Asiel en migratie

7

Gebrek aan taaltoegankelijke en cultuursensitieve hulpverlening®

Hulp- en zorgverlening zijn onvoldoende toegankelijk wegens culturele en/of talige drempels.

Omgaan met verschillende culturen en talen zou vanzelfsprekend moeten zijn in onze superdiverse samenleving. Dat is niet het geval. Het zit bijvoorbeeld niet standaard vervat in de opleiding van zorg- en hulpverleners. De meeste hulp- en zorgverleners slagen er niet in om cultuursensitieve zorg- of hulpverlening te bieden. Hulp- en zorgverleners kunnen wel een beroep doen op (sociale) tolken om de toegankelijkheid voor anderstaligen en mensen met een andere culturele achtergrond op sommige vlakken te vergroten. Ze botsen daarbij echter op verschillende drempels: het tekort aan tolken, de kostprijs en de bijkomende (administratieve) tijdsinvestering (zie signaal 76. Recht op tolken). Hulp- en zorgverleners zijn overbevraagd (zie signaal 6. Druk op de eerstelijn), waardoor ze weinig ruimte of motivatie hebben om extra inspanningen te leveren om taal- en cultuursensitief te werken.

Mensen met een migratieachtergrond hebben daardoor onvoldoende toegang tot het zorg- en welzijnsaanbod.

Dit probleem is het grootst in de residentiële geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en in de psychiatrie, omdat taal- en cultuuraspecten hier nog meer meespelen. Psychiatrische voorzieningen weigeren vaak patiënten op te nemen omdat ze geen gepaste dienstverlening kunnen bieden aan anderstaligen.

Voorbeelden:

  • Een vraag tot crisisopname in de psychiatrie wordt geweigerd omdat de patiënt onvoldoende Nederlands spreekt. De (groeps)therapie zou onmogelijk zijn door de taalbarrière.
  • Sommige specialisten weigeren om te werken met de intercultureel bemiddelaar uit het ziekenhuis waarin ze werken.
  • Een diëtist adviseert om bruine boterhammen te eten, terwijl de persoon in kwestie nooit boterhammen eet omdat dat vanuit haar migratieachtergrond niet de gewoonte is.

14

Wooncrisis®

De wooncrisis is een bekend signaal dat blijvend aandacht verdient. Er zijn amper betaalbare (huur)woningen beschikbaar op de privémarkt en er is een tekort aan sociale woningen.

Door het onevenwicht in vraag en aanbod op de privémarkt, wordt de discriminatie op de woningmarkt nog verder versterkt.

  • Verhuurders en immobiliënkantoren verhuren enkel aan de ‘sterkste’ profielen. Mensen met een vervangingsinkomen of leefloon, jongeren, alleenstaanden met beperkt inkomen, alleenstaande ouders, grote gezinnen en mensen met een migratieachtergrond worden gediscrimineerd.
  • Verhuurders/immobiliënkantoren vragen bijvoorbeeld aan kandidaat-huurders om een motivatiebrief op te maken om het huis te bezichtigen. Dit is verdoken discriminatie en zorgt voor uitsluiting van mensen in een kwetsbare positie (vb. nieuwkomers, mensen die laaggeletterd zijn).

 

Ook de sociale woningmarkt is ontoegankelijk:

  • De wachtlijsten blijven toenemen. Terzelfdertijd staan veel sociale woningen leeg omdat ze aan renovatie toe zijn.
  • De huurprijs van een sociale woning is berekend op de belastingaangifte van 3 jaar terug. Soms is het verschil in inkomen groot in vergelijking met 3 jaar terug. Bijvoorbeeld als mensen ondertussen gepensioneerd zijn, werkloos zijn, … Je kan een aanpassing aanvragen, maar alleen als je inkomen gedurende 3 maanden 20% lager is. Vaak duurt het ook even om de huurprijs aan te passen na een scheiding.
  • Sommige gezinnen staan al heel lang op de wachtlijst voor een sociale woning. Als ze dan uiteindelijk een woning aangeboden krijgen, moeten ze soms binnen de maand verhuizen om die woning niet te verliezen. Omdat ze voor hun eigen woning nog een vooropzeg van 3 maanden hebben, moeten ze 2 maanden dubbele huur betalen. Bovenop de kosten die verhuizen met zich meebrengt.
  • Sinds 1/1/2023 is de taalvoorwaarde A2 ingevoerd om in aanmerking te komen voor een sociale woning. Deze voorwaarde discrimineert anderstalige nieuwkomers.

 

Naast het tekort aan woningen is er ook een tekort aan begeleiding in de zoektocht naar een woning. De weinige initiatieven die hierrond bestaan botsen op het woningtekort, waardoor medewerkers en vrijwilligers gedemotiveerd raken.

Wonen is de sleutel tot een menswaardig bestaan. Het is noodzakelijk om verder in te zetten op het recht op wonen voor alle Gentenaren.

Zie ook eis 3, 17 en 19 in https://www.rechtopbetaalbaarwonengeenenkelmensopstraat.be/13-mei-2022/

Trekker: Debby Drubbel

23

Drempels naar vrije tijd

Er is te weinig vrijetijdsaanbod dat voldoet aan de 5 b’s (bereikbaarheid, beschikbaarheid, betaalbaarheid, begrijpbaarheid, bruikbaarheid). Mensen in een kwetsbare positie ervaren daardoor drempels naar vrijetijdsactiviteiten.

Voorbeelden:

  • Voor veel vrijetijdsactiviteiten moet je digitaal inschrijven en/of digitaal je aanwezigheid registreren. Mensen die geen toegang hebben tot internet of weinig digitaal vaardig zijn botsen op deze digitale drempel (zie ook signaal 1. Digitalisering).
  • Er zijn wachtlijsten in het aanbod voor onder andere voetbal, zwemlessen en in sommige jeugdbewegingen.
  • Er is een tekort aan fietslessen. Er is nood aan de uitvoering van het nieuwe actieplan vervoersarmoede[1] en de daarin voorziene uitbreiding van het aanbod aan fietslessen in Gent.
  • Nieuwkomers ervaren drempels naar vrije tijd. Zo vereist het graduele systeem van het sportaanbod dat mensen al bepaalde vaardigheden hebben om te kunnen instappen. Hoe ouder, hoe hoger de drempel.
  • De vrijetijdssector doet veel inspanningen i.v.m. talige toegankelijkheid. Bijvoorbeeld door heldere communicatie op de website en in promotie. Maar deze talige toegankelijkheid ontbreekt in de praktijk: inschrijvingsprocedures, uitleg tijdens de activiteit, ….
  • Mensen in een financieel kwetsbare positie hebben vaak geen mentale ruimte voor ‘vrije tijd’. Hun dagelijks leven wordt gedomineerd door kopzorgen, stress om financiële of medische redenen, ….
  • Mensen met een beperking hebben weinig vrijetijdsmogelijkheden. Organisaties geven aan dat ze inclusief zijn, maar in de praktijk heeft dat vaak limieten. Bijvoorbeeld door de fysieke toegankelijkheid van een gebouw, een beperkt aantal plaatsen voor mensen met een beperking, omdat het moeilijk is om de werking/omgeving aan te passen, …. 
  • De wijkbibliotheken vormen een belangrijke, laagdrempelige plek om ‘vrije tijd’ door te brengen. De openingsuren worden beperkt. 
  • Vrijetijdsactiviteiten zijn er vaak niet op het moment dat je er nood aan hebt. Bijvoorbeeld in het weekend.

 

Het bestaande toegankelijke vrijetijdsaanbod in Gent wordt vaak aangewend om mensen te versterken en een netwerk uit te bouwen. Bijvoorbeeld aanbod vanuit het jeugdwelzijnswerk, armoedeorganisaties, …. Dit toegankelijke aanbod moet verder uitgebreid worden. Veel sociaal culturele organisaties bieden activiteiten aan aan een verlaagd tarief voor mensen met een UITPAS met kansentarief. Voor steeds meer mensen in een kwetsbare positie is het verlaagde tarief echter nog steeds te hoog. Anderzijds geven ook organisaties met UITPAS aanbod aan dat ze hun aanbod aan kansentarief verminderen omdat het ook voor hen onbetaalbaar wordt.

Het beperkte aanbod aan toegankelijke vrijetijdsactiviteiten is bovendien erg veranderlijk en moeilijk terug te vinden.

  • Vb. Lago Rozebroeken:  nu slechts max. 2 zwembeurten per UiTPAS per jaar.

 

[1] Dienstoverschrijdende werkgroep vervoersarmoede Stad Gent (2022) Actieplan vervoersarmoede 2021 – 2025 (https://stad.gent/sites/default/files/media/documents/20221020_NO_Actie…)

Opvolging:

  • Er is een tekort aan fietslessen. Er is nood aan de uitvoering van het nieuwe actieplan vervoersarmoede[1] en de daarin voorziene uitbreiding van het aanbod aan fietslessen in Gent.

Bevoegde dienst = Mobiliteit. 
 

  • Mensen in een financieel kwetsbare positie hebben vaak geen mentale ruimte voor ‘vrije tijd’. Hun dagelijks leven wordt gedomineerd door kopzorgen, stress om financiële of medische redenen, ….
     

Departement niet bevoegd voor mentaal welzijn. 
 

  • De wijkbibliotheken vormen een belangrijke, laagdrempelige plek om ‘vrije tijd’ door te brengen. De openingsuren worden beperkt. 
     

De reorganisatie van de openingsuren sinds 1 juli 2023 is een recente beleidsbeslissing in een moeilijke budgettaire context. Het stadsbestuur heeft beslist om alle wijkfilialen blijvend open te houden. Daarvoor was weliswaar een reorganisatie nodig van de openingsuren. Minder in totaal, maar wel efficiënter georganiseerd op vaste openingsdagen en beter aansluitend op elkaar. Zo blijven de wijkbibliotheken heel nabij voor alle Gentenaars.

Er is te weinig vrijetijdsaanbod dat voldoet aan de 5 b’s (bereikbaarheid, beschikbaarheid, betaalbaarheid, begrijpbaarheid, bruikbaarheid). Mensen in een kwetsbare positie ervaren daardoor drempels naar vrijetijdsactiviteiten.

Voorbeelden:

  • Voor veel vrijetijdsactiviteiten moet je digitaal inschrijven en/of digitaal je aanwezigheid registreren. Mensen die geen toegang hebben tot internet of weinig digitaal vaardig zijn botsen op deze digitale drempel (zie ook signaal 1. Digitalisering).
  • Nieuwkomers ervaren drempels naar vrije tijd. Zo vereist het graduele systeem van het sportaanbod dat mensen al bepaalde vaardigheden hebben om te kunnen instappen. Hoe ouder, hoe hoger de drempel.
  • De vrijetijdssector doet veel inspanningen i.v.m. talige toegankelijkheid. Bijvoorbeeld door heldere communicatie op de website en in promotie. Maar deze talige toegankelijkheid ontbreekt in de praktijk: inschrijvingsprocedures, uitleg tijdens de activiteit, ….
  • Mensen in een financieel kwetsbare positie hebben vaak geen mentale ruimte voor ‘vrije tijd’. Hun dagelijks leven wordt gedomineerd door kopzorgen, stress om financiële of medische redenen, ….
  • Mensen met een beperking hebben weinig vrijetijdsmogelijkheden. Organisaties geven aan dat ze inclusief zijn, maar in de praktijk heeft dat vaak limieten. Bijvoorbeeld door de fysieke toegankelijkheid van een gebouw, een beperkt aantal plaatsen voor mensen met een beperking, omdat het moeilijk is om de werking/omgeving aan te passen, …. 
  • De wijkbibliotheken vormen een belangrijke, laagdrempelige plek om ‘vrije tijd’ door te brengen. De openingsuren worden beperkt. 
  • Vrijetijdsactiviteiten zijn er vaak niet op het moment dat je er nood aan hebt. Bijvoorbeeld in het weekend.

 

Het bestaande toegankelijke vrijetijdsaanbod in Gent wordt vaak aangewend om mensen te versterken en een netwerk uit te bouwen. Bijvoorbeeld aanbod vanuit het jeugdwelzijnswerk, armoedeorganisaties, …. Dit toegankelijke aanbod moet verder uitgebreid worden. Veel sociaal culturele organisaties bieden activiteiten aan aan een verlaagd tarief voor mensen met een UITPAS met kansentarief. Voor steeds meer mensen in een kwetsbare positie is het verlaagde tarief echter nog steeds te hoog. Anderzijds geven ook organisaties met UITPAS aanbod aan dat ze hun aanbod aan kansentarief verminderen omdat het ook voor hen onbetaalbaar wordt.

Het beperkte aanbod aan toegankelijke vrijetijdsactiviteiten is bovendien erg veranderlijk en moeilijk terug te vinden.

  • Vb. Lago Rozebroeken:  nu slechts max. 2 zwembeurten per UiTPAS per jaar.

 

Uitpas regio Gent is de grootste aanbieder van Vlaanderen, waarbij de gemeenten Melle, Destelbergen, Lochristi en Merelbeke aangesloten zijn.
Er zijn op het Gentse grondgebied 300 partners aangesloten bij Uitpas.
Er is een zeer grote diversiteit aan partners uit de vrije tijd-, sport- en cultuursector waarbij o.a. alle voetbalclubs en jeugdbewegingen aangesloten zijn.

Een volledig overzicht is te vinden hier of in een brochure in een verkooppunt van Uitpas.
Je vindt een overzicht per sector en per wijk.
Indien er beperkingen zijn, worden die vermeld bij de desbetreffende partner.
Op dit moment zijn dat 6 partners met een beperking op het aanbod.

De samenwerkingen met partners is gebaseerd op een duurzame, langetermijnvisie. In het 8-jarig bestaan van Uitpas zijn er slechts 7 partners gestopt met de samenwerking.
Deze samenstelling van partners is met inspraak van armoedeverenigingen gebeurd.

 

Enkele cijfers:

Voor 2023 (tot met augustus): 46.608 participaties door 12.419 unieke pashouders t.w.v. 594.137,6 euro. 

Voor 2022: 51.896 participaties door 11.706 unieke pashouders t.w.v. 574.553,68 euro. 

Uitpas is enkel een financiële tool om de financiële drempels van de vrijetijdsactiviteiten te verlagen.

Het is geenszins de taak en de bedoeling van het Uitpasteam of van de aangesloten partners om de complexe achterliggende problematieken van armoede aan te pakken (taal, toegankelijkheid, digitale vaardigheid, welzijn…)

De partners zijn organisaties die zelf keuzes maken wat betreft hun aanbod, periodiciteit, inschrijvingsprocedures, toegankelijkheid….
De overheid kan hen sensibiliseren en in contact brengen met ervaringsdeskundigen, maar geen normen opleggen aangezien de partners zelf financieel bijdragen aan een solidariteitsmechanisme.

Het Uitpasteam heeft hiervoor een vrijblijvende vorming georganiseerd waarbij een ervaringsdeskundige kwam getuigen over armoede en drempels.
15 organisaties hebben deelgenomen.
In de nieuwsbrieven naar de partners worden thema’s rond armoededrempels besproken.

In de Uitdatabank kunnen de partners hun activiteiten aanduiden met taaliconen.
De opgesomde initiatieven zijn steeds vrijblijvend en dus niet afdwingbaar voor de partners.
Uitpas is niet verantwoordelijk voor de aanpak en organisatie van de partners m.b.t. de armoededrempels.

Om het aanbod partners uit te breiden is er een bijkomend budget nodig waarover wij nu niet beschikken.

Daarom kunnen wij voorlopig geen nieuwe partners aansluiten.

De beperking tot twee zwembeurten bij Lago is door Lago zelf en alleen genomen. De partners kunnen dat vanzelfsprekend zelfstandig beslissen vermits zij zelf 40% meebetalen en het ook zelf financieel moeten aankunnen.

 

 

24

Procedures verzoek internationale bescherming duren te lang®

Een asielprocedure kan meerdere jaren duren. Tijdens de procedure zijn verzoekers internationale bescherming grotendeels uitgesloten van het maatschappelijk leven. Ze kunnen bijvoorbeeld geen inburgeringstraject meer volgen sinds de wijziging van het inburgeringsdecreet, en vinden moeilijk een woning of een job (o.a. omdat ze geen verblijfplaats hebben). Zolang ze niet zeker zijn of ze in België kunnen blijven, is het voor hen niet mogelijk en wenselijk om hier een leven op te bouwen.  Hun leven staat dus ‘on hold’.

Veel vragen rond verblijfstatuut en procedures (gezinshereniging, nieuwe asielaanvragen, …) komen terecht in de eerstelijn.

Trekker: Kristel Danel
Opvolging:

Langdurige asielprocedures zijn al jarenlang een hardnekkig probleem. Procedures bij de Dienst Vreemdelingenzaken, het Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen en de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen kunnen maanden of zelf jaren aanslepen. De oorzaken zijn divers; maar vooral de complexe regelgeving, de achterstand bij de behandeling van dossiers en de verschillende beroepsmogelijkheden hebben een grote impact. 

 

De rol van de lokale overheid is beperkt tot de woonstvaststellingen en het afleveren van een tijdelijke verblijfsdocument (de "oranje kaart"). We streven ernaar om binnen onze eigen werking de wachttermijn tot een minimum te beperken. Om de administratieve last voor de verzoekers om internationale bescherming te beperken is, mede op vraag van de Stad Gent, de geldigheidsduur van de tijdelijke verblijfsdocumenten in bepaalde gevallen alvast verlengt tot 8 maanden.

 

De lokale overheid heeft wel een belangrijke rol in het verstrekken van informatie aan verzoekers om internationale bescherming. Elke burger kan bij het Infopunt Migratie van de Dienst Burgerzaken terecht met alle vragen over verblijfsstatuten en asielprocedures. Het Infopunt Migratie verwijst actief door naar andere diensten bij vragen over taal, onderwijs, werk, wonen, … Sinds 1 juli 2023 is er in het Stadskantoor ook een uniek loket van Fedasil. Dankzij dit proefproject kan de burger op één laagdrempelige locatie terecht met als zijn vragen over asielprocedures.

25

Statuut tijdelijk ontheemden Oekraïense vluchtelingen

De Oekraïense vluchtelingen kregen het statuut tijdelijk ontheemden dat hen verschillende rechten geeft. Het statuut is al verlengd tot en met 4 maart 2024, maar kan zodra de Oekraïense context het toelaat worden ingetrokken. Dit statuut speelt hoe langer hoe meer in het nadeel van de Oekraïners. Het statuut gaat uit van een tijdelijk verblijf, terwijl veel mensen voor een lange periode in België blijven of zelfs niet zullen terugkeren. Er ontstaan problemen op verschillende vlakken:

  • Veel Oekraïense gezinnen konden terecht bij een Gents gastgezin. De vooropgestelde periode van drie maanden is ondertussen overschreden. Zowel de Oekraïense gezinnen als de gastgezinnen zelf botsen op hun limieten. Oekraïense gezinnen gaan op zoek naar een andere woning. Ze komen niet in aanmerking voor een sociale woning, wel voor collectieve opvang en op de private huurmarkt. Het OCMW biedt financiële ondersteuning om te huren op de private huurmarkt. Die is al overbevraagd (zie signaal 14. Wooncrisis). Voor Oekraïners is het extra moeilijk om een woning te vinden door de onduidelijkheid over de duur van het speciaal statuut in combinatie met de 3-6-9 contracten. Het nooddorp voor Oekraïense vluchtelingen zal pas eind april 2023 openen voor een beperkt aantal Oekraïners.
  • Ondanks het feit dat veel Oekraïners Engels spreken of een basiskennis Nederlands hebben dankzij lessen, ervaart men drempels en discriminatie om werk te vinden.
  • Scholen kregen extra middelen om de Oekraïense kinderen te ondersteunen. De middelen vallen weg, maar de nood aan ondersteuning blijft.
  • Naast de praktische moeilijkheden zorgt het tijdelijk statuut ook voor onzekerheid, emotionele uitputting, angst, zorgen voor familieleden in Oekraïne, onzekerheid en depressie. Het zet een rem op integratie.
  • Vluchtelingen met een andere migratieachtergrond voelen het aparte statuut voor Oekraïense vluchtelingen aan als een voorkeursbehandeling.
Opvolging:

  • We hebben geen signalen dat de doelgroep niet zou willen terugkeren (op enkele individuele cases na). Algemeen geeft de doelgroep nog steeds aan te willen terugkeren eens de oorlog achter de rug.
  • Vlaanderen besliste een afwijkend huurregime specifiek voor het verhuren van woningen aan deze doelgroep. Huisvesting | Vlaanderen.be
  • Het nooddorp vervult op dit moment de noden en buffert de sluiting van zowel collectieve opvangstructuren als # plekvrij gastgezinnen waar opvang eindigt.  Uit een recente bevraging blijkt bovendien dat de meeste gezinnen binnen het #plekvrij aanbod bereid zijn verder opvang te voorzien. Uitbreiding van het nooddorp is voorzien. Dakloosheid komt nauwelijks voor bij Oekraïense onderdanen.
  • Oekraïners spreken weinig tot geen Engels (men is namelijk eerder oostelijk georiënteerd), taalwerving verloopt echter perfect op schema, 89% van de doelgroep volgt taallessen en haalt ondertussen 1.2 taalniveau. Drempels zitten eerder in onbekend zijn met onze arbeidsmarkt (interimarbeid  is voorbeeld onbekend voor Oekraïners), bijkomend stellen we vast dat een gepast arbeidsaanbod nog ontbreekt. Vanaf september 2023 krijgt VDAB versterking om op maat een aanbod te doen naar deze doelgroep.
  • Het klopt dat de bijkomende financiering voor scholen ondertussen afgebouwd worden ook die van andere organisaties - zoals OCMW - worden vanaf najaar 2023 beperkt. We blijven bepleiten bij de hogere overheden om extra middelen te voorzien.
  • Het regulier aanbod psychosociale zorg is toegankelijk voor deze doelgroep, we krijgen geen signalen dat dit ontoereikend zou zijn.
  • Het gaat om een bijzonder statuut voor een bijzondere situatie, het zorgt voor ontlasting van het reeds zeer zwaar belast systeem  (zowel verblijfsrechtelijke als opvang). De voorziene rechten zijn ook toegankelijk voor andere statuten, klopt wel dat in aanvang om de toestroom op te vangen aparte afspraken en mogelijkheden werden gecreëerd om de ook zwaar belaste sociale voorzieningen enigszins te ontzien en de impact op de dienstverlening aan anderen niet in het gedrang te laten komen. We richtten hiervoor ook een cel op de Campus op welke afgebouwd werd, Oekraïners zijn (behoudens collectieve opvang, #plekvrij en nooddorp) sinds oktober overgedragen aan de welzijnsbureaus (is reguliere werking).
  •  Wij betreuren evenzeer dat een aantal good practices niet tot een aanpassing geleid heeft voor andere kwetsbare doelgroepen, we blijven dit bepleiten, maar ook voor Oekraïners vielen de voorkeursbehandeling (ziekenfonds, groeipakket) ondertussen weg.

26

Instroom van kwetsbare profielen

Nieuwkomers in onze stad komen vaak met een complexe kwetsbaarheid aan. Bij een grote groep van (oudere) Intra-Europese nieuwkomers stellen eerstelijnsmedewerkers vast dat een gebrekkig netwerk, gezondheidsproblemen, laaggeletterdheid en gebrek aan contacttaal hen op verschillende levensdomeinen erg kwetsbaar maken. Velen onder hen dragen een zware rugzak mee vanuit hun land van herkomst en hebben ernstige gezondheidsproblemen. Ze hebben vaak een ongezonde levensstijl en geen of een gebrekkig netwerk, waardoor hun situatie verder verslechtert. Dit komt vooral tot uiting bij oudere (Intra-Europese) migranten. Velen onder hen komen in precaire leef- en arbeidsomstandigheden terecht: ze werken als schijnzelfstandigen, worden uitgebuit door hun werkgever en/of zijn er afhankelijk van en zijn slachtoffer van huisjesmelkers. Ze kunnen niet rekenen op een netwerk dat vertrouwd is met de Belgische context en kennen het sociale stelsel hier niet, waardoor ze de juiste weg naar ondersteuning moeilijk vinden. De hulpverlening vindt moeilijk ingang bij deze doelgroep. Maar ook omgekeerd en om verschillende redenen. Bijvoorbeeld de EU-wetgeving die de toegang tot het OCMW bemoeilijkt.

Trekker: Maaike Buyst

27

Zorg aan vluchtelingen en mensen met medische kaart

Zorgverleners die zorg verlenen aan vluchtelingen ontvangen daarvoor een prestatievergoeding via Fedasil. Voor zorg aan mensen met een medische kaart loopt de prestatievergoeding via het OCMW. De administratieve procedure die ze daartoe moeten doorlopen is erg tijdrovend. Zeker voor een individuele zelfstandige zorgverstrekker is het moeilijk om deze administratie op te nemen bovenop de grote werklast. Een bijkomend probleem is dat veel zorgverleners de juiste procedures niet kennen. Daardoor maken ze fouten in het nadeel van de patiënt. Bv. Mensen met een medische kaart krijgen soms een voorschrift zonder de noodzakelijke vermelding dringende medische hulp, waardoor ze de medicatie niet meekrijgen in de apotheek.  De uitbetaling door Fedasil voor medische zorgen aan vluchtelingen loopt bovendien zeer traag (bij de Medische Kaart loopt de betaling in Gent wel goed). In sommige gevallen pas meer dan een half jaar na facturatie. Dit brengt zorgverleners die veel vluchtelingen als patiënt hebben in financiële moeilijkheden. Zorgverleners willen daardoor soms geen zorg verlenen aan deze doelgroep.

  • Vb. Verschillende apothekers weigeren medicatie mee te geven aan vluchtelingen omdat de betaling door Fedasil heel lang op zich laat wachten. Ook wanneer de medicijnen goedgekeurd zijn door de medische cel van Fedasil.
Trekker: Wim De Moor
Opvolging:

Federaal initiatief staatssecretaris De Moor :  de ministerraad keurt op voorstel van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor een voorontwerp van wet en een ontwerp van koninklijk besluit goed die de administratieve procedures gelinkt aan de toegang tot de gezondheidszorg voor verzoekers om internationale bescherming vereenvoudigen.

Het doel is om de consultatie-, facturatie-, prijsstellings- en terugbetalingsprocessen voor zorgverleners te digitaliseren. Hiervoor heeft Fedasil een samenwerkingsovereenkomst ondertekend met de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV) om een deel van haar bevoegdheden, en in opdracht van Fedasil aan deze laatste te delegeren.

Hierdoor kunnen de zorgverstrekkers via de elektronische raadpleging van de rechten van de verzoekers om internationale bescherming gekoppeld aan een betalingsverplichting efficiënter zorg toedienen, en eenvoudig elektronische facturen opmaken en verzenden naar één contactpunt, namelijk de HZIV.

Er is een regelgevend kader vastgelegd voor de samenwerking tussen Fedasil en de HZIV. Dit omvat een wet tot wijziging van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën vreemdelingen, en een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de controle en de betaling van medische en farmaceutische kosten in het kader van artikel 26bis van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën vreemdelingen.

De inwerkingtreding van deze gewijzigde wettekst en koninklijk besluit is een voorwaarde voor de uitvoering van het project, met name voor de beraadslagingen van het Informatiebeveiligingscomité. 

Het voorontwerp van wet wordt ter advies voorgelegd aan de Gegevensbeschermingsautoriteit en de Raad van State.

Het ontwerp van koninklijk besluit wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.

28

Gezinshereniging zonder omkadering of begeleiding kan leiden tot mensonwaardige situaties

Om een gezinshereniging goed te laten verlopen zijn een aantal randvoorwaarden nodig.

Zo moet de woning groot genoeg zijn om de bijkomende gezinsleden te huisvesten. Dit is dikwijls niet het geval, waardoor gezinnen op straat belanden of met te veel in één woning leven.

  • Vb. Niet begeleide minderjarigen moeten zelf gezinshereniging aanvragen. Op het moment dat ze 18 worden en de opvang moeten verlaten, moeten ze zelf een woning zoeken. Ofwel is dat een studio, maar dat is te klein voor gezinshereniging. Ofwel een grotere woning, maar dat is te duur en heel moeilijk te vinden (zie ook signalen 17. Wooncrisis en 16. Gevolgen van de wooncrisis). Als ze een installatiepremie krijgen voor de studio, kunnen ze die niet meer aanvragen voor de grotere woning na gezinshereniging.

 

Wie het opvanginitiatief moet verlaten, krijgt wel ondersteuning bij de zoektocht naar een woning (Huursalon SOI). Ondanks deze ondersteuning blijft het echter zeer moeilijk om een woning te vinden.

Naast het woonaspect is een goede (psychologische) begeleiding vaak aangewezen bij gezinshereniging. Bijvoorbeeld na een traumatische vluchtroute of bij hereniging met (traditionele) ouders na een lange periode van scheiding. Psychologische begeleiding van (een van) de gezinsleden afzonderlijk kan wel (vb. Mindspring CAW, via het OCMW, CGG Adentro). Psychiatrische hulp is dan weer onmogelijk door het gebrek aan cultuursensitiviteit (zie ook signaal 7. Gebrek aan taaltoegankelijke en cultuursensitieve hulpverlening). Er is bovendien geen mogelijkheid tot intensieve gezinsbegeleiding om gezinnen in dit moeilijke proces te ondersteunen.

Gebrek aan deze randvoorwaarden zorgt voor mensonwaardige situaties.

Trekker: Kristel Danel
Opvolging:

Er werd een nieuw project opgestart: niet begeleid, wel ondersteund. Dit is een samenwerking tussen Stad Gent (asiel en vluchtelingen, Ankerkracht) en CAW Mind-Spring. Er worden specifieke groepen mind-spring georganiseerd voor jongeren die gezinshereniging hebben aangevraagd, alsook voor hun ouders. Transithuis organiseert infosessies over gezinshereniging in verschillende talen. 

29

Onvoldoende procedurele ondersteuning voor verzoekers internationale bescherming en mensen zonder wettig verblijf

Verzoekers internationale bescherming en mensen zonder wettig verblijf botsen op drempels naar (goede) rechtsbijstand.

Verzoekers internationale bescherming hebben recht op een advocaat tijdens hun asielprocedure. Ze zijn erg afhankelijk van rechtsbijstand, want die kan een grote invloed uitoefenen op de procedure en de beslissing of ze al dan niet asiel krijgen. Vaak is de kwaliteit van rechtsbijstand voor deze groep echter onvoldoende. Dat heeft een aantal oorzaken:

  • Er zijn te weinig advocaten die voldoende kennis hebben van het verblijfsrecht.
  • Advocaten zijn duur. De meeste verzoekers internationale bescherming doen beroep op een pro-deo advocaat. Ofwel vraagt men een pro deo -advocaat aan bij het Bureau Juridische Bijstand (BJB), ofwel zoekt men een advocaat uit het reguliere circuit die bereid is om pro deo te werken. Sinds de wijziging van de nomenclatuur voor Pro-Deoadvocaten in 2016[1] is het aantal punten voor asielprocedures verminderd, waardoor advocaten minder gemotiveerd zijn om dit op te nemen. Het aanbod advocaten is dus beperkt.
  • Het probleem rond tolken (zie signaal 76. Recht tolken) stelt zich ook in de rechtsbijstand aan verzoekers internationale bescherming. Er kan een tolk aangevraagd worden via rechtsbijstand, maar dit verloopt niet vlot.
  • In sommige gevallen krijgen verzoekers internationale bescherming pas toegang tot rechtsbijstand als ze via een attest van het OCMW, de RVA en de mutualiteit kunnen bewijzen dat ze geen steun ontvangen. Als deze diensten geen attesten meer wensen af te leveren dan komt de toegang tot de rechtsbijstand in gevaar.
  • Sommige advocaten maken misbruik van de situatie van verzoekers internationale bescherming en verrijken zichzelf door onder tafel geld te ontvangen.

Verzoekers internationale bescherming komen dikwijls terecht bij een advocaat die hen onvoldoende rechtsbijstand kan verlenen en worden daardoor benadeeld in hun procedure verzoek internationale bescherming.

Mensen zonder wettig verblijf kunnen vaak geen rechtsbijstand krijgen doordat ze niet de juiste documenten kunnen voorleggen omwille van hun statuut.

  • Je moet een attest gezinssamenstelling voorleggen om toegang te hebben tot rechtsbijstand. Dat is niet mogelijk voor mensen zonder wettig verblijf omdat ze niet ingeschreven zijn bij een gemeente.
  • Mensen zonder wettig verblijf kunnen enkel beroep doen op gratis tweedelijnsrechtsbijstand bij het verzoek tot internationale bescherming en bij het indienen van een regularisatie aanvraag of het indienen van een beroep tegen een beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken.

Mensen in de meest kwetsbare positie hebben hierdoor geen toegang tot (kwalitatieve) rechtsbijstand. Daardoor komen veel vragen hierover in de eerstelijn terecht. Maar ook daar is er te weinig basiskennis van het vreemdelingenrecht. Dat zorgt ervoor dat statuten (die bepaalde rechten ont- of afsluiten) vaak door elkaar gehaald worden.

[1] Agentschap integratie en inburgering (2023) Vanaf 1 september 2016: Wijzigingen nomenclatuur voor pro-deo advocaten (https://www.agii.be/thema/vreemdelingenrecht-internationaal-privaatrech…)

Opvolging:

Hier het antwoord/de terugkoppeling van het Bureau voor Juridische Bijstand (= de instantie die zorgt voor bijstand door een pro-Deoadvocaat). 

  1. Klopt het dat slechts in ongeveer 1/3de van het totaal aantal aanvragen bij het BJB er een pro-Deoadvocaat aangesteld wordt? Er zullen hiervoor ongetwijfeld verschillende redenen zijn (te hoog inkomen, onvoldoende bewijsstukken, samenwoonst waardoor gezamenlijk inkomen te hoog is, …). Kunnen we als OCMW en lokaal bestuur helpen om het aantal gegronde aanvragen te verhogen en/of het aantal ongegronde aanvragen te verminderen?

Dit is o.i. niet correct, al hebben wij geen exacte cijfergegevens ter onzer beschikking.

Sinds 01/01/2023 zijn er 6.022 dossiers goedgekeurd, slechts 116 officieel afgewezen en 864 op bijkomende info gezet (dat is zo’n 12,5 %).

Er zullen waarschijnlijk ook aanvragen zijn die mondeling behandeld zullen geweest zijn en voorlopig niet aanvaard wegens onvoldoende of onvolledige stukken. Dit zal evenwel niet tot 1/3 van onze totale dossiers leiden.

Ter info: op heden staan er 31.428 dossiers open.

De dossiers die onvolledig zijn, daarbij blijft het grootste probleem dat de aanvragers niet alle documenten meebrengen naar de BJB zitting en het zich op de moeite steken om terug te komen etc. OCMW’s mogen reeds aanvragen per e-mail indienen.

Wij proberen zo duidelijk mogelijk te communiceren welke stukken iemand in zijn situatie nodig heeft.

Bewijzen dat er geen inkomsten zijn, is administratief altijd het moeilijkste.

  1. We kregen in ons OCMW en in ons departement het signaal dat er onvoldoende juridische bijstand is voor vreemdelingen/verzoekers internationale bescherming/mensen zonder wettig verblijf en dat er verschillende knelpunten zijn:
     
  • Er zouden te weinig advocaten zijn die gespecialiseerd zijn in vreemdelingenrecht/verblijfsrecht?

In Gent zijn er een beperkt aantal advocaten die vreemdelingenrecht doen, maar wij ervaren geen problemen met die groep of een tekort is ons nooit eerder gemeld.

  • De meeste verzoekers internationale bescherming doen beroep op een pro-Deoadvocaat. Klopt het dat de vergoeding voor dergelijke procedures niet hoog genoeg is waardoor er ook minder interesse hiervoor is bij de advocaten?

Dit is niet correct. De vergoeding voor dergelijke procedures is correct. De eventuele verplaatsingen naar andere arrondissementen (bijv. Brussel) kan wel al eens een struikelblok zijn omdat dit veel tijdverlies geeft en dat wordt niet vergoed.

  • Het werken via tolken zou niet evident zijn?

Is vanuit het BJB wel goed geregeld, maar het is vooral voor de tolken een bijkomende administratieve last waardoor zij afhaken, maar hun vergoeding verloopt niet via ons. Wij stempelen alleen maar af.

  • Op het aanvraagformulier ontbreekt de mogelijkheid om aan te kruisen dat men zonder wettig verblijf is. Mensen zonder wettig verblijf kunnen ook bepaalde documenten niet voorleggen (zoals een attest gezinssamenstelling). Ook attesten dat er geen inkomen is, kunnen vaak niet voorgelegd worden. Zijn er hier oplossingen voor? Er zou ook een misverstand bestaan dat een “medische kaart” van het OCMW impliceert dat betrokkene een maandelijks inkomen van het OCMW krijgt terwijl het enkel gaat over dringende medische hulp.

Het aanvraagformulier is op Vlaams niveau opgesteld. Wij kunnen dit als lokaal BJB niet wijzigen. Wel aanvaarden wij gewoon bewijs van DMS/code no show (aanstelling maatschappelijke bijstand) indien geen DMS of bijstand, volstaan de negatieve attesten en het bevel of bewijs ambtshalve schrapping.

  • Gebeurt het dat sommige pro-Deoadvocaten toch kosten en erelonen zouden vragen aan verzoekers internationale bescherming?

Als je als vreemdeling hier bij familie gaat inwonen, kan het zijn dat je niet in aanmerking komt voor de juridische tweedelijnsbijstand (indien men geen vermoeden geniet) en dan kan de advocaat betaling vragen van zijn prestaties. Soms wil men per se ook een bepaalde advocaat maar treedt die niet pro Deo op en dan kan het zijn dat afgesproken wordt dat niet pro Deo zal gewerkt wordt. Men doet dan als het ware afstand van zijn recht op een pro Deo advocaat.

Wij zijn hierover als Gents BJB nooit bevraagd, ook al omdat vreemdelingendossiers in vergelijking met andere BJB’s maar een klein deel van ons totaal aantal dossiers bedraagt (4.901 op 31.428 of zo’n 15,60 %).

33

Eenzaamheid®

Mensen in een maatschappelijk kwetsbare positie kunnen vaak niet volwaardig deelnemen aan het maatschappelijk leven door verschillende drempels. Daardoor missen ze kansen op (nieuwe) sociale contacten en verzeilen vaker in sociale eenzaamheid en/of sociaal isolement.

Voorbeelden:

  • Mensen die digitaal laaggeletterd zijn of geen toegang hebben tot de digitale wereld (zie ook signaal 1. Digitalisering) ervaren verschillende drempels naar het sociaal leven. Ze kunnen bijvoorbeeld moeilijk in verbinding staan met anderen, zijn niet op de hoogte van activiteiten in de wijk, kunnen zich niet online inschrijven of online betalen, ...
  • Mensen in sociale huisvesting zijn vaak extra kwetsbaar voor eenzaamheid. Samenhuizen kan helpen om de eenzaamheid te doorbreken. In sociale huisvesting is samenhuizen onmogelijk door de financiële gevolgen van samenwonen bij mensen met een vervangingsinkomen (Cfr. Signaal 21. Inkomensverlies door samenhuizen) en een lange wachttijd bij de aanvraag van een aangepaste, grotere woning. Er is ook geen begeleiding om het samenwonen goed te laten verlopen. Als mensen moeten verhuizen naar een andere sociale woning komen ze soms in een andere wijk terecht. Op die manier verliezen ze een groot stuk van hun sociale netwerk. Daardoor zijn ze extra kwetsbaar om in eenzaamheid terecht te komen.
  • Oudere nieuwkomers hebben vaak meer moeite om de taal te leren, zijn minder mobiel, ... De ‘verloren’ band met het moederland weegt vaak ook zwaar. Daardoor zijn ze extra kwetsbaar om in eenzaamheid terecht te komen.
  • Jonge nieuwkomers kunnen dankzij sociale media contact houden met vrienden en familie uit hun land van herkomst. Soms staat de blijvende focus op hun herkomstland via sociale media deelname aan het sociaal leven in België in de weg, waardoor ze hier meer en meer vereenzamen.
  • Mensen in armoede hebben onvoldoende financiële middelen om tijd en geld te spenderen aan vrijetijdsactiviteiten (zie ook signaal 23. Drempels naar vrije tijd) en blijven noodgedwongen thuis. Daardoor kunnen ze geen sociaal netwerk opbouwen en geraken ze in eenzaamheid.

Naast bovenstaande voorbeelden zijn er nog meer doelgroepen kwetsbaar voor eenzaamheid. Een groot deel van de mensen die zich eenzaam voelen ervaart drempels om de eenzaamheid te doorbreken. Ze durven ‘de eerste stap’ naar bestaande sociale of vrijetijds initiatieven niet zetten uit angst voor het onbekende of uit angst voor een negatieve ervaring. Een warm onthaal en warme doorverwijzing bij sociale organisaties spelen hier een belangrijke rol. Vaak is een brugfiguur of buddy die mensen letterlijk meeneemt naar het aanbod en samen die eerste stap zet een belangrijke hulp.

39

Onnauwkeurigheden aangiften dienst burgerzaken

Zowel bij inschrijvingen in het vreemdelingenregister als bij geboorteaangiften worden regelmatig administratieve fouten gemaakt. Het gaat over foutief geschreven namen en verkeerde geboortedata. Dat komt vooral voor als de burger geen officiële documenten bij zich heeft, door een foutieve vertaling, door omzetting uit een ander alfabet (vb. van Cyrillisch of Arabisch) of doordat de persoon geen of onvoldoende Nederlands spreekt en/of ongeletterd is.

De fouten zorgen voor veel administratieve rompslomp, en zorgen er zelfs voor dat sommige documenten ongeldig zijn. Dat kan ernstige gevolgen hebben.

Voorbeeld:

  • Gezin afkomstig uit Afghanistan bestaande uit 2 ouders en 4 kinderen. Hun familienaam werd op 3 verschillende manieren ingeschreven. De namen van de verschillende gezinsleden staan nochtans op hetzelfde blad.
  • Een vrouwelijke verzoeker internationale bescherming is zwanger van een Belgische man. Het kind wordt geboren en de geboorteakte vermeldt haar naam. Na een korte periode trouwt ze met de Belgische man; en kiest ze er zelf voor om de naam van haar man aan te nemen. Ze heeft echter de procedure voor verblijf opgestart op haar eigen meisjesnaam, en diezelfde naam is ook terug te vinden op de geboorteakte. Achteraf pas nam ze de naam aan van haar man, en die staat in de huwelijksakte. Omdat ze als verzoeker internationale bescherming geen contact mag hebben met het land van herkomst, moet ze nu via de rechtbank een verbeteringsvonnis aanvragen. Dan pas kan haar kind erkend worden als Belgisch kind.

Een tolk of rechtstreeks contact tussen een eerstelijnsprofessional en de dienst burgerzaken kan dit soms verhelpen.

Opvolging:

De Dienst Burgerzaken schrijft burgers in de bevolkingsregisters in op basis van officiële documenten en informatie die is opgenomen in het rijksregister. Als er later vertaal- of omzettingsfouten worden vastgesteld, of er om een andere reden rechtzettingen nodig zijn, dan is daar vaak opnieuw een akte uit het herkomstland voor nodig. De Dienst Vreemdelingenzaken moet ook zijn fiat geven voor die wijzigingen.

Bij de registratie van namen stelt zich het probleem dat de vreemdelingenwetgeving en regelgeving burgerlijke stand andere brondocumenten hanteren (bijvoorbeeld paspoort versus geboorteakte). Een geplande reparatiewet van de federale overheid zou hier de komende jaren verbetering in moeten brengen.

De voertaal aan de loketten van de Dienst Burgerzaken is het Nederlands, maar taal mag geen barrière zijn voor een kwaliteitsvolle dienstverlening. De loketmedewerkers volgens opleidingen Engels en Frans. Waar nodig kunnen burgers ook in de meeste gangbare talen geholpen worden.

Uiteraard is ook niet iedereen even taalvaardig. Daarom gaan we aan de slag met pictogrammen in onze werking. Als dit nodig is zetten wij, in samenwerking met de Dienst Welzijn en Gelijke kansen, in op tolken. We bekijken ook flexibelere mogelijkheden zoals telefoon- en videotolken.

41

Meer mensen in een precaire woonsituatie®

Het aantal mensen in een precaire woonsituatie neemt toe. Het gaat bijvoorbeeld over mensen in kraakpanden of illegale kampementen. Er worden ook meer autoslapers vastgesteld.

De stijging komt door een aantal factoren, zoals de wooncrisis (zie signaal 14. Wooncrisis), de toegankelijkheid van de nachtopvang (zie signaal 43. Toegang tot nachtopvang) en het tekort aan legale opties voor mobiel wonen. Er is bovendien een tekort aan opvang voor nieuwkomers, waardoor deze groep ook vaker in een precaire woonsituatie terechtkomt.

Veldwerkers verwachten dat het aantal mensen in een precaire woonsituatie nog verder zal toenemen, bijvoorbeeld na afloop van het project postmobiel wonen op de Lübecksite.

67

Toegang hoger onderwijs te hoogdrempelig®

Het hoger onderwijs is onvoldoende toegankelijk voor mensen in een kwetsbare positie. Het voldoet niet aan de 5 b’s van toegankelijkheid (bereikbaarheid, beschikbaarheid, betaalbaarheid, begrijpbaarheid en bruikbaarheid). Drempels zijn onder andere de veelheid aan inschrijvingsprocedures en – voorwaarden, de kostprijs en de onderwijsongelijkheid in het leerplichtonderwijs en tijdsdruk vanuit de VDAB en soms ook vanuit het OCMW.

Voorbeeld inschrijvingsvoorwaarden:

  • Er is een hoog taalniveau vereist om in te schrijven in het hoger onderwijs. Om dit te behalen is een opleiding academisch Nederlands nodig. De beschikbare beurzen van de Vlaamse Gemeenschap en Stad Gent zijn ontoereikend om alle studenten te ondersteunen om het benodigde taalniveau voor hoger onderwijs te behalen.
    Daarnaast zijn er te weinig mogelijkheden om het studietraject te combineren met een taaltraject. Tijdens het studietraject is er bovendien onvoldoende taalondersteuning mogelijk.
  • De voorwaarden voor het volgende academiejaar worden laattijdig bekendgemaakt, waardoor studenten zich niet op tijd kunnen voorbereiden. Amal (vroeger IN-Gent), HoGent, Artevelde, UGent en UCT (Universitair Centrum voor Talenonderwijs) bereiden tijdens het Voortraject Hoger Onderwijs jaarlijks 20 à 25 studenten voor op hun traject hoger onderwijs. De nood is echter hoger. Meer studenten zouden gebaat zijn bij een voortraject met behoud van uitkering.

Voorbeeld inschrijvingsprocedure:

  • Bij de inschrijvingsvoorwaarden staat dat het reeds behaalde diploma gelegaliseerd moet zijn, maar info over legalisatie is niet te verkrijgen bij de school.
Opvolging:

De Krook:

De Stap huist in de krook en kan doorverwijzen of adviezen formuleren. Laagdrempelige toegang.

Topunt

Het team ‘loopbaanbegeleiding’ binnen Topunt (met medewerkers vanuit alle Gentse CLB’s) heeft als opdracht o.a. het verzorgen van informatiemomenten in de scholen en naar een breder ouderpubliek. Teamleden gaan ook op vraag van scholen (en/of specifieke afdelingen, richtingen of vestigingen) ter plaatse uitleg geven over de nieuwe onderwijsstructuur en de mogelijkheden.

Er wordt ook grondig uitleg gegeven (op vraag, maar ook voorzien/jaar) over het nieuwe onderwijssysteem, inclusief de hervormingen hoger onderwijs. Bij de info die wordt gegeven, wordt expliciet stilgestaan bij de toelatingsvoorwaarden en de kansen (o.b.v. cijfermateriaal). Met jongeren wordt dan in dialoog gegaan en zo goed mogelijk geantwoord op vragen die te maken hebben met slaagkansen.

In de meeste instellingen voor hoger onderwijs is ook ruime studiebegeleiding voorzien waardoor jongeren geholpen worden in hun traject (of de spreiding daarvan).

72

Fietsen in Gent®

Het circulatieplan stimuleert Gentenaren om de fiets te kiezen als vervoersmiddel. Er zijn echter veel mensen in een kwetsbare positie voor wie fietsen in het stadsverkeer niet vanzelfsprekend is. Bijvoorbeeld voor nieuwkomers in de grootstad, ouderen, kinderen die voor het eerst met de fiets naar school gaan, mensen met een beperking, studenten, ... Het nieuwe actieplan vervoersarmoede[1] speelt hierop in en zou het aanbod fietslessen in Gent uitbreiden.

[1] Dienstoverschrijdende werkgroep vervoersarmoede Stad Gent (2022) Actieplan vervoersarmoede 2021 – 2025 (https://stad.gent/sites/default/files/media/documents/20221020_NO_Actie…)

Trekker: Kris Helincks
Opvolging:

Al meer dan 10 jaar fietslessen voor volwassenen door Stad Gent ism de wijkgezondheidscentra

De Stad Gent (Sportdienst) ism de Gentse wijkgezondheidscentra organiseren al sinds 2012 fietslessen voor volwassenen. Het aantal lessenreeksen is in de loop der jaren gestegen.

Sinds 2019 is EVA De Fietsambassade Gent vzw mee actief. Sinds 2021 is hun rol actiever en sinds januari 2023 nemen ze de rol van de Sportdienst volledig over.

Actieplan vervoersarmoede 2021-2025

Sinds 2021 wordt i.k.v. het actieplan vervoersarmoede 2021-2025 beslist om het aantal lessenreeksen kwantitatief en kwalitatief te versterken.

Ten eerste, de vraag naar fietslessen is hoog (zelfs zonder al te veel reclame te maken), dus het actieplan heeft de ambitie om het aantal lessenreeksen te verhogen. Dit is niet eenvoudig, omdat de lessen grotendeels afhangen van vrijwillige lesgevers, de voorraad lesfietsen met klein kader en het vinden van goede locaties in de wijken waar lessen kunnen doorgaan maar waar ook de lesfietsen tijdens de 10 weken-lessenreeks gestockeerd kunnen worden. Tussen 2021 en 2023 zijn het aantal lessenreeksen per jaar verhoogd van 8 naar 10. Elke lessenreeks duurt 10 weken (1 les per week). Er is een maximum van 15 deelnemers per lessenreeks. Sommige mensen blijven helaas lang in de wachtlijst staan, omdat ze weinig geschikte momenten hebben waarop ze kunnen deelnemen. Er wordt altijd al sterk rekening gehouden met een spreiding van lessen over dagdelen, weekdagen en periodes in het jaar. Ook hier blijven we verder op inzetten: er wordt bijvoorbeeld momenteel gekeken of er in de toekomst een lessenreeks mogelijk is in het weekend.

Ten tweede, er wordt stevig ingezet op kwaliteitsverhoging, met:

  • een nieuwe lessenreeks sinds 2020, “gevorderd: fietsen in de stad”, voor zij die na de basisreeks nog extra oefenkansen kunnen gebruiken om vol zelfvertrouwen de fiets te nemen in de stad en voor het dagelijkse leven.
  • Begin 2022 werd een fietsambassadeur (‘fietscoach’) aangeworven die 1-op-1 begeleiding en informatie geeft.
  • Er is een les basisonderhoud toegevoegd aan de lessenreeks, gegeven door een fietstechnieker
  • Het educatief materiaal werd verder uitgewerkt (basis verkeersregels, fietsspelletjes voor kinderen, infobox met sloten e.d.). De info over diefstalpreventie, fietsonderhoud, herstel, fietsaankoop en fietsroutes wordt door de Fietscoach gegeven verspreid over de lessenreeks: proefondervindelijk werd gekozen om dit op te delen in behapbare korte stukken en het over de lesdagen te spreiden.
  • Voor de uitbreiding is extra ingezet op de werving en ondersteuning van vrijwilligers: In 2023 zijn er 14 nieuwe vrijwilligers geworven, werkte de Fietsambassade een ‘train the trainer’ uit en organiseerde ze regelmatig uitwisselingsmomenten met de vrijwilligersploeg.
  • De vloot lesfietsen werd vergroot parallel met de uitbreiding van de reeksen: er werden 25 nieuwe lesfietsen (met klein kader) aangekocht.

Begin 2023 werd een “verantwoordelijke fietslessen” aangeworven om de uitbreiding en kwaliteitsverhoging op poten te zetten, te blijven garanderen en coördineren.

Uitbreiding in najaar 2023 en verder: 

  • In het najaar van 2023 organiseren we voor het eerst twee extra lessenreeksen in samenwerking met andere organisaties (bovenop het reguliere aanbod van 10 lessenreeksen i.s.m. De Wijkgezondheidscentra)
  • 10 lessen niveau 1 i.s.m. Fedasil (Renoboot)
  • 10 lessen niveau 1 i.s.m. Dienst Sociale Economie

In 2024 worden ook extra lessenreeksen gepland, o.a. in samenwerking met SAAMO. Op deze manier kunnen we het aanbod uitbreiden en meer voldoen aan de grote nood aan fietslessen.

Op deze uitbreiding zit echter ook een limiet met de huidige beschikbare lesfietsen, vrijwilligers en personeelsinzet. De combinatie tussen enerzijds fietslessen in verschillende wijken en anderzijds een centrale plek die als ‘Fietsschool’ kan fungeren, zou kansen kunnen bieden om de capaciteit nog te verhogen. Deze centrale plek vinden vergt echter een langetermijntraject en dient aan het bestuur voorgelegd te worden en is niet op de korte termijn mogelijk.

  • In november 2023 gaan de eerste lessenreeksen fietsles voor kinderen van start i.s.m. verschillende scholen in Gentbrugge en Nieuw-Gent (4 reeksen van 3 lessen).
  • In oktober 2023 organiseren we een eerste fietssessie ‘veilig elektrisch fietsen voor 50-plussers’ i.s.m. LDC De Regenboog.

 

Fietscoach als aanspreekpunt voor fietsvragen

Wie specifieke vragen of noden heeft rond fietsen in Gent, kan terecht bij de Fietscoach. Bijv. voor advies over een fiets kopen/huren/delen + toeleiding naar tweedehandsaanbod van De Fietsambassade (al dan niet met kansentarief), toeleiding naar fietslessen, fietstaxi, een fietsbuddy die samen met jou op weg gaat, leuke en veilige fietsroutes in en rond Gent ontdekken, infosessies voor intermediairen. De deelnemers van de fietslessen krijgen ook van de fietscoach info over diefstalpreventie, fietsonderhoud en -herstel, fietsaankoop,… en kunnen ook nadien terecht bij de Fietscoach als aanspreekpunt.  

Fietstaxi voor minder mobiele personen in Gent

De fietstaxi van De Fietsambassade vervoert minder mobiele personen in Gent met 6 riksja’s en 1 rolstoelfiets. De fietsers zijn vrijwilligers, met een focus op nieuwkomers. Wie zich moeilijk zelfstandig kan verplaatsen kan beroep doen op de fietstaxi voor korte verplaatsingen van deur tot deur (bijv. kappersafspraak, familiebezoek, plezierritje,…). Een enkele rit kost 2,50 euro. Sinds de opstart mei 2022 en juli 2023 deed de fietstaxi 5837 ritten, met een gemiddelde afstand van 2 km.

75

Nood aan een lijnpas voor de begeleiders van kinderen zonder wettig verblijf®

Kinderen zonder wettig verblijf tussen 6 en 15 jaar kunnen een gratis abonnement van De Lijn krijgen. Hun begeleiders (o.a. ouders) hebben meestal geen recht op een gratis lijnpas. Als de begeleider zelf ook in een kwetsbare positie zit, is die vaak niet in staat om te betalen voor het busvervoer. Voor kinderen zonder wettig verblijf die niet alleen kunnen reizen omdat ze vb. te jong zijn, blijft de drempel om het openbaar vervoer te nemen naar de school, zorgvoorziening of vrijetijdsactiviteit daardoor vaak hoog.

Het goedgekeurde actieplan vervoersarmoede[1] voorziet een lijnpas voor één van de ouders zonder wettig verblijf om hun kleine kinderen te begeleiden naar school. Ze betalen dezelfde prijs als mensen met een verhoogde tegemoetkoming (43 euro voor een abonnement). Dit vormt een deel van de oplossing.

[1] Dienstoverschrijdende werkgroep vervoersarmoede Stad Gent (2022) Actieplan vervoersarmoede 2021 – 2025 (https://stad.gent/sites/default/files/media/documents/20221020_NO_Actie…)

Trekker: Kris Helincks
Opvolging:

Vanaf 1 december 2023 kunnen mensen zonder wettig verblijf een voordelig lijnabonnement krijgen, als ze een kind hebben tussen 0 en 11 jaar én in Gent wonen. Met de maatregel wil de Stad de zorg- en onderwijskansen van jonge kinderen vergroten, kansen geven op een duurzame toekomstoriëntering en het risico op zwartrijden vermijden.

Voor wie?

  • Voor 1 ouder per gezin
  • De gebruiker zelf betaalt 46 euro voor het abonnement (dezelfde prijs als de bestaande sociale abonnementen van De Lijn).
  • Deze actie loopt voorlopig tot 30 november 2025.
  • De aanvraag van het abonnement gebeurt NIET door de ouder zelf, maar door ‘de aanvrager’, dat zijn de aangeduide instanties die in nauw contact staan met de doelgroep. Dat is:
    • 1) brugfiguur/schoolmedewerker van de school waar het 3-11 jarige kind van deze ouder school loopt,
    • 2) 1 van de 3 Gentse inloopteams waar de ouder van het 0-3 jarige kind naar doorverwezen wordt door Kind & Gezin. De inloopteams zijn: De Sloep i-mens vzw, Inloopteam Nieuw-Gent i-mens en Wiegwijs vzw.

76

Recht op tolken®

Anderstalige burgers die een tolk nodig hebben om gebruik te maken van hulp- of zorgverlening, zijn daarvoor afhankelijk van de organisatie die de zorg of hulp aanbiedt. Veel organisaties en zorgverstrekkers werken niet met een tolk omwille van een aantal drempels: 

  • Er is een tekort aan tolken. Het gaat zowel over een algemeen tekort als over een extra tekort in bepaalde talen. Het tekort is het grootst in de talen Bulgaars, Turks, Slowaaks, Pashtoe, Modern Standaard Arabisch, Somali en Tigrinya. Er is geen aanbod voor Twi.
  • De kostprijs om een tolk in te schakelen is heel hoog voor een organisatie of zorgverlener. Ook al betaalt Stad Gent een deel van de tolkuren.
  • Het vraagt administratie en extra tijdsinvestering om te werken met tolken. Daar is geen ruimte voor door de hoge druk op de eerste lijn (zie ook signaal 6. Druk op de eerstelijn).
  • Er zijn ook zorg- of hulpverleners die niet met een tolk willen werken, bijvoorbeeld omdat ze daar geen ervaring mee hebben.

Door deze drempels hebben anderstalige nieuwkomers vaak niet de mogelijkheid om ondersteuning te krijgen van een tolk tijdens de hulpverlening. Ze zoeken zelf oplossingen en nemen bijvoorbeeld terug hun kind mee als tolk (zie signaal 64 uit 2016 Spijbelen om te tolken). Dat is vaak geen goed alternatief omwille van ruis op de vertaling, ethische kwesties en afwezigheid op school. Tolken zijn een essentiële ondersteuning om anderstaligen toegang te verlenen tot hulpverlening.

77

Wildgroei van taalvoorwaarden voor anderstalige nieuwkomers

Verschillende sectoren stellen taalvoorwaarden om deel te nemen aan bepaalde activiteiten (vb. inschrijving in het hoger onderwijs, job als taxichauffeur). Doordat elke sector zijn eigen voorwaarden stelt, moeten nieuwkomers verschillende taaltesten afleggen. Bovendien gaat niet elke instapvoorwaarde gepaard met een duidelijk overzicht van welke taalcertificaten eraan gekoppeld zijn.

Voorbeelden:

  • Voor cursisten bij LIGO bestaat een uitzondering binnen het inburgeringstraject: om het inburgeringsattest te behalen, is het voldoende om A1 schriftelijk en A2 mondeling te behalen. Het inburgeringsattest geldt normaal gezien als 'taalvoorwaarde voldaan' binnen de nationaliteitsprocedure. Doordat op de nieuwe inburgeringsattesten staat dat iemand A2 schriftelijk niet behaald heeft, wordt dit inburgeringsattest alsnog niet overal aanvaard als element in de nationaliteitsprocedure.
  • De nieuwe taalvoorwaarde om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning (zie ook signaal 14. Wooncrisis).

78

Drempels naar werk op maat voor nieuwkomers

Nieuwkomers ervaren drempels naar werk op maat door talige en administratieve drempels en discriminatie. In de begeleiding naar een job worden ze vaak gestimuleerd om een knelpuntberoep (vb. poetshulp, zorgkundige, ...) uit te oefenen. Hierbij wordt te weinig rekening gehouden met hun competenties of interesses.

Opvolging:

Antwoord VDAB:

VDAB vertrekt vanuit het duurzaamheidsprincipe, maar daarbij krijgt de klant steeds de keuze - indien de klant er toch voor kiest om snel aan de slag te gaan heeft dit meestal wel impact op het soort werk, maar bij een hoge financiële nood is dit vaak de enige optie. Daarbij houdt VDAB ook steeds rekening met de competenties van de klant, en wordt er ook standaard diplomagelijkschakeling aangevraagd, zodat werken op niveau mogelijk wordt. 

Verder heeft VDAB een vernieuwd taalbeleid, wordt er ondersteuning qua taal geboden tijdens de opleiding, en werken we met een nieuwe tender jobhunting. Tevens zet VDAB versterkt in op het toegankelijk maken van de opleidingen voor klanten van de Intensieve Dienstverlening. 

Ook met de werkgevers is VDAB een weg aan het afleggen, ervaring leerde dat er vaak te hoge taaleisen gesteld werden in de vacatures. Via NT2 hopen we dit te remediëren met job- en taalcoaching, taal en tewerkstelling, maar ook met de nieuwe oproep inclusieve werkvloeren. 

Er is dus heel wat in beweging en langzaam maar zeker worden oude drempels weggewerkt. Belangrijk is wel te onthouden dat er op elk moment al zoveel mogelijk rekening gehouden werd met competenties en interesses van de klant.

Antwoord Dienst Werk en Activering - Stad Gent:

In 2021 werden praktijktesten georganiseerd m.b.t. discriminatie op de Gentse arbeidsmarkt anno 2021; na de eerste testronde – op sectorniveau (rapport 18 juni 2021) - volgt een tweede testronde – op individueel bedrijfsniveau -  de resultaten van deze tweede testronde zijn op vandaag nog niet gekend.

Uit de eerste testronde van 2021 is gebleken dat mensen met een migratieachtergrond discriminatie ondervinden. Zij ontvangen een zesde (16%) minder uitnodigingen, ook al beschikken zij over een even sterk profiel en cv. De discriminatie was duidelijker bij Turkse namen dan bij Marokkaanse namen en bij mannen in vergelijking met vrouwen.

Na deze eerste testronde zijn enkele sensibiliserende acties gevolgd met de sectoren (bv. de netwerklunch ‘honger naar inclusie’ in samenwerking met Hands on Inclusion en met enkele getuigenissen van werkgevers, de business game in samenwerking met Unizo, de workshop onbewuste vooroordelen voor recruiters in samenwerking met UPOP). Jobroad organiseerde nog niet zo lang geleden de Blind Date Resto waarbij anderstaligen en werkgevers met openstaande vacatures op informele wijze konden kennismaken tijdens een walking dinner.

Acties in de toekomst:

Vanaf 2024 zal duidelijk zijn welke partnerschappen inclusieve werkvloeren (oproep 59 Europa WSE) aan de slag gaan. Daarin wordt afgestapt van het louter sensibiliseren en zullen werkgevers ook echt opgeroepen worden tot actie en tewerkstelling van kwetsbare profielen(waaronder nieuwkomers, personen -en meer specifiek- vrouwen met migratieachtergrond). Vanuit de Dienst Werk en Activering en in samenwerking met VDAB en verschillende partners, o.a. van Gent, stad in werking, zullen we lokaal linken leggen.