vereist het graduele systeem van het sportaanbod dat mensen al bepaalde vaardigheden hebben om te kunnen instappen. Hoe ouder, hoe hoger de drempel.
  • De vrijetijdssector doet veel inspanningen i.v.m. talige toegankelijkheid. Bijvoorbeeld door heldere communicatie op de website en in promotie. Maar deze talige toegankelijkheid ontbreekt in de praktijk: inschrijvingsprocedures, uitleg tijdens de activiteit, ….
  • Mensen in een financieel kwetsbare positie hebben vaak geen mentale ruimte voor ‘vrije tijd’. Hun dagelijks leven wordt gedomineerd door kopzorgen, stress om financiële of medische redenen, ….
  • Mensen met een beperking hebben weinig vrijetijdsmogelijkheden. Organisaties geven aan dat ze inclusief zijn, maar in de praktijk heeft dat vaak limieten. Bijvoorbeeld door de fysieke toegankelijkheid van een gebouw, een beperkt aantal plaatsen voor mensen met een beperking, omdat het moeilijk is om de werking/omgeving aan te passen, …. 
  • De wijkbibliotheken vormen een belangrijke, laagdrempelige plek om ‘vrije tijd’ door te brengen. De openingsuren worden beperkt. 
  • Vrijetijdsactiviteiten zijn er vaak niet op het moment dat je er nood aan hebt. Bijvoorbeeld in het weekend.

 

Het bestaande toegankelijke vrijetijdsaanbod in Gent wordt vaak aangewend om mensen te versterken en een netwerk uit te bouwen. Bijvoorbeeld aanbod vanuit het jeugdwelzijnswerk, armoedeorganisaties, …. Dit toegankelijke aanbod moet verder uitgebreid worden. Veel sociaal culturele organisaties bieden activiteiten aan aan een verlaagd tarief voor mensen met een UITPAS met kansentarief. Voor steeds meer mensen in een kwetsbare positie is het verlaagde tarief echter nog steeds te hoog. Anderzijds geven ook organisaties met UITPAS aanbod aan dat ze hun aanbod aan kansentarief verminderen omdat het ook voor hen onbetaalbaar wordt.

Het beperkte aanbod aan toegankelijke vrijetijdsactiviteiten is bovendien erg veranderlijk en moeilijk terug te vinden.

  • Vb. Lago Rozebroeken:  nu slechts max. 2 zwembeurten per UiTPAS per jaar.

 

[1] Dienstoverschrijdende werkgroep vervoersarmoede Stad Gent (2022) Actieplan vervoersarmoede 2021 – 2025 (https://stad.gent/sites/default/files/media/documents/20221020_NO_Actie…)

Opvolging: :

  • Er is een tekort aan fietslessen. Er is nood aan de uitvoering van het nieuwe actieplan vervoersarmoede[1] en de daarin voorziene uitbreiding van het aanbod aan fietslessen in Gent.

Bevoegde dienst = Mobiliteit. 
 

  • Mensen in een financieel kwetsbare positie hebben vaak geen mentale ruimte voor ‘vrije tijd’. Hun dagelijks leven wordt gedomineerd door kopzorgen, stress om financiële of medische redenen, ….
     

Departement niet bevoegd voor mentaal welzijn. 
 

  • De wijkbibliotheken vormen een belangrijke, laagdrempelige plek om ‘vrije tijd’ door te brengen. De openingsuren worden beperkt. 
     

De reorganisatie van de openingsuren sinds 1 juli 2023 is een recente beleidsbeslissing in een moeilijke budgettaire context. Het stadsbestuur heeft beslist om alle wijkfilialen blijvend open te houden. Daarvoor was weliswaar een reorganisatie nodig van de openingsuren. Minder in totaal, maar wel efficiënter georganiseerd op vaste openingsdagen en beter aansluitend op elkaar. Zo blijven de wijkbibliotheken heel nabij voor alle Gentenaars.

Er is te weinig vrijetijdsaanbod dat voldoet aan de 5 b’s (bereikbaarheid, beschikbaarheid, betaalbaarheid, begrijpbaarheid, bruikbaarheid). Mensen in een kwetsbare positie ervaren daardoor drempels naar vrijetijdsactiviteiten.

Voorbeelden:

  • Voor veel vrijetijdsactiviteiten moet je digitaal inschrijven en/of digitaal je aanwezigheid registreren. Mensen die geen toegang hebben tot internet of weinig digitaal vaardig zijn botsen op deze digitale drempel (zie ook signaal 1. Digitalisering).
  • Nieuwkomers ervaren drempels naar vrije tijd. Zo vereist het graduele systeem van het sportaanbod dat mensen al bepaalde vaardigheden hebben om te kunnen instappen. Hoe ouder, hoe hoger de drempel.
  • De vrijetijdssector doet veel inspanningen i.v.m. talige toegankelijkheid. Bijvoorbeeld door heldere communicatie op de website en in promotie. Maar deze talige toegankelijkheid ontbreekt in de praktijk: inschrijvingsprocedures, uitleg tijdens de activiteit, ….
  • Mensen in een financieel kwetsbare positie hebben vaak geen mentale ruimte voor ‘vrije tijd’. Hun dagelijks leven wordt gedomineerd door kopzorgen, stress om financiële of medische redenen, ….
  • Mensen met een beperking hebben weinig vrijetijdsmogelijkheden. Organisaties geven aan dat ze inclusief zijn, maar in de praktijk heeft dat vaak limieten. Bijvoorbeeld door de fysieke toegankelijkheid van een gebouw, een beperkt aantal plaatsen voor mensen met een beperking, omdat het moeilijk is om de werking/omgeving aan te passen, …. 
  • De wijkbibliotheken vormen een belangrijke, laagdrempelige plek om ‘vrije tijd’ door te brengen. De openingsuren worden beperkt. 
  • Vrijetijdsactiviteiten zijn er vaak niet op het moment dat je er nood aan hebt. Bijvoorbeeld in het weekend.

 

Het bestaande toegankelijke vrijetijdsaanbod in Gent wordt vaak aangewend om mensen te versterken en een netwerk uit te bouwen. Bijvoorbeeld aanbod vanuit het jeugdwelzijnswerk, armoedeorganisaties, …. Dit toegankelijke aanbod moet verder uitgebreid worden. Veel sociaal culturele organisaties bieden activiteiten aan aan een verlaagd tarief voor mensen met een UITPAS met kansentarief. Voor steeds meer mensen in een kwetsbare positie is het verlaagde tarief echter nog steeds te hoog. Anderzijds geven ook organisaties met UITPAS aanbod aan dat ze hun aanbod aan kansentarief verminderen omdat het ook voor hen onbetaalbaar wordt.

Het beperkte aanbod aan toegankelijke vrijetijdsactiviteiten is bovendien erg veranderlijk en moeilijk terug te vinden.

  • Vb. Lago Rozebroeken:  nu slechts max. 2 zwembeurten per UiTPAS per jaar.

 

Uitpas regio Gent is de grootste aanbieder van Vlaanderen, waarbij de gemeenten Melle, Destelbergen, Lochristi en Merelbeke aangesloten zijn.
Er zijn op het Gentse grondgebied 300 partners aangesloten bij Uitpas.
Er is een zeer grote diversiteit aan partners uit de vrije tijd-, sport- en cultuursector waarbij o.a. alle voetbalclubs en jeugdbewegingen aangesloten zijn.

Een volledig overzicht is te vinden hier of in een brochure in een verkooppunt van Uitpas.
Je vindt een overzicht per sector en per wijk.
Indien er beperkingen zijn, worden die vermeld bij de desbetreffende partner.
Op dit moment zijn dat 6 partners met een beperking op het aanbod.

De samenwerkingen met partners is gebaseerd op een duurzame, langetermijnvisie. In het 8-jarig bestaan van Uitpas zijn er slechts 7 partners gestopt met de samenwerking.
Deze samenstelling van partners is met inspraak van armoedeverenigingen gebeurd.

 

Enkele cijfers:

Voor 2023 (tot met augustus): 46.608 participaties door 12.419 unieke pashouders t.w.v. 594.137,6 euro. 

Voor 2022: 51.896 participaties door 11.706 unieke pashouders t.w.v. 574.553,68 euro. 

Uitpas is enkel een financiële tool om de financiële drempels van de vrijetijdsactiviteiten te verlagen.

Het is geenszins de taak en de bedoeling van het Uitpasteam of van de aangesloten partners om de complexe achterliggende problematieken van armoede aan te pakken (taal, toegankelijkheid, digitale vaardigheid, welzijn…)

De partners zijn organisaties die zelf keuzes maken wat betreft hun aanbod, periodiciteit, inschrijvingsprocedures, toegankelijkheid….
De overheid kan hen sensibiliseren en in contact brengen met ervaringsdeskundigen, maar geen normen opleggen aangezien de partners zelf financieel bijdragen aan een solidariteitsmechanisme.

Het Uitpasteam heeft hiervoor een vrijblijvende vorming georganiseerd waarbij een ervaringsdeskundige kwam getuigen over armoede en drempels.
15 organisaties hebben deelgenomen.
In de nieuwsbrieven naar de partners worden thema’s rond armoededrempels besproken.

In de Uitdatabank kunnen de partners hun activiteiten aanduiden met taaliconen.
De opgesomde initiatieven zijn steeds vrijblijvend en dus niet afdwingbaar voor de partners.
Uitpas is niet verantwoordelijk voor de aanpak en organisatie van de partners m.b.t. de armoededrempels.

Om het aanbod partners uit te breiden is er een bijkomend budget nodig waarover wij nu niet beschikken.

Daarom kunnen wij voorlopig geen nieuwe partners aansluiten.

De beperking tot twee zwembeurten bij Lago is door Lago zelf en alleen genomen. De partners kunnen dat vanzelfsprekend zelfstandig beslissen vermits zij zelf 40% meebetalen en het ook zelf financieel moeten aankunnen.

 

 

26

Instroom van kwetsbare profielen

Nieuwkomers in onze stad komen vaak met een complexe kwetsbaarheid aan. Bij een grote groep van (oudere) Intra-Europese nieuwkomers stellen eerstelijnsmedewerkers vast dat een gebrekkig netwerk, gezondheidsproblemen, laaggeletterdheid en gebrek aan contacttaal hen op verschillende levensdomeinen erg kwetsbaar maken. Velen onder hen dragen een zware rugzak mee vanuit hun land van herkomst en hebben ernstige gezondheidsproblemen. Ze hebben vaak een ongezonde levensstijl en geen of een gebrekkig netwerk, waardoor hun situatie verder verslechtert. Dit komt vooral tot uiting bij oudere (Intra-Europese) migranten. Velen onder hen komen in precaire leef- en arbeidsomstandigheden terecht: ze werken als schijnzelfstandigen, worden uitgebuit door hun werkgever en/of zijn er afhankelijk van en zijn slachtoffer van huisjesmelkers. Ze kunnen niet rekenen op een netwerk dat vertrouwd is met de Belgische context en kennen het sociale stelsel hier niet, waardoor ze de juiste weg naar ondersteuning moeilijk vinden. De hulpverlening vindt moeilijk ingang bij deze doelgroep. Maar ook omgekeerd en om verschillende redenen. Bijvoorbeeld de EU-wetgeving die de toegang tot het OCMW bemoeilijkt.

Trekker: Maaike Buyst

30

Onduidelijk en ontoereikend aanbod geestelijke gezondheidszorg®

Psychologische hulpverlening op de privémarkt is te duur, zeker voor mensen in een financieel kwetsbare positie. Er is betaalbaar hulpverleningsaanbod voor deze groep (o.a. psychologische dienst OCMW, relance-psychologen, eerstelijnspsychologen, Mobil teams, mobiele werkers geestelijke gezondheid), maar dat aanbod is ontoereikend en onduidelijk.

Het tekort uit zich op verschillende vlakken:

  • Er is te weinig aanbod (aantal uren) in vergelijking met de vraag (vb. relancepsychologen OCMW). Daardoor zijn er wachttijden en krijgen mensen te laat of geen hulp.
  • Er is te weinig aanbod in gebieden met de meest kwetsbare bewoners (19de -eeuwse gordel, Watersportbaan, Nieuw-Gent).
  • Daarnaast is er ook te weinig aanbod voor specifieke doelgroepen/specifieke klachten: anderstaligen (zie ook signaal 7. Gebrek aan taaltoegankelijke en cultuursensitieve hulpverlening), mensen met een multi problematiek, mensen met een eetstoornis, mensen zonder wettig verblijf, trauma.
  • De mobiele werkers geestelijke gezondheid in Gent merken op dat ca. 1/3de van de mensen met persoonlijkheidsproblemen en psychische problemen, onderliggend een mentale beperking heeft. Hun coping strategie om met die kwetsbaarheid om te gaan is vaak middelenmisbruik. Deze doelgroep heeft eigenlijk aparte zorg nodig, maar die zorg bestaat niet.

 

Het bestaande betaalbare psychologische hulpaanbod is waardevol, maar schiet tekort. Het moet verder uitgebreid (en zeker niet afgebouwd) worden. De meest kwetsbare burgers moeten nog meer bereikt worden.

Er is niet alleen een tekort aan aanbod, het aanbod geestelijke gezondheid is ook versnipperd. Voor doorverwijzers is het onduidelijk welk aanbod er bestaat en voor wie. De samenwerking en doorverwijzing tussen eerste, tweede en derde lijn verloopt bovendien vaak stroef. Doordat hulpverleners zelf de weg niet vinden en niet goed kunnen doorverwijzen, geraken burgers niet tot (de juiste) hulp.

Trekker: Steven Gillis
Opvolging: :

Sinds mei 2922 is er via de conventie eerstelijnspsychologische zorg een aanzienlijke uitbreiding van laagdrempelige en betaalbare psychologische aanbod voor Gentenaars. Via deze conventie wordt zowel een individueel als een groepsaanbod gerealiseerd, naar alle leeftijdsgroepen en zowel voor mensen met milde tot matige klachten (via eerstelijnspsychologen) als voor mensen met complexere problemen die nood hebben aan een langer begeleidingstraject (via gespecialiseerde zorg). Dit aanbod is toegankelijk voor de brede bevolking maar met een specifieke aandacht voor mensen met een verhoogde kwetsbaarheid. De zorg is betaalbaar  (11 euro voor een individuele sessie, 4 euro voor mensen met statuut verhoogde tegemoetkoming, 2,5 euro voor een groepssessie) en wordt deels vindplaatsgericht georganiseerd, dit om drempels te verlagen voor doelgroepen die anders moeilijker de weg naar psychologische zorg vinden.  Alle Gentse wijkgezondheidscentra boden zichzelf aan als vindplaats en werken samen met geconventioneerde psychologen. De psychologen kunnen een beroep doen op online tolken. 

Concreet worden in Gent wekelijks 1092 sessies aangeboden waarvan 357 sessies voor kinderen en jongeren, 735 sessies voor volwassenen. Er wordt samengewerkt met meer dan 30 vindplaatsen, waaronder alle wijkgezondheidscentra. Binnen de wijkgezondheidscentra worden momenteel meer dan 150 sessies per week aangeboden. 

Het overzicht van het aanbod in de conventie kan gevonden worden op Conventie | Psychologische Functies In De Eerste Lijn Oost-vlaanderen | Flanders (psy-ovl.be)

Op vlak van territoriale spreiding van dit aanbod is nog wel wat werk aan de winkel, we stellen vast dat in een aantal wijken zoals Nieuw Gent, Bloemekswijk en de Muide het aanbod nog moet uitgebreid worden en dit zal vooral via vindplaatsgericht werken moeten gerealiseerd worden. Er is een zeer goede samenwerking tussen de coördinatie van de conventie, de betrokken stadsdiensten en ELZ Gent in kader van afstemming rond het aanbod, bekendmaking en het verlagen van drempels voor de meest kwetsbare doelgroep.

Wat de leesbaarheid van het aanbod geestelijke gezondheid in onze regio betreft : het klopt dat door de veelheid en diversiteit van het aanbod het moeilijk is zowel voor cliënten als voor doorverwijzers om de gepast zorg te vinden. De website van Stad Gent https://stad.gent/nl/samenleven-welzijn-gezondheid/gezondheid/mentaal-welzijn/voel-je-je-niet-goed-je-vel-praat-erover en de sociale kaart https://socialekaartvangent.be/sectoren/geestelijke-gezondheid-0 zijn momenteel het kompas  om de weg te vinden in het aanbod. In de sociale kaart zit ook een tool die je via een stroomdiagram tot het gepaste aanbod leidt. Voor professionals en doorverwijzers biedt het netwerkpunt van het PAKT een telefonische hulplijn in de zoektocht naar de juiste zorg. In een aantal wijken zijn mobiele werkers geestelijke gezondheid (PAKT) of wijknetwerkers geestelijke gezondheid (ELZ Gent) actief die aanspreekbaar zijn en een goed overzicht hebben van het aanbod en dus mensen kunnen gidsen naar gepaste zorg.

Sinds een paar maanden is ook een provinciale werkgroep kruispunten opgestart. Het concept kruispunten bestaat reeds in andere regio’s en zijn fysieke plaatsen waar laagdrempelig onthaal georganiseerd wordt voor burgers, waar vraagverheldering georganiseerd wordt en mensen gegidst worden naar het passende aanbod in geestelijke gezondheidszorg. De ambitie is om ook in Gent kruispunten te organiseren, die het aanbod van geestelijke gezondheidszorg beter moeten ontsluiten.

 

33

Eenzaamheid®

Mensen in een maatschappelijk kwetsbare positie kunnen vaak niet volwaardig deelnemen aan het maatschappelijk leven door verschillende drempels. Daardoor missen ze kansen op (nieuwe) sociale contacten en verzeilen vaker in sociale eenzaamheid en/of sociaal isolement.

Voorbeelden:

  • Mensen die digitaal laaggeletterd zijn of geen toegang hebben tot de digitale wereld (zie ook signaal 1. Digitalisering) ervaren verschillende drempels naar het sociaal leven. Ze kunnen bijvoorbeeld moeilijk in verbinding staan met anderen, zijn niet op de hoogte van activiteiten in de wijk, kunnen zich niet online inschrijven of online betalen, ...
  • Mensen in sociale huisvesting zijn vaak extra kwetsbaar voor eenzaamheid. Samenhuizen kan helpen om de eenzaamheid te doorbreken. In sociale huisvesting is samenhuizen onmogelijk door de financiële gevolgen van samenwonen bij mensen met een vervangingsinkomen (Cfr. Signaal 21. Inkomensverlies door samenhuizen) en een lange wachttijd bij de aanvraag van een aangepaste, grotere woning. Er is ook geen begeleiding om het samenwonen goed te laten verlopen. Als mensen moeten verhuizen naar een andere sociale woning komen ze soms in een andere wijk terecht. Op die manier verliezen ze een groot stuk van hun sociale netwerk. Daardoor zijn ze extra kwetsbaar om in eenzaamheid terecht te komen.
  • Oudere nieuwkomers hebben vaak meer moeite om de taal te leren, zijn minder mobiel, ... De ‘verloren’ band met het moederland weegt vaak ook zwaar. Daardoor zijn ze extra kwetsbaar om in eenzaamheid terecht te komen.
  • Jonge nieuwkomers kunnen dankzij sociale media contact houden met vrienden en familie uit hun land van herkomst. Soms staat de blijvende focus op hun herkomstland via sociale media deelname aan het sociaal leven in België in de weg, waardoor ze hier meer en meer vereenzamen.
  • Mensen in armoede hebben onvoldoende financiële middelen om tijd en geld te spenderen aan vrijetijdsactiviteiten (zie ook signaal 23. Drempels naar vrije tijd) en blijven noodgedwongen thuis. Daardoor kunnen ze geen sociaal netwerk opbouwen en geraken ze in eenzaamheid.

Naast bovenstaande voorbeelden zijn er nog meer doelgroepen kwetsbaar voor eenzaamheid. Een groot deel van de mensen die zich eenzaam voelen ervaart drempels om de eenzaamheid te doorbreken. Ze durven ‘de eerste stap’ naar bestaande sociale of vrijetijds initiatieven niet zetten uit angst voor het onbekende of uit angst voor een negatieve ervaring. Een warm onthaal en warme doorverwijzing bij sociale organisaties spelen hier een belangrijke rol. Vaak is een brugfiguur of buddy die mensen letterlijk meeneemt naar het aanbod en samen die eerste stap zet een belangrijke hulp.

35

Zorg voor dieren®

Mensen in een kwetsbare positie met een huisdier hebben moeilijk toegang tot dierenzorg. Ze hebben vaak een beperkt sociaal netwerk. Hun huisdier betekent dikwijls heel veel voor hen. Ze willen het dier goed verzorgen, maar hebben daar niet voldoende middelen toe. De reguliere dierengezondheidszorg (dierenarts, voeding) is voor mensen in een financieel kwetsbare positie onbetaalbaar. Wanneer mensen in een kwetsbare positie tijdelijk niet voor hun huisdier kunnen zorgen (vb. door opname) is er bovendien een gebrek aan betaalbare opvangmogelijkheden.

De financieel toegankelijke alternatieven zijn ontoereikend en te hoogdrempelig voor de doelgroep. Het Dierendispensarium van de Prins Laurent Stichting bijvoorbeeld, is te hoogdrempelig. De administratieve last voor o.a. het chippen of vaccineren van huisdieren is er zeer groot. Mensen die de voorwaarden[1] niet naleven worden 2 jaar geschorst. Er is geen flexibiliteit in de dienstverlening (vb. voor mensen in schuldbemiddeling of bewindvoering) en de service hangt sterk af van de medewerker waarbij je terecht komt. Voor mensen in een kwetsbare situatie is het moeilijk om de (geldelijke) afspraken strikt na te komen.

Andere vzw's (bv. People4animals, Hugswithtails) proberen in te spelen op het tekort aan toegankelijke dierengeneeskunde en opvang in netwerken met dierenartsen.  Dit is echter een enorme uitdaging voor de vzw’s, en ze worden hierin niet structureel ondersteund.

[1] Stichting Prins Laurent (2023) Toelatingsvoorwaarden (https://www.sfprlaurent.be/nl/index.php/toelatingsvoorwaarden/)

Trekker: Gwij Stegen
Opvolging: :

Wordt besproken op het structureel overleg met de erkende Gentse dierenverenigingen. Het dierendispensarium, Gentse dierenartsen en bv people 4 animals zijn daar aanwezig. Kijken wat mogelijkheden zijn.

De stichting Prins Laurent paste de tarieven aan. Het dispensarium maakt voortaan een onderscheid tussen preventieve zorg (gratis) en curatieve zorgen tegen sociaal tarief.

38

Openbare diensten laten boetes of laattijdige betalingen snel escaleren

Overheidsdiensten geven sancties bij het laattijdig of niet betalen van facturen. Ze rekenen extra administratieve kosten aan, geven boetes en/of schakelen een deurwaarder in. Voor mensen in een kwetsbare positie lopen de kosten snel op, waardoor ze nog dieper in armoede geraken. Ze zijn ook terughoudender om gebruik te maken van de diensten uit schrik voor financiële consequenties. Dit vergroot de ongelijkheid.

Voorbeeld boetes:

  • Het boetesysteem in de bibliotheek zorgt voor een extra drempel om boeken te ontlenen voor mensen met een laag inkomen. In de Krook zijn er verschillende initiatieven die hierop inspelen: mogelijkheid om boetes gespreid te betalen, lagere boetes voor kinderboeken, eerste dag te laat is boetevrij, het aanbod wisselcollecties en de mogelijkheid om boeken in iedere Gentse bibliotheek of terugbrengbus binnen te brengen. Je krijgt verwittigingsmails om boetes te vermijden. Dit gebeurt via een zelf opgegeven mailadres. Dat geeft soms problemen, bijvoorbeeld wanneer je van mailadres verandert. Ondanks deze initiatieven blijven de boetes een probleem. Voor mensen met een laag inkomen zorgt een boete voor stress. Ze maken dan liever geen gebruik van de dienstverlening om de stress te vermijden.

Openbare diensten schakelen sneller een deurwaarder in als boetes of facturen niet (tijdig) betaald worden:

  • De Lijn schakelt heel snel een deurwaarder in.
  • Voor de betaling van het inburgeringstraject plant men vanaf september 2023 met deurwaarders te werken.
  • Ook diensten van Stad Gent zetten deurwaarders in. Er zit dan wel een extra sociale buffer tussen: je krijgt veel herinneringen per mail/brief. Voor mensen in een kwetsbare positie werkt dat niet altijd. Ze verhuizen vaak, de brieven komen niet terecht of ze begrijpen de brief niet. Daardoor vormt de deurwaarder een onverwachte, grote klap.
  • Scholen schakelen sneller een incassobureau, advocaat of gerechtsdeurwaarder in voor onbetaalde schoolfacturen. Bv. een schoolfactuur van een Gentse school bedroeg 4,98 euro. Doordat de factuur niet tijdig betaald werd liep de factuur na een jaar op tot 264 euro. De Stedelijke scholen hebben wel een beleid rond opvolging onbetaalde schoolfacturen.
Trekker: Jan Comhaire
Opvolging: :

REACTIE SEP-2023

POSITIONERING

Het Beleid bepaalt voor welke diensten, ingebruikname en overtredingen een vergoeding gevraagd of opgelegd wordt. Daarbij dient men te onderscheiden:

  • Facturen: ingevolge een geleverde prestatie zoals bvb. kinderopvang
  • Retributies: betaling voor een verleende dienst die vrijwillig gekozen werd zoals bvb. vuilophalen of parkeren op de openbare weg/in een parkeergarage
  • Boetes: een administratieve sanctie in de vorm een te betalen geldboete naar aanleiding van een overtreding zoals bvb. het doorrijden van het autovrijgebied of de Lage Emissiezone
  • Fiscale vorderingen: ingevolge gemeentebelasting opgelegd zoals bvb. inname openbaar domein
  • Administratieve kosten (volgens reglement van toepassing) worden in rekening gebracht wanneer de vordering meermaals (gratis) in herinnering werd gebracht en onbetaald bleef zonder enig reactie of kennisgeving vanwege de schuldenaar.

Het Bestuur (“de overheidsdiensten”) dient het beleid ten uitvoer te brengen en doen dit via reglementen, kennisgevingen, toekennen van vergunningen, mogelijkheid tot registratie en andere kanalen ter beschikking en het best toepasbaar op het doelpubliek of de klantenbasis.

 

PRINCIPES

1° Er wordt gewerkt volgens een klantgerichte, steeds informerende, benadering (niet limitatief voor alle diensten):

  • Vooraf: de burger, klant, entiteit of persoon wordt geïnformeerd en kan zichzelf informeren via verschillende kanalen en/of bij de betrokken diensten omtrent de van toepassing zijnde reglementen en de genomen beleidsbeslissingen  betreffende een gewenste prestatie, een gereglementeerd gedrag of een specifieke zone van het grondgebied van de stad. Vaak zijn de regels en de afspraken zichtbaar in het straatbeeld (ref. verkeersborden), worden ze vermeld in periodieke publicaties, zijn ze aanwezig op de website van de stad en meer en meer zijn ze ook beschikbaar via sociale media.
  • Op het moment van dienstverlening, prestatie, vaststelling of overtreding wordt er administratief nota gemaakt zoals een aanwezigheid bij de kinderopvang, een vaststelling van sluikstorting of het gebruik van de openbare weg. In geval van een prestatie-levering (bvb. opvang in kinderdagverblijf) is er vaak contact met een medewerker van de betrokken dienst aan wie steeds een vraag kan worden gesteld.
  • Via een uitnodiging tot betaling: de factuur voor kinderopvang, het aanslagbiljet m.b.t. een gemeentebelasting, de parkeerbon, de (GAS/LEZ)boetebrief enz. geven zichtbare aanwijzingen naar de betrokken dienst waar informatie kan worden bekomen over de reden, bron, oorzaak van de gevraagde betaling.
  • Via een eerste gratis herinnering (soms meerdere) omtrent het nog openstaande bedrag, gericht aan het door de schuldenaar opgegeven adres of via het verkozen communicatiekanaal.
  • Via aanmaning (aangetekend schrijven), al dan niet verhoogd met administratieve kosten, alvorens over te gaan tot invordering.
  • Vooraf aan de invordering, welke gebeurt via een dwangbevel opgemaakt en overgemaakt door de Fin-Directeur van Stad & OCMW aan de gerechtsdeurwaarder, zendt de aangesproken gerechtsdeurwaarder een eenvoudig schrijven aan de schuldenaar met daarin de melding dat hij een opdracht tot invordering van een bepaald gedetailleerd bedrag heeft gekregen,  alvorens zich persoonlijk te melden op het officieel adres teneinde de solvabiliteit van de schuldenaar te kunnen inschatten.

2° Principe van gelijke behandeling van onze klanten (burgers/ondernemingen) ligt aan de grondslag van het facturatieproces en het debiteurenbeheer.

Niettemin … op het moment van de aanvraag of het leveren van de prestatie door Stad/OCMW hebben bepaalde diensten - voornamelijk waar er persoonlijk contact is met de burger/cliënt – de gelegenheid om, met het oog op de aanrekening van een correcte – eventueel sociaal bijgestelde -prijs, te peilen naar de financiële draagkracht van de burger/cliënt en daarbij  informatie te verschaffen of voorstellen te formuleren betreffende mogelijke (sociale) tussenkomsten, gunstiger tarieven enz. Waar mogelijk zetten de stadsdiensten ook in op het automatisch toekennen van recht op sociale kortingen.

Desondanks … zijn er op elk moment van het debiteurenbeheer (van uitnodiging tot betaling ingevolge prestatie/dienst of ingevolge een vaststelling van een inbreuk tot aan de gedwongen invordering) mogelijkheden om als schuldenaar in gesprek te gaan met de betrokken dienst betreffende de gevraagde betaling. Verschillende betalingsmodaliteiten zijn bespreekbaar en mogelijk, zoals tijdelijk betalingsuitstel,  spreiding van (af)betalingen in de tijd, enz.

Bovenop .. zullen voormelde betaalfaciliteiten steeds aangeboden worden, of tot de mogelijkheden behoren, in fase van de invordering door een externe partner, zijnde gerechtsdeurwaarder (voor Belgische debiteuren) of incassobureau (voor buitenlandse debiteuren).

3° Administratieve kosten en/of boetes

Gebaseerd op de toepasselijke reglementen, goedgekeurd door de bevoegde beleidsinstanties, dienen in de fase van debiteurenbeheer vanaf er een nood is aan het verzenden van een aangetekende aanmaning  omdat de betaling van een geleverde dienst/prestatie achterwege blijft administratieve kosten bovenop het initieel te betalen bedrag worden toegepast. Dit dient enkel te gebeuren als het te betalen bedrag open blijft staan en de dienst zonder signaal, antwoord of andere vorm van contact vanwege de schuldenaar is. Administratieve kosten vinden hun oorsprong in “de noodzaak van meermaals ter hand nemen van het betrokken dossier”.

(Administratieve geld-)boetes worden opgelegd omwille van “het niet naleven van de toepasselijke, en verondersteld overeengekomen, afspraken of omwille van ”het begaan van een overtreding of inbreuk op gevestigde, geduide en te kennen reglementen”. M.a.w. als sanctie ten gevolge van een ongepast (rij- of ander) gedrag. Boetes zijn een onderdeel van een handhavingsbeleid dat het organiseren van een leefbare stadsomgeving ondersteund.

 

4° Inzet van externe invorderingspartner

Eénmaal de openstaande schuld in het proces van invordering via een dwangbevel en de tussenkomst van een externe invorderingspartner (een gerechtsdeurwaarder) komt, zijn de tarieven voor de vergoeding van de tussenkomst van de gerechtsdeurwaarder wettelijk vastgelegd en gekoppeld aan de grootte van het openstaande bedrag.

Voor detail zie (K.B. 30.11.1976) : https://www.gerechtsdeurwaarders.be/sites/default/files/inline-files/burgerlijk%20tarief%202023.pdf

 

DATA PROTECTION / PRIVACY

De algemene verordening gegevensbescherming (AVG - ook bekend onder de Engelse afkorting GDPR) versterkt de grondrechten van de burgers in het digitale tijdperk. De Belgische Privacywet ter bescherming van persoonsgegevens, voluit de Wet van 8 december 1992 voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, moet de burger beschermen tegen misbruik van zijn persoonlijke gegevens.

Met uitzondering van enkele OCMW-diensten - welke een wettelijk verbod hebben dit te delen - hadden de diensten van Stad en OCMW geen inzage in de financiële draagkracht, solvabiliteit, inkomen of persoonsgegevens van hun klanten of de burger.

In het kader van het project éénheid van schuld deed de stad Gent begin 2023 de nodige inspanningen om in het Decreet Lokaal Bestuur (artikel 177) een wettelijke basis te laten opnemen om rekening houdend met o.m. de doelstelling van bestrijding en voorkoming van armoede en overeenkomstig het lokaal beleid te kunnen komen tot de verwerking van personengegevens op basis waarvan er proactief kan bepaald worden wie financieel kwetsbaar is.

 

INSCHAKELEN VAN EEN GERECHTSDEURWAARDER

Op het einde van het interne inningsproces kan door de  financieel directeur besloten worden wat met de openstaande bedragen, zijnde belastingen, (administratieve)boetes en retributies en de bijkomende administratieve kosten dient te gebeuren.

Eén mogelijkheid is overgaan tot invordering via een externe invorderingspartner. Een opdracht die door de financieel directeur via een overheidsopdracht kan uitbesteed worden aan een gerechtsdeurwaarder.

Op basis van het door de stad met de gerechtsdeurwaarder afgesproken plan van aanpak zal hij meerdere pogingen ondernemen om de betrokkene persoonlijk te bereiken teneinde er (af)betalingen mee af te spreken of om betrokkene te informeren en door te verwijzen naar schuldhulpverleningsinstanties (OCMW, CAW, …). Tijdens de opstart van het dossier onderzoekt de gerechtsdeurwaarder meerdere zaken om tot een geactualiseerde inschatting van de solvabiliteit van de debiteur te komen.

Wanneer geen contact mogelijk blijkt, en bij het uitblijven van een reactie van de debiteur, zal de gerechtsdeurwaarder, gehouden aan de principes van sociaal invorderingsbeleid overeengekomen met Stad & OCMW, de schuldenaar bezoeken op zijn domicilie-adres. Alleen in die dossiers waar de solvabiliteit van de debiteur als voldoende goed wordt aangemerkt, zal de gerechtsdeurwaarder ter plaatse een betekening met bevel tot betalen op basis van het dwangbevel afleveren.

 

ACTIES ONDERNOMEN EN LOPENDE

  1. De Beleidsnota Financiën 2020-2025 bevat volgende doelstelling:

“Een menselijk invorderingsbeleid en streven naar eenheid van schuld.”

De Stad heeft een grote variatie aan belastingen, boetes en retributies (d.i. betalende diensten). Zowat elke bewoner, heel wat ondernemingen en bezoekers krijgen daarmee te maken. Om die verschillende soorten inkomsten te realiseren kunnen we niet op een eenvormige manier te werk gaan. Immers: sommigen willen wel betalen maar kunnen niet, sommige anderen kunnen wel maar willen niet...

We voeren daarom een gevarieerd invorderingsbeleid, waarbij we enerzijds consequent belastingen en vorderingen innen, om zo het beleid af te dwingen; maar anderzijds ook begrip tonen voor schuldenaren die in een moeilijke positie verkeren. We zoeken in zo’n gevallen altijd (automatisch) een ‘sociaal menselijke behandeling’ via aangepaste betalingsfaciliteiten.

We streven het principe van ‘eenheid van schuld’ na voor Gentenaars die dat nodig hebben (reeds van toepassing in het OCMW). Daarmee bedoelen we dat we met onze schuldenaren één globaal dossier voor onze eigen vorderingen maken (Stad & OCMW Gent), met afspraken op maat. Daardoor willen we hen verlossen van extra kosten en administratieve overlast. Als eerste stap bouwen we onze visie daarop verder uit. Sowieso werken we enkel samen met inningspartners (deurwaarders) welke deze visie op menselijk en sociaal verantwoord invorderen onderschrijven. We onderzoeken bovendien hoe we de procedure voor niet-geïnde schoolfacturen in het stedelijk onderwijs verder op punt kunnen stellen.

  1. Realisatie van een menselijk invorderingsbeleid

Inzake het externe invorderingsproces zijn in de overheidsopdracht met de gerechtsdeurwaarder afspraken gemaakt en wordt er regelmatig overleg gepleegd met de betrokken gerechtsdeurwaarder teneinde een rechtvaardige doch menselijke invordering te realiseren. Weliswaar via alle mogelijke wettelijk beschikbare uitvoeringsmiddelen en na het bepalen van de solvabiliteit van de schuldenaar.

De speerpunten van de overheidsopdracht van diensten betreffende door gerechtsdeurwaarders verleende diensten voor debiteurenbeheer zijn:

  • eerst een minnelijke afrekening zenden/opvolgen vooraleer de gedwongen uitvoering op te starten
  • een gewogen uitvoering rekening houdende met de solvabiliteit van de betrokkene(n)
  • de toepassing van kostenbeperkende maatregelen (bv. m.b.t. kwijtingsrecht bij afbetaling, …)
  • een gedetailleerde en transparante rapportering over de status van de toevertrouwde opdrachten

 

 

  1. Project Eenheid van Schuld

Op initiatief van het departement Financiën Stad & OCMW Gent werd een wijziging bekomen aan het DLB (Decreet Lokaal Bestuur) waardoor:

  • In artikel 177 expliciet de mogelijkheid werd gegeven aan de de financieel directeur van het lokaal bestuur om via debiteurenbeheer rekening te houden met o.m. de doelstelling van bestrijding en voorkomen van armoede. Wat bv. concreet zou kunnen ingevuld worden door een beleid van een centralisatie van invorderingen over verscheidene diensten heen
  • De toegang en verwerking van persoonsgegevens (ref AVG-zie hoger) kan gebeuren voor debiteurenbeheer in het kader van de bestrijding en voorkoming van armoede

In samenwerking met Stad Leuven werd een haalbaarheidsstudie uitgevoerd teneinde “Een bijkomend klantgericht, proactief invorderingstraject voor financieel zwakkere burgers door het opzetten van een globaal vorderingen overzicht waarin de burger via één afbetalingsplan z’n schulden, zonder bijkomende kosten, kan afbouwen en opvolgen.”

Een aanzet is gegeven voor een ontwerp gemeentereglement voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van debiteurenbeheer.

Een initiatief voor het volgen van een OSLO-traject (Open Standaarden voor Linkende Organisaties) werd opgestart onder coördinatie van Digitaal Vlaanderen. Het betreft de datastandaardisatie binnen schuldbeheer met als doel het delen van informatie onder belanghebbenden te vereenvoudigen. Dit met als doel een efficiëntere ondersteuning en oplossingen op maat te kunnen bieden voor de financieel zwakkere burger. De gezochte meerwaarde ligt in:

  • Een verbeterde dienstenlevering door consistente gegevensuitwisseling
  • Vermindering van stress voor mensen in moeilijke financiële situaties
  • Voorkomen van leveranciersafhankelijkheid met betrekking tot gegevensverwerking
  • Bevorderen van betere samenwerking over diensten en overheden heen

 

41

Meer mensen in een precaire woonsituatie®

Het aantal mensen in een precaire woonsituatie neemt toe. Het gaat bijvoorbeeld over mensen in kraakpanden of illegale kampementen. Er worden ook meer autoslapers vastgesteld.

De stijging komt door een aantal factoren, zoals de wooncrisis (zie signaal 14. Wooncrisis), de toegankelijkheid van de nachtopvang (zie signaal 43. Toegang tot nachtopvang) en het tekort aan legale opties voor mobiel wonen. Er is bovendien een tekort aan opvang voor nieuwkomers, waardoor deze groep ook vaker in een precaire woonsituatie terechtkomt.

Veldwerkers verwachten dat het aantal mensen in een precaire woonsituatie nog verder zal toenemen, bijvoorbeeld na afloop van het project postmobiel wonen op de Lübecksite.

42

Was- en drinkmogelijkheden voor mensen in een kwetsbare positie®

Drinkbaar water, douches en wasmachines zijn onvoldoende toegankelijk voor mensen in een kwetsbare positie die zelf niet over deze voorzieningen beschikken. 

  • Er is een tekort aan openbaar toegankelijke drinkwaterkraantjes in Gent. Er zijn maar vier drinkwaterfonteinen en die zijn allemaal geconcentreerd in het centrum van de stad. In openbare gebouwen kan je gratis water van de kraan tappen, maar daarbij spelen verschillende drempels: je hebt een eigen drinkfles nodig, de beperkte openingsuren en de drempel om het gebouw binnen te gaan. Zeker op warme dagen is dit tekort aan toegankelijk drinkwater een probleem.

    • Er zijn extra drinkwaterpunten gepland die 24/7 toegankelijk zijn.
  • Er is een tekort aan betaalbare wassalons voor mensen die zelf geen wasmachine hebben. Het aanbod is bovendien niet afgestemd op de noden. Er zijn vaak alleen grote wasmachines, terwijl mensen in een kwetsbare situatie nood hebben aan kleinere en goedkopere  wasmachines. Er is geen sociaal tarief voor wasmachines. Organisaties proberen hier zelf een oplossing te voorzien door jetons uit te delen via Enchanté, maar dat is geen structurele oplossing. In de inloopcentra van CAW Oost-Vlaanderen zijn er wel gratis wasmachines.
  • Er zijn te weinig openbare douches. Gratis douchen is enkel mogelijk bij de Fontein en de inloopcentra van het CAW. Door de energiecrisis is het aantal mensen dat thuis geen (warme) douche meer kan nemen nog toegenomen.

44

Nood aan bemande rustplekken®

Mensen in een kwetsbare positie hebben nood aan (warme) plekken om de dag door te brengen en tot rust te komen. Tijdens de koude wintermaanden en in het weekend is de nood extra hoog. De energiecrisis (zie ook signaal 16. Energie is onbetaalbaar) en het wegvallen van de winteropvang (geen uitbreiding van uren nachtopvang in de winterperiode) versterken dit nog. Tijdens de wintermaanden is er in het kader van het winterplan overdag altijd een inloopcentrum van CAW Oost-Vlaanderen open. Maar de nood blijft hoger dan het aanbod.

De warme winterplekken spelen hier op in, maar lossen de nood niet volledig in. In het weekend en in de zomer bijvoorbeeld is er te weinig aanbod. Naast voldoende rustplekken, is er ook nood aan voldoende personeel en de juiste ondersteuning voor dat personeel:

  • Op plekken waar al gedurende lange tijd een vaste groep bijeen komt (vb. een buurtcentrum), is begeleiding nodig om nieuwe mensen te ondersteunen bij integratie in de groep.
  • Er is voldoende begeleiding nodig om om te gaan met specifieke kwetsbare profielen (vb. mensen met een verslavingsproblematiek, psychische kwetsbaarheid, agressieproblemen) die nu extra beroep doen op de warme plekken. Er is ook nood aan ondersteuning van de medewerkers om met deze profielen om te gaan.

45

Ontoegankelijke zorg voor daklozen®

Veel vormen van gezondheidszorg zijn ontoegankelijk voor mensen in dakloosheid:

  • Zieke of herstellende daklozen kunnen na ontslag uit het ziekenhuis vaak nergens terecht voor nazorg en/of revalidatie. Het project Vesalius bood hier een antwoord op maar was tijdelijk.

    • Na goedkeuring door de raad voor maatschappelijk welzijn start in Gent een project 'medisch herstelverblijf' van Wijde Zorg vzw in samenwerking met OCMW Gent en het RIZIV. Het gaat om 5 herstelbedden voor dakloze volwassenen met een medische zorgnood (band met Gent). Dit is alvast positief nieuws.
  • Een aantal oudere daklozen kan in De Baai terecht, voor andere oudere daklozen is er geen zorgaanbod. Het is voor hen vaak onmogelijk om na de nachtopvang ’s morgens terug de straat op te gaan.
  • De kosten voor palliatieve zorg worden niet gedekt door de medische kaart.

Het RIZIV kan sinds kort tussenkomen in de paramedische zorg voor dak- en thuislozen. Zonder woning of alternatieve plaats om de zorg toe te dienen, kunnen dak- en thuislozen hier echter moeilijk/geen gebruik van maken.

46

Verhoogde tegemoetkoming niet voor iedereen die er nood aan heeft

Er zijn steeds meer mensen die nood hebben aan ondersteuning, maar net teveel verdienen om recht te hebben op een verhoogde tegemoetkoming (VT). Doordat ze geen recht hebben op een VT missen ze de bijkomende rechten en premies. De energiecrisis zorgt ervoor dat deze groep nog verder groeit.

Trekker: Krist Poffyn

47

Meer en meer mensen hebben nood aan materiële steun®

De groep mensen met nood aan extra ondersteuning groeit. Door de opeenvolging van crisissen (coronacrisis, energiecrisis) en de financiële gevolgen ervan, ontstaat er een nieuwe groep mensen bij wie het inkomen niet langer volstaat om in basisbehoeften te voorzien. Gentse organisaties bieden materiële en/of voedselondersteuning, maar deze initiatieven geraken overbevraagd door de grote nood.

Voor materiële steun kan je o.a. terecht bij de vrijwilligerswerkingen aangesloten bij KRAS vzw of Gent Solidair. Sommige mensen kennen echter de weg nog niet naar deze organisaties. De diensten kunnen de toenemende vraag bovendien nog moeilijk aan. Vooral bij voedselondersteuningsinitiatieven neemt de vraag sterk toe. Tegelijkertijd is er een daling van het aantal bruikbare voedselschenkingen. Voedselondersteuningsinitiatieven kunnen daardoor nog moeilijk voldoende voedsel aanbieden aan de mensen die er nood aan hebben. Ze moeten zelf fondsen werven om extra voeding aan te kopen. Deze vormen van steun zijn geen oplossing voor de structurele problematiek die speelt. Zolang er geen structureel antwoord is, vormen ze wel een onmisbare noodoplossing voor veel mensen in een kwetsbare positie.

Opvolging: :

In 2020 werkte Stad Gent samen met middenveldorganisaties een toekomstmodel materiële hulp uit dat er voor zorgt dat kwetsbare Gentenaars gelijkwaardig toegang krijgen tot materiële noodhulp en ondersteuning. In het voorjaar van 2022 keurde de gemeenteraad en alle voedselinitiatieven het toekomstmodel goed.

Het toekomstmodel bevat ook een kwaliteitskader waar zaken als registratie, doorverwijzing en 1 gezin/persoon=1 voedselinitiatief onderdeel van zijn.
Om de gelijkwaardigheid voor de mensen in nood en de draagkracht van de voedselinitiatieven te bewaken maakten we nieuwe afspraken op rond aanmelding en doorverwijzing naar voedselhulp (zowel gratis als betalend bij de sociale kruideniers). Deze afspraken gaan in op 1 september 2023 en zijn terug te vinden op Traject materiële hulp | Stad Gent.

48

Zelftesten

Zelftesten (o.a. ovulatietesten, zwangerschapstesten, coronatesten) zijn te duur voor mensen in een kwetsbare positie.

Voorbeelden:

  • Covid zelftesten zijn te duur voor mensen in een kwetsbare positie. Een persoon met recht op een verhoogde tegemoetkoming betaalt 1 euro per zelftest. Voor sommige mensen is dat nog te veel. Er waren gratis zelftesten beschikbaar voor een aantal kwetsbare groepen (vb. mensen zonder wettig verblijf), maar dat aanbod schoot tekort.
  • Straathoekwerkers kopen regelmatig zelf zwangerschapstesten voor de mensen die ze begeleiden, omdat het voor hen onbetaalbaar is.
Trekker: Leen Van Zele

49

Lege en ongezonde brooddozen®

Veel kinderen krijgen geen of ongezond eten mee naar school of naar vrijetijdsaanbod. Dit komt doordat ongezonde voeding vaak goedkoper is, maar ook omdat ouders niet altijd weten wat gezond is. Kinderen hebben daardoor vaak onvoldoende voedingsstoffen binnen om goed te functioneren. Ze kunnen zich moeilijk concentreren, voelen zich niet goed in hun vel, …. Er zijn verschillende initiatieven op school die hierop inspelen (vb. project gezonde scholen, lekkers op school), maar die zijn niet op alle scholen actief.

50

Minimumloon moet hoger®

Het verschil tussen het leefloon en de laagste lonen is te klein. Mensen die aan het werk gaan verliezen naast hun uitkering mogelijk ook hun verhoogde tegemoetkoming en bijhorende rechten (vb. sociaal tarief energie, verhoogde terugbetaling medische zorg, goedkoper openbaar vervoer, …) als ze boven de inkomensgrens zitten (zie ook signaal 46. Verhoogde tegemoetkoming niet voor iedereen die er nood aan heeft). Daarbovenop komen vaak nog extra bijkomende kosten, zoals kinderopvang, vervoer, ... Daardoor bestaat de kans dat je in een financieel zwakkere positie terechtkomt als je aan het werk gaat.

  • De aangekondigde fiscale hervormingen voor 2024 van minister Van Peteghem kunnen dit signaal mogelijk deels oplossen.
Trekker: Krist Poffyn

51

Armoede bij studenten

Steeds meer studenten hebben moeite om rond te komen. Ze kunnen de kosten voor hun kot, studiefinanciering, … moeilijk dragen. Dat zorgt voor stress en soms ook voor mentale problemen. Sommige studenten gaan over tot overlevingsstrategieën die schadelijk zijn voor hun (mentale) gezondheid, vb. prostitutie.  Studenten zijn, net als andere groepen, onderhevig aan maatschappelijke tendensen (vb. energiecrisis, inflatie, wooncrisis, ...). Ze zijn echter vaak onzichtbaar als risicogroep.

OCMW Gent ondersteunt veel studenten met een leefloon.

Opvolging: :

- OCMW Gent ondersteunt heel wat studenten met een leefloon, dit aantal stijgt doorheen de jaren. 

- In 2024 zal er  vanuit het OCMW Gent extra ingezet worden op rechtenverkenning van jongeren in financieel kwetsbare situaties en ondersteuning van jongeren in begeleiding binnen de Sociale Dienst in het behalen van kwalificaties. Hierbij zullen ook specifiek de noden van studenten in kaart worden gebracht. Daarnaast zetten we in samenwerking met middenveldpartners zoals Overkop gericht in op het bereiken en het creëren van een aanbod voor jongeren in financieel kwetsbare situaties, waaronder zeker ook studenten.

- In 2024 zullen we in dialoog gaan met de studentenvoorzieningen zodat samen gewerkt kan worden om studenten in een armoedesituatie nog beter te bereiken.

54

Verlies van voordelen voor wie ziekenfondsbijdrage niet tijdig betaalt

Wie zijn ziekenfondsbijdrage gedurende 24 maanden niet betaalt, krijgt geen aanvullende diensten en voordelen meer die het ziekenfonds bovenop de wettelijke terugbetalingen biedt.  Zo verlies je het recht op terugbetaling voor bijvoorbeeld brillen, hoorapparaten of kraamzorg. Bovendien verlies je de extra verzekeringen voor hospitalisatie of tandzorg.

Ze kunnen pas terug beroep doen op de rechten na een wachttijd van twee jaar, ook als ze hun achterstallige bijdrage betalen.

Deze regel treft vooral mensen in een maatschappelijke kwetsbare positie. Dit signaal verscheen reeds in een opiniestuk[1] van de werkgroep signalen. Naar aanleiding daarvan keurde de Raad van State maatregelen goed die de wachttijd van twee jaar terugbrengen naar 6 maanden.

 

[1] Vekeman, F. en de werkgroep signalen (2021) Twee jaar wachttijd schaadt de gezondheid (https://www.beleidssignalen.be/opiniestuk)

Trekker: Leen Van Zele

56

Duurzaamheidskloof

Gentenaren met een laag inkomen dragen de grootste gevolgen van de klimaatverandering en het klimaatbeleid. Ze zijn vaak onvoldoende geïnformeerd en hebben te weinig mogelijkheden om zich voor te bereiden op de klimaatverandering en de energietransitie.

Voorbeelden van sociale ongelijkheid door klimaatverandering/klimaatbeleid:

  • Mensen met een laag inkomen wonen vaak op plaatsen met veel luchtvervuiling en lawaai. In een slechte leefomgeving wonen verhoogt het risico op gezondheidsschade.
  • Ze kunnen zich minder goed beschermen tijdens periodes van hitte in de zomer. Ze hebben minder toegang tot drinkbaar water, schaduw, groen en koele ruimten.
  • De bewoners van dense woonwijken vinden moeilijk de weg naar groene plekken in de buurt. Stad Gent en andere partners doen veel inspanningen om groen voor iedereen toegankelijk te maken (vb. Ledeberg leeft, bruggen naar Rabot, zuurstof voor de Brugse poort en de groennorm bij nieuwbouwprojecten, gezonde wandelingen van de wijkgezondheidscentra, ...). De inspanningen bereiken de doelgroep nauwelijks.
  • Ze wonen vaak in slecht geïsoleerde (huur)huizen met hoge energiekosten. Een huurhuis kunnen ze niet zelf renoveren. Als ze eigenaar zijn van hun huis hebben ze een beperkt renovatiebudget en lopen ze renovatiepremies mis omdat ze die niet kunnen voorfinancieren.
  • Ze kunnen niet investeren in hernieuwbare energie. Ze kunnen bijvoorbeeld geen zonnepanelen betalen.
  • Bepaalde klimaat gerelateerde belastingen waarbij geen sociaal tarief geldt (bv. verkeersbelasting,  inning van de onroerende voorheffing en BTW) wegen voor gezinnen met een beperkt budget zwaarder door.
  • De verschuivingen op de arbeidsmarkt zorgen voor jobverlies bij kwetsbare groepen. Er zullen bijvoorbeeld minder jobs zijn in de productiesector en de openbare nutsbedrijven, de retail- en vrijetijdssector.
  • Ze maken minder gebruik van autodelen door verschillende drempels (vb. borgsom, digitale kloof). Autodelen is in veel gevallen duurzamer en goedkoper dan een eigen wagen hebben.
  • Er worden al waardevolle inspanningen geleverd zoals de slooppremie, andere voordelen voor wie in de Lage Emissie Zone (LEZ) woont en Gent Knapt Op. Dit is echter niet voldoende om de duurzaamheidskloof te dichten.
Opvolging: :

Veel van de signalen komen aan bod in het klimaatplan Stad Gent (https://stad.gent/sites/default/files/media/documents/Klimaatplan%20Gen…) of de beleidsnota lucht en geluid 2020-2025  (https://stad.gent/sites/default/files/media/documents/Beleidsnota%20Luc…)

Zo is de lage emissie zone een lokale maatregel om de luchtkwaliteit in de wijken met de meeste luchtverontreiniging aan te pakken (drukke wijken met veel verkeer, street canyons). In deze wijken beschikt een groot deel van de inwoners niet eens over een wagen, maar worden ze wel geconfronteerd met de negatieve gevolgen van het autoverkeer door hun wijk. Wat de Stad doet voor een propere lucht vind je hier: https://stad.gent/nl/groen-milieu/luchtkwaliteit/wat-doet-de-overheid-v….
Voor mensen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming en die hun auto laten slopen omdat deze niet meer binnen mag in de lage emmissiezone, voorziet Stad Gent een sloopremie https://stad.gent/nl/groen-milieu/slooppremie-voor-wagens.
Ook wordt ingezet op pro-actieve rechtentoekenning bij de LEZ.

In het groenstructuurplan staat waar de Stad meer parken, natuur en bos wil https://stad.gent/nl/over-gent-stadsbestuur/stadsbestuur/wat-doet-het-b…

Zoek je verkoeling op hete dagen, dan kan je terecht op volgende drinkwater- en afkoelplekken https://stad.gent/nl/samenleven-welzijn-gezondheid/nieuws-evenementen/d… 

In het klimaatbeleid wordt ook gefocust op het sociale (betaalbaarheid, toegankelijkheid) en zijn we afgestapt van het geven van subsidies (vereist pre-financiering met eigen middelen), naar Gentse (en later overgenomen Vlaamse) Renovatielening, waarbij de terugbetaling kan verlopen via lagere energiefactuur en de subrogatie van premies op de lening.
Daarnaast zijn er ook acties gericht op noodkopers (Gent Knapt Op) en verhuurders (via de werking van het verhuurpunt). Met middelen van het Vlaams Lokaal Energie- en Klimaatpact wordt een actie uitgewerkt om PV beschikbaar te maken voor de laagste inkomens.

64

Secundair onderwijs onbetaalbaar®

De kosten voor het secundair onderwijs lopen vaak op door de dure leerboeken en andere lesmaterialen, activiteiten, ... Voor mensen in een financieel kwetsbare positie is het secundair onderwijs vaak onbetaalbaar. Dit sluit kinderen en jongeren in een kwetsbare positie op veel vlakken uit. Ze blijven bijvoorbeeld weg van school omdat facturen onbetaald zijn, kunnen niet deelnemen aan buitenschoolse activiteiten, moeten noodgedwongen een ‘goedkopere’ richting volgen dan de richting die ze graag willen doen, … Sommige richtingen zijn extra duur omdat ze dure materialen vereisen (vb. kunst- technisch en beroeps-secundair onderwijs). Er zijn wel scholen die dit deels ondervangen, bijvoorbeeld door de mogelijkheid aan te bieden om materiaal te huren. Ook het OCMW kan voor actieve cliënten een tussenkomst voorzien via de toelage voor participatie en sociale activering (PASOA) en via armoedemiddelen 2023 - 2024. Maar dit is vaak niet voldoende en biedt niet voor alle gezinnen een oplossing.

In het secundair onderwijs is betaalbaarheid een groter probleem dan in het lager onderwijs omdat er in het lager onderwijs een maximumfactuur is. Maar veel hangt ook af van de sensitiviteit van scholen naar financiële toegankelijkheid toe. Bijvoorbeeld: geen dure buitenlandse reizen organiseren buiten de schooluren, rekening houden met materiaal dat nodig is voor (gratis) activiteiten (laarzen, stevige schoenen, rugzak, slaapzak, …).

Opvolging: :

Onderwijscentrum Gent - aanbod armoede

Scholen kunnen via de website van Onderwijscentrum Gent intekenen op een uitgebreid en divers aanbod voor scholen rond armoede en kostenbewust onderwijs.

Onderwijscentrum Gent - onderwijs en e-inclusie: 

Sensibiliseren van zowel scholen als via pedagogische begeleiders om te werken aan een duidelijk en haalbaar laptopbeleid: wat bij schade, wie betaalt het toestel, mag het toestel mee naar huis ja/neen,…

Onderwijscentrum Gent - team Partnerschap school-gezin

  • zetten pro-actief in op het uitputten van de rechten van gezinnen in armoede. Tijdens de preventieve huisbezoeken in augustus wordt er bevraagd of de gezinnen over de boeken en het nodige materiaal beschikken. Indien nodig worden de mogelijkheden rond afbetalingsplannen bekeken of wordt er toegeleid naar het OCMW.
  • zetten in op het toeleiden van de leerlingen naar laagdrempelige, betaalbare buitenschoolse activiteiten. Indien de school instapt in een traject kostenbewustonderwijs ondersteunt de brugfiguur dit traject vanuit de bril van de ouders.