Persoonlijke en psychische problemen

7

Gebrek aan taaltoegankelijke en cultuursensitieve hulpverlening®

Hulp- en zorgverlening zijn onvoldoende toegankelijk wegens culturele en/of talige drempels.

Omgaan met verschillende culturen en talen zou vanzelfsprekend moeten zijn in onze superdiverse samenleving. Dat is niet het geval. Het zit bijvoorbeeld niet standaard vervat in de opleiding van zorg- en hulpverleners. De meeste hulp- en zorgverleners slagen er niet in om cultuursensitieve zorg- of hulpverlening te bieden. Hulp- en zorgverleners kunnen wel een beroep doen op (sociale) tolken om de toegankelijkheid voor anderstaligen en mensen met een andere culturele achtergrond op sommige vlakken te vergroten. Ze botsen daarbij echter op verschillende drempels: het tekort aan tolken, de kostprijs en de bijkomende (administratieve) tijdsinvestering (zie signaal 76. Recht op tolken). Hulp- en zorgverleners zijn overbevraagd (zie signaal 6. Druk op de eerstelijn), waardoor ze weinig ruimte of motivatie hebben om extra inspanningen te leveren om taal- en cultuursensitief te werken.

Mensen met een migratieachtergrond hebben daardoor onvoldoende toegang tot het zorg- en welzijnsaanbod.

Dit probleem is het grootst in de residentiële geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en in de psychiatrie, omdat taal- en cultuuraspecten hier nog meer meespelen. Psychiatrische voorzieningen weigeren vaak patiënten op te nemen omdat ze geen gepaste dienstverlening kunnen bieden aan anderstaligen.

Voorbeelden:

  • Een vraag tot crisisopname in de psychiatrie wordt geweigerd omdat de patiënt onvoldoende Nederlands spreekt. De (groeps)therapie zou onmogelijk zijn door de taalbarrière.
  • Sommige specialisten weigeren om te werken met de intercultureel bemiddelaar uit het ziekenhuis waarin ze werken.
  • Een diëtist adviseert om bruine boterhammen te eten, terwijl de persoon in kwestie nooit boterhammen eet omdat dat vanuit haar migratieachtergrond niet de gewoonte is.

28

Gezinshereniging zonder omkadering of begeleiding kan leiden tot mensonwaardige situaties

Om een gezinshereniging goed te laten verlopen zijn een aantal randvoorwaarden nodig.

Zo moet de woning groot genoeg zijn om de bijkomende gezinsleden te huisvesten. Dit is dikwijls niet het geval, waardoor gezinnen op straat belanden of met te veel in één woning leven.

  • Vb. Niet begeleide minderjarigen moeten zelf gezinshereniging aanvragen. Op het moment dat ze 18 worden en de opvang moeten verlaten, moeten ze zelf een woning zoeken. Ofwel is dat een studio, maar dat is te klein voor gezinshereniging. Ofwel een grotere woning, maar dat is te duur en heel moeilijk te vinden (zie ook signalen 17. Wooncrisis en 16. Gevolgen van de wooncrisis). Als ze een installatiepremie krijgen voor de studio, kunnen ze die niet meer aanvragen voor de grotere woning na gezinshereniging.

 

Wie het opvanginitiatief moet verlaten, krijgt wel ondersteuning bij de zoektocht naar een woning (Huursalon SOI). Ondanks deze ondersteuning blijft het echter zeer moeilijk om een woning te vinden.

Naast het woonaspect is een goede (psychologische) begeleiding vaak aangewezen bij gezinshereniging. Bijvoorbeeld na een traumatische vluchtroute of bij hereniging met (traditionele) ouders na een lange periode van scheiding. Psychologische begeleiding van (een van) de gezinsleden afzonderlijk kan wel (vb. Mindspring CAW, via het OCMW, CGG Adentro). Psychiatrische hulp is dan weer onmogelijk door het gebrek aan cultuursensitiviteit (zie ook signaal 7. Gebrek aan taaltoegankelijke en cultuursensitieve hulpverlening). Er is bovendien geen mogelijkheid tot intensieve gezinsbegeleiding om gezinnen in dit moeilijke proces te ondersteunen.

Gebrek aan deze randvoorwaarden zorgt voor mensonwaardige situaties.

Trekker: Kristel Danel
Opvolging:

Er werd een nieuw project opgestart: niet begeleid, wel ondersteund. Dit is een samenwerking tussen Stad Gent (asiel en vluchtelingen, Ankerkracht) en CAW Mind-Spring. Er worden specifieke groepen mind-spring georganiseerd voor jongeren die gezinshereniging hebben aangevraagd, alsook voor hun ouders. Transithuis organiseert infosessies over gezinshereniging in verschillende talen. 

30

Onduidelijk en ontoereikend aanbod geestelijke gezondheidszorg®

Psychologische hulpverlening op de privémarkt is te duur, zeker voor mensen in een financieel kwetsbare positie. Er is betaalbaar hulpverleningsaanbod voor deze groep (o.a. psychologische dienst OCMW, relance-psychologen, eerstelijnspsychologen, Mobil teams, mobiele werkers geestelijke gezondheid), maar dat aanbod is ontoereikend en onduidelijk.

Het tekort uit zich op verschillende vlakken:

  • Er is te weinig aanbod (aantal uren) in vergelijking met de vraag (vb. relancepsychologen OCMW). Daardoor zijn er wachttijden en krijgen mensen te laat of geen hulp.
  • Er is te weinig aanbod in gebieden met de meest kwetsbare bewoners (19de -eeuwse gordel, Watersportbaan, Nieuw-Gent).
  • Daarnaast is er ook te weinig aanbod voor specifieke doelgroepen/specifieke klachten: anderstaligen (zie ook signaal 7. Gebrek aan taaltoegankelijke en cultuursensitieve hulpverlening), mensen met een multi problematiek, mensen met een eetstoornis, mensen zonder wettig verblijf, trauma.
  • De mobiele werkers geestelijke gezondheid in Gent merken op dat ca. 1/3de van de mensen met persoonlijkheidsproblemen en psychische problemen, onderliggend een mentale beperking heeft. Hun coping strategie om met die kwetsbaarheid om te gaan is vaak middelenmisbruik. Deze doelgroep heeft eigenlijk aparte zorg nodig, maar die zorg bestaat niet.

 

Het bestaande betaalbare psychologische hulpaanbod is waardevol, maar schiet tekort. Het moet verder uitgebreid (en zeker niet afgebouwd) worden. De meest kwetsbare burgers moeten nog meer bereikt worden.

Er is niet alleen een tekort aan aanbod, het aanbod geestelijke gezondheid is ook versnipperd. Voor doorverwijzers is het onduidelijk welk aanbod er bestaat en voor wie. De samenwerking en doorverwijzing tussen eerste, tweede en derde lijn verloopt bovendien vaak stroef. Doordat hulpverleners zelf de weg niet vinden en niet goed kunnen doorverwijzen, geraken burgers niet tot (de juiste) hulp.

Trekker: Steven Gillis
Opvolging:

Sinds mei 2922 is er via de conventie eerstelijnspsychologische zorg een aanzienlijke uitbreiding van laagdrempelige en betaalbare psychologische aanbod voor Gentenaars. Via deze conventie wordt zowel een individueel als een groepsaanbod gerealiseerd, naar alle leeftijdsgroepen en zowel voor mensen met milde tot matige klachten (via eerstelijnspsychologen) als voor mensen met complexere problemen die nood hebben aan een langer begeleidingstraject (via gespecialiseerde zorg). Dit aanbod is toegankelijk voor de brede bevolking maar met een specifieke aandacht voor mensen met een verhoogde kwetsbaarheid. De zorg is betaalbaar  (11 euro voor een individuele sessie, 4 euro voor mensen met statuut verhoogde tegemoetkoming, 2,5 euro voor een groepssessie) en wordt deels vindplaatsgericht georganiseerd, dit om drempels te verlagen voor doelgroepen die anders moeilijker de weg naar psychologische zorg vinden.  Alle Gentse wijkgezondheidscentra boden zichzelf aan als vindplaats en werken samen met geconventioneerde psychologen. De psychologen kunnen een beroep doen op online tolken. 

Concreet worden in Gent wekelijks 1092 sessies aangeboden waarvan 357 sessies voor kinderen en jongeren, 735 sessies voor volwassenen. Er wordt samengewerkt met meer dan 30 vindplaatsen, waaronder alle wijkgezondheidscentra. Binnen de wijkgezondheidscentra worden momenteel meer dan 150 sessies per week aangeboden. 

Het overzicht van het aanbod in de conventie kan gevonden worden op Conventie | Psychologische Functies In De Eerste Lijn Oost-vlaanderen | Flanders (psy-ovl.be)

Op vlak van territoriale spreiding van dit aanbod is nog wel wat werk aan de winkel, we stellen vast dat in een aantal wijken zoals Nieuw Gent, Bloemekswijk en de Muide het aanbod nog moet uitgebreid worden en dit zal vooral via vindplaatsgericht werken moeten gerealiseerd worden. Er is een zeer goede samenwerking tussen de coördinatie van de conventie, de betrokken stadsdiensten en ELZ Gent in kader van afstemming rond het aanbod, bekendmaking en het verlagen van drempels voor de meest kwetsbare doelgroep.

Wat de leesbaarheid van het aanbod geestelijke gezondheid in onze regio betreft : het klopt dat door de veelheid en diversiteit van het aanbod het moeilijk is zowel voor cliënten als voor doorverwijzers om de gepast zorg te vinden. De website van Stad Gent https://stad.gent/nl/samenleven-welzijn-gezondheid/gezondheid/mentaal-welzijn/voel-je-je-niet-goed-je-vel-praat-erover en de sociale kaart https://socialekaartvangent.be/sectoren/geestelijke-gezondheid-0 zijn momenteel het kompas  om de weg te vinden in het aanbod. In de sociale kaart zit ook een tool die je via een stroomdiagram tot het gepaste aanbod leidt. Voor professionals en doorverwijzers biedt het netwerkpunt van het PAKT een telefonische hulplijn in de zoektocht naar de juiste zorg. In een aantal wijken zijn mobiele werkers geestelijke gezondheid (PAKT) of wijknetwerkers geestelijke gezondheid (ELZ Gent) actief die aanspreekbaar zijn en een goed overzicht hebben van het aanbod en dus mensen kunnen gidsen naar gepaste zorg.

Sinds een paar maanden is ook een provinciale werkgroep kruispunten opgestart. Het concept kruispunten bestaat reeds in andere regio’s en zijn fysieke plaatsen waar laagdrempelig onthaal georganiseerd wordt voor burgers, waar vraagverheldering georganiseerd wordt en mensen gegidst worden naar het passende aanbod in geestelijke gezondheidszorg. De ambitie is om ook in Gent kruispunten te organiseren, die het aanbod van geestelijke gezondheidszorg beter moeten ontsluiten.

 

31

Psychische kwetsbaarheden versterkt®

Veel mensen die al een psychische kwetsbaarheid hadden vóór corona, hebben het nu extra moeilijk. Er is ook een sterke terugval bij mensen bij wie de psychische problematiek gestabiliseerd was. Bovendien komen mensen die hulp zoeken vaak niet tot (de juiste) zorg, omdat ze botsen op de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg. Daardoor nemen hun klachten verder toe (zie ook signaal 30. Onduidelijk en ontoereikend aanbod geestelijke gezondheidszorg).

Voorbeelden:

  • De organisaties Bednet en School en ziek zijn merken een sterke stijging op van het aantal kinderen dat niet meer naar school gaat wegens ziekte. Kinderen met autisme geraken bijvoorbeeld niet meer op school nadat ze lang thuis geweest zijn door de coronapandemie. Hun sociale angst is toegenomen.
  • Ouderen beperken hun sociale activiteiten uit schrik voor corona. De eenzaamheid is nog versterkt.
  • Jeugdwelzijnswerkers worden vaker geconfronteerd met jongeren die kampen met een psychische problematiek. Ze merken een stijging op van zelfverminking, middelen mis-/gebruik en verslaving (o.a. aan ballongas), suïcidedreiging en suïcide, seksueel grensoverschrijdend gedrag.
  • Sinds de coronacrisis wordt er meer openlijk drugs gebruikt en gedeald. Zowel op scholen als in de openbare ruimte.
Trekker: Joke Vasseur

32

Nood aan uitbreiding aanbod psychosociale ondersteuning voor mensen met een alcoholverslaving

Alcohol is een sociaal aanvaarde drug, maar het blijft een drug. Het zorgt voor heel wat maatschappelijke en persoonlijke problemen. Een groot aantal mensen worstelt met een alcoholproblematiek. De alcoholproblematiek is vaak een symptoom van andere kwetsbaarheden. Bijvoorbeeld mensen met een dubbeldiagnose die niet aan hulp geraken (zie ook signaal 30. Onduidelijk en ontoereikend aanbod geestelijke gezondheid). Er is het aanbod Sabayon van CGG Adentro, maar het totale aanbod rond alcoholverslaving is ontoereikend in verhouding tot de nood aan hulp.

33

Eenzaamheid®

Mensen in een maatschappelijk kwetsbare positie kunnen vaak niet volwaardig deelnemen aan het maatschappelijk leven door verschillende drempels. Daardoor missen ze kansen op (nieuwe) sociale contacten en verzeilen vaker in sociale eenzaamheid en/of sociaal isolement.

Voorbeelden:

  • Mensen die digitaal laaggeletterd zijn of geen toegang hebben tot de digitale wereld (zie ook signaal 1. Digitalisering) ervaren verschillende drempels naar het sociaal leven. Ze kunnen bijvoorbeeld moeilijk in verbinding staan met anderen, zijn niet op de hoogte van activiteiten in de wijk, kunnen zich niet online inschrijven of online betalen, ...
  • Mensen in sociale huisvesting zijn vaak extra kwetsbaar voor eenzaamheid. Samenhuizen kan helpen om de eenzaamheid te doorbreken. In sociale huisvesting is samenhuizen onmogelijk door de financiële gevolgen van samenwonen bij mensen met een vervangingsinkomen (Cfr. Signaal 21. Inkomensverlies door samenhuizen) en een lange wachttijd bij de aanvraag van een aangepaste, grotere woning. Er is ook geen begeleiding om het samenwonen goed te laten verlopen. Als mensen moeten verhuizen naar een andere sociale woning komen ze soms in een andere wijk terecht. Op die manier verliezen ze een groot stuk van hun sociale netwerk. Daardoor zijn ze extra kwetsbaar om in eenzaamheid terecht te komen.
  • Oudere nieuwkomers hebben vaak meer moeite om de taal te leren, zijn minder mobiel, ... De ‘verloren’ band met het moederland weegt vaak ook zwaar. Daardoor zijn ze extra kwetsbaar om in eenzaamheid terecht te komen.
  • Jonge nieuwkomers kunnen dankzij sociale media contact houden met vrienden en familie uit hun land van herkomst. Soms staat de blijvende focus op hun herkomstland via sociale media deelname aan het sociaal leven in België in de weg, waardoor ze hier meer en meer vereenzamen.
  • Mensen in armoede hebben onvoldoende financiële middelen om tijd en geld te spenderen aan vrijetijdsactiviteiten (zie ook signaal 23. Drempels naar vrije tijd) en blijven noodgedwongen thuis. Daardoor kunnen ze geen sociaal netwerk opbouwen en geraken ze in eenzaamheid.

Naast bovenstaande voorbeelden zijn er nog meer doelgroepen kwetsbaar voor eenzaamheid. Een groot deel van de mensen die zich eenzaam voelen ervaart drempels om de eenzaamheid te doorbreken. Ze durven ‘de eerste stap’ naar bestaande sociale of vrijetijds initiatieven niet zetten uit angst voor het onbekende of uit angst voor een negatieve ervaring. Een warm onthaal en warme doorverwijzing bij sociale organisaties spelen hier een belangrijke rol. Vaak is een brugfiguur of buddy die mensen letterlijk meeneemt naar het aanbod en samen die eerste stap zet een belangrijke hulp.

40

Gezinnen in dak- en thuisloosheid®

Er is een stijging van het aantal kinderen en éénoudergezinnen in dak- of thuisloosheid. Ook de toename van intrafamiliaal geweld (zie ook signaal 34. Stijging intrafamiliaal geweld) en het stijgend aantal scheidingen zorgt voor meer éénoudergezinnen die geen dak meer boven het hoofd hebben. De opvang voor deze doelgroep is ontoereikend.

De gevolgen van leven in dak- of thuisloosheid zijn enorm, ook voor kinderen. Een constant gevoel van onveiligheid, in contact komen met gevaarlijke of ongezonde milieus (drugs, alcohol, ...), ... laten blijvende littekens na. Dit kan ernstige psychologische problemen veroorzaken.

51

Armoede bij studenten

Steeds meer studenten hebben moeite om rond te komen. Ze kunnen de kosten voor hun kot, studiefinanciering, … moeilijk dragen. Dat zorgt voor stress en soms ook voor mentale problemen. Sommige studenten gaan over tot overlevingsstrategieën die schadelijk zijn voor hun (mentale) gezondheid, vb. prostitutie.  Studenten zijn, net als andere groepen, onderhevig aan maatschappelijke tendensen (vb. energiecrisis, inflatie, wooncrisis, ...). Ze zijn echter vaak onzichtbaar als risicogroep.

OCMW Gent ondersteunt veel studenten met een leefloon.

Opvolging:

- OCMW Gent ondersteunt heel wat studenten met een leefloon, dit aantal stijgt doorheen de jaren. 

- In 2024 zal er  vanuit het OCMW Gent extra ingezet worden op rechtenverkenning van jongeren in financieel kwetsbare situaties en ondersteuning van jongeren in begeleiding binnen de Sociale Dienst in het behalen van kwalificaties. Hierbij zullen ook specifiek de noden van studenten in kaart worden gebracht. Daarnaast zetten we in samenwerking met middenveldpartners zoals Overkop gericht in op het bereiken en het creëren van een aanbod voor jongeren in financieel kwetsbare situaties, waaronder zeker ook studenten.

- In 2024 zullen we in dialoog gaan met de studentenvoorzieningen zodat samen gewerkt kan worden om studenten in een armoedesituatie nog beter te bereiken.

57

Psychische kwetsbaarheid in sociale hoogbouw®

Het aandeel mensen met een psychische problematiek in de sociale huisvesting stijgt. Dit komt onder andere door de afbouw van het aantal bedden in de psychiatrie; en doordat mensen met een psychische problematiek voorrang hebben op de wachtlijst voor een sociale woning. Zij zitten vaak samen in één sociale woonblok. Bij versnelde toewijzing is er altijd woonbegeleiding, maar de huidige vorm volstaat niet altijd.

In crisissituaties wordt de situatie in de sociale huisvesting snel onleefbaar. In hoogbouw speelt dit nog sterker omdat mensen daar extra dicht bij elkaar wonen.

Sociale hoogbouw is niet altijd een goede woonomgeving voor mensen met een psychische problematiek. Er zijn te veel prikkels en te weinig rust. Deze situatie zorgt ervoor dat de psychische problematiek van bewoners snel toeneemt. Voor buren zorgt dit voor overlast (vb. nachtlawaai, perceptie van agressie, afval). Ook maatschappelijk werkers die betrokken zijn ervaren een gevoel van onveiligheid en zijn bang voor agressie.

Andere sociale huurders durven vaak geen officiële klacht neerleggen (zie ook signaal 4. Minder aangiften over overlast en criminaliteit bij officiële instanties). De politie mag enkel ingrijpen als er effectief sprake is van overtreding of bij acute dreiging. Wanneer de persoon met psychische kwetsbaarheid psychische hulp weigert, is in sommige gevallen alleen collocatie mogelijk. Dit kan enkel via een gerechtelijk bevel en is dus niet evident. Vaak is de omgeving (sociaal werkers, buren) op de hoogte van de situatie, maar staan ze hier machteloos tegenover. Het gevoel leeft dat er pas ingegrepen wordt/kan worden wanneer het echt misloopt (suïcidepoging, zware incidenten).

Trekker: Steven Gillis