Dienstverlening

1

Digitalisering zorgt voor uitsluiting en verhoogt de druk op de eerstelijn®

Organisaties en (overheids-)diensten lanceren steeds vaker online toepassingen. Ze zetten alsmaar minder in op fysieke en telefonische bereikbaarheid.

Veel burgers hebben onvoldoende digitale vaardigheden en/of mogelijkheden om de online toepassingen te gebruiken. De groep die niet mee kan, groeit en wordt diverser: het zijn niet enkel de ‘kwetsbare’ groepen. Daardoor ervaren steeds meer burgers problemen om een beroep te doen op (overheids-)diensten.

Organisaties en (overheids-)diensten werken idealiter volgens het click-call-connect-principe. Ze verwijzen hun klanten eerst door naar de website (click). Als dat niet lukt helpen ze hen via telefoon of e-mail (call). Als laatste mogelijkheid helpen ze de klant via een persoonlijke afspraak (connect). De tweede en derde stap (call en connect) vallen dikwijls weg. De financiële motivatie om minder op frontoffice in te zetten verlaagt de toegankelijkheid.

De digitale kloof treft mensen in een kwetsbare positie extra hard. Bijvoorbeeld ouderen of mensen die laaggeletterd zijn. Dit zorgt voor uitsluiting en vermindert de zelfredzaamheid. Meer en meer mensen hebben ondersteuning nodig bij simpele administratieve handelingen. Ook op hun privacy heeft dit impact: ze delen gevoelige gegevens met kennissen of professionals die hen helpen bij digitale administratie. De ondersteuningsvragen komen bovendien dikwijls terecht bij nulde- en eerstelijnshulpverlening die wél nog laagdrempelig toegankelijk zijn (vb. maatschappelijk werk in de wijkgezondheidscentra en OCMW, stekwerkingen van SAAMO, inloopteams, ...). Daardoor komt er extra druk op deze eerstelijnshulpverlening.

Voorbeelden:

  • De aanvraag van een huuraanpassing voor een sociale woning kan enkel nog digitaal.
  • Bij het groeipakket verloopt het indienen van documenten digitaal. Het is wettelijk gezien mogelijk om documenten fysiek in te dienen, maar het is niet duidelijk voor ouders dat/hoe dat kan. 
  • Scholen communiceren met ouders en leerlingen via smartschool en andere digitale platformen. Ook facturen worden vaak via mail bezorgd.
  • De aanmelding voor het onderwijs gebeurt digitaal. De inschrijving op school verloopt op sommige scholen ook digitaal, op andere scholen fysiek.
  • Communicatie met de sociale huisvestingsmaatschappij WoninGent (nu Thuispunt) kan enkel digitaal. Als je telefonisch contact opneemt kom je terecht bij de technische dienst. Zij kunnen veel vragen niet beantwoorden en kunnen je ook niet doorschakelen naar een andere dienst.
  • Mensen zonder digitale identiteitskaart (o.a. mensen met voorlopig verblijf) worden op veel vlakken uitgesloten. Bijvoorbeeld bij het raadplegen van documenten, covid safe ticket, … Gentinfo en andere eerstelijnsdiensten helpen soms door documenten af te drukken, maar dit is geen structurele oplossing.
  • Bij veel diensten (vb. banken, vakbonden, ziekenfondsen, energieleverancier, politie...) verdwijnen de loketten. Daardoor vermindert de fysieke bereikbaarheid.
  • Veel winkels, restaurants, koffiehuizen, ... aanvaarden geen cash betalingen meer, terwijl dat wettelijk verplicht is. Mensen in een kwetsbare positie (omwille van armoede, leeftijd, beperking) hebben geen beschikbaar krediet op een kaart of betalen liever cash om overzicht te houden.
  • De federale overheidsdienst sociale zekerheid is telefonisch niet bereikbaar. Wanneer het online niet lukt om een aanvraag in te dienen (bijvoorbeeld erkenning handicap), word je niet verder geholpen.
  • De VDAB bouwde haar fysieke toegankelijkheid af. Daardoor is ze onvoldoende zichtbaar en toegankelijk voor mensen die het meest nood hebben aan begeleiding naar een job.
  • De jobbonus moet je ofwel online aanvragen via itsme, ofwel kan je bellen naar een nummer van de Vlaamse overheid. Er is geen ‘live’ alternatief, waardoor er veel vragen over de jobbonus bij eerstelijnswerkers terechtkomen.
Trekker: Sarah Voets
Opvolging:

Vanuit Stad en OCMW Gent zetten we vanuit verschillende diensten (Lokaal Sociaal Beleid, Werk &Activering, Publiekszaken, LDC’s) samen met de E-inclusiewerking van de Stad Gent en D09 actief in op het digitaal versterken en ondersteunen van digitaal kwetsbare Gentenaars. Een greep uit de vele acties:

  • Digipunten
  • Digicoaching in de welijnsbureaus, U-Connect en LDC’s
  • Digitale uitleendienst
  • Inzamelactie digiatel toestellen
  • Digitale inclusie op school
  • Digilessen voor ouders
  • Digitaal werkt
  • DigicafesDigitaal inclusieve wijken
  • Digihulp in het stadskkantoor
  • actie digitale aansluiting maatschappelijke kwetsbare ouders inloopteam Nieuw Gent ism LIGO 
  • Digitale oefenkansen integreren in de hulpverlening
  • ....

 

Voor een overzicht en detail zie hier

Vanaf 2024 wensen we extra in te zetten op:  De wijk/wijkpartners en het verbinden van diverse acties om zo een duurzamere verankering op maat van de wijk te bekomen. Samen de noden vaststellen, oplossingen zoeken en uitvoeren is hierbij het sleutelwoord.

2

Druk op vrijwilligerswerk®

Vrijwilligerswerk is zinvol en is complementair aan professionele hulpverlening, maar wordt steeds meer ingezet als structurele oplossing voor tekorten in beleid en professionele hulpverlening. Door de druk op de eerstelijn en de personeelstekorten (zie signaal 6. Druk op de eerstelijn) worden meer en meer taken op vrijwilligers afgeschoven. Door de toenemende armoede, versterkt door de opeenvolgende crisissen (corona, energie, asiel…), komen er bovendien steeds meer hulpvragen tot bij (vrijwilligers)organisaties en zijn de hulpvragen steeds complexer.

Ook het engagement van vrijwilligers is veranderd. Het engagement is meer afgelijnd, er zijn minder vrijwilligers die zich jarenlang op regelmatige basis inzetten voor een organisatie en de groep mensen die zich overdag kan inzetten veroudert en verkleint. Dit moet meegenomen worden in de manier waarop vrijwilligers ingezet en ondersteund worden.

Een belangrijk deel van de vrijwilligers heeft zelf een kwetsbare achtergrond. Ze zijn in sommige gevallen verplicht om vrijwilligerswerk te doen, bijvoorbeeld in het kader van een activeringstraject, maar velen zijn ook persoonlijk gemotiveerd om zich in te zetten als vrijwilliger. Om de positieve effecten van vrijwilligerswerk (sociaal netwerk versterken, een mogelijke stap naar de reguliere arbeidsmarkt, grote maatschappelijke meerwaarde, ...) te realiseren is er nood aan voldoende begeleiding en ondersteuning van de vrijwilligers. Die begeleiding is niet altijd voorhanden door de druk op de vrijwilligersorganisaties, onvoldoende ‘dragende’ vrijwilligers en het personeelstekort in de eerstelijn. Dat kan zorgen voor negatieve ervaringen bij de doelgroep, vrijwilligers en medewerkers.

Onvoldoende begeleiding op de werkvloer voor vrijwilligers en de organisatie zelf vormt een drempel voor mensen in een kwetsbare positie die zich willen engageren als vrijwilliger. Mensen in een kwetsbare positie ervaren naast het gebrek aan ondersteuning nog meer drempels naar vrijwilligerswerk. Personen die een ziekte-uitkering ontvangen durven bijvoorbeeld geen (officieel) vrijwilligerswerk te doen uit schrik om hun uitkering te verliezen. De controlearts laat vrijwilligerswerk soms niet toe omdat het te nauw aansluit bij economische activiteit. Vrijwillige inzet zou betekenen dat je ook op de arbeidsmarkt terecht kan. Maar duur en aard van deze inzet zijn totaal verschillend. Soms wordt vrijwilligerswerk niet aanvaard omdat het de gezondheidstoestand niet ten goede zou komen. Wanneer de controlearts geen goedkeuring geeft voor vrijwilligerswerk, dreig je je uitkering te verliezen als je je toch vrijwillig engageert.

Opvolging:

Om organisaties te ondersteunen in het werken met vrijwilligers en vrijwilligerswerkingen in Gent te versterken, biedt het Vrijwilligerspunt Gent gratis vormingen aan. Sinds 2022 is dit aanbod niet enkel gericht op vrijwilligerscoaches, maar ook op vrijwilligers zelf. Met dit vormingsaanbod willen we de vaardigheden van vrijwilligerscoaches verhogen om zo meer in te zetten op talentgericht en inclusief vrijwilligersbeleid en in te spelen op het hedendaags vrijwillig engagement. Voor vrijwilligers ligt de focus op (mentaal) welzijn en (cultuursensitieve) communicatie. Het vormingsaanbod wordt per semester uitgewerkt en is steeds terug te vinden op vrijwilligerspunt.stad.gent/vorming

Om de match tussen organisaties en (trekkende) vrijwilligers te maken,

  • beheert het Vrijwilligerspunt de vacaturedatabank www.vrijwilligerspunt.stad.gent
  • werd de loketwerking in 2023 uitgebreid naar 3 bezoekmomenten per week. Kandidaat-vrijwilligers worden na een persoonlijk gesprek georiënteerd naar vrijwilligerswerk.
  • kunnen kwetsbare (kandidaat-)vrijwilligers beroep doen op ondersteuning en coaching bij hun zoektocht/opstart van vrijwilligerswerk via het samenwerkingsverband met Voluit vzw. Meer info over het project vind je hier.
  • wordt er jaarlijks een Vrijwilligersbeurs georganiseerd waar 70 Gentse organisaties hun werking toelichten aan bezoekers

Om de drempels naar vrijwilligerswerk te verlagen, nam het Vrijwilligerspunt het signaal rond de administratieve drempels voor sociale uitkeringsgerechtigden op in het bovenlokaal memorandum van Stad Gent. Ook de Hoge Raad voor Vrijwilligers nam dit op in hun memorandum (aandachtspunt 3 en 4).

Voor 2024 wensen we extra in te zetten op:

  • Gratis webinarreeks rond het veranderd vrijwilligerslandschap voor vrijwilligerscoaches 
  • Uitbouw decentrale dienstverlening Vrijwilligerspunt: dichter bij de burger, organisaties en toeleiders
  • Uitbouw netwerk van doorverwijzers en toeleiders 

3

Drempels bij dienstverlening van de politie

De onthaalfunctie van de politie is hoogdrempeliger. Als je klacht wil neerleggen of aangifte wil doen bij de politie moet je eerst online of telefonisch een afspraak maken (zie ook signaal 1. Digitalisering) en moet je soms enkele dagen wachten op je afspraak. Bovendien is ook de loketfunctie verminderd. Zeker bij ernstige/dringende klachten vormt dit een groot probleem. Het verhoogt de drempel om een klacht neer te leggen en brengt het recht op toegang tot de rechtsgang in het gedrang.

  • Case: Een dame doet aangifte van fysieke agressie op het politiekantoor. Ze heeft documentatie bij van de arts die haar heeft onderzocht. Ze wordt bijgestaan door een eerstelijnswerker die ook aanwezig was tijdens de feiten. De politie stuurt hen naar huis met de boodschap dat de klacht geen hoge prioriteit heeft en dat ze online een afspraak moeten maken. Ook nadat de eerstelijnswerker laat weten dat er pas psychologische hulp gestart kan worden na indiening van de klacht.
Trekker: Kim Geenens
Opvolging:

Reeds ondernomen acties:

  • Er werd een uitwisseling georganiseerd tussen de Brugfiguren Secundair Onderwijscentrum  en de politie ikv het stappenplan dat de onthaalfunctie volgt.  Het doel was inzicht te krijgen in de procedures voor het indienen van een klacht en hoe professionals jongeren hierin kunnen ondersteunen.

 

  • Er werd een lezing/workshop georganiseerd voor de onthaalmedewerkers van de politie. Een slachtoffer van seksueel misbruik deelt haar ervaring met het melden van het misbruik. Uit de nabespreking blijkt een grote openheid om rekening te houden met de gevoeligheden die eigen zijn aan de problematiek. Een vervolgsessie wordt gepland in de loop van ’24.

 

In de pipeline:

  • We onderzoeken of en hoe we kunnen intekenen op Daphne Call inzake Genderbased Violence. Idee is om met deze subsidiemiddelen oa IFG-ambassadeurs (professionals maar ook burgers) op te leiden die signalen capteren en deze doelgroep specifiek ondersteunen en toeleiden naar hulpverleners en politie.
  • Plan International herhaalt het onderzoek naar slachtofferschap van straatintimidatie (racisme, SGG, discriminatie,...). Wie meldt, zal meteen doorverwezen worden naar onder andere officiële instanties (politie, Zorgcentrum na Seksueel Geweld, etc ). De bevraging gebeurt van maart tot december ‘24. Met de resultaten van het onderzoek gaan we verder aan de slag.

4

Minder aangiften over overlast en criminaliteit bij officiële instanties®

In buurten met een groot aantal mensen in een kwetsbare positie (o.a. wijken in de 19de -eeuwse gordel, sociale woonwijken) en met inwoners die de taal en procedures onvoldoende kennen, is het niet evident voor de inwoners om melding te maken van feiten zoals vandalisme, diefstal, onveilige situaties, overlast, …. Dit wordt vermoedelijk versterkt door een beeld over overheidsinstanties, vroegere ervaringen of verhalen die men hoort. Maar bijvoorbeeld ook door de taalbarrière, doordat ze de procedure niet kennen, uit schrik voor represailles of om zelf tegen de lamp te lopen, omdat ze denken - en vaak al meermaals ervaren hebben - dat er toch niets gedaan wordt met hun klacht, door de onbereikbaarheid van de politie (zie signaal 3. Drempels dienstverlening politie), …. Wijkorganisaties en vertrouwenspersonen vangen de signalen wel op, maar zonder officiële melding of klacht is het moeilijk om iets te ondernemen.

Trekker: Kim Geenens
Opvolging:

Mensen zonder wettig verblijf die slachtoffer worden van een misdrijf, kunnen dat niet altijd op een veilige manier melden. Dat komt onder andere door het risico dat ze lopen om het land uitgezet te worden. Het VisaRoc-project rond safe reporting wil voor dit probleem aandacht vragen in de steden Barcelona, Milaan, Utrecht en Gent. Meer info op www.safereporting.eu

Actiepunt naar aanleiding van dit onderzoek:

  • Organiseren van twee infosessies in functie van safe reporting van mensen zonder wettig verblijf wanneer ze slachtoffer of getuige zijn van een misdrijf. Deze zijn gericht naar hulpverleners, politie en intermediairen. Er wordt uitleg gegeven over de gerechtelijke procedure, de verschillende mogelijkheden in functie van slachtoffer van mensenhandel en huiselijk geweld. En tips meegegeven wat je wel kan doen wanneer je iemand kent die met deze situatie geconfronteerd wordt.

Er wordt vooral ingezoomd op het feit dat politie een meldingsplicht heeft naar dienst vreemdelingenzaken wanneer er een vermoeden is dat ze te maken hebben met iemand zonder wettig verblijf.

5

Procedure aanvraag zorgtoeslag®

Er zijn diverse knelpunten bij het aanvragen van de Zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte:

  • Ouders zijn vaak niet op de hoogte van de mogelijkheid om een zorgtoeslag aan te vragen.
  • Het gezin moet het dossier zelf opstarten, maar kan dat vaak niet zonder ondersteuning.
  • Een deel van het dossier moet door een arts ingevuld worden. Het is niet duidelijk door welke arts. Het is bovendien raden naar hoe het online gedeelte door de arts ingevuld moet worden en welke rubrieken echt noodzakelijk zijn.
  • Indien het dossier niet op tijd volledig is, wordt dit stopgezet en moet de aanvraag helemaal opnieuw beginnen.
  • De behandeling van de dossiers duurt erg lang.

Daardoor lopen gezinnen in een kwetsbare positie het recht op de Zorgtoeslag mis.

Opvolging:

Eerste stap in de opvolging:

- afstemming met verschillende stadsdiensten welke stappen al ondernomen zijn rond bovenlokale signalering rond de zorgtoeslag.

6

Druk op de eerstelijn®

De druk op eerstelijnsdiensten en -professionals neemt toe door personeelstekorten en door de afbouw van (fysieke) dienstverlening van verschillende (basis)diensten (zie ook signaal 1. Digitalisering).

Het structureel personeelstekort stelt zich in zo goed als elke sector/iedere beroepsgroep binnen zorg en welzijn: huisartsen, tandartsen, (thuis)verpleging, zorgkundigen, sociaal werkers, opbouwwerkers, jeugdwelzijnswerkers … Vooral de vacatures voor basiswerkers raken moeilijk ingevuld. Terwijl het net die basiswerkers zijn die in rechtstreeks contact staan met de burger. Het tekort geldt zowel voor de eerste als tweede lijn. Beide niveaus ervaren ook indirect druk van elkaars tekorten. Ze verwijzen vaak te snel naar elkaar door. Bijvoorbeeld:

  • Huisartsen verwijzen sneller door naar spoed.
  • Ziekenhuizen ontslaan patiënten sneller.

 

Een aantal oorzaken van het tekort zijn een grote uitstroom (o.a. door de te hoge werkdruk, administratieve last en de pensioengolf), te weinig afgestudeerden, bachelors doen nog een masteropleiding, en het imago van de zorg.

Naast het personeelstekort, zorgt ook de afbouw van (fysieke) dienstverlening voor extra druk op de eerste lijn. Bijvoorbeeld mutualiteiten, politie, nutsbedrijven, banken en vakbonden sluiten fysieke loketten. Doordat deze diensten minder laagdrempelig zijn komt er extra werkdruk bij diensten en organisaties die wél nog toegankelijk zijn (vb. de wijkgezondheidscentra, huisartsen, straathoekwerk). Zij nemen bijkomende taken op die eigenlijk niet binnen hun rol liggen.

De druk op de eerstelijn heeft een negatieve impact op eerstelijnswerkers. De hoge werkdruk en de nasleep van de covidperiode zet hun veerkracht onder druk.

Dit heeft bovendien negatieve gevolgen voor de Gentenaar. Er zijn wachtlijsten voor onder andere huisartsen en tandartsen, er zijn minder bedden in ziekenhuizen en afdelingen in woonzorgcentra sluiten. De toegankelijkheid en kwaliteit van zorg komen in het gedrang.

Dit treft Gentenaren in een kwetsbare positie het hardst. Zij vallen immers het eerst uit de boot. Sommige zorgverstrekkers vragen bijvoorbeeld om bepaalde doelgroepen niet meer door te verwijzen omdat ze het niet kunnen bolwerken. Of ze geven aan niet met tolken te werken, waardoor anderstalige nieuwkomers niet bij hen terechtkunnen. Mensen in een kwetsbare situatie hebben vaker geen vaste huisarts (vb. mensen in armoede, nieuwkomers). Zij kunnen door de wachtlijsten amper terecht bij een huisarts als ze er één nodig hebben.

13

Drempels naar thuiszorg

Mensen in een kwetsbare positie botsen op een aantal drempels naar thuiszorg. De grote wachtlijsten zijn een belangrijke drempel. Er zijn wachtlijsten door enerzijds het tekort in de thuiszorg, en anderzijds de grotere vraag (vb. door kortere ligtijden in de ziekenhuizen, vergrijzing, …). Daarnaast ervaren ze ook mentale drempels. Ze kennen de dienstverlening niet en durven geen onbekenden toe te laten in hun woning.

  • De tijdelijke overbruggingshulp vanuit de lokale dienstencentra (LDC) verlaagt deze drempels. Ze vullen de wachttijd naar reguliere thuiszorg op en laten mensen de dienstverlening op een laagdrempelige manier kennen, vanuit hun vertrouwde LDC. De overbruggingshulp verdwijnt helaas in de eerste helft van 2023.
Trekker: Leen Van Zele
Opvolging:

De mutualistische zorgkassen, de ziekenfondsen en hun diensten maatschappelijk werk stuurden begin juli 2023 een open brief naar de ministers van de Vlaamse Regering om te pleiten voor betaalbare zorg voor mensen met een zorg- en ondersteuningsnood.

18

Dienstverlening sociale huisvestingsmaatschappijen®

De dienstverlening van de Gentse sociale huisvestingsmaatschappij(en) is onvoldoende en ontoegankelijk.

Voorbeelden:

  • Laattijdige, gebrekkige en ontoegankelijke communicatie naar de bewoners. Bijvoorbeeld over de verhoging van de huur, over de facturatie van verbruikslasten en over procedures bij terugbetalingen en verrekeningen.
  • De afrekening van de huurlasten is vaak heel hoog omdat het maandelijks voorschot veel te laag ligt. Dit maakt het voor kwetsbare bewoners onmogelijk om hun gezinsbudget goed te beheren.

    • Vb. In de nieuwbouwappartementen in de Rabotwijk betalen bewoners maandelijks 3 à 4 euro lasten. Op het einde van het jaar krijgen ze een afrekening van 800 à 1400 euro voor bijkomende kosten (vb. lift, herstellingen, …).
  • De afrekening van EGW komt niet regelmatig toe. In sommige gevallen pas na 3 jaar.
  • Er is weinig transparantie over de afrekeningen. Vb. voorschotten van 700 à 900 euro met daarna een afrekening van 1000 à 1500 euro, zonder mogelijkheid tot uitleg over de oorzaak daarvan.
  • Huurprijsherzieningen op basis van gedaald inkomen gebeuren niet automatisch. De gemiddelde duurtijd tussen aanvraag en toekenning is 6 maanden.
  • Het complex systeem van aanvraag huurprijsherziening maakt het voor veel bewoners onmogelijk om dit zelf te doen.
  • Herstellingswerken worden laattijdig of niet uitgevoerd na melding van gebreken aan de woning door bewoners.
  • De vocht- en schimmelproblematiek in sociale woningen wordt slecht of niet opgevolgd. Ook nadat bewoners dit melden aan de technische dienst van de Sociale Huisvestingsmaatschappij (SHM). De SHM legt de schuld van de vochtproblematiek vaak bij de bewoners. Meestal is dit echter het gevolg van een structureel probleem, al dan niet in combinatie met bewonersgedrag. De kwaliteit van de sociale woningen wordt stapsgewijs verbeterd. Sommige mensen wonen op dit moment echter in een woning die hun gezondheid schaadt.

 

Zie ook eis 21 in https://www.rechtopbetaalbaarwonengeenenkelmensopstraat.be/13-mei-2022/

Trekker: Anne Mertens

19

Nood aan woonbegeleiding voor bewoners in kwetsbare wijken

Het samenlevingsweefsel staat onder druk in woonwijken en -blokken waar veel mensen in een kwetsbare situatie samenwonen (o.a. sociale woningen). Ondersteuning om het samenleven goed te laten verlopen is erg belangrijk. Sociale woonbegeleiding speelt daarin een grote rol. Er is nood aan meer aanbod in sociale woonbegeleiding.

Naast woonbegeleiders zijn ook flatwachters een noodzakelijke actor in het ondersteunen van bewoners om het samenleven vlot te laten verlopen, conflicten te vermijden en ontmantelen.

Het is belangrijk dat de verschillende initiatieven in onderlinge afstemming blijven inzetten op de leefbaarheid in buurten met verhoogde kwetsbaarheid.

Trekker: Anne Mertens

23

Drempels naar vrije tijd

Er is te weinig vrijetijdsaanbod dat voldoet aan de 5 b’s (bereikbaarheid, beschikbaarheid, betaalbaarheid, begrijpbaarheid, bruikbaarheid). Mensen in een kwetsbare positie ervaren daardoor drempels naar vrijetijdsactiviteiten.

Voorbeelden:

  • Voor veel vrijetijdsactiviteiten moet je digitaal inschrijven en/of digitaal je aanwezigheid registreren. Mensen die geen toegang hebben tot internet of weinig digitaal vaardig zijn botsen op deze digitale drempel (zie ook signaal 1. Digitalisering).
  • Er zijn wachtlijsten in het aanbod voor onder andere voetbal, zwemlessen en in sommige jeugdbewegingen.
  • Er is een tekort aan fietslessen. Er is nood aan de uitvoering van het nieuwe actieplan vervoersarmoede[1] en de daarin voorziene uitbreiding van het aanbod aan fietslessen in Gent.
  • Nieuwkomers ervaren drempels naar vrije tijd. Zo vereist het graduele systeem van het sportaanbod dat mensen al bepaalde vaardigheden hebben om te kunnen instappen. Hoe ouder, hoe hoger de drempel.
  • De vrijetijdssector doet veel inspanningen i.v.m. talige toegankelijkheid. Bijvoorbeeld door heldere communicatie op de website en in promotie. Maar deze talige toegankelijkheid ontbreekt in de praktijk: inschrijvingsprocedures, uitleg tijdens de activiteit, ….
  • Mensen in een financieel kwetsbare positie hebben vaak geen mentale ruimte voor ‘vrije tijd’. Hun dagelijks leven wordt gedomineerd door kopzorgen, stress om financiële of medische redenen, ….
  • Mensen met een beperking hebben weinig vrijetijdsmogelijkheden. Organisaties geven aan dat ze inclusief zijn, maar in de praktijk heeft dat vaak limieten. Bijvoorbeeld door de fysieke toegankelijkheid van een gebouw, een beperkt aantal plaatsen voor mensen met een beperking, omdat het moeilijk is om de werking/omgeving aan te passen, …. 
  • De wijkbibliotheken vormen een belangrijke, laagdrempelige plek om ‘vrije tijd’ door te brengen. De openingsuren worden beperkt. 
  • Vrijetijdsactiviteiten zijn er vaak niet op het moment dat je er nood aan hebt. Bijvoorbeeld in het weekend.

 

Het bestaande toegankelijke vrijetijdsaanbod in Gent wordt vaak aangewend om mensen te versterken en een netwerk uit te bouwen. Bijvoorbeeld aanbod vanuit het jeugdwelzijnswerk, armoedeorganisaties, …. Dit toegankelijke aanbod moet verder uitgebreid worden. Veel sociaal culturele organisaties bieden activiteiten aan aan een verlaagd tarief voor mensen met een UITPAS met kansentarief. Voor steeds meer mensen in een kwetsbare positie is het verlaagde tarief echter nog steeds te hoog. Anderzijds geven ook organisaties met UITPAS aanbod aan dat ze hun aanbod aan kansentarief verminderen omdat het ook voor hen onbetaalbaar wordt.

Het beperkte aanbod aan toegankelijke vrijetijdsactiviteiten is bovendien erg veranderlijk en moeilijk terug te vinden.

  • Vb. Lago Rozebroeken:  nu slechts max. 2 zwembeurten per UiTPAS per jaar.

 

[1] Dienstoverschrijdende werkgroep vervoersarmoede Stad Gent (2022) Actieplan vervoersarmoede 2021 – 2025 (https://stad.gent/sites/default/files/media/documents/20221020_NO_Actie…)

Opvolging:

  • Er is een tekort aan fietslessen. Er is nood aan de uitvoering van het nieuwe actieplan vervoersarmoede[1] en de daarin voorziene uitbreiding van het aanbod aan fietslessen in Gent.

Bevoegde dienst = Mobiliteit. 
 

  • Mensen in een financieel kwetsbare positie hebben vaak geen mentale ruimte voor ‘vrije tijd’. Hun dagelijks leven wordt gedomineerd door kopzorgen, stress om financiële of medische redenen, ….
     

Departement niet bevoegd voor mentaal welzijn. 
 

  • De wijkbibliotheken vormen een belangrijke, laagdrempelige plek om ‘vrije tijd’ door te brengen. De openingsuren worden beperkt. 
     

De reorganisatie van de openingsuren sinds 1 juli 2023 is een recente beleidsbeslissing in een moeilijke budgettaire context. Het stadsbestuur heeft beslist om alle wijkfilialen blijvend open te houden. Daarvoor was weliswaar een reorganisatie nodig van de openingsuren. Minder in totaal, maar wel efficiënter georganiseerd op vaste openingsdagen en beter aansluitend op elkaar. Zo blijven de wijkbibliotheken heel nabij voor alle Gentenaars.

Er is te weinig vrijetijdsaanbod dat voldoet aan de 5 b’s (bereikbaarheid, beschikbaarheid, betaalbaarheid, begrijpbaarheid, bruikbaarheid). Mensen in een kwetsbare positie ervaren daardoor drempels naar vrijetijdsactiviteiten.

Voorbeelden:

  • Voor veel vrijetijdsactiviteiten moet je digitaal inschrijven en/of digitaal je aanwezigheid registreren. Mensen die geen toegang hebben tot internet of weinig digitaal vaardig zijn botsen op deze digitale drempel (zie ook signaal 1. Digitalisering).
  • Nieuwkomers ervaren drempels naar vrije tijd. Zo vereist het graduele systeem van het sportaanbod dat mensen al bepaalde vaardigheden hebben om te kunnen instappen. Hoe ouder, hoe hoger de drempel.
  • De vrijetijdssector doet veel inspanningen i.v.m. talige toegankelijkheid. Bijvoorbeeld door heldere communicatie op de website en in promotie. Maar deze talige toegankelijkheid ontbreekt in de praktijk: inschrijvingsprocedures, uitleg tijdens de activiteit, ….
  • Mensen in een financieel kwetsbare positie hebben vaak geen mentale ruimte voor ‘vrije tijd’. Hun dagelijks leven wordt gedomineerd door kopzorgen, stress om financiële of medische redenen, ….
  • Mensen met een beperking hebben weinig vrijetijdsmogelijkheden. Organisaties geven aan dat ze inclusief zijn, maar in de praktijk heeft dat vaak limieten. Bijvoorbeeld door de fysieke toegankelijkheid van een gebouw, een beperkt aantal plaatsen voor mensen met een beperking, omdat het moeilijk is om de werking/omgeving aan te passen, …. 
  • De wijkbibliotheken vormen een belangrijke, laagdrempelige plek om ‘vrije tijd’ door te brengen. De openingsuren worden beperkt. 
  • Vrijetijdsactiviteiten zijn er vaak niet op het moment dat je er nood aan hebt. Bijvoorbeeld in het weekend.

 

Het bestaande toegankelijke vrijetijdsaanbod in Gent wordt vaak aangewend om mensen te versterken en een netwerk uit te bouwen. Bijvoorbeeld aanbod vanuit het jeugdwelzijnswerk, armoedeorganisaties, …. Dit toegankelijke aanbod moet verder uitgebreid worden. Veel sociaal culturele organisaties bieden activiteiten aan aan een verlaagd tarief voor mensen met een UITPAS met kansentarief. Voor steeds meer mensen in een kwetsbare positie is het verlaagde tarief echter nog steeds te hoog. Anderzijds geven ook organisaties met UITPAS aanbod aan dat ze hun aanbod aan kansentarief verminderen omdat het ook voor hen onbetaalbaar wordt.

Het beperkte aanbod aan toegankelijke vrijetijdsactiviteiten is bovendien erg veranderlijk en moeilijk terug te vinden.

  • Vb. Lago Rozebroeken:  nu slechts max. 2 zwembeurten per UiTPAS per jaar.

 

Uitpas regio Gent is de grootste aanbieder van Vlaanderen, waarbij de gemeenten Melle, Destelbergen, Lochristi en Merelbeke aangesloten zijn.
Er zijn op het Gentse grondgebied 300 partners aangesloten bij Uitpas.
Er is een zeer grote diversiteit aan partners uit de vrije tijd-, sport- en cultuursector waarbij o.a. alle voetbalclubs en jeugdbewegingen aangesloten zijn.

Een volledig overzicht is te vinden hier of in een brochure in een verkooppunt van Uitpas.
Je vindt een overzicht per sector en per wijk.
Indien er beperkingen zijn, worden die vermeld bij de desbetreffende partner.
Op dit moment zijn dat 6 partners met een beperking op het aanbod.

De samenwerkingen met partners is gebaseerd op een duurzame, langetermijnvisie. In het 8-jarig bestaan van Uitpas zijn er slechts 7 partners gestopt met de samenwerking.
Deze samenstelling van partners is met inspraak van armoedeverenigingen gebeurd.

 

Enkele cijfers:

Voor 2023 (tot met augustus): 46.608 participaties door 12.419 unieke pashouders t.w.v. 594.137,6 euro. 

Voor 2022: 51.896 participaties door 11.706 unieke pashouders t.w.v. 574.553,68 euro. 

Uitpas is enkel een financiële tool om de financiële drempels van de vrijetijdsactiviteiten te verlagen.

Het is geenszins de taak en de bedoeling van het Uitpasteam of van de aangesloten partners om de complexe achterliggende problematieken van armoede aan te pakken (taal, toegankelijkheid, digitale vaardigheid, welzijn…)

De partners zijn organisaties die zelf keuzes maken wat betreft hun aanbod, periodiciteit, inschrijvingsprocedures, toegankelijkheid….
De overheid kan hen sensibiliseren en in contact brengen met ervaringsdeskundigen, maar geen normen opleggen aangezien de partners zelf financieel bijdragen aan een solidariteitsmechanisme.

Het Uitpasteam heeft hiervoor een vrijblijvende vorming georganiseerd waarbij een ervaringsdeskundige kwam getuigen over armoede en drempels.
15 organisaties hebben deelgenomen.
In de nieuwsbrieven naar de partners worden thema’s rond armoededrempels besproken.

In de Uitdatabank kunnen de partners hun activiteiten aanduiden met taaliconen.
De opgesomde initiatieven zijn steeds vrijblijvend en dus niet afdwingbaar voor de partners.
Uitpas is niet verantwoordelijk voor de aanpak en organisatie van de partners m.b.t. de armoededrempels.

Om het aanbod partners uit te breiden is er een bijkomend budget nodig waarover wij nu niet beschikken.

Daarom kunnen wij voorlopig geen nieuwe partners aansluiten.

De beperking tot twee zwembeurten bij Lago is door Lago zelf en alleen genomen. De partners kunnen dat vanzelfsprekend zelfstandig beslissen vermits zij zelf 40% meebetalen en het ook zelf financieel moeten aankunnen.

 

 

38

Openbare diensten laten boetes of laattijdige betalingen snel escaleren

Overheidsdiensten geven sancties bij het laattijdig of niet betalen van facturen. Ze rekenen extra administratieve kosten aan, geven boetes en/of schakelen een deurwaarder in. Voor mensen in een kwetsbare positie lopen de kosten snel op, waardoor ze nog dieper in armoede geraken. Ze zijn ook terughoudender om gebruik te maken van de diensten uit schrik voor financiële consequenties. Dit vergroot de ongelijkheid.

Voorbeeld boetes:

  • Het boetesysteem in de bibliotheek zorgt voor een extra drempel om boeken te ontlenen voor mensen met een laag inkomen. In de Krook zijn er verschillende initiatieven die hierop inspelen: mogelijkheid om boetes gespreid te betalen, lagere boetes voor kinderboeken, eerste dag te laat is boetevrij, het aanbod wisselcollecties en de mogelijkheid om boeken in iedere Gentse bibliotheek of terugbrengbus binnen te brengen. Je krijgt verwittigingsmails om boetes te vermijden. Dit gebeurt via een zelf opgegeven mailadres. Dat geeft soms problemen, bijvoorbeeld wanneer je van mailadres verandert. Ondanks deze initiatieven blijven de boetes een probleem. Voor mensen met een laag inkomen zorgt een boete voor stress. Ze maken dan liever geen gebruik van de dienstverlening om de stress te vermijden.

Openbare diensten schakelen sneller een deurwaarder in als boetes of facturen niet (tijdig) betaald worden:

  • De Lijn schakelt heel snel een deurwaarder in.
  • Voor de betaling van het inburgeringstraject plant men vanaf september 2023 met deurwaarders te werken.
  • Ook diensten van Stad Gent zetten deurwaarders in. Er zit dan wel een extra sociale buffer tussen: je krijgt veel herinneringen per mail/brief. Voor mensen in een kwetsbare positie werkt dat niet altijd. Ze verhuizen vaak, de brieven komen niet terecht of ze begrijpen de brief niet. Daardoor vormt de deurwaarder een onverwachte, grote klap.
  • Scholen schakelen sneller een incassobureau, advocaat of gerechtsdeurwaarder in voor onbetaalde schoolfacturen. Bv. een schoolfactuur van een Gentse school bedroeg 4,98 euro. Doordat de factuur niet tijdig betaald werd liep de factuur na een jaar op tot 264 euro. De Stedelijke scholen hebben wel een beleid rond opvolging onbetaalde schoolfacturen.
Trekker: Jan Comhaire
Opvolging:

REACTIE SEP-2023

POSITIONERING

Het Beleid bepaalt voor welke diensten, ingebruikname en overtredingen een vergoeding gevraagd of opgelegd wordt. Daarbij dient men te onderscheiden:

  • Facturen: ingevolge een geleverde prestatie zoals bvb. kinderopvang
  • Retributies: betaling voor een verleende dienst die vrijwillig gekozen werd zoals bvb. vuilophalen of parkeren op de openbare weg/in een parkeergarage
  • Boetes: een administratieve sanctie in de vorm een te betalen geldboete naar aanleiding van een overtreding zoals bvb. het doorrijden van het autovrijgebied of de Lage Emissiezone
  • Fiscale vorderingen: ingevolge gemeentebelasting opgelegd zoals bvb. inname openbaar domein
  • Administratieve kosten (volgens reglement van toepassing) worden in rekening gebracht wanneer de vordering meermaals (gratis) in herinnering werd gebracht en onbetaald bleef zonder enig reactie of kennisgeving vanwege de schuldenaar.

Het Bestuur (“de overheidsdiensten”) dient het beleid ten uitvoer te brengen en doen dit via reglementen, kennisgevingen, toekennen van vergunningen, mogelijkheid tot registratie en andere kanalen ter beschikking en het best toepasbaar op het doelpubliek of de klantenbasis.

 

PRINCIPES

1° Er wordt gewerkt volgens een klantgerichte, steeds informerende, benadering (niet limitatief voor alle diensten):

  • Vooraf: de burger, klant, entiteit of persoon wordt geïnformeerd en kan zichzelf informeren via verschillende kanalen en/of bij de betrokken diensten omtrent de van toepassing zijnde reglementen en de genomen beleidsbeslissingen  betreffende een gewenste prestatie, een gereglementeerd gedrag of een specifieke zone van het grondgebied van de stad. Vaak zijn de regels en de afspraken zichtbaar in het straatbeeld (ref. verkeersborden), worden ze vermeld in periodieke publicaties, zijn ze aanwezig op de website van de stad en meer en meer zijn ze ook beschikbaar via sociale media.
  • Op het moment van dienstverlening, prestatie, vaststelling of overtreding wordt er administratief nota gemaakt zoals een aanwezigheid bij de kinderopvang, een vaststelling van sluikstorting of het gebruik van de openbare weg. In geval van een prestatie-levering (bvb. opvang in kinderdagverblijf) is er vaak contact met een medewerker van de betrokken dienst aan wie steeds een vraag kan worden gesteld.
  • Via een uitnodiging tot betaling: de factuur voor kinderopvang, het aanslagbiljet m.b.t. een gemeentebelasting, de parkeerbon, de (GAS/LEZ)boetebrief enz. geven zichtbare aanwijzingen naar de betrokken dienst waar informatie kan worden bekomen over de reden, bron, oorzaak van de gevraagde betaling.
  • Via een eerste gratis herinnering (soms meerdere) omtrent het nog openstaande bedrag, gericht aan het door de schuldenaar opgegeven adres of via het verkozen communicatiekanaal.
  • Via aanmaning (aangetekend schrijven), al dan niet verhoogd met administratieve kosten, alvorens over te gaan tot invordering.
  • Vooraf aan de invordering, welke gebeurt via een dwangbevel opgemaakt en overgemaakt door de Fin-Directeur van Stad & OCMW aan de gerechtsdeurwaarder, zendt de aangesproken gerechtsdeurwaarder een eenvoudig schrijven aan de schuldenaar met daarin de melding dat hij een opdracht tot invordering van een bepaald gedetailleerd bedrag heeft gekregen,  alvorens zich persoonlijk te melden op het officieel adres teneinde de solvabiliteit van de schuldenaar te kunnen inschatten.

2° Principe van gelijke behandeling van onze klanten (burgers/ondernemingen) ligt aan de grondslag van het facturatieproces en het debiteurenbeheer.

Niettemin … op het moment van de aanvraag of het leveren van de prestatie door Stad/OCMW hebben bepaalde diensten - voornamelijk waar er persoonlijk contact is met de burger/cliënt – de gelegenheid om, met het oog op de aanrekening van een correcte – eventueel sociaal bijgestelde -prijs, te peilen naar de financiële draagkracht van de burger/cliënt en daarbij  informatie te verschaffen of voorstellen te formuleren betreffende mogelijke (sociale) tussenkomsten, gunstiger tarieven enz. Waar mogelijk zetten de stadsdiensten ook in op het automatisch toekennen van recht op sociale kortingen.

Desondanks … zijn er op elk moment van het debiteurenbeheer (van uitnodiging tot betaling ingevolge prestatie/dienst of ingevolge een vaststelling van een inbreuk tot aan de gedwongen invordering) mogelijkheden om als schuldenaar in gesprek te gaan met de betrokken dienst betreffende de gevraagde betaling. Verschillende betalingsmodaliteiten zijn bespreekbaar en mogelijk, zoals tijdelijk betalingsuitstel,  spreiding van (af)betalingen in de tijd, enz.

Bovenop .. zullen voormelde betaalfaciliteiten steeds aangeboden worden, of tot de mogelijkheden behoren, in fase van de invordering door een externe partner, zijnde gerechtsdeurwaarder (voor Belgische debiteuren) of incassobureau (voor buitenlandse debiteuren).

3° Administratieve kosten en/of boetes

Gebaseerd op de toepasselijke reglementen, goedgekeurd door de bevoegde beleidsinstanties, dienen in de fase van debiteurenbeheer vanaf er een nood is aan het verzenden van een aangetekende aanmaning  omdat de betaling van een geleverde dienst/prestatie achterwege blijft administratieve kosten bovenop het initieel te betalen bedrag worden toegepast. Dit dient enkel te gebeuren als het te betalen bedrag open blijft staan en de dienst zonder signaal, antwoord of andere vorm van contact vanwege de schuldenaar is. Administratieve kosten vinden hun oorsprong in “de noodzaak van meermaals ter hand nemen van het betrokken dossier”.

(Administratieve geld-)boetes worden opgelegd omwille van “het niet naleven van de toepasselijke, en verondersteld overeengekomen, afspraken of omwille van ”het begaan van een overtreding of inbreuk op gevestigde, geduide en te kennen reglementen”. M.a.w. als sanctie ten gevolge van een ongepast (rij- of ander) gedrag. Boetes zijn een onderdeel van een handhavingsbeleid dat het organiseren van een leefbare stadsomgeving ondersteund.

 

4° Inzet van externe invorderingspartner

Eénmaal de openstaande schuld in het proces van invordering via een dwangbevel en de tussenkomst van een externe invorderingspartner (een gerechtsdeurwaarder) komt, zijn de tarieven voor de vergoeding van de tussenkomst van de gerechtsdeurwaarder wettelijk vastgelegd en gekoppeld aan de grootte van het openstaande bedrag.

Voor detail zie (K.B. 30.11.1976) : https://www.gerechtsdeurwaarders.be/sites/default/files/inline-files/burgerlijk%20tarief%202023.pdf

 

DATA PROTECTION / PRIVACY

De algemene verordening gegevensbescherming (AVG - ook bekend onder de Engelse afkorting GDPR) versterkt de grondrechten van de burgers in het digitale tijdperk. De Belgische Privacywet ter bescherming van persoonsgegevens, voluit de Wet van 8 december 1992 voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, moet de burger beschermen tegen misbruik van zijn persoonlijke gegevens.

Met uitzondering van enkele OCMW-diensten - welke een wettelijk verbod hebben dit te delen - hadden de diensten van Stad en OCMW geen inzage in de financiële draagkracht, solvabiliteit, inkomen of persoonsgegevens van hun klanten of de burger.

In het kader van het project éénheid van schuld deed de stad Gent begin 2023 de nodige inspanningen om in het Decreet Lokaal Bestuur (artikel 177) een wettelijke basis te laten opnemen om rekening houdend met o.m. de doelstelling van bestrijding en voorkoming van armoede en overeenkomstig het lokaal beleid te kunnen komen tot de verwerking van personengegevens op basis waarvan er proactief kan bepaald worden wie financieel kwetsbaar is.

 

INSCHAKELEN VAN EEN GERECHTSDEURWAARDER

Op het einde van het interne inningsproces kan door de  financieel directeur besloten worden wat met de openstaande bedragen, zijnde belastingen, (administratieve)boetes en retributies en de bijkomende administratieve kosten dient te gebeuren.

Eén mogelijkheid is overgaan tot invordering via een externe invorderingspartner. Een opdracht die door de financieel directeur via een overheidsopdracht kan uitbesteed worden aan een gerechtsdeurwaarder.

Op basis van het door de stad met de gerechtsdeurwaarder afgesproken plan van aanpak zal hij meerdere pogingen ondernemen om de betrokkene persoonlijk te bereiken teneinde er (af)betalingen mee af te spreken of om betrokkene te informeren en door te verwijzen naar schuldhulpverleningsinstanties (OCMW, CAW, …). Tijdens de opstart van het dossier onderzoekt de gerechtsdeurwaarder meerdere zaken om tot een geactualiseerde inschatting van de solvabiliteit van de debiteur te komen.

Wanneer geen contact mogelijk blijkt, en bij het uitblijven van een reactie van de debiteur, zal de gerechtsdeurwaarder, gehouden aan de principes van sociaal invorderingsbeleid overeengekomen met Stad & OCMW, de schuldenaar bezoeken op zijn domicilie-adres. Alleen in die dossiers waar de solvabiliteit van de debiteur als voldoende goed wordt aangemerkt, zal de gerechtsdeurwaarder ter plaatse een betekening met bevel tot betalen op basis van het dwangbevel afleveren.

 

ACTIES ONDERNOMEN EN LOPENDE

  1. De Beleidsnota Financiën 2020-2025 bevat volgende doelstelling:

“Een menselijk invorderingsbeleid en streven naar eenheid van schuld.”

De Stad heeft een grote variatie aan belastingen, boetes en retributies (d.i. betalende diensten). Zowat elke bewoner, heel wat ondernemingen en bezoekers krijgen daarmee te maken. Om die verschillende soorten inkomsten te realiseren kunnen we niet op een eenvormige manier te werk gaan. Immers: sommigen willen wel betalen maar kunnen niet, sommige anderen kunnen wel maar willen niet...

We voeren daarom een gevarieerd invorderingsbeleid, waarbij we enerzijds consequent belastingen en vorderingen innen, om zo het beleid af te dwingen; maar anderzijds ook begrip tonen voor schuldenaren die in een moeilijke positie verkeren. We zoeken in zo’n gevallen altijd (automatisch) een ‘sociaal menselijke behandeling’ via aangepaste betalingsfaciliteiten.

We streven het principe van ‘eenheid van schuld’ na voor Gentenaars die dat nodig hebben (reeds van toepassing in het OCMW). Daarmee bedoelen we dat we met onze schuldenaren één globaal dossier voor onze eigen vorderingen maken (Stad & OCMW Gent), met afspraken op maat. Daardoor willen we hen verlossen van extra kosten en administratieve overlast. Als eerste stap bouwen we onze visie daarop verder uit. Sowieso werken we enkel samen met inningspartners (deurwaarders) welke deze visie op menselijk en sociaal verantwoord invorderen onderschrijven. We onderzoeken bovendien hoe we de procedure voor niet-geïnde schoolfacturen in het stedelijk onderwijs verder op punt kunnen stellen.

  1. Realisatie van een menselijk invorderingsbeleid

Inzake het externe invorderingsproces zijn in de overheidsopdracht met de gerechtsdeurwaarder afspraken gemaakt en wordt er regelmatig overleg gepleegd met de betrokken gerechtsdeurwaarder teneinde een rechtvaardige doch menselijke invordering te realiseren. Weliswaar via alle mogelijke wettelijk beschikbare uitvoeringsmiddelen en na het bepalen van de solvabiliteit van de schuldenaar.

De speerpunten van de overheidsopdracht van diensten betreffende door gerechtsdeurwaarders verleende diensten voor debiteurenbeheer zijn:

  • eerst een minnelijke afrekening zenden/opvolgen vooraleer de gedwongen uitvoering op te starten
  • een gewogen uitvoering rekening houdende met de solvabiliteit van de betrokkene(n)
  • de toepassing van kostenbeperkende maatregelen (bv. m.b.t. kwijtingsrecht bij afbetaling, …)
  • een gedetailleerde en transparante rapportering over de status van de toevertrouwde opdrachten

 

 

  1. Project Eenheid van Schuld

Op initiatief van het departement Financiën Stad & OCMW Gent werd een wijziging bekomen aan het DLB (Decreet Lokaal Bestuur) waardoor:

  • In artikel 177 expliciet de mogelijkheid werd gegeven aan de de financieel directeur van het lokaal bestuur om via debiteurenbeheer rekening te houden met o.m. de doelstelling van bestrijding en voorkomen van armoede. Wat bv. concreet zou kunnen ingevuld worden door een beleid van een centralisatie van invorderingen over verscheidene diensten heen
  • De toegang en verwerking van persoonsgegevens (ref AVG-zie hoger) kan gebeuren voor debiteurenbeheer in het kader van de bestrijding en voorkoming van armoede

In samenwerking met Stad Leuven werd een haalbaarheidsstudie uitgevoerd teneinde “Een bijkomend klantgericht, proactief invorderingstraject voor financieel zwakkere burgers door het opzetten van een globaal vorderingen overzicht waarin de burger via één afbetalingsplan z’n schulden, zonder bijkomende kosten, kan afbouwen en opvolgen.”

Een aanzet is gegeven voor een ontwerp gemeentereglement voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van debiteurenbeheer.

Een initiatief voor het volgen van een OSLO-traject (Open Standaarden voor Linkende Organisaties) werd opgestart onder coördinatie van Digitaal Vlaanderen. Het betreft de datastandaardisatie binnen schuldbeheer met als doel het delen van informatie onder belanghebbenden te vereenvoudigen. Dit met als doel een efficiëntere ondersteuning en oplossingen op maat te kunnen bieden voor de financieel zwakkere burger. De gezochte meerwaarde ligt in:

  • Een verbeterde dienstenlevering door consistente gegevensuitwisseling
  • Vermindering van stress voor mensen in moeilijke financiële situaties
  • Voorkomen van leveranciersafhankelijkheid met betrekking tot gegevensverwerking
  • Bevorderen van betere samenwerking over diensten en overheden heen

 

43

Toegang tot nachtopvang®

De nachtopvang is onvoldoende toegankelijk voor mensen die er nood aan hebben. Er zijn verschillende drempels die de toegang bemoeilijken:

  • Telefonisch aanmelden bij de nachtopvang is verplicht. Voor veel mensen in een kwetsbare situatie is dat niet evident: je moet een telefoon hebben mét belwaarde of terechtkunnen bij een organisatie waar je de telefoon mag gebruiken. De nachtopvang is bovendien telefonisch moeilijk bereikbaar, waardoor sommige mensen niet binnen geraken. De lijn is heel vaak bezet en je moet binnen bepaalde uren bellen. Daarnaast geven de telefonisten soms verkeerde info mee. Tijdens de kantooruren komt de lijn toe bij Gent-info, enkel na de kantooruren kom je telefonisch terecht bij de nachtopvang zelf.
  • Het toegangscriterium ‘binding met Gent’ sluit veel mensen uit en is onduidelijk. Mensen die in principe bij een ander openbaar bestuur terecht zouden kunnen in de nachtopvang, kunnen maximum één nacht terecht in Gent. Daarna worden ze geweigerd. Vaak geraken zij na weigering niet op een andere plek om te overnachten en belanden op straat. Een bijkomend probleem is dat de binding met Gent gecontroleerd moet worden bij de maatschappelijk werker. Als de maatschappelijk werker niet bereikbaar is, kunnen mensen niet in de nachtopvang terecht.    

Zonder hulp van een dienst is het in de praktijk quasi onmogelijk om binnen te geraken in de nachtopvang. Mensen geven het vaak op en doen geen tweede poging.

Mensen voelen zich bovendien onveilig in de nachtopvang. Bijvoorbeeld doordat er veel mensen kampen met een verslavings- en/of psychische problematiek, omdat er gestolen wordt, omdat je niet alleen in een kamer kan slapen, vrouwen voelen zich onveilig door seksueel overschrijdend gedrag van mannen, ...

53

Niet-dringend ziekenvervoer

Patiënten krijgen soms een onverwacht hoge factuur voor ziekenvervoer. Het is onduidelijk welk ziekenvervoer terugbetaald wordt, hoe hoog de terugbetaling is en via welke verzekering de terugbetaling gebeurt. In sommige gevallen komt de verplichte ziekteverzekering tussen, in andere gevallen de aanvullende verzekering van het ziekenfonds. De onduidelijkheid zorgt vaak voor onverwacht hoge kosten. Bij mensen met een beperkt budget leidt dit al snel tot financiële problemen.

Zie ook standpuntentekst Vlaams patiëntenplatform ‘Wij vragen betaalbaar toegankelijk en gecoördineerd ziekenvervoer’[1].

[1] Vlaams Patiëntenplatform (2022) Wij vragen kwaliteitsvol betaalbaar toegankelijk gecoördineerd ziekenvervoer (https://vlaamspatientenplatform.be/nl/standpunten/wij-vragen-kwaliteits…)

Trekker: Leen Van Zele

60

Ontoegankelijke communicatie naar Gentenaren in een kwetsbare situatie®

Heel wat (openbare) diensten communiceren niet helder. Ze gebruiken moeilijke woorden en zinsconstructies, weinig beeldmateriaal en ontoegankelijke communicatiekanalen. De hoogdrempelige communicatie komt bijvoorbeeld van de mutualiteiten, politie, stadsdiensten en bovenlokale administraties, ….

Daardoor bereikt de informatie mensen in een kwetsbare positie (bv. laaggeletterden) niet. Ze missen daardoor de toegang tot voordelen en voorzieningen.

Bijvoorbeeld:

  • Procedure gratis lijnpas voor kinderen zonder wettig verblijf.
  • Het aanbod Gent Knapt Op.
  • Informatie over de jobbonus.
  • Brieven rond arbeidsongeschiktheid van de mutualiteiten.

  •  

Ook de communicatie over het aanbod specifiek voor mensen in een kwetsbare positie bereikt de doelgroep onvoldoende. Organisaties met linken naar de doelgroep ontvangen de nodige informatie vaak niet of laattijdig. Daardoor komen de dienstverlening en projecten niet (voldoende) tot bij de doelgroep. Het winterplan bijvoorbeeld kwam pas na aanvang terecht bij veel organisaties die werken met mensen in een kwetsbare positie.

68

Gebrek aan plaatsen in de kinderopvang

Er is te weinig plaats in de kinderopvang. Dat zorgt ervoor dat ouders thuis moeten blijven om voor de kinderen te zorgen. In veel sectoren is thuiswerk geen optie. Ouders wiens kinderen nergens terechtkunnen zijn soms genoodzaakt om hun job tijdelijk op te zeggen, bijvoorbeeld in de vorm van tijdskrediet. Dit zorgt niet alleen voor inkomensverlies, maar ook voor problemen in het kader van rechtenopbouw (vakantie, pensioen, …). Binnen het aanbod is er ook een tekort aan flexibele kinderopvang. Vaak moet je de opvang lang op voorhand aanvragen. Het is meestal ook niet mogelijk om je kind slechts voor enkele uren naar de opvang te brengen. In veel kinderopvanginitiatieven moet je kind minstens twee dagen per week naar de opvang. Dit probleem treft vooral mensen in een kwetsbare positie.

Trekker: Bjorn Martens

70

Dienstverlening De Lijn

De dienstverlening van De Lijn is ontoegankelijk op verschillende vlakken:

  • Steeds meer lijnen en haltes worden geschrapt. Daardoor geraken mensen die minder mobiel zijn niet meer op hun bestemming.
  • De communicatie met De Lijn is ontoegankelijk. Telefoneren naar De Lijn kost veel geld en kan alleen via een centraal nummer. Je krijgt soms foutieve informatie over de dienstverlening (vb. over het verlaagd tarief).
  • Bij onderbrekingen van lijnen wordt er meestal geen alternatief voorzien. Er is bovendien een gebrek aan communicatie over de onderbreking.
  • Voor mensen die minder mobiel zijn is De Lijn fysiek moeilijk toegankelijk. Zij kunnen moeilijk opstappen op de bus door de hoge drempel t.o.v. het voetpad. Het actieplan vervoersarmoede plant een uitbreiding van het aantal toegankelijke haltes en biedt hier dus mogelijk (deels) een oplossing. Veel buschauffeurs vertrekken ook meteen na opstap, voordat mensen kunnen gaan zitten.

Bovendien gebeurt de ticketcontrole op een manier die soms bedreigend overkomt en daardoor agressie uitlokt.

Trekker: Kris Helincks
Opvolging:

  • Wat betreft de schrapping van haltes: De Lijn Flex vangt de haltes op die niet langer bediend worden. Er circuleert ook veel misinformatie over lijnen en haltes die niet langer bediend zouden worden.  In totaal kennen er een kleine 50 haltes niet langer reguliere bediening, maar deze zijn opgenomen in het Flex-vervoer (op reservatie). Daar staat tegenover dat op de andere lijnen en haltes er vaak frequentere bediening is en een veel grotere amplitude. Bovendien zijn er tientallen flex-haltes bijgekomen op plekken waar voorheen géén openbaar vervoer aanwezig was. Alle bestaande haltes blijven dus bediend door het openbaar vervoer, maar sommige niet langer op reguliere basis.

    Stad Gent verzamelde eind 2023/begin 2024 signalen over het nieuwe net van De Lijn bij burgers en organisaties. Die signalen werden gebundeld in een overzichtsdocument, en overgemaakt aan De Lijn. Daarin wordt met aandrang gevraagd om werk te maken van volgende punten:

Samenvatting knelpunten & bijsturingen

  • Het flexnet functioneert niet als vangnet voor wie niet aan het kernnet/aanvullend net geraakt. De onbetrouwbaarheid van het systeem tast de autonomie van veel bewoners aan: zij kunnen hun leven niet meer plannen omdat ze afhankelijk zijn van de te beperkte beschikbaarheid van de flex-bus. Doordat ze niet kunnen rekenen op een flexbus binnen een acceptabele tijd na reservatie, is het bvb. niet mogelijk om een specialist in het ziekenhuis te bezoeken.

    1. De werking van de Hoppincentrale en de reisplanner moeten beter.
    2. Er zijn meer voertuigen nodig om de doelstellingen waar te maken.
    3. De responstijd moet gereduceerd worden tot 30 minuten om betrouwbaar te zijn.
  • In Mariakerke rond de Driesdreef/Beekstraat/Zuidbroek en de wijk Luchteren is het openbaar vervoer-aanbod onvoldoende om een minimale bereikbaarheid te kunnen garanderen aan (kwetsbare) inwoners en de gebruikers/bezoekers van de verschillende school- en zorgvoorzieningen (LUCA campus Ter Beken, GO! Atheneum, WZC Zuiderlicht, De Karrekol, De Bries, De Boon, Pleegzorg Oost-Vlaanderen, De Ceder).
    1. Onderzoek of de frequentie van lijn 681 verhoogd kan worden.
    2. Onderzoek of de route van lijn 681 via de Gavergrachtstraat kan in plaats van de Bosstraat.
    3. Onderzoek of lijn 50 in Luchteren kan rijden met varianten: variant Catriestraat en variant Mariakerksesteenweg.
    4. Onderzoek of het oorspronkelijke plan om een shuttle in Mariakerke in te leggen alsnog uitgevoerd kan worden. Onderzoek daarbij of de oorspronkelijk voorziene lus moet doorgetrokken worden tot Heiebree of tot aan portaal Parkbos.
  • Het model waarin mensen vaker moeten overstappen werkt penaliserend. Veel gebruikers ervaren het als moeilijk of lastig en geven aan dat ze langer onderweg zijn. Op sommige plekken zijn basisvoorzieningen hierdoor moeilijker bereikbaar.
    1. Onderzoek of lijn 50 via Drongen-Centrum kan rijden. De overstap aan Drongen Rotonde werkt als een drempel, verschillende senioren gaven aan dat zij de rotonde (2x2+2 rijstroken) niet durven oversteken en daarom niet meer naar het centrum van Drongen komen.
  • Neem bestemming Crematorium opnieuw op in het kernnet, zolang De Lijn Flex niet de vereiste betrouwbaarheid biedt qua beschikbaarheid en responstijd.
  • Tickets & tarifering
    1. Een ticket moet geldig zijn voor de hele rit, zeker als de verplaatsing geboekt is via de Hoppincentrale. De geldigheidsduur van 60 minuten is onvoldoende nu gebruikers met het nieuwe net vaker moeten overstappen.
    2. Ticket- en abonnementsintegratie tussen trein en bus is nodig om de uitgangspunten van basisbereikbaarheid betaalbaar te houden voor gebruikers. Op verschillende trajecten worden reizigers nu naar een combinatie van bus en trein verwezen, wat een extra abonnement met zich meebrengt.
  • Communicatie
    1. Maak dat de halte-informatie klopt. Maanden na invoering zijn er nog steeds haltes waar de oude dienstregeling ophangt.
    2. Integreer de hoppin-reisplanner & De Lijn reisplanner. En op termijn ook de reisplanner van nmbs.
  • Verbeter de toegankelijkheid van de informatie, zowel voor mensen met een visuele handicap als voor mensen die niet digitaal vaardig zijn.

     

  • Wat betreft de communicatiekanalen van De Lijn: We hebben gepleit voor een 0800-nummer voor informatie over het nieuwe net, dat is er ook gekomen. Weliswaar tijdelijk. Ook de hoppincentrale waar je vanaf januari 2024 al je ritten kunt boeken, is een 0800-nummer. De foute informatie is een pijnpunt dat we vanuit de stad helaas enkel maar kunnen signaleren.
  • Wat betreft alternatieven en communicatie bij onderbrekingen van lijnen: Dat klopt. We spreken De Lijn geregeld aan op de gebrekkige communicatie. We stellen ook vast dat veel van de onderbrekingen door werken van de stad of in opdracht van de stad veroorzaakt worden. Maar dat vanuit de stad zelden budget voorzien wordt om alternatieven te voorzien.
  • Wat betreft de ontoegankelijkheid van de haltes: We zijn stelselmatig maar traag (beperkt budget) zoveel mogelijk haltes toegankelijk aan het aanleggen.
  • Wat betreft het dreigend overkomen van de ticketcontrole: We horen ook het omgekeerde signaal, vanuit De Lijn en de gemeenschapswachten, nl. dat ze veel agressie ervaren, ook zonder ticketcontroles. Bvb. omdat de bus te laat is, of wacht op het vertrekuur, of te druk is,… Er zijn nog altijd Gentenaars die geen vervoersbewijs willen kopen of scannen, helaas. Waardoor controles nodig blijven.

71

Drempels naar rijbewijs

Voor mensen in een kwetsbare positie is het steeds moeilijker om een rijbewijs te halen. Dat heeft te maken met een aantal drempels:

  • Het aantal talen waarin je je rijexamen kan afleggen is beperkter. Als je je examen in een andere taal dan het Nederlands wil afleggen, bots je bovendien op een extra lange wachtlijst.
  • Je hebt naast een auto ook een begeleider nodig om je praktisch rijbewijs te halen. Voor mensen met een beperkt netwerk is dat niet evident. De rijschool is voor veel mensen onbetaalbaar.
  • Het taalgebruik bij het theoretisch rijexamen is verouderd. Dat maakt het examen onnodig moeilijker.
  • Er is te weinig laagdrempelig aanbod theorielessen. De lessen die aangeboden worden in secundaire scholen zijn een goede praktijk, maar die zijn niet voor iedereen toegankelijk (alleen voor studenten secundair onderwijs). De lessen op school kunnen bovendien nog toegankelijker, door bijvoorbeeld herkansingen in te voeren bij de examens. Als je buist voor het theoretisch rijexamen via de school, moet je het examen via het rijexamencentrum afleggen. Als je twee keer niet slaagt moet je eerst 12 uur les volgen bij een erkende rijschool vooraleer je opnieuw een examen kan afleggen. De gevolgde lessen op school tellen daarvoor niet.

76

Recht op tolken®

Anderstalige burgers die een tolk nodig hebben om gebruik te maken van hulp- of zorgverlening, zijn daarvoor afhankelijk van de organisatie die de zorg of hulp aanbiedt. Veel organisaties en zorgverstrekkers werken niet met een tolk omwille van een aantal drempels: 

  • Er is een tekort aan tolken. Het gaat zowel over een algemeen tekort als over een extra tekort in bepaalde talen. Het tekort is het grootst in de talen Bulgaars, Turks, Slowaaks, Pashtoe, Modern Standaard Arabisch, Somali en Tigrinya. Er is geen aanbod voor Twi.
  • De kostprijs om een tolk in te schakelen is heel hoog voor een organisatie of zorgverlener. Ook al betaalt Stad Gent een deel van de tolkuren.
  • Het vraagt administratie en extra tijdsinvestering om te werken met tolken. Daar is geen ruimte voor door de hoge druk op de eerste lijn (zie ook signaal 6. Druk op de eerstelijn).
  • Er zijn ook zorg- of hulpverleners die niet met een tolk willen werken, bijvoorbeeld omdat ze daar geen ervaring mee hebben.

Door deze drempels hebben anderstalige nieuwkomers vaak niet de mogelijkheid om ondersteuning te krijgen van een tolk tijdens de hulpverlening. Ze zoeken zelf oplossingen en nemen bijvoorbeeld terug hun kind mee als tolk (zie signaal 64 uit 2016 Spijbelen om te tolken). Dat is vaak geen goed alternatief omwille van ruis op de vertaling, ethische kwesties en afwezigheid op school. Tolken zijn een essentiële ondersteuning om anderstaligen toegang te verlenen tot hulpverlening.