Onderwijs, leren en ontplooiing

9

Continuïteit hulpverlening CLB’s

Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s) zijn voor veel gezinnen een belangrijke ingang naar hulpverlening. Wanneer een kind van school verandert, komt het gezin vaak bij een andere CLB-medewerker (al dan niet van een ander net) terecht. De vertrouwensband met de vorige CLB medewerker - en vaak ook veel werk – gaat dan verloren, ondanks overdracht.

Opvolging:

Wettelijk kader: overdracht tussen CLB’s steeds meer gedigitaliseerd (vervanging van fysieke overdracht). De samenwerking binnen  Topunt en het overleg tussen de coördinatoren van alle Gentse centra faciliteert verder een vlotte overdracht tussen de centra.

Groeiteam: maakt een eerste fysiek contact laagdrempelig (eerste vraag naar info – thema: meestal studieoriëntering, is inclusief een vraag naar welke school men best uitkijkt + uitleg over aanmeldingssysteem). Voor meer info: evaluatie Groeiteam. Verdere evolutie wordt mee opgevolgd via lokaal sociaal beleid en geïntegreerd gezinsbeleid.

Via de projecten van Topunt wordt sterk ‘aanklampend’ gewerkt met jongeren die zich in een risicovolle situatie bevinden (dreigende ongekwalificeerde schooluitval of bestaande schooluitval/schoolweigering). Hetzelfde geldt voor jongeren die vertrouwen in school en/of CLB hebben verloren – zie talrijke projecten (zoals de projecten Bondgenoten en ‘In Beeld’)

CLB’s proberen intern zeker continuïteit te garanderen:

  • Door trajectmedewerkers in te zetten over de scholen heen
  • Door warme overdracht te voorzien: intern: van collega naar collega, maar ook warme overdracht naar een CLB-medewerker van een ander net.

Voor het stedelijk CLB: door in drie en slechts drie teams samen te werken vermijden we dat bij iedere schoolverandering de leerling door een ander team begeleid wordt. Bovendien zetten wij soms medewerkers teamoverstijgend in.

Dat er discontinuïteit is doordat meerdere CLB’s een regio bedienen, dat is onvermijdelijk. Het Steunpunt is een goodpractice. Omdat het een netoverstijgend project is, kunnen wij wél continuïteit garanderen bij schoolverandering.

Andere en toekomstige projecten van TOPunt zijn inderdaad mogelijks ook schoolonafhankelijk.

12

Tekort aan bepaalde vormen van opvoedingsondersteuning

Er is een tekort aan bepaalde vormen van opvoedingsondersteuning:

  • Er is een tekort voor gezinnen met kinderen tussen 6 en 12 jaar. Het centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG) bood ondersteuning aan deze groep, maar verlegde de focus van 0 tot 12 jaar naar 0 tot 6 jaar. Zij kunnen gezinnen met een kind ouder dan 6 moeilijker doorverwijzen naar gepaste hulp.
  • Er is een tekort aan outreachende en intensieve opvoedingsondersteuning met bijvoorbeeld huisbezoeken en langdurige trajecten.
  • Er is ook een tekort aan cultuursensitieve opvoedingsondersteuning (zie ook signaal 7. Gebrek aan taaltoegankelijke en cultuursensitieve hulpverlening).
  • Tot slot is er een tekort aan opvoedingsondersteuning binnen een dwingend kader. Justitie kan een dwingende maatregel opleggen aan ouders om opvoedingsondersteuning te krijgen. Door het tekort in het algemeen en specifiek binnen een dwingend kader, kunnen ze nergens terecht.

22

Situatie van rondtrekkende woonwagenbewoners wordt precairder

Rondtrekkende woonwagenbewoners zijn in 2021 geschrapt als specifieke doelgroep in het integratiedecreet. Dat zorgt ervoor dat ze politiek ‘onzichtbaar’ zijn, en er niet ingezet wordt op hun noden. Stad Gent probeert dit hiaat op Vlaams niveau deels in te vullen. Ze beheert via Amal (vroeger IN-Gent) haar eigen doortrekkersterrein met twee medewerkers en er is een medewerker die er instaat voor het educatief aanbod van de kinderen. Maar deze inspanningen zijn onvoldoende om aan de noden te beantwoorden. Bovendien ontbreekt een uniform registratiesysteem op de Belgische doortrekkersterreinen, waardoor deze mensen in de cijfers onzichtbaar blijven. 

De situatie van de rondtrekkende woonwagenbewoners is hierdoor nog precairder, vooral op vlak van gezondheidszorg en onderwijs.

Trekker: Anne Mertens

25

Statuut tijdelijk ontheemden Oekraïense vluchtelingen

De Oekraïense vluchtelingen kregen het statuut tijdelijk ontheemden dat hen verschillende rechten geeft. Het statuut is al verlengd tot en met 4 maart 2024, maar kan zodra de Oekraïense context het toelaat worden ingetrokken. Dit statuut speelt hoe langer hoe meer in het nadeel van de Oekraïners. Het statuut gaat uit van een tijdelijk verblijf, terwijl veel mensen voor een lange periode in België blijven of zelfs niet zullen terugkeren. Er ontstaan problemen op verschillende vlakken:

  • Veel Oekraïense gezinnen konden terecht bij een Gents gastgezin. De vooropgestelde periode van drie maanden is ondertussen overschreden. Zowel de Oekraïense gezinnen als de gastgezinnen zelf botsen op hun limieten. Oekraïense gezinnen gaan op zoek naar een andere woning. Ze komen niet in aanmerking voor een sociale woning, wel voor collectieve opvang en op de private huurmarkt. Het OCMW biedt financiële ondersteuning om te huren op de private huurmarkt. Die is al overbevraagd (zie signaal 14. Wooncrisis). Voor Oekraïners is het extra moeilijk om een woning te vinden door de onduidelijkheid over de duur van het speciaal statuut in combinatie met de 3-6-9 contracten. Het nooddorp voor Oekraïense vluchtelingen zal pas eind april 2023 openen voor een beperkt aantal Oekraïners.
  • Ondanks het feit dat veel Oekraïners Engels spreken of een basiskennis Nederlands hebben dankzij lessen, ervaart men drempels en discriminatie om werk te vinden.
  • Scholen kregen extra middelen om de Oekraïense kinderen te ondersteunen. De middelen vallen weg, maar de nood aan ondersteuning blijft.
  • Naast de praktische moeilijkheden zorgt het tijdelijk statuut ook voor onzekerheid, emotionele uitputting, angst, zorgen voor familieleden in Oekraïne, onzekerheid en depressie. Het zet een rem op integratie.
  • Vluchtelingen met een andere migratieachtergrond voelen het aparte statuut voor Oekraïense vluchtelingen aan als een voorkeursbehandeling.
Opvolging:

  • We hebben geen signalen dat de doelgroep niet zou willen terugkeren (op enkele individuele cases na). Algemeen geeft de doelgroep nog steeds aan te willen terugkeren eens de oorlog achter de rug.
  • Vlaanderen besliste een afwijkend huurregime specifiek voor het verhuren van woningen aan deze doelgroep. Huisvesting | Vlaanderen.be
  • Het nooddorp vervult op dit moment de noden en buffert de sluiting van zowel collectieve opvangstructuren als # plekvrij gastgezinnen waar opvang eindigt.  Uit een recente bevraging blijkt bovendien dat de meeste gezinnen binnen het #plekvrij aanbod bereid zijn verder opvang te voorzien. Uitbreiding van het nooddorp is voorzien. Dakloosheid komt nauwelijks voor bij Oekraïense onderdanen.
  • Oekraïners spreken weinig tot geen Engels (men is namelijk eerder oostelijk georiënteerd), taalwerving verloopt echter perfect op schema, 89% van de doelgroep volgt taallessen en haalt ondertussen 1.2 taalniveau. Drempels zitten eerder in onbekend zijn met onze arbeidsmarkt (interimarbeid  is voorbeeld onbekend voor Oekraïners), bijkomend stellen we vast dat een gepast arbeidsaanbod nog ontbreekt. Vanaf september 2023 krijgt VDAB versterking om op maat een aanbod te doen naar deze doelgroep.
  • Het klopt dat de bijkomende financiering voor scholen ondertussen afgebouwd worden ook die van andere organisaties - zoals OCMW - worden vanaf najaar 2023 beperkt. We blijven bepleiten bij de hogere overheden om extra middelen te voorzien.
  • Het regulier aanbod psychosociale zorg is toegankelijk voor deze doelgroep, we krijgen geen signalen dat dit ontoereikend zou zijn.
  • Het gaat om een bijzonder statuut voor een bijzondere situatie, het zorgt voor ontlasting van het reeds zeer zwaar belast systeem  (zowel verblijfsrechtelijke als opvang). De voorziene rechten zijn ook toegankelijk voor andere statuten, klopt wel dat in aanvang om de toestroom op te vangen aparte afspraken en mogelijkheden werden gecreëerd om de ook zwaar belaste sociale voorzieningen enigszins te ontzien en de impact op de dienstverlening aan anderen niet in het gedrang te laten komen. We richtten hiervoor ook een cel op de Campus op welke afgebouwd werd, Oekraïners zijn (behoudens collectieve opvang, #plekvrij en nooddorp) sinds oktober overgedragen aan de welzijnsbureaus (is reguliere werking).
  •  Wij betreuren evenzeer dat een aantal good practices niet tot een aanpassing geleid heeft voor andere kwetsbare doelgroepen, we blijven dit bepleiten, maar ook voor Oekraïners vielen de voorkeursbehandeling (ziekenfonds, groeipakket) ondertussen weg.

26

Instroom van kwetsbare profielen

Nieuwkomers in onze stad komen vaak met een complexe kwetsbaarheid aan. Bij een grote groep van (oudere) Intra-Europese nieuwkomers stellen eerstelijnsmedewerkers vast dat een gebrekkig netwerk, gezondheidsproblemen, laaggeletterdheid en gebrek aan contacttaal hen op verschillende levensdomeinen erg kwetsbaar maken. Velen onder hen dragen een zware rugzak mee vanuit hun land van herkomst en hebben ernstige gezondheidsproblemen. Ze hebben vaak een ongezonde levensstijl en geen of een gebrekkig netwerk, waardoor hun situatie verder verslechtert. Dit komt vooral tot uiting bij oudere (Intra-Europese) migranten. Velen onder hen komen in precaire leef- en arbeidsomstandigheden terecht: ze werken als schijnzelfstandigen, worden uitgebuit door hun werkgever en/of zijn er afhankelijk van en zijn slachtoffer van huisjesmelkers. Ze kunnen niet rekenen op een netwerk dat vertrouwd is met de Belgische context en kennen het sociale stelsel hier niet, waardoor ze de juiste weg naar ondersteuning moeilijk vinden. De hulpverlening vindt moeilijk ingang bij deze doelgroep. Maar ook omgekeerd en om verschillende redenen. Bijvoorbeeld de EU-wetgeving die de toegang tot het OCMW bemoeilijkt.

Trekker: Maaike Buyst

31

Psychische kwetsbaarheden versterkt®

Veel mensen die al een psychische kwetsbaarheid hadden vóór corona, hebben het nu extra moeilijk. Er is ook een sterke terugval bij mensen bij wie de psychische problematiek gestabiliseerd was. Bovendien komen mensen die hulp zoeken vaak niet tot (de juiste) zorg, omdat ze botsen op de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg. Daardoor nemen hun klachten verder toe (zie ook signaal 30. Onduidelijk en ontoereikend aanbod geestelijke gezondheidszorg).

Voorbeelden:

  • De organisaties Bednet en School en ziek zijn merken een sterke stijging op van het aantal kinderen dat niet meer naar school gaat wegens ziekte. Kinderen met autisme geraken bijvoorbeeld niet meer op school nadat ze lang thuis geweest zijn door de coronapandemie. Hun sociale angst is toegenomen.
  • Ouderen beperken hun sociale activiteiten uit schrik voor corona. De eenzaamheid is nog versterkt.
  • Jeugdwelzijnswerkers worden vaker geconfronteerd met jongeren die kampen met een psychische problematiek. Ze merken een stijging op van zelfverminking, middelen mis-/gebruik en verslaving (o.a. aan ballongas), suïcidedreiging en suïcide, seksueel grensoverschrijdend gedrag.
  • Sinds de coronacrisis wordt er meer openlijk drugs gebruikt en gedeald. Zowel op scholen als in de openbare ruimte.
Trekker: Joke Vasseur

37

Administratieve drempels®

Voor heel wat aspecten in je leven moet je administratieve zaken in orde brengen. Dat zorgt voor extra drempels voor mensen in een kwetsbare positie. Ze vragen daarvoor ondersteuning aan eerstelijnsdiensten, wat de druk op de diensten nog verhoogt (zie ook signaal 6. Druk op de eerstelijn). Dikwijls zijn ze niet in orde met hun administratie. Dat kan heel wat negatieve gevolgen hebben. Je kan bijvoorbeeld je aanspraak op bepaalde rechten verliezen. Er zijn al verschillende rechten waarbij de administratieve drempel wegvalt dankzij automatische toekenning. Daar moet verder op ingezet worden.

Voorbeelden:

  • Mensen die een leefloon ontvangen en onder elektronisch toezicht worden geplaatst, krijgen vanaf dan een uitkering vanuit de Vlaamse Overheid. Dat bedrag is echter lager dan het leefloon. Mensen moeten dan zelf initiatief nemen om een aanpassing te vragen bij het OCMW. De aanpassing wordt bovendien niet altijd goedgekeurd.
  • De procedure om korting te krijgen bij verschillende diensten (o.a. kinderopvang, onderwijs) als je in een financieel kwetsbare positie zit, is complex. Bij de stedelijke initiatieven krijgen mensen met verhoogde tegemoetkoming het verlaagde tarief automatisch. De niet-stadsdiensten hebben geen toegang tot de juiste gegevens, waardoor eventuele kortingen die zij willen toestaan niet automatisch toegekend kunnen worden.
  • Als je langer dan 8 weken ziek bent, krijg je een vragenlijst van de controlearts van de mutualiteit. De vragenlijst is niet toegankelijk. Hij bevat bijvoorbeeld moeilijke vragen over zelfinschatting en vragen die niet relevant zijn voor de situatie (vb. een vraag rond burn-out bij een kankerdiagnose).
  • Juridische dossiers en juridische communicatie zijn onduidelijk. Het taalgebruik is ontoegankelijk, de boodschap is vaak onhelder geformuleerd en veel te lang. Voor mensen die niet thuis zijn in het juridische vakjargon is de informatie niet toegankelijk. Voor mensen in een kwetsbare positie vaak nog minder.
  • De huisartsenwachtpost is moeilijk toegankelijk voor mensen in een kwetsbare positie. Je moet telefonisch aanmelden en verschillende vragen beantwoorden door toetsen in te drukken op je telefoon, zoals je rijksregisternummer.

Het Gentse meldpunt moeilijke brieven is een nieuw initiatief dat het mogelijk maakt om een deel van dit signaal aan te kaarten[1].

[1] Werkgroep kwetsbare senioren GBO (2022) Meldpunt moeilijke brieven (https://www.eerstelijnszone.be/sites/default/files/meldpunt_moeilijke_brieven_-_stad_gent_0.pdf)

Trekker: Bjorn Martens
Opvolging:

Stad Gent heeft een meldpunt voor moeilijke brieven, formulieren en procedures: meer info en formulier

49

Lege en ongezonde brooddozen®

Veel kinderen krijgen geen of ongezond eten mee naar school of naar vrijetijdsaanbod. Dit komt doordat ongezonde voeding vaak goedkoper is, maar ook omdat ouders niet altijd weten wat gezond is. Kinderen hebben daardoor vaak onvoldoende voedingsstoffen binnen om goed te functioneren. Ze kunnen zich moeilijk concentreren, voelen zich niet goed in hun vel, …. Er zijn verschillende initiatieven op school die hierop inspelen (vb. project gezonde scholen, lekkers op school), maar die zijn niet op alle scholen actief.

63

Nood aan meer ondersteuning op school van leerlingen in een kwetsbare situatie met specifieke zorgbehoeften®

Er is meer begeleiding nodig op scholen om kinderen en gezinnen in een kwetsbare situatie te ondersteunen. Op school komen veel kwetsbaarheden naar boven, maar zijn er te weinig middelen en mensen om daar een antwoord op te bieden. Daardoor worden sociale ongelijkheden bestendigd.

Voorbeelden:

  • Steeds meer kinderen en jongeren met specifieke zorgbehoeften komen in het reguliere onderwijs terecht. Dit verhoogt de druk op scholen en schoolteams nog meer.
  • Vooral kinderen in een zeer kwetsbare situatie en met zwaardere zorgbehoeften komen terecht in het buitengewoon onderwijs. Daardoor vergroot de druk op het buitengewoon onderwijs.
  • Er is een grote druk op de onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers in het lager en secundair onderwijs door de grote instroom van leerlingen.
  • Jeugdwelzijnsorganisaties organiseren noodgedwongen studieondersteuning vanuit een grote vraag van ouders en kinderen.
Opvolging:

Onderwijscentrum Gent - onderwijs en e-inculise:

  • Digikriebels (in basisscholen met een brugfiguur): een reeks van vier lessen voor ouders en grootouders. De lessen vinden plaats op school en worden door een leerkracht van Ligo gegeven. De (groot)ouders van kleuters maken kennis met de schoolwebsite en de website van Digikriebels waarop educatieve spelletjes geordend staan per leerthema en per toestel (computer, Android- en IOS-tablet en smartphone). De (groot)ouders uit de lagere school maken kennis met de communicatietools van de school, welke verwachtingen er zijn op vlak van digitaal huiswerk en welke visie er heerst rond ICT-gebruik. Tijdens beide reeksen wordt er ook tijd genomen om in gesprek te gaan rond mediaopvoeding.
  • Digihulp aan huis (in secundaire scholen met brugfiguur): een digihelper gaat op huisbezoek bij gezinnen om hen te ondersteunen bij de digitale communicatie van de school. Het bezoek wordt steeds ingepland in functie van een specifieke, digitale communicatienood, bv. een digitaal oudercontact, opstarten met Smartschool,…
  • Signaalbrief naar minister Ben Weyts (signaal geven rond de noodzaak de Digisprong recurrenter te maken, zodat het geen eenmalige sprong in het ijle is)
  • Lerend netwerk ‘krachtig digitaal communiceren’ (basisonderwijs, secundair onderwijs en brugfiguren)
    • Creëren van een groter bewustzijn rond digitale inclusie.
    • Dieper ingaan op inclusieve communicatie.
    • Uitwisselen van ervaringen, tools en kennis over het belang van digitale toegankelijkheid.
    • Brengen de noden en kansen van de school en de ouders in kaart.
    • Gaan op zoek naar hoe iedereen mee aan boord te krijgen.
  • Losse vormingen rond digitale inclusie op vraag van pedagogische begeleiders

 

LOP basisonderwijs:

Zowel in het gewoon als het buitengewoon basisonderwijs wordt de druk op de capaciteit regelmatig gemonitord en werden al regelmatig capaciteitsverhogingen doorgevoerd. Signalen werden bezorgd aan schoolbesturen en minister van onderwijs. De minister besliste de laatste 2 jaren over nieuw aanbod van financieringsmogelijkheden waarop scholen konden intekenen onder bepaalde voorwaarden van capaciteitsverhoging.

Dit onderwerp komt regelmatig aan bod in het dagelijks bestuur van LOP Gent basisonderwijs.

De minister van onderwijs heeft onderzoek besteld rond de capaciteitsdruk in het buitengewoon onderwijs. Zie https://www.onderwijs.vlaanderen.be/nl/onderzoek/vlaams-en-internationaal-onderwijsonderzoek/onderwijskundig-beleids-en-praktijkgericht-wetenschappelijk-onderzoek-obpwo

De minister van Onderwijs besliste op 4 december 2023 om 2 projecten te betoelagen in het kader van het onderwijskundig beleid- en praktijkgericht onderzoek (OBPWO) voor 2023, ronde 2.

1.    “Analyse van mechanismen voor de toeleiding naar type 9 en de realisatie van kwaliteitsvol onderwijs op maat van leerlingen met oriëntering naar type 9

Promotor-coördinator: Sara Nijs (Katholieke Universiteit Leuven)

Promotoren: Elke Struyf (Universiteit Antwerpen) Ilse Noens (Katholieke Universiteit Leuven), Koen Aesaert (Katholieke Universiteit Leuven) en Hannah Boonen (UC Leuven vzw)

2.    “Analyse van mechanismen voor de toeleiding naar type 2 en de realisatie van kwaliteitsvol onderwijs op maat van leerlingen met oriëntering naar type 2

Promotor-coördinator: Sara Nijs (Katholieke Universiteit Leuven)

Promotoren: Elke Struyf (Universiteit Antwerpen), Bea Maes (Katholieke Universiteit Leuven) en Koen Aesaert (Katholieke Universiteit Leuven)

Meer informatie over de startdatum, inhoud en opzet volgt. 

 

ELP: eerstelijnspsychologen op school. Kader wordt momenteel uitgewerkt (koepels + RIZIV). Lokale vertaling en afsprakenkader worden momenteel opgesteld in overleg met de regiocoördinatoren (RADAR).

Sterk uitgebouwd overleg met de onderwijspartners in “trilateraal overleg” (= SOG Stedelijk Onderwijs Gent, inclusief PBD, samen met LSC Pilar of Leersteuncentrum Pilar en CLB): doel is om de ‘basiszorg’ in het onderwijs verder vorm te geven en te professionaliseren. Dit overleg wordt voorafgegaan en gevolgd door de werking van de ‘Cel Zorg’ (uitvoerend kader). We verwijzen hier ook naar het nieuwe Leersteundecreet met als doel de basiszorg in scholen te versterken. Hiervoor worden ook expliciet middelen voorzien in dit decreet (“uitbreiding van zorg”)

OKAN (onthaalklas): gedeelde bezorgdheden met het onderwijs:

  • 1 jaar OKAN is vaak te kort voor meerdere jongeren. De eis tot een mogelijk tweede jaar wordt onderschreven.
  • Wat ondersteuning door jeugdwelzijnsorganisaties betreft: we onderschrijven de hoge nood aan extra trajecten in het onderwijs, maar willen wel blijven waken over onze positie (draaischijffunctie) en rol (indicering, toewijzing trajecten en dus ook partners in scholen

64

Secundair onderwijs onbetaalbaar®

De kosten voor het secundair onderwijs lopen vaak op door de dure leerboeken en andere lesmaterialen, activiteiten, ... Voor mensen in een financieel kwetsbare positie is het secundair onderwijs vaak onbetaalbaar. Dit sluit kinderen en jongeren in een kwetsbare positie op veel vlakken uit. Ze blijven bijvoorbeeld weg van school omdat facturen onbetaald zijn, kunnen niet deelnemen aan buitenschoolse activiteiten, moeten noodgedwongen een ‘goedkopere’ richting volgen dan de richting die ze graag willen doen, … Sommige richtingen zijn extra duur omdat ze dure materialen vereisen (vb. kunst- technisch en beroeps-secundair onderwijs). Er zijn wel scholen die dit deels ondervangen, bijvoorbeeld door de mogelijkheid aan te bieden om materiaal te huren. Ook het OCMW kan voor actieve cliënten een tussenkomst voorzien via de toelage voor participatie en sociale activering (PASOA) en via armoedemiddelen 2023 - 2024. Maar dit is vaak niet voldoende en biedt niet voor alle gezinnen een oplossing.

In het secundair onderwijs is betaalbaarheid een groter probleem dan in het lager onderwijs omdat er in het lager onderwijs een maximumfactuur is. Maar veel hangt ook af van de sensitiviteit van scholen naar financiële toegankelijkheid toe. Bijvoorbeeld: geen dure buitenlandse reizen organiseren buiten de schooluren, rekening houden met materiaal dat nodig is voor (gratis) activiteiten (laarzen, stevige schoenen, rugzak, slaapzak, …).

Opvolging:

Onderwijscentrum Gent - aanbod armoede

Scholen kunnen via de website van Onderwijscentrum Gent intekenen op een uitgebreid en divers aanbod voor scholen rond armoede en kostenbewust onderwijs.

Onderwijscentrum Gent - onderwijs en e-inclusie: 

Sensibiliseren van zowel scholen als via pedagogische begeleiders om te werken aan een duidelijk en haalbaar laptopbeleid: wat bij schade, wie betaalt het toestel, mag het toestel mee naar huis ja/neen,…

Onderwijscentrum Gent - team Partnerschap school-gezin

  • zetten pro-actief in op het uitputten van de rechten van gezinnen in armoede. Tijdens de preventieve huisbezoeken in augustus wordt er bevraagd of de gezinnen over de boeken en het nodige materiaal beschikken. Indien nodig worden de mogelijkheden rond afbetalingsplannen bekeken of wordt er toegeleid naar het OCMW.
  • zetten in op het toeleiden van de leerlingen naar laagdrempelige, betaalbare buitenschoolse activiteiten. Indien de school instapt in een traject kostenbewustonderwijs ondersteunt de brugfiguur dit traject vanuit de bril van de ouders.

65

Sensibilisering rond aanwezigheid op school

Het is belangrijk dat kinderen voldoende aanwezig zijn op school. Niet alleen in functie van leerprocessen, maar ook omwille van de regelgeving en de gevolgen van afwezigheden.

Veel ouders in een kwetsbare positie zijn niet op de hoogte van de gevolgen van de afwezigheid van hun kind en komen daardoor nog meer in de problemen. Ze verliezen bijvoorbeeld het recht op schooltoeslag en de bijkomende kortingen die eraan vasthangen en/of het beslissingsrecht over of hun kind al dan niet mag overgaan naar het 1ste leerjaar.

  • Het gebruik van het codesysteem en de implicaties ervan zijn onduidelijk. De interpretatie en het gebruik van de codes verschilt ook van school tot school. Op sommige scholen krijg je al een B-code (onwettig afwezig) als je 5 minuten te laat bent, op andere scholen gaan ze er milder mee om en krijg je een L-code (te laat).

Het gebruik van de P-code[1] heeft een verschillende impact op het recht op schooltoeslag enerzijds en het beslissingsrecht over overgang naar het 1ste leerjaar anderzijds. Om recht te hebben op een schooltoeslag moet een kind van de derde kleuterklas minstens 290 halve dagen aanwezig zijn. Afwezigheden met een P-code worden hier meegerekend als aanwezige dagen. Om beslissingsrecht te hebben over of je kind naar het 1ste leerjaar kan overgaan of niet, moet je kind minstens 290 halve dagen aanwezig zijn. Hier wordt de P-code niet in rekening gebracht. De ouders van een kind dat tijdens de lesuren revalidatie volgt en voor de rest altijd komt, verliezen het beslissingsrecht.

[1] Afwezigheid om persoonlijke redenen. Dit wordt door de directie beslist. Hieronder valt bijvoorbeeld afwezigheden voor logopedie, revalidatie, …

Opvolging:

Psychologische dienst OCMW:

De psychologische dienst heeft een verhoogde waakzaamheid voor de aanwezigheid op school. Wanneer wij de problematiek zelf detecteren in lopende begeleidingen, of melding krijgen van spijbelproblematiek, doen wij een analyse van de situatie en een netwerkverkenning (wie is met wat reeds bezig). We verkennen de “oorzaken”, dynamieken van het spijbelgedrag. Op basis daarvan en eventuele gesprekken met ouder/kind schakelen we de best passende hulpverlening in voor ouder(s), gezin en/of jongere zelf.

 

Onderwijscentrum Gent - team Partnerschap school-gezin:

  • Brugfiguren zetten in op het informeren van ouders over het belang van onderwijs, het Belgische schoolsysteem en het daaraan gekoppelde codesysteem bij afwezigheden.
  • Daarnaast gaan ze in gesprek over de drempels die ouders ervaren om hun kind regelmatig naar school te sturen.

 

LOP basisonderwijs:

LOP-afspraak Gent basisonderwijs: alle scholen krijgen een mail na Kerst en Pasen om hen te wijzen op het belang van de kleuterparticipatierapporten die door AGODI worden overgemaakt aan de scholen. Hierop kunnen de scholen de aanwezigheden van hun kleuters opvolgen en een beleid organiseren ten aanzien van die kinderen waarvan ingeschat wordt dat ze niet aan de minimumnorm voldoende aanwezigheden zullen voldoen aan het einde van het schooljaar.

 

CLB

Dit is een expliciete opdracht van de CLB voor wat de leerplichtige leeftijd betreft: elke kind met minstens 5 B codes (of niet gewettigde afwezigheden) wordt besproken en opgevolgd.

Dit geldt NIET voor kleuters, maar er is wel een werkbare overdracht binnen iCLB (Stad Gent): gezinnen die precair blijken worden aangemeld bij het CLB zodat een snelle opvolging kan gebeuren. DIKO neemt zelf initiatieven in deze zin. Hier en daar wordt ook de brugfiguur ingeschakeld.

 

Werkgroep kleuterparticipatie LOP Basisonderwijs Gent 

  • Verschillende partners werken samen rond kleuterparticipatie en zetten in op toeleiden naar onderwijs (schoolkeuze & aanmelden bij kleuters), maar ook aandacht voor regelmatig naar school komt aan bod (bij partners wanneer ze werken met gezinnen).
  • We ontwikkelden ook een brief in verschillende talen, naar aanleiding van verlaging leerplicht voor 5-jarigen (omdat we vaststelden dat een grote groep 5-jarigen niet aan de 290 verplichte halve dagen komt)

 

Onderwijscentrum Gent 

  • In 2023 was er een bevraging van 6 basis- en 6 secundaire scholen over het inzetten op aanwezigheden en de uitdagingen waar ze mee geconfronteerd worden. Op basis van deze bevraging zetten we een aantal verbeteracties op in samenwerking met partners.

66

Onduidelijk aanbod studierichtingen secundair onderwijs®

Voor veel ouders en kinderen is het moeilijk om een studierichting te kiezen in de overgang van het lager naar het secundair onderwijs. Eerstelijnshulpverleners en medewerkers van scholen geven vaak raad, maar ook voor hen is het landschap onduidelijk. De hervorming van het secundair onderwijs zorgt voor extra onduidelijkheid.

Opvolging:

Onderwijscentrum Gent - team onderwijs-arbeidsmarkt:

  • Infodag onderwijsloopbaan ter ondersteuning van CLB medewerkers & andere onderwijsprofessionals
  • Project beroepen in beeld: inzet op oriëntering en horizonverruiming
  • Topunt & OCG: de puzzel ‘de grote stap’

 

Onderwijscentrum Gent - team partnerschap school gezin

Brugfiguren proberen scholen te stimuleren in het opzetten van een traject op maat in de overgang van leerlingen van basis naar secundair. Dit op maat van het kind, rekening houdend met talenten en wensen,  en samen met de ouders. Het traject kan kort of lang zijn, naargelang de noden. We werken hiervoor samen met partners zoals het OLB-team van Topunt en het Beroepenhuis.

Scholen organiseren samen met het CLB laagdrempelige infomomenten voor ouders in een kwetsbare situatie met leerlingen in de derde graad van het basisonderwijs.

Brugfiguren ondersteunen ouders bij deze overgang door:

  • Met de ouders mee te gaan op schoolbezoek
  • Het aanbod samen met de ouders overlopen om hen inzicht te geven in de mogelijkheden, al dan niet op huisbezoek
  • Samen met de ouders naar het beroepenhuis gaan
  • Ouders ondersteunen met meld je aan

 

Groeiteam:

In het Groeiteam kunnen ouders terecht voor ondersteuning in het kiezen van een studierichting. Ze krijgen er uitgebreid uitleg over het hervormde secundair onderwijs. Het Team OnderwijsLoopbaanBegeleiding  (OLB) van Topunt vzw begeleidt ouders en kinderen in hun keuzeproces. Daarnaast geven zij ook algemene infosessies voor ouders en hebben ze een kennisbad in het trainingsplan ifv gedeelde onthaalfunctie voor gezinnen.  

 

Team loopbaanbegeleiding binnen Topunt

Het team ‘loopbaanbegeleiding’ binnen Topunt (met medewerkers vanuit alle Gentse CLB’s) heeft als opdracht o.a. het verzorgen van informatiemomenten in de scholen en naar een breder ouderpubliek. Teamleden gaan ook op vraag van scholen (en/of specifieke afdelingen, richtingen of vestigingen) ter plaatse uitleg geven over de nieuwe onderwijsstructuur en de mogelijkheden.

67

Toegang hoger onderwijs te hoogdrempelig®

Het hoger onderwijs is onvoldoende toegankelijk voor mensen in een kwetsbare positie. Het voldoet niet aan de 5 b’s van toegankelijkheid (bereikbaarheid, beschikbaarheid, betaalbaarheid, begrijpbaarheid en bruikbaarheid). Drempels zijn onder andere de veelheid aan inschrijvingsprocedures en – voorwaarden, de kostprijs en de onderwijsongelijkheid in het leerplichtonderwijs en tijdsdruk vanuit de VDAB en soms ook vanuit het OCMW.

Voorbeeld inschrijvingsvoorwaarden:

  • Er is een hoog taalniveau vereist om in te schrijven in het hoger onderwijs. Om dit te behalen is een opleiding academisch Nederlands nodig. De beschikbare beurzen van de Vlaamse Gemeenschap en Stad Gent zijn ontoereikend om alle studenten te ondersteunen om het benodigde taalniveau voor hoger onderwijs te behalen.
    Daarnaast zijn er te weinig mogelijkheden om het studietraject te combineren met een taaltraject. Tijdens het studietraject is er bovendien onvoldoende taalondersteuning mogelijk.
  • De voorwaarden voor het volgende academiejaar worden laattijdig bekendgemaakt, waardoor studenten zich niet op tijd kunnen voorbereiden. Amal (vroeger IN-Gent), HoGent, Artevelde, UGent en UCT (Universitair Centrum voor Talenonderwijs) bereiden tijdens het Voortraject Hoger Onderwijs jaarlijks 20 à 25 studenten voor op hun traject hoger onderwijs. De nood is echter hoger. Meer studenten zouden gebaat zijn bij een voortraject met behoud van uitkering.

Voorbeeld inschrijvingsprocedure:

  • Bij de inschrijvingsvoorwaarden staat dat het reeds behaalde diploma gelegaliseerd moet zijn, maar info over legalisatie is niet te verkrijgen bij de school.
Opvolging:

De Krook:

De Stap huist in de krook en kan doorverwijzen of adviezen formuleren. Laagdrempelige toegang.

Topunt

Het team ‘loopbaanbegeleiding’ binnen Topunt (met medewerkers vanuit alle Gentse CLB’s) heeft als opdracht o.a. het verzorgen van informatiemomenten in de scholen en naar een breder ouderpubliek. Teamleden gaan ook op vraag van scholen (en/of specifieke afdelingen, richtingen of vestigingen) ter plaatse uitleg geven over de nieuwe onderwijsstructuur en de mogelijkheden.

Er wordt ook grondig uitleg gegeven (op vraag, maar ook voorzien/jaar) over het nieuwe onderwijssysteem, inclusief de hervormingen hoger onderwijs. Bij de info die wordt gegeven, wordt expliciet stilgestaan bij de toelatingsvoorwaarden en de kansen (o.b.v. cijfermateriaal). Met jongeren wordt dan in dialoog gegaan en zo goed mogelijk geantwoord op vragen die te maken hebben met slaagkansen.

In de meeste instellingen voor hoger onderwijs is ook ruime studiebegeleiding voorzien waardoor jongeren geholpen worden in hun traject (of de spreiding daarvan).

75

Nood aan een lijnpas voor de begeleiders van kinderen zonder wettig verblijf®

Kinderen zonder wettig verblijf tussen 6 en 15 jaar kunnen een gratis abonnement van De Lijn krijgen. Hun begeleiders (o.a. ouders) hebben meestal geen recht op een gratis lijnpas. Als de begeleider zelf ook in een kwetsbare positie zit, is die vaak niet in staat om te betalen voor het busvervoer. Voor kinderen zonder wettig verblijf die niet alleen kunnen reizen omdat ze vb. te jong zijn, blijft de drempel om het openbaar vervoer te nemen naar de school, zorgvoorziening of vrijetijdsactiviteit daardoor vaak hoog.

Het goedgekeurde actieplan vervoersarmoede[1] voorziet een lijnpas voor één van de ouders zonder wettig verblijf om hun kleine kinderen te begeleiden naar school. Ze betalen dezelfde prijs als mensen met een verhoogde tegemoetkoming (43 euro voor een abonnement). Dit vormt een deel van de oplossing.

[1] Dienstoverschrijdende werkgroep vervoersarmoede Stad Gent (2022) Actieplan vervoersarmoede 2021 – 2025 (https://stad.gent/sites/default/files/media/documents/20221020_NO_Actie…)

Trekker: Kris Helincks
Opvolging:

Vanaf 1 december 2023 kunnen mensen zonder wettig verblijf een voordelig lijnabonnement krijgen, als ze een kind hebben tussen 0 en 11 jaar én in Gent wonen. Met de maatregel wil de Stad de zorg- en onderwijskansen van jonge kinderen vergroten, kansen geven op een duurzame toekomstoriëntering en het risico op zwartrijden vermijden.

Voor wie?

  • Voor 1 ouder per gezin
  • De gebruiker zelf betaalt 46 euro voor het abonnement (dezelfde prijs als de bestaande sociale abonnementen van De Lijn).
  • Deze actie loopt voorlopig tot 30 november 2025.
  • De aanvraag van het abonnement gebeurt NIET door de ouder zelf, maar door ‘de aanvrager’, dat zijn de aangeduide instanties die in nauw contact staan met de doelgroep. Dat is:
    • 1) brugfiguur/schoolmedewerker van de school waar het 3-11 jarige kind van deze ouder school loopt,
    • 2) 1 van de 3 Gentse inloopteams waar de ouder van het 0-3 jarige kind naar doorverwezen wordt door Kind & Gezin. De inloopteams zijn: De Sloep i-mens vzw, Inloopteam Nieuw-Gent i-mens en Wiegwijs vzw.