Juridisch

4

Minder aangiften over overlast en criminaliteit bij officiële instanties®

In buurten met een groot aantal mensen in een kwetsbare positie (o.a. wijken in de 19de -eeuwse gordel, sociale woonwijken) en met inwoners die de taal en procedures onvoldoende kennen, is het niet evident voor de inwoners om melding te maken van feiten zoals vandalisme, diefstal, onveilige situaties, overlast, …. Dit wordt vermoedelijk versterkt door een beeld over overheidsinstanties, vroegere ervaringen of verhalen die men hoort. Maar bijvoorbeeld ook door de taalbarrière, doordat ze de procedure niet kennen, uit schrik voor represailles of om zelf tegen de lamp te lopen, omdat ze denken - en vaak al meermaals ervaren hebben - dat er toch niets gedaan wordt met hun klacht, door de onbereikbaarheid van de politie (zie signaal 3. Drempels dienstverlening politie), …. Wijkorganisaties en vertrouwenspersonen vangen de signalen wel op, maar zonder officiële melding of klacht is het moeilijk om iets te ondernemen.

Trekker: Kim Geenens

Mensen zonder wettig verblijf die slachtoffer worden van een misdrijf, kunnen dat niet altijd op een veilige manier melden. Dat komt onder andere door het risico dat ze lopen om het land uitgezet te worden. Het VisaRoc-project rond safe reporting wil voor dit probleem aandacht vragen in de steden Barcelona, Milaan, Utrecht en Gent. Meer info op www.safereporting.eu

Actiepunt naar aanleiding van dit onderzoek:

  • Organiseren van twee infosessies in functie van safe reporting van mensen zonder wettig verblijf wanneer ze slachtoffer of getuige zijn van een misdrijf. Deze zijn gericht naar hulpverleners, politie en intermediairen. Er wordt uitleg gegeven over de gerechtelijke procedure, de verschillende mogelijkheden in functie van slachtoffer van mensenhandel en huiselijk geweld. En tips meegegeven wat je wel kan doen wanneer je iemand kent die met deze situatie geconfronteerd wordt.

Er wordt vooral ingezoomd op het feit dat politie een meldingsplicht heeft naar dienst vreemdelingenzaken wanneer er een vermoeden is dat ze te maken hebben met iemand zonder wettig verblijf.

24

Procedures verzoek internationale bescherming duren te lang®

Een asielprocedure kan meerdere jaren duren. Tijdens de procedure zijn verzoekers internationale bescherming grotendeels uitgesloten van het maatschappelijk leven. Ze kunnen bijvoorbeeld geen inburgeringstraject meer volgen sinds de wijziging van het inburgeringsdecreet, en vinden moeilijk een woning of een job (o.a. omdat ze geen verblijfplaats hebben). Zolang ze niet zeker zijn of ze in België kunnen blijven, is het voor hen niet mogelijk en wenselijk om hier een leven op te bouwen.  Hun leven staat dus ‘on hold’.

Veel vragen rond verblijfstatuut en procedures (gezinshereniging, nieuwe asielaanvragen, …) komen terecht in de eerstelijn.

Trekker: Kristel Danel

Langdurige asielprocedures zijn al jarenlang een hardnekkig probleem. Procedures bij de Dienst Vreemdelingenzaken, het Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen en de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen kunnen maanden of zelf jaren aanslepen. De oorzaken zijn divers; maar vooral de complexe regelgeving, de achterstand bij de behandeling van dossiers en de verschillende beroepsmogelijkheden hebben een grote impact. 

 

De rol van de lokale overheid is beperkt tot de woonstvaststellingen en het afleveren van een tijdelijke verblijfsdocument (de "oranje kaart"). We streven ernaar om binnen onze eigen werking de wachttermijn tot een minimum te beperken. Om de administratieve last voor de verzoekers om internationale bescherming te beperken is, mede op vraag van de Stad Gent, de geldigheidsduur van de tijdelijke verblijfsdocumenten in bepaalde gevallen alvast verlengt tot 8 maanden.

 

De lokale overheid heeft wel een belangrijke rol in het verstrekken van informatie aan verzoekers om internationale bescherming. Elke burger kan bij het Infopunt Migratie van de Dienst Burgerzaken terecht met alle vragen over verblijfsstatuten en asielprocedures. Het Infopunt Migratie verwijst actief door naar andere diensten bij vragen over taal, onderwijs, werk, wonen, … Sinds 1 juli 2023 is er in het Stadskantoor ook een uniek loket van Fedasil. Dankzij dit proefproject kan de burger op één laagdrempelige locatie terecht met als zijn vragen over asielprocedures.

29

Onvoldoende procedurele ondersteuning voor verzoekers internationale bescherming en mensen zonder wettig verblijf

Verzoekers internationale bescherming en mensen zonder wettig verblijf botsen op drempels naar (goede) rechtsbijstand.

Verzoekers internationale bescherming hebben recht op een advocaat tijdens hun asielprocedure. Ze zijn erg afhankelijk van rechtsbijstand, want die kan een grote invloed uitoefenen op de procedure en de beslissing of ze al dan niet asiel krijgen. Vaak is de kwaliteit van rechtsbijstand voor deze groep echter onvoldoende. Dat heeft een aantal oorzaken:

  • Er zijn te weinig advocaten die voldoende kennis hebben van het verblijfsrecht.
  • Advocaten zijn duur. De meeste verzoekers internationale bescherming doen beroep op een pro-deo advocaat. Ofwel vraagt men een pro deo -advocaat aan bij het Bureau Juridische Bijstand (BJB), ofwel zoekt men een advocaat uit het reguliere circuit die bereid is om pro deo te werken. Sinds de wijziging van de nomenclatuur voor Pro-Deoadvocaten in 2016[1] is het aantal punten voor asielprocedures verminderd, waardoor advocaten minder gemotiveerd zijn om dit op te nemen. Het aanbod advocaten is dus beperkt.
  • Het probleem rond tolken (zie signaal 76. Recht tolken) stelt zich ook in de rechtsbijstand aan verzoekers internationale bescherming. Er kan een tolk aangevraagd worden via rechtsbijstand, maar dit verloopt niet vlot.
  • In sommige gevallen krijgen verzoekers internationale bescherming pas toegang tot rechtsbijstand als ze via een attest van het OCMW, de RVA en de mutualiteit kunnen bewijzen dat ze geen steun ontvangen. Als deze diensten geen attesten meer wensen af te leveren dan komt de toegang tot de rechtsbijstand in gevaar.
  • Sommige advocaten maken misbruik van de situatie van verzoekers internationale bescherming en verrijken zichzelf door onder tafel geld te ontvangen.

Verzoekers internationale bescherming komen dikwijls terecht bij een advocaat die hen onvoldoende rechtsbijstand kan verlenen en worden daardoor benadeeld in hun procedure verzoek internationale bescherming.

Mensen zonder wettig verblijf kunnen vaak geen rechtsbijstand krijgen doordat ze niet de juiste documenten kunnen voorleggen omwille van hun statuut.

  • Je moet een attest gezinssamenstelling voorleggen om toegang te hebben tot rechtsbijstand. Dat is niet mogelijk voor mensen zonder wettig verblijf omdat ze niet ingeschreven zijn bij een gemeente.
  • Mensen zonder wettig verblijf kunnen enkel beroep doen op gratis tweedelijnsrechtsbijstand bij het verzoek tot internationale bescherming en bij het indienen van een regularisatie aanvraag of het indienen van een beroep tegen een beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken.

Mensen in de meest kwetsbare positie hebben hierdoor geen toegang tot (kwalitatieve) rechtsbijstand. Daardoor komen veel vragen hierover in de eerstelijn terecht. Maar ook daar is er te weinig basiskennis van het vreemdelingenrecht. Dat zorgt ervoor dat statuten (die bepaalde rechten ont- of afsluiten) vaak door elkaar gehaald worden.

[1] Agentschap integratie en inburgering (2023) Vanaf 1 september 2016: Wijzigingen nomenclatuur voor pro-deo advocaten (https://www.agii.be/thema/vreemdelingenrecht-internationaal-privaatrech…)

Hier het antwoord/de terugkoppeling van het Bureau voor Juridische Bijstand (= de instantie die zorgt voor bijstand door een pro-Deoadvocaat). 

  1. Klopt het dat slechts in ongeveer 1/3de van het totaal aantal aanvragen bij het BJB er een pro-Deoadvocaat aangesteld wordt? Er zullen hiervoor ongetwijfeld verschillende redenen zijn (te hoog inkomen, onvoldoende bewijsstukken, samenwoonst waardoor gezamenlijk inkomen te hoog is, …). Kunnen we als OCMW en lokaal bestuur helpen om het aantal gegronde aanvragen te verhogen en/of het aantal ongegronde aanvragen te verminderen?

Dit is o.i. niet correct, al hebben wij geen exacte cijfergegevens ter onzer beschikking.

Sinds 01/01/2023 zijn er 6.022 dossiers goedgekeurd, slechts 116 officieel afgewezen en 864 op bijkomende info gezet (dat is zo’n 12,5 %).

Er zullen waarschijnlijk ook aanvragen zijn die mondeling behandeld zullen geweest zijn en voorlopig niet aanvaard wegens onvoldoende of onvolledige stukken. Dit zal evenwel niet tot 1/3 van onze totale dossiers leiden.

Ter info: op heden staan er 31.428 dossiers open.

De dossiers die onvolledig zijn, daarbij blijft het grootste probleem dat de aanvragers niet alle documenten meebrengen naar de BJB zitting en het zich op de moeite steken om terug te komen etc. OCMW’s mogen reeds aanvragen per e-mail indienen.

Wij proberen zo duidelijk mogelijk te communiceren welke stukken iemand in zijn situatie nodig heeft.

Bewijzen dat er geen inkomsten zijn, is administratief altijd het moeilijkste.

  1. We kregen in ons OCMW en in ons departement het signaal dat er onvoldoende juridische bijstand is voor vreemdelingen/verzoekers internationale bescherming/mensen zonder wettig verblijf en dat er verschillende knelpunten zijn:
     
  • Er zouden te weinig advocaten zijn die gespecialiseerd zijn in vreemdelingenrecht/verblijfsrecht?

In Gent zijn er een beperkt aantal advocaten die vreemdelingenrecht doen, maar wij ervaren geen problemen met die groep of een tekort is ons nooit eerder gemeld.

  • De meeste verzoekers internationale bescherming doen beroep op een pro-Deoadvocaat. Klopt het dat de vergoeding voor dergelijke procedures niet hoog genoeg is waardoor er ook minder interesse hiervoor is bij de advocaten?

Dit is niet correct. De vergoeding voor dergelijke procedures is correct. De eventuele verplaatsingen naar andere arrondissementen (bijv. Brussel) kan wel al eens een struikelblok zijn omdat dit veel tijdverlies geeft en dat wordt niet vergoed.

  • Het werken via tolken zou niet evident zijn?

Is vanuit het BJB wel goed geregeld, maar het is vooral voor de tolken een bijkomende administratieve last waardoor zij afhaken, maar hun vergoeding verloopt niet via ons. Wij stempelen alleen maar af.

  • Op het aanvraagformulier ontbreekt de mogelijkheid om aan te kruisen dat men zonder wettig verblijf is. Mensen zonder wettig verblijf kunnen ook bepaalde documenten niet voorleggen (zoals een attest gezinssamenstelling). Ook attesten dat er geen inkomen is, kunnen vaak niet voorgelegd worden. Zijn er hier oplossingen voor? Er zou ook een misverstand bestaan dat een “medische kaart” van het OCMW impliceert dat betrokkene een maandelijks inkomen van het OCMW krijgt terwijl het enkel gaat over dringende medische hulp.

Het aanvraagformulier is op Vlaams niveau opgesteld. Wij kunnen dit als lokaal BJB niet wijzigen. Wel aanvaarden wij gewoon bewijs van DMS/code no show (aanstelling maatschappelijke bijstand) indien geen DMS of bijstand, volstaan de negatieve attesten en het bevel of bewijs ambtshalve schrapping.

  • Gebeurt het dat sommige pro-Deoadvocaten toch kosten en erelonen zouden vragen aan verzoekers internationale bescherming?

Als je als vreemdeling hier bij familie gaat inwonen, kan het zijn dat je niet in aanmerking komt voor de juridische tweedelijnsbijstand (indien men geen vermoeden geniet) en dan kan de advocaat betaling vragen van zijn prestaties. Soms wil men per se ook een bepaalde advocaat maar treedt die niet pro Deo op en dan kan het zijn dat afgesproken wordt dat niet pro Deo zal gewerkt wordt. Men doet dan als het ware afstand van zijn recht op een pro Deo advocaat.

Wij zijn hierover als Gents BJB nooit bevraagd, ook al omdat vreemdelingendossiers in vergelijking met andere BJB’s maar een klein deel van ons totaal aantal dossiers bedraagt (4.901 op 31.428 of zo’n 15,60 %).

36

Misbruik (zorg)volmachten

Mensen in een kwetsbare positie (vaak ouderen) worden financieel misbruikt via (zorg)volmachten. De volmachten worden bijvoorbeeld aangevraagd door iemand die hen af en toe helpt en die ze vertrouwen (vb. een buur of klusjesman).

De persoon met volmacht kan dan de volledige rekening van het slachtoffer leeghalen. Banken geven aan dat ze de aanvraag van een volmacht niet kunnen weigeren als beide personen aanwezig zijn, ook wanneer ze kwaad opzet vermoeden.

Het signaal is in januari 2024 voor de eerste maal besproken met medewerkers uit de banksector, VLOCO, Juridische Dienst OCMW,  mutualiteit, Federatie van Notarissen en Lokale Dienstencentra.

Het probleem achter het financieel misbruik ligt gevoelig hoger en start bij het meegeven van persoonlijke bankkaarten met pincode, via het online bankkieren en op de 3de plaats de gewone volmachten.

Vanuit het groeiend aantal onderhandse zorgvolmachten, zijn er al organisaties die burgers informeren.

Inhoudelijk zouden deze organisaties de burgers nog meer bewust kunnen maken over de voor-en nadelen en tips meegeven om de volmachtgever te beschermen.

Het aandeel onderhandse zorgvolmachten is wel veel kleiner dan notariële zorgvolmachten. Cijfers: 80.000 via notaris en 1000 of 1200 onderhandse zorgvolmachten.

Ingeval van misbruik kan de betrokken persoon de zorgvolmacht intrekken indien hij daartoe nog bekwaam is. Hij kan zich tevens tot de vrederechter wenden.

Indien derden, waaronder hulpverleners, menen dat de betrokken persoon niet meer bekwaam is en er een vermoeden van misbruik is, kunnen zij bij de vrederechter de aanstelling van een bewindvoerder vragen. De bewindvoerder kan dan desgevallend oordelen of er maatregelen dienen te worden genomen tegenover de voormalige lasthebber.”

De nieuwe praktische gids voor familiale bewindvoerders is gratis online en op papier beschikbaar sinds 2024.

Bij navraag van 1 mutualiteit bestaat een protocol bij vermoeden van ouderen(mis)behandeling waarin het luik financieel misbruik zit vervat. Dit protocol is momenteel aan een update toe met bijhorende heropfrissing naar hun medewerkers.

Een overkoepelend protocol is niet gekend.

Hulpverleners vanuit de stadsdiensten kregen eind 2022 nog een algemene vorming rond handvaten om ouderen(mis)behandeling te herkennen en aan te pakken. Ook kunnen zij nog steeds gebruik maken van de RITI-schaal.

Elke professional die situaties ervaart in de hulpverlening rond o.a. financieel misbruik kan bij VLOCO terecht. Zij zetten sterk in op sensibilisering en op deskundigheidsbevordering.

Zij hebben o.a. een “consultfunctie”. Hun algemene vorming wordt jaarlijks aangeboden.

In 2020 ontstond een multidisciplinair samenwerkingsverbond in West-Vlaanderen. Deze stuurgroep heeft tot doel om alles in verband met bewindvoering te bespreken, te kijken wat beter kan en knelpunten weg te werken.

Daarbij wisselen de partners expertise uit, organiseren ze opleidingen en willen ze mekaars complementariteit versterken.

Het Steunpunt bewindvoering, dat op 11 januari 2022 van start ging in West-Vlaanderen, is een eerste realisatie van deze stuurgroep. Vanaf 1 februari 2023 is het Steunpunt bewindvoering ook actief in de gerechtelijke arrondissementen Antwerpen, Leuven en Oost-Vlaanderen.

 

37

Administratieve drempels®

Voor heel wat aspecten in je leven moet je administratieve zaken in orde brengen. Dat zorgt voor extra drempels voor mensen in een kwetsbare positie. Ze vragen daarvoor ondersteuning aan eerstelijnsdiensten, wat de druk op de diensten nog verhoogt (zie ook signaal 6. Druk op de eerstelijn). Dikwijls zijn ze niet in orde met hun administratie. Dat kan heel wat negatieve gevolgen hebben. Je kan bijvoorbeeld je aanspraak op bepaalde rechten verliezen. Er zijn al verschillende rechten waarbij de administratieve drempel wegvalt dankzij automatische toekenning. Daar moet verder op ingezet worden.

Voorbeelden:

  • Mensen die een leefloon ontvangen en onder elektronisch toezicht worden geplaatst, krijgen vanaf dan een uitkering vanuit de Vlaamse Overheid. Dat bedrag is echter lager dan het leefloon. Mensen moeten dan zelf initiatief nemen om een aanpassing te vragen bij het OCMW. De aanpassing wordt bovendien niet altijd goedgekeurd.
  • De procedure om korting te krijgen bij verschillende diensten (o.a. kinderopvang, onderwijs) als je in een financieel kwetsbare positie zit, is complex. Bij de stedelijke initiatieven krijgen mensen met verhoogde tegemoetkoming het verlaagde tarief automatisch. De niet-stadsdiensten hebben geen toegang tot de juiste gegevens, waardoor eventuele kortingen die zij willen toestaan niet automatisch toegekend kunnen worden.
  • Als je langer dan 8 weken ziek bent, krijg je een vragenlijst van de controlearts van de mutualiteit. De vragenlijst is niet toegankelijk. Hij bevat bijvoorbeeld moeilijke vragen over zelfinschatting en vragen die niet relevant zijn voor de situatie (vb. een vraag rond burn-out bij een kankerdiagnose).
  • Juridische dossiers en juridische communicatie zijn onduidelijk. Het taalgebruik is ontoegankelijk, de boodschap is vaak onhelder geformuleerd en veel te lang. Voor mensen die niet thuis zijn in het juridische vakjargon is de informatie niet toegankelijk. Voor mensen in een kwetsbare positie vaak nog minder.
  • De huisartsenwachtpost is moeilijk toegankelijk voor mensen in een kwetsbare positie. Je moet telefonisch aanmelden en verschillende vragen beantwoorden door toetsen in te drukken op je telefoon, zoals je rijksregisternummer.

Het Gentse meldpunt moeilijke brieven is een nieuw initiatief dat het mogelijk maakt om een deel van dit signaal aan te kaarten[1].

[1] Werkgroep kwetsbare senioren GBO (2022) Meldpunt moeilijke brieven (https://www.eerstelijnszone.be/sites/default/files/meldpunt_moeilijke_brieven_-_stad_gent_0.pdf)

Trekker: Bjorn Martens

Stad Gent heeft een meldpunt voor moeilijke brieven, formulieren en procedures: meer info en formulier

39

Onnauwkeurigheden aangiften dienst burgerzaken

Zowel bij inschrijvingen in het vreemdelingenregister als bij geboorteaangiften worden regelmatig administratieve fouten gemaakt. Het gaat over foutief geschreven namen en verkeerde geboortedata. Dat komt vooral voor als de burger geen officiële documenten bij zich heeft, door een foutieve vertaling, door omzetting uit een ander alfabet (vb. van Cyrillisch of Arabisch) of doordat de persoon geen of onvoldoende Nederlands spreekt en/of ongeletterd is.

De fouten zorgen voor veel administratieve rompslomp, en zorgen er zelfs voor dat sommige documenten ongeldig zijn. Dat kan ernstige gevolgen hebben.

Voorbeeld:

  • Gezin afkomstig uit Afghanistan bestaande uit 2 ouders en 4 kinderen. Hun familienaam werd op 3 verschillende manieren ingeschreven. De namen van de verschillende gezinsleden staan nochtans op hetzelfde blad.
  • Een vrouwelijke verzoeker internationale bescherming is zwanger van een Belgische man. Het kind wordt geboren en de geboorteakte vermeldt haar naam. Na een korte periode trouwt ze met de Belgische man; en kiest ze er zelf voor om de naam van haar man aan te nemen. Ze heeft echter de procedure voor verblijf opgestart op haar eigen meisjesnaam, en diezelfde naam is ook terug te vinden op de geboorteakte. Achteraf pas nam ze de naam aan van haar man, en die staat in de huwelijksakte. Omdat ze als verzoeker internationale bescherming geen contact mag hebben met het land van herkomst, moet ze nu via de rechtbank een verbeteringsvonnis aanvragen. Dan pas kan haar kind erkend worden als Belgisch kind.

Een tolk of rechtstreeks contact tussen een eerstelijnsprofessional en de dienst burgerzaken kan dit soms verhelpen.

De Dienst Burgerzaken schrijft burgers in de bevolkingsregisters in op basis van officiële documenten en informatie die is opgenomen in het rijksregister. Als er later vertaal- of omzettingsfouten worden vastgesteld, of er om een andere reden rechtzettingen nodig zijn, dan is daar vaak opnieuw een akte uit het herkomstland voor nodig. De Dienst Vreemdelingenzaken moet ook zijn fiat geven voor die wijzigingen.

Bij de registratie van namen stelt zich het probleem dat de vreemdelingenwetgeving en regelgeving burgerlijke stand andere brondocumenten hanteren (bijvoorbeeld paspoort versus geboorteakte). Een geplande reparatiewet van de federale overheid zou hier de komende jaren verbetering in moeten brengen.

De voertaal aan de loketten van de Dienst Burgerzaken is het Nederlands, maar taal mag geen barrière zijn voor een kwaliteitsvolle dienstverlening. De loketmedewerkers volgens opleidingen Engels en Frans. Waar nodig kunnen burgers ook in de meeste gangbare talen geholpen worden.

Uiteraard is ook niet iedereen even taalvaardig. Daarom gaan we aan de slag met pictogrammen in onze werking. Als dit nodig is zetten wij, in samenwerking met de Dienst Welzijn en Gelijke kansen, in op tolken. We bekijken ook flexibelere mogelijkheden zoals telefoon- en videotolken.

55

Hospitalisatieverzekering met uitsluitingscriterium misbruik alcohol en verdovende middelen

Hospitalisatieverzekeringen bevatten veelal een uitsluitingscriterium rond alcohol of verdovende middelen zonder voorschrift. Als er een oorzakelijk verband is tussen de geleden schade en het middelengebruik heeft de patiënt geen recht op terugbetaling van de hospitalisatie.