Federale Overheid

1

Digitalisering zorgt voor uitsluiting en verhoogt de druk op de eerstelijn®

Organisaties en (overheids-)diensten lanceren steeds vaker online toepassingen. Ze zetten alsmaar minder in op fysieke en telefonische bereikbaarheid.

Veel burgers hebben onvoldoende digitale vaardigheden en/of mogelijkheden om de online toepassingen te gebruiken. De groep die niet mee kan, groeit en wordt diverser: het zijn niet enkel de ‘kwetsbare’ groepen. Daardoor ervaren steeds meer burgers problemen om een beroep te doen op (overheids-)diensten.

Organisaties en (overheids-)diensten werken idealiter volgens het click-call-connect-principe. Ze verwijzen hun klanten eerst door naar de website (click). Als dat niet lukt helpen ze hen via telefoon of e-mail (call). Als laatste mogelijkheid helpen ze de klant via een persoonlijke afspraak (connect). De tweede en derde stap (call en connect) vallen dikwijls weg. De financiële motivatie om minder op frontoffice in te zetten verlaagt de toegankelijkheid.

De digitale kloof treft mensen in een kwetsbare positie extra hard. Bijvoorbeeld ouderen of mensen die laaggeletterd zijn. Dit zorgt voor uitsluiting en vermindert de zelfredzaamheid. Meer en meer mensen hebben ondersteuning nodig bij simpele administratieve handelingen. Ook op hun privacy heeft dit impact: ze delen gevoelige gegevens met kennissen of professionals die hen helpen bij digitale administratie. De ondersteuningsvragen komen bovendien dikwijls terecht bij nulde- en eerstelijnshulpverlening die wél nog laagdrempelig toegankelijk zijn (vb. maatschappelijk werk in de wijkgezondheidscentra en OCMW, stekwerkingen van SAAMO, inloopteams, ...). Daardoor komt er extra druk op deze eerstelijnshulpverlening.

Voorbeelden:

  • De aanvraag van een huuraanpassing voor een sociale woning kan enkel nog digitaal.
  • Bij het groeipakket verloopt het indienen van documenten digitaal. Het is wettelijk gezien mogelijk om documenten fysiek in te dienen, maar het is niet duidelijk voor ouders dat/hoe dat kan. 
  • Scholen communiceren met ouders en leerlingen via smartschool en andere digitale platformen. Ook facturen worden vaak via mail bezorgd.
  • De aanmelding voor het onderwijs gebeurt digitaal. De inschrijving op school verloopt op sommige scholen ook digitaal, op andere scholen fysiek.
  • Communicatie met de sociale huisvestingsmaatschappij WoninGent (nu Thuispunt) kan enkel digitaal. Als je telefonisch contact opneemt kom je terecht bij de technische dienst. Zij kunnen veel vragen niet beantwoorden en kunnen je ook niet doorschakelen naar een andere dienst.
  • Mensen zonder digitale identiteitskaart (o.a. mensen met voorlopig verblijf) worden op veel vlakken uitgesloten. Bijvoorbeeld bij het raadplegen van documenten, covid safe ticket, … Gentinfo en andere eerstelijnsdiensten helpen soms door documenten af te drukken, maar dit is geen structurele oplossing.
  • Bij veel diensten (vb. banken, vakbonden, ziekenfondsen, energieleverancier, politie...) verdwijnen de loketten. Daardoor vermindert de fysieke bereikbaarheid.
  • Veel winkels, restaurants, koffiehuizen, ... aanvaarden geen cash betalingen meer, terwijl dat wettelijk verplicht is. Mensen in een kwetsbare positie (omwille van armoede, leeftijd, beperking) hebben geen beschikbaar krediet op een kaart of betalen liever cash om overzicht te houden.
  • De federale overheidsdienst sociale zekerheid is telefonisch niet bereikbaar. Wanneer het online niet lukt om een aanvraag in te dienen (bijvoorbeeld erkenning handicap), word je niet verder geholpen.
  • De VDAB bouwde haar fysieke toegankelijkheid af. Daardoor is ze onvoldoende zichtbaar en toegankelijk voor mensen die het meest nood hebben aan begeleiding naar een job.
  • De jobbonus moet je ofwel online aanvragen via itsme, ofwel kan je bellen naar een nummer van de Vlaamse overheid. Er is geen ‘live’ alternatief, waardoor er veel vragen over de jobbonus bij eerstelijnswerkers terechtkomen.
Opvolging:

Vanuit Stad en OCMW Gent zetten we vanuit verschillende diensten (Lokaal Sociaal Beleid, Werk &Activering, Publiekszaken, LDC’s) samen met de E-inclusiewerking van de Stad Gent en D09 actief in op het digitaal versterken en ondersteunen van digitaal kwetsbare Gentenaars. Een greep uit de vele acties:

  • Digipunten
  • Digicoaching in de welijnsbureaus, U-Connect en LDC’s
  • Digitale uitleendienst
  • Inzamelactie digiatel toestellen
  • Digitale inclusie op school
  • Digilessen voor ouders
  • Digitaal werkt
  • DigicafesDigitaal inclusieve wijken
  • Digihulp in het stadskkantoor
  • actie digitale aansluiting maatschappelijke kwetsbare ouders inloopteam Nieuw Gent ism LIGO 
  • Digitale oefenkansen integreren in de hulpverlening
  • ....

 

Voor een overzicht en detail zie hier

Vanaf 2024 wensen we extra in te zetten op:  De wijk/wijkpartners en het verbinden van diverse acties om zo een duurzamere verankering op maat van de wijk te bekomen. Samen de noden vaststellen, oplossingen zoeken en uitvoeren is hierbij het sleutelwoord.

6

Druk op de eerstelijn®

De druk op eerstelijnsdiensten en -professionals neemt toe door personeelstekorten en door de afbouw van (fysieke) dienstverlening van verschillende (basis)diensten (zie ook signaal 1. Digitalisering).

Het structureel personeelstekort stelt zich in zo goed als elke sector/iedere beroepsgroep binnen zorg en welzijn: huisartsen, tandartsen, (thuis)verpleging, zorgkundigen, sociaal werkers, opbouwwerkers, jeugdwelzijnswerkers … Vooral de vacatures voor basiswerkers raken moeilijk ingevuld. Terwijl het net die basiswerkers zijn die in rechtstreeks contact staan met de burger. Het tekort geldt zowel voor de eerste als tweede lijn. Beide niveaus ervaren ook indirect druk van elkaars tekorten. Ze verwijzen vaak te snel naar elkaar door. Bijvoorbeeld:

  • Huisartsen verwijzen sneller door naar spoed.
  • Ziekenhuizen ontslaan patiënten sneller.

 

Een aantal oorzaken van het tekort zijn een grote uitstroom (o.a. door de te hoge werkdruk, administratieve last en de pensioengolf), te weinig afgestudeerden, bachelors doen nog een masteropleiding, en het imago van de zorg.

Naast het personeelstekort, zorgt ook de afbouw van (fysieke) dienstverlening voor extra druk op de eerste lijn. Bijvoorbeeld mutualiteiten, politie, nutsbedrijven, banken en vakbonden sluiten fysieke loketten. Doordat deze diensten minder laagdrempelig zijn komt er extra werkdruk bij diensten en organisaties die wél nog toegankelijk zijn (vb. de wijkgezondheidscentra, huisartsen, straathoekwerk). Zij nemen bijkomende taken op die eigenlijk niet binnen hun rol liggen.

De druk op de eerstelijn heeft een negatieve impact op eerstelijnswerkers. De hoge werkdruk en de nasleep van de covidperiode zet hun veerkracht onder druk.

Dit heeft bovendien negatieve gevolgen voor de Gentenaar. Er zijn wachtlijsten voor onder andere huisartsen en tandartsen, er zijn minder bedden in ziekenhuizen en afdelingen in woonzorgcentra sluiten. De toegankelijkheid en kwaliteit van zorg komen in het gedrang.

Dit treft Gentenaren in een kwetsbare positie het hardst. Zij vallen immers het eerst uit de boot. Sommige zorgverstrekkers vragen bijvoorbeeld om bepaalde doelgroepen niet meer door te verwijzen omdat ze het niet kunnen bolwerken. Of ze geven aan niet met tolken te werken, waardoor anderstalige nieuwkomers niet bij hen terechtkunnen. Mensen in een kwetsbare situatie hebben vaker geen vaste huisarts (vb. mensen in armoede, nieuwkomers). Zij kunnen door de wachtlijsten amper terecht bij een huisarts als ze er één nodig hebben.

Opvolging:

7

Gebrek aan taaltoegankelijke en cultuursensitieve hulpverlening®

Hulp- en zorgverlening zijn onvoldoende toegankelijk wegens culturele en/of talige drempels.

Omgaan met verschillende culturen en talen zou vanzelfsprekend moeten zijn in onze superdiverse samenleving. Dat is niet het geval. Het zit bijvoorbeeld niet standaard vervat in de opleiding van zorg- en hulpverleners. De meeste hulp- en zorgverleners slagen er niet in om cultuursensitieve zorg- of hulpverlening te bieden. Hulp- en zorgverleners kunnen wel een beroep doen op (sociale) tolken om de toegankelijkheid voor anderstaligen en mensen met een andere culturele achtergrond op sommige vlakken te vergroten. Ze botsen daarbij echter op verschillende drempels: het tekort aan tolken, de kostprijs en de bijkomende (administratieve) tijdsinvestering (zie signaal 76. Recht op tolken). Hulp- en zorgverleners zijn overbevraagd (zie signaal 6. Druk op de eerstelijn), waardoor ze weinig ruimte of motivatie hebben om extra inspanningen te leveren om taal- en cultuursensitief te werken.

Mensen met een migratieachtergrond hebben daardoor onvoldoende toegang tot het zorg- en welzijnsaanbod.

Dit probleem is het grootst in de residentiële geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en in de psychiatrie, omdat taal- en cultuuraspecten hier nog meer meespelen. Psychiatrische voorzieningen weigeren vaak patiënten op te nemen omdat ze geen gepaste dienstverlening kunnen bieden aan anderstaligen.

Voorbeelden:

  • Een vraag tot crisisopname in de psychiatrie wordt geweigerd omdat de patiënt onvoldoende Nederlands spreekt. De (groeps)therapie zou onmogelijk zijn door de taalbarrière.
  • Sommige specialisten weigeren om te werken met de intercultureel bemiddelaar uit het ziekenhuis waarin ze werken.
  • Een diëtist adviseert om bruine boterhammen te eten, terwijl de persoon in kwestie nooit boterhammen eet omdat dat vanuit haar migratieachtergrond niet de gewoonte is.
Opvolging:

8

Detentie als breuklijn in de zorg®

De re-integratie van gedetineerden kan nog sterk verbeteren. Detentie zorgt nog voor te veel breuklijnen op tal van levensdomeinen. Er is te weinig continuïteit van zorg. Dat komt onder andere door een tekort aan systematische samenwerking tussen de diensten binnen en buiten de gevangenis rond re-integratie van gedetineerden in de maatschappij. Samenwerking rond re-integratie is geen evidentie voor veel hulp- en dienstverleners buiten de gevangeniscontext.

  • Er loopt momenteel een ESF-project vanuit CAW Oost-Vlaanderen met de focus op duurzame re-integratie van gedetineerden door in te zetten op netwerkvorming. De uitkomst van het project kan inzichten bieden om dit signaal aan te pakken.
Opvolging:

14

Wooncrisis®

De wooncrisis is een bekend signaal dat blijvend aandacht verdient. Er zijn amper betaalbare (huur)woningen beschikbaar op de privémarkt en er is een tekort aan sociale woningen.

Door het onevenwicht in vraag en aanbod op de privémarkt, wordt de discriminatie op de woningmarkt nog verder versterkt.

  • Verhuurders en immobiliënkantoren verhuren enkel aan de ‘sterkste’ profielen. Mensen met een vervangingsinkomen of leefloon, jongeren, alleenstaanden met beperkt inkomen, alleenstaande ouders, grote gezinnen en mensen met een migratieachtergrond worden gediscrimineerd.
  • Verhuurders/immobiliënkantoren vragen bijvoorbeeld aan kandidaat-huurders om een motivatiebrief op te maken om het huis te bezichtigen. Dit is verdoken discriminatie en zorgt voor uitsluiting van mensen in een kwetsbare positie (vb. nieuwkomers, mensen die laaggeletterd zijn).

 

Ook de sociale woningmarkt is ontoegankelijk:

  • De wachtlijsten blijven toenemen. Terzelfdertijd staan veel sociale woningen leeg omdat ze aan renovatie toe zijn.
  • De huurprijs van een sociale woning is berekend op de belastingaangifte van 3 jaar terug. Soms is het verschil in inkomen groot in vergelijking met 3 jaar terug. Bijvoorbeeld als mensen ondertussen gepensioneerd zijn, werkloos zijn, … Je kan een aanpassing aanvragen, maar alleen als je inkomen gedurende 3 maanden 20% lager is. Vaak duurt het ook even om de huurprijs aan te passen na een scheiding.
  • Sommige gezinnen staan al heel lang op de wachtlijst voor een sociale woning. Als ze dan uiteindelijk een woning aangeboden krijgen, moeten ze soms binnen de maand verhuizen om die woning niet te verliezen. Omdat ze voor hun eigen woning nog een vooropzeg van 3 maanden hebben, moeten ze 2 maanden dubbele huur betalen. Bovenop de kosten die verhuizen met zich meebrengt.
  • Sinds 1/1/2023 is de taalvoorwaarde A2 ingevoerd om in aanmerking te komen voor een sociale woning. Deze voorwaarde discrimineert anderstalige nieuwkomers.

 

Naast het tekort aan woningen is er ook een tekort aan begeleiding in de zoektocht naar een woning. De weinige initiatieven die hierrond bestaan botsen op het woningtekort, waardoor medewerkers en vrijwilligers gedemotiveerd raken.

Wonen is de sleutel tot een menswaardig bestaan. Het is noodzakelijk om verder in te zetten op het recht op wonen voor alle Gentenaren.

Zie ook eis 3, 17 en 19 in https://www.rechtopbetaalbaarwonengeenenkelmensopstraat.be/13-mei-2022/

Opvolging:

15

Gevolgen van de wooncrisis®

Het tekort op de private en sociale huurmarkt heeft negatieve gevolgen voor de Gentenaar. Mensen in de meest kwetsbare posities worden het hardst getroffen:

  • Door de krappe woningmarkt krijgen malafide spelers ruimte om kwetsbare kandidaat-huurders op te lichten. Kwetsbare burgers en (internationale) studenten nemen meer risico omdat de zoektocht naar een huurwoning heel moeilijk loopt. Ze worden opgelicht op immobiliënwebsites, via facebook en frauduleuze websites zoals bijvoorbeeld www.domicilieadres.be. Vb. vraag om de waarborg via Airbnb of cash te bezorgen voordat het contract ondertekend is, valse belofte om sleutels per post op te sturen, vals gebruik van het logo van een gekend immobiliënkantoor, vraag om allerhande documenten te bezorgen, ….
  • Ook huisjesmelkers krijgen vrij spel. Woningen van heel slechte kwaliteit worden aan veel te hoge prijzen verhuurd aan mensen in een kwetsbare positie omdat ze geen betaalbaar alternatief hebben.
  • Veel Gentenaren in een kwetsbare situatie verhuizen omdat wonen in Gent onbetaalbaar is. Ze verhuizen naar buiten Gent, of naar plekken in Gent waar het wel betaalbaar is, vb. de Kanaaldorpen.
    • Buiten Gent verliezen ze heel wat ondersteuning en omkadering. Bijvoorbeeld materiële steun, voedselondersteuning, aanvullende steun van OCMW Gent (uitgebreider dan in andere gemeenten).
    • Mensen die naar de Gentse Kanaaldorpen verhuizen verliezen basisdienstverlening zoals winkels, huisartsen, lokaal dienstencentrum.
  • Mensen die uit detentie komen en jongeren uit de jeugdhulp vinden geen woning. Er bestaan initiatieven om de brug te maken van detentie naar huisvesting (vb. detentiehuizen, transitiehuizen, loopplankhuizen, OGOS (Oost-Vlaamse gevangenen opvangsysteem), ...). Maar het aanbod is ontoereikend en er is geen duidelijk overzicht van de bestaande initiatieven (zie ook signaal 8. Detentie als breuklijn in de zorg).

 

Zie ook https://www.rechtopbetaalbaarwonengeenenkelmensopstraat.be/13-mei-2022/

Opvolging:

16

Energie is onbetaalbaar

De stijgende energieprijzen hebben een impact op iedereen. Voor mensen in een financieel kwetsbare situatie weegt dat nog zwaarder door. Er is ondersteuning voor vb. mensen met een verhoogde tegemoetkoming (sociaal tarief energie), maar die ondersteuning geldt niet voor iedereen die er nood aan heeft en is tijdelijk. Mensen die net te veel verdienen om ervoor in aanmerking te komen dreigen (nog dieper) in armoede terecht te komen.

Hulp- en zorgverleners merken de energiecrisis en haar gevolgen op in de praktijk:

  • Er is een grote stijging bij de ten laste names energie bij de Energiecel van het OCMW Gent.
  • Meer mensen verwarmen hun huis op andere manieren om de energiekost te drukken. Het stoken van hout, met een petroleum vuurtje, ... in combinatie met te weinig verluchting kan leiden tot ernstige gezondheidsklachten en CO-vergiftiging. De sensibiliseringscampagnes daarrond geraken vaak niet tot bij de mensen in de meest kwetsbare posities. En zij hebben vaak ook geen alternatief.
  • Jeugdwelzijnswerkers merken dat jongeren zich thuis niet meer mogen douchen door de hoge energiekost. Ze komen naar de werking omdat ze zich bij sommige activiteiten (vb. sportactiviteiten) achteraf kunnen douchen.
  • Huurders in een kwetsbare positie wonen vaak in slecht geïsoleerde huizen die veel energie verbruiken. Ze staan vaak in een zwakke positie om met hun huisbaas te onderhandelen over energiebesparende maatregelen, omdat ze schrik hebben voor een verhoging van de huurprijs.
Opvolging:

21

Inkomensverlies door samenhuizen®

De woningmarkt wordt steeds krapper en duurder (zie ook signaal 14. Wooncrisis). Voor mensen met een laag budget is samenhuizen soms de enige betaalbare woonoplossing. Mensen met een vervangingsinkomen die samenhuizen verliezen een deel van hun uitkering en bepaalde sociale voordelen omdat ze aanzien worden als ‘samenwonenden’. Ook als ze naast het wonen niet in de kosten delen.

  • Een uitzondering hierop geldt als je aan de voorwaarden van Hospitawonen, zorgwonen of tijdelijk wonen met erkende vluchtelingen of personen met een onbewoonbaar verklaarde woning voldoet. Dan ontvang je leefloon als alleenstaande.

 

Zie ook eis 13 https://www.rechtopbetaalbaarwonengeenenkelmensopstraat.be/13-mei-2022/

Opvolging:

22

Situatie van rondtrekkende woonwagenbewoners wordt precairder

Rondtrekkende woonwagenbewoners zijn in 2021 geschrapt als specifieke doelgroep in het integratiedecreet. Dat zorgt ervoor dat ze politiek ‘onzichtbaar’ zijn, en er niet ingezet wordt op hun noden. Stad Gent probeert dit hiaat op Vlaams niveau deels in te vullen. Ze beheert via Amal (vroeger IN-Gent) haar eigen doortrekkersterrein met twee medewerkers en er is een medewerker die er instaat voor het educatief aanbod van de kinderen. Maar deze inspanningen zijn onvoldoende om aan de noden te beantwoorden. Bovendien ontbreekt een uniform registratiesysteem op de Belgische doortrekkersterreinen, waardoor deze mensen in de cijfers onzichtbaar blijven. 

De situatie van de rondtrekkende woonwagenbewoners is hierdoor nog precairder, vooral op vlak van gezondheidszorg en onderwijs.

Opvolging:

24

Procedures verzoek internationale bescherming duren te lang®

Een asielprocedure kan meerdere jaren duren. Tijdens de procedure zijn verzoekers internationale bescherming grotendeels uitgesloten van het maatschappelijk leven. Ze kunnen bijvoorbeeld geen inburgeringstraject meer volgen sinds de wijziging van het inburgeringsdecreet, en vinden moeilijk een woning of een job (o.a. omdat ze geen verblijfplaats hebben). Zolang ze niet zeker zijn of ze in België kunnen blijven, is het voor hen niet mogelijk en wenselijk om hier een leven op te bouwen.  Hun leven staat dus ‘on hold’.

Veel vragen rond verblijfstatuut en procedures (gezinshereniging, nieuwe asielaanvragen, …) komen terecht in de eerstelijn.

Opvolging:

Langdurige asielprocedures zijn al jarenlang een hardnekkig probleem. Procedures bij de Dienst Vreemdelingenzaken, het Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen en de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen kunnen maanden of zelf jaren aanslepen. De oorzaken zijn divers; maar vooral de complexe regelgeving, de achterstand bij de behandeling van dossiers en de verschillende beroepsmogelijkheden hebben een grote impact. 

 

De rol van de lokale overheid is beperkt tot de woonstvaststellingen en het afleveren van een tijdelijke verblijfsdocument (de "oranje kaart"). We streven ernaar om binnen onze eigen werking de wachttermijn tot een minimum te beperken. Om de administratieve last voor de verzoekers om internationale bescherming te beperken is, mede op vraag van de Stad Gent, de geldigheidsduur van de tijdelijke verblijfsdocumenten in bepaalde gevallen alvast verlengt tot 8 maanden.

 

De lokale overheid heeft wel een belangrijke rol in het verstrekken van informatie aan verzoekers om internationale bescherming. Elke burger kan bij het Infopunt Migratie van de Dienst Burgerzaken terecht met alle vragen over verblijfsstatuten en asielprocedures. Het Infopunt Migratie verwijst actief door naar andere diensten bij vragen over taal, onderwijs, werk, wonen, … Sinds 1 juli 2023 is er in het Stadskantoor ook een uniek loket van Fedasil. Dankzij dit proefproject kan de burger op één laagdrempelige locatie terecht met als zijn vragen over asielprocedures.

25

Statuut tijdelijk ontheemden Oekraïense vluchtelingen

De Oekraïense vluchtelingen kregen het statuut tijdelijk ontheemden dat hen verschillende rechten geeft. Het statuut is al verlengd tot en met 4 maart 2024, maar kan zodra de Oekraïense context het toelaat worden ingetrokken. Dit statuut speelt hoe langer hoe meer in het nadeel van de Oekraïners. Het statuut gaat uit van een tijdelijk verblijf, terwijl veel mensen voor een lange periode in België blijven of zelfs niet zullen terugkeren. Er ontstaan problemen op verschillende vlakken:

  • Veel Oekraïense gezinnen konden terecht bij een Gents gastgezin. De vooropgestelde periode van drie maanden is ondertussen overschreden. Zowel de Oekraïense gezinnen als de gastgezinnen zelf botsen op hun limieten. Oekraïense gezinnen gaan op zoek naar een andere woning. Ze komen niet in aanmerking voor een sociale woning, wel voor collectieve opvang en op de private huurmarkt. Het OCMW biedt financiële ondersteuning om te huren op de private huurmarkt. Die is al overbevraagd (zie signaal 14. Wooncrisis). Voor Oekraïners is het extra moeilijk om een woning te vinden door de onduidelijkheid over de duur van het speciaal statuut in combinatie met de 3-6-9 contracten. Het nooddorp voor Oekraïense vluchtelingen zal pas eind april 2023 openen voor een beperkt aantal Oekraïners.
  • Ondanks het feit dat veel Oekraïners Engels spreken of een basiskennis Nederlands hebben dankzij lessen, ervaart men drempels en discriminatie om werk te vinden.
  • Scholen kregen extra middelen om de Oekraïense kinderen te ondersteunen. De middelen vallen weg, maar de nood aan ondersteuning blijft.
  • Naast de praktische moeilijkheden zorgt het tijdelijk statuut ook voor onzekerheid, emotionele uitputting, angst, zorgen voor familieleden in Oekraïne, onzekerheid en depressie. Het zet een rem op integratie.
  • Vluchtelingen met een andere migratieachtergrond voelen het aparte statuut voor Oekraïense vluchtelingen aan als een voorkeursbehandeling.
Opvolging:
  • We hebben geen signalen dat de doelgroep niet zou willen terugkeren (op enkele individuele cases na). Algemeen geeft de doelgroep nog steeds aan te willen terugkeren eens de oorlog achter de rug.
  • Vlaanderen besliste een afwijkend huurregime specifiek voor het verhuren van woningen aan deze doelgroep. Huisvesting | Vlaanderen.be
  • Het nooddorp vervult op dit moment de noden en buffert de sluiting van zowel collectieve opvangstructuren als # plekvrij gastgezinnen waar opvang eindigt.  Uit een recente bevraging blijkt bovendien dat de meeste gezinnen binnen het #plekvrij aanbod bereid zijn verder opvang te voorzien. Uitbreiding van het nooddorp is voorzien. Dakloosheid komt nauwelijks voor bij Oekraïense onderdanen.
  • Oekraïners spreken weinig tot geen Engels (men is namelijk eerder oostelijk georiënteerd), taalwerving verloopt echter perfect op schema, 89% van de doelgroep volgt taallessen en haalt ondertussen 1.2 taalniveau. Drempels zitten eerder in onbekend zijn met onze arbeidsmarkt (interimarbeid  is voorbeeld onbekend voor Oekraïners), bijkomend stellen we vast dat een gepast arbeidsaanbod nog ontbreekt. Vanaf september 2023 krijgt VDAB versterking om op maat een aanbod te doen naar deze doelgroep.
  • Het klopt dat de bijkomende financiering voor scholen ondertussen afgebouwd worden ook die van andere organisaties - zoals OCMW - worden vanaf najaar 2023 beperkt. We blijven bepleiten bij de hogere overheden om extra middelen te voorzien.
  • Het regulier aanbod psychosociale zorg is toegankelijk voor deze doelgroep, we krijgen geen signalen dat dit ontoereikend zou zijn.
  • Het gaat om een bijzonder statuut voor een bijzondere situatie, het zorgt voor ontlasting van het reeds zeer zwaar belast systeem  (zowel verblijfsrechtelijke als opvang). De voorziene rechten zijn ook toegankelijk voor andere statuten, klopt wel dat in aanvang om de toestroom op te vangen aparte afspraken en mogelijkheden werden gecreëerd om de ook zwaar belaste sociale voorzieningen enigszins te ontzien en de impact op de dienstverlening aan anderen niet in het gedrang te laten komen. We richtten hiervoor ook een cel op de Campus op welke afgebouwd werd, Oekraïners zijn (behoudens collectieve opvang, #plekvrij en nooddorp) sinds oktober overgedragen aan de welzijnsbureaus (is reguliere werking).
  •  Wij betreuren evenzeer dat een aantal good practices niet tot een aanpassing geleid heeft voor andere kwetsbare doelgroepen, we blijven dit bepleiten, maar ook voor Oekraïners vielen de voorkeursbehandeling (ziekenfonds, groeipakket) ondertussen weg.

26

Instroom van kwetsbare profielen

Nieuwkomers in onze stad komen vaak met een complexe kwetsbaarheid aan. Bij een grote groep van (oudere) Intra-Europese nieuwkomers stellen eerstelijnsmedewerkers vast dat een gebrekkig netwerk, gezondheidsproblemen, laaggeletterdheid en gebrek aan contacttaal hen op verschillende levensdomeinen erg kwetsbaar maken. Velen onder hen dragen een zware rugzak mee vanuit hun land van herkomst en hebben ernstige gezondheidsproblemen. Ze hebben vaak een ongezonde levensstijl en geen of een gebrekkig netwerk, waardoor hun situatie verder verslechtert. Dit komt vooral tot uiting bij oudere (Intra-Europese) migranten. Velen onder hen komen in precaire leef- en arbeidsomstandigheden terecht: ze werken als schijnzelfstandigen, worden uitgebuit door hun werkgever en/of zijn er afhankelijk van en zijn slachtoffer van huisjesmelkers. Ze kunnen niet rekenen op een netwerk dat vertrouwd is met de Belgische context en kennen het sociale stelsel hier niet, waardoor ze de juiste weg naar ondersteuning moeilijk vinden. De hulpverlening vindt moeilijk ingang bij deze doelgroep. Maar ook omgekeerd en om verschillende redenen. Bijvoorbeeld de EU-wetgeving die de toegang tot het OCMW bemoeilijkt.

Opvolging:

27

Zorg aan vluchtelingen en mensen met medische kaart

Zorgverleners die zorg verlenen aan vluchtelingen ontvangen daarvoor een prestatievergoeding via Fedasil. Voor zorg aan mensen met een medische kaart loopt de prestatievergoeding via het OCMW. De administratieve procedure die ze daartoe moeten doorlopen is erg tijdrovend. Zeker voor een individuele zelfstandige zorgverstrekker is het moeilijk om deze administratie op te nemen bovenop de grote werklast. Een bijkomend probleem is dat veel zorgverleners de juiste procedures niet kennen. Daardoor maken ze fouten in het nadeel van de patiënt. Bv. Mensen met een medische kaart krijgen soms een voorschrift zonder de noodzakelijke vermelding dringende medische hulp, waardoor ze de medicatie niet meekrijgen in de apotheek.  De uitbetaling door Fedasil voor medische zorgen aan vluchtelingen loopt bovendien zeer traag (bij de Medische Kaart loopt de betaling in Gent wel goed). In sommige gevallen pas meer dan een half jaar na facturatie. Dit brengt zorgverleners die veel vluchtelingen als patiënt hebben in financiële moeilijkheden. Zorgverleners willen daardoor soms geen zorg verlenen aan deze doelgroep.

  • Vb. Verschillende apothekers weigeren medicatie mee te geven aan vluchtelingen omdat de betaling door Fedasil heel lang op zich laat wachten. Ook wanneer de medicijnen goedgekeurd zijn door de medische cel van Fedasil.
Opvolging:

Federaal initiatief staatssecretaris De Moor :  de ministerraad keurt op voorstel van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor een voorontwerp van wet en een ontwerp van koninklijk besluit goed die de administratieve procedures gelinkt aan de toegang tot de gezondheidszorg voor verzoekers om internationale bescherming vereenvoudigen.

Het doel is om de consultatie-, facturatie-, prijsstellings- en terugbetalingsprocessen voor zorgverleners te digitaliseren. Hiervoor heeft Fedasil een samenwerkingsovereenkomst ondertekend met de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV) om een deel van haar bevoegdheden, en in opdracht van Fedasil aan deze laatste te delegeren.

Hierdoor kunnen de zorgverstrekkers via de elektronische raadpleging van de rechten van de verzoekers om internationale bescherming gekoppeld aan een betalingsverplichting efficiënter zorg toedienen, en eenvoudig elektronische facturen opmaken en verzenden naar één contactpunt, namelijk de HZIV.

Er is een regelgevend kader vastgelegd voor de samenwerking tussen Fedasil en de HZIV. Dit omvat een wet tot wijziging van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën vreemdelingen, en een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de controle en de betaling van medische en farmaceutische kosten in het kader van artikel 26bis van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën vreemdelingen.

De inwerkingtreding van deze gewijzigde wettekst en koninklijk besluit is een voorwaarde voor de uitvoering van het project, met name voor de beraadslagingen van het Informatiebeveiligingscomité. 

Het voorontwerp van wet wordt ter advies voorgelegd aan de Gegevensbeschermingsautoriteit en de Raad van State.

Het ontwerp van koninklijk besluit wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.

28

Gezinshereniging zonder omkadering of begeleiding kan leiden tot mensonwaardige situaties

Om een gezinshereniging goed te laten verlopen zijn een aantal randvoorwaarden nodig.

Zo moet de woning groot genoeg zijn om de bijkomende gezinsleden te huisvesten. Dit is dikwijls niet het geval, waardoor gezinnen op straat belanden of met te veel in één woning leven.

  • Vb. Niet begeleide minderjarigen moeten zelf gezinshereniging aanvragen. Op het moment dat ze 18 worden en de opvang moeten verlaten, moeten ze zelf een woning zoeken. Ofwel is dat een studio, maar dat is te klein voor gezinshereniging. Ofwel een grotere woning, maar dat is te duur en heel moeilijk te vinden (zie ook signalen 17. Wooncrisis en 16. Gevolgen van de wooncrisis). Als ze een installatiepremie krijgen voor de studio, kunnen ze die niet meer aanvragen voor de grotere woning na gezinshereniging.

 

Wie het opvanginitiatief moet verlaten, krijgt wel ondersteuning bij de zoektocht naar een woning (Huursalon SOI). Ondanks deze ondersteuning blijft het echter zeer moeilijk om een woning te vinden.

Naast het woonaspect is een goede (psychologische) begeleiding vaak aangewezen bij gezinshereniging. Bijvoorbeeld na een traumatische vluchtroute of bij hereniging met (traditionele) ouders na een lange periode van scheiding. Psychologische begeleiding van (een van) de gezinsleden afzonderlijk kan wel (vb. Mindspring CAW, via het OCMW, CGG Adentro). Psychiatrische hulp is dan weer onmogelijk door het gebrek aan cultuursensitiviteit (zie ook signaal 7. Gebrek aan taaltoegankelijke en cultuursensitieve hulpverlening). Er is bovendien geen mogelijkheid tot intensieve gezinsbegeleiding om gezinnen in dit moeilijke proces te ondersteunen.

Gebrek aan deze randvoorwaarden zorgt voor mensonwaardige situaties.

Opvolging:

Er werd een nieuw project opgestart: niet begeleid, wel ondersteund. Dit is een samenwerking tussen Stad Gent (asiel en vluchtelingen, Ankerkracht) en CAW Mind-Spring. Er worden specifieke groepen mind-spring georganiseerd voor jongeren die gezinshereniging hebben aangevraagd, alsook voor hun ouders. Transithuis organiseert infosessies over gezinshereniging in verschillende talen. 

29

Onvoldoende procedurele ondersteuning voor verzoekers internationale bescherming en mensen zonder wettig verblijf

Verzoekers internationale bescherming en mensen zonder wettig verblijf botsen op drempels naar (goede) rechtsbijstand.

Verzoekers internationale bescherming hebben recht op een advocaat tijdens hun asielprocedure. Ze zijn erg afhankelijk van rechtsbijstand, want die kan een grote invloed uitoefenen op de procedure en de beslissing of ze al dan niet asiel krijgen. Vaak is de kwaliteit van rechtsbijstand voor deze groep echter onvoldoende. Dat heeft een aantal oorzaken:

  • Er zijn te weinig advocaten die voldoende kennis hebben van het verblijfsrecht.
  • Advocaten zijn duur. De meeste verzoekers internationale bescherming doen beroep op een pro-deo advocaat. Ofwel vraagt men een pro deo -advocaat aan bij het Bureau Juridische Bijstand (BJB), ofwel zoekt men een advocaat uit het reguliere circuit die bereid is om pro deo te werken. Sinds de wijziging van de nomenclatuur voor Pro-Deoadvocaten in 2016[1] is het aantal punten voor asielprocedures verminderd, waardoor advocaten minder gemotiveerd zijn om dit op te nemen. Het aanbod advocaten is dus beperkt.
  • Het probleem rond tolken (zie signaal 76. Recht tolken) stelt zich ook in de rechtsbijstand aan verzoekers internationale bescherming. Er kan een tolk aangevraagd worden via rechtsbijstand, maar dit verloopt niet vlot.
  • In sommige gevallen krijgen verzoekers internationale bescherming pas toegang tot rechtsbijstand als ze via een attest van het OCMW, de RVA en de mutualiteit kunnen bewijzen dat ze geen steun ontvangen. Als deze diensten geen attesten meer wensen af te leveren dan komt de toegang tot de rechtsbijstand in gevaar.
  • Sommige advocaten maken misbruik van de situatie van verzoekers internationale bescherming en verrijken zichzelf door onder tafel geld te ontvangen.

Verzoekers internationale bescherming komen dikwijls terecht bij een advocaat die hen onvoldoende rechtsbijstand kan verlenen en worden daardoor benadeeld in hun procedure verzoek internationale bescherming.

Mensen zonder wettig verblijf kunnen vaak geen rechtsbijstand krijgen doordat ze niet de juiste documenten kunnen voorleggen omwille van hun statuut.

  • Je moet een attest gezinssamenstelling voorleggen om toegang te hebben tot rechtsbijstand. Dat is niet mogelijk voor mensen zonder wettig verblijf omdat ze niet ingeschreven zijn bij een gemeente.
  • Mensen zonder wettig verblijf kunnen enkel beroep doen op gratis tweedelijnsrechtsbijstand bij het verzoek tot internationale bescherming en bij het indienen van een regularisatie aanvraag of het indienen van een beroep tegen een beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken.

Mensen in de meest kwetsbare positie hebben hierdoor geen toegang tot (kwalitatieve) rechtsbijstand. Daardoor komen veel vragen hierover in de eerstelijn terecht. Maar ook daar is er te weinig basiskennis van het vreemdelingenrecht. Dat zorgt ervoor dat statuten (die bepaalde rechten ont- of afsluiten) vaak door elkaar gehaald worden.

[1] Agentschap integratie en inburgering (2023) Vanaf 1 september 2016: Wijzigingen nomenclatuur voor pro-deo advocaten (https://www.agii.be/thema/vreemdelingenrecht-internationaal-privaatrech…)

Opvolging:

Hier het antwoord/de terugkoppeling van het Bureau voor Juridische Bijstand (= de instantie die zorgt voor bijstand door een pro-Deoadvocaat). 

  1. Klopt het dat slechts in ongeveer 1/3de van het totaal aantal aanvragen bij het BJB er een pro-Deoadvocaat aangesteld wordt? Er zullen hiervoor ongetwijfeld verschillende redenen zijn (te hoog inkomen, onvoldoende bewijsstukken, samenwoonst waardoor gezamenlijk inkomen te hoog is, …). Kunnen we als OCMW en lokaal bestuur helpen om het aantal gegronde aanvragen te verhogen en/of het aantal ongegronde aanvragen te verminderen?

Dit is o.i. niet correct, al hebben wij geen exacte cijfergegevens ter onzer beschikking.

Sinds 01/01/2023 zijn er 6.022 dossiers goedgekeurd, slechts 116 officieel afgewezen en 864 op bijkomende info gezet (dat is zo’n 12,5 %).

Er zullen waarschijnlijk ook aanvragen zijn die mondeling behandeld zullen geweest zijn en voorlopig niet aanvaard wegens onvoldoende of onvolledige stukken. Dit zal evenwel niet tot 1/3 van onze totale dossiers leiden.

Ter info: op heden staan er 31.428 dossiers open.

De dossiers die onvolledig zijn, daarbij blijft het grootste probleem dat de aanvragers niet alle documenten meebrengen naar de BJB zitting en het zich op de moeite steken om terug te komen etc. OCMW’s mogen reeds aanvragen per e-mail indienen.

Wij proberen zo duidelijk mogelijk te communiceren welke stukken iemand in zijn situatie nodig heeft.

Bewijzen dat er geen inkomsten zijn, is administratief altijd het moeilijkste.

  1. We kregen in ons OCMW en in ons departement het signaal dat er onvoldoende juridische bijstand is voor vreemdelingen/verzoekers internationale bescherming/mensen zonder wettig verblijf en dat er verschillende knelpunten zijn:
     
  • Er zouden te weinig advocaten zijn die gespecialiseerd zijn in vreemdelingenrecht/verblijfsrecht?

In Gent zijn er een beperkt aantal advocaten die vreemdelingenrecht doen, maar wij ervaren geen problemen met die groep of een tekort is ons nooit eerder gemeld.

  • De meeste verzoekers internationale bescherming doen beroep op een pro-Deoadvocaat. Klopt het dat de vergoeding voor dergelijke procedures niet hoog genoeg is waardoor er ook minder interesse hiervoor is bij de advocaten?

Dit is niet correct. De vergoeding voor dergelijke procedures is correct. De eventuele verplaatsingen naar andere arrondissementen (bijv. Brussel) kan wel al eens een struikelblok zijn omdat dit veel tijdverlies geeft en dat wordt niet vergoed.

  • Het werken via tolken zou niet evident zijn?

Is vanuit het BJB wel goed geregeld, maar het is vooral voor de tolken een bijkomende administratieve last waardoor zij afhaken, maar hun vergoeding verloopt niet via ons. Wij stempelen alleen maar af.

  • Op het aanvraagformulier ontbreekt de mogelijkheid om aan te kruisen dat men zonder wettig verblijf is. Mensen zonder wettig verblijf kunnen ook bepaalde documenten niet voorleggen (zoals een attest gezinssamenstelling). Ook attesten dat er geen inkomen is, kunnen vaak niet voorgelegd worden. Zijn er hier oplossingen voor? Er zou ook een misverstand bestaan dat een “medische kaart” van het OCMW impliceert dat betrokkene een maandelijks inkomen van het OCMW krijgt terwijl het enkel gaat over dringende medische hulp.

Het aanvraagformulier is op Vlaams niveau opgesteld. Wij kunnen dit als lokaal BJB niet wijzigen. Wel aanvaarden wij gewoon bewijs van DMS/code no show (aanstelling maatschappelijke bijstand) indien geen DMS of bijstand, volstaan de negatieve attesten en het bevel of bewijs ambtshalve schrapping.

  • Gebeurt het dat sommige pro-Deoadvocaten toch kosten en erelonen zouden vragen aan verzoekers internationale bescherming?

Als je als vreemdeling hier bij familie gaat inwonen, kan het zijn dat je niet in aanmerking komt voor de juridische tweedelijnsbijstand (indien men geen vermoeden geniet) en dan kan de advocaat betaling vragen van zijn prestaties. Soms wil men per se ook een bepaalde advocaat maar treedt die niet pro Deo op en dan kan het zijn dat afgesproken wordt dat niet pro Deo zal gewerkt wordt. Men doet dan als het ware afstand van zijn recht op een pro Deo advocaat.

Wij zijn hierover als Gents BJB nooit bevraagd, ook al omdat vreemdelingendossiers in vergelijking met andere BJB’s maar een klein deel van ons totaal aantal dossiers bedraagt (4.901 op 31.428 of zo’n 15,60 %).

30

Onduidelijk en ontoereikend aanbod geestelijke gezondheidszorg®

Psychologische hulpverlening op de privémarkt is te duur, zeker voor mensen in een financieel kwetsbare positie. Er is betaalbaar hulpverleningsaanbod voor deze groep (o.a. psychologische dienst OCMW, relance-psychologen, eerstelijnspsychologen, Mobil teams, mobiele werkers geestelijke gezondheid), maar dat aanbod is ontoereikend en onduidelijk.

Het tekort uit zich op verschillende vlakken:

  • Er is te weinig aanbod (aantal uren) in vergelijking met de vraag (vb. relancepsychologen OCMW). Daardoor zijn er wachttijden en krijgen mensen te laat of geen hulp.
  • Er is te weinig aanbod in gebieden met de meest kwetsbare bewoners (19de -eeuwse gordel, Watersportbaan, Nieuw-Gent).
  • Daarnaast is er ook te weinig aanbod voor specifieke doelgroepen/specifieke klachten: anderstaligen (zie ook signaal 7. Gebrek aan taaltoegankelijke en cultuursensitieve hulpverlening), mensen met een multi problematiek, mensen met een eetstoornis, mensen zonder wettig verblijf, trauma.
  • De mobiele werkers geestelijke gezondheid in Gent merken op dat ca. 1/3de van de mensen met persoonlijkheidsproblemen en psychische problemen, onderliggend een mentale beperking heeft. Hun coping strategie om met die kwetsbaarheid om te gaan is vaak middelenmisbruik. Deze doelgroep heeft eigenlijk aparte zorg nodig, maar die zorg bestaat niet.

 

Het bestaande betaalbare psychologische hulpaanbod is waardevol, maar schiet tekort. Het moet verder uitgebreid (en zeker niet afgebouwd) worden. De meest kwetsbare burgers moeten nog meer bereikt worden.

Er is niet alleen een tekort aan aanbod, het aanbod geestelijke gezondheid is ook versnipperd. Voor doorverwijzers is het onduidelijk welk aanbod er bestaat en voor wie. De samenwerking en doorverwijzing tussen eerste, tweede en derde lijn verloopt bovendien vaak stroef. Doordat hulpverleners zelf de weg niet vinden en niet goed kunnen doorverwijzen, geraken burgers niet tot (de juiste) hulp.

Opvolging:

Sinds mei 2922 is er via de conventie eerstelijnspsychologische zorg een aanzienlijke uitbreiding van laagdrempelige en betaalbare psychologische aanbod voor Gentenaars. Via deze conventie wordt zowel een individueel als een groepsaanbod gerealiseerd, naar alle leeftijdsgroepen en zowel voor mensen met milde tot matige klachten (via eerstelijnspsychologen) als voor mensen met complexere problemen die nood hebben aan een langer begeleidingstraject (via gespecialiseerde zorg). Dit aanbod is toegankelijk voor de brede bevolking maar met een specifieke aandacht voor mensen met een verhoogde kwetsbaarheid. De zorg is betaalbaar  (11 euro voor een individuele sessie, 4 euro voor mensen met statuut verhoogde tegemoetkoming, 2,5 euro voor een groepssessie) en wordt deels vindplaatsgericht georganiseerd, dit om drempels te verlagen voor doelgroepen die anders moeilijker de weg naar psychologische zorg vinden.  Alle Gentse wijkgezondheidscentra boden zichzelf aan als vindplaats en werken samen met geconventioneerde psychologen. De psychologen kunnen een beroep doen op online tolken. 

Concreet worden in Gent wekelijks 1092 sessies aangeboden waarvan 357 sessies voor kinderen en jongeren, 735 sessies voor volwassenen. Er wordt samengewerkt met meer dan 30 vindplaatsen, waaronder alle wijkgezondheidscentra. Binnen de wijkgezondheidscentra worden momenteel meer dan 150 sessies per week aangeboden. 

Het overzicht van het aanbod in de conventie kan gevonden worden op Conventie | Psychologische Functies In De Eerste Lijn Oost-vlaanderen | Flanders (psy-ovl.be)

Op vlak van territoriale spreiding van dit aanbod is nog wel wat werk aan de winkel, we stellen vast dat in een aantal wijken zoals Nieuw Gent, Bloemekswijk en de Muide het aanbod nog moet uitgebreid worden en dit zal vooral via vindplaatsgericht werken moeten gerealiseerd worden. Er is een zeer goede samenwerking tussen de coördinatie van de conventie, de betrokken stadsdiensten en ELZ Gent in kader van afstemming rond het aanbod, bekendmaking en het verlagen van drempels voor de meest kwetsbare doelgroep.

Wat de leesbaarheid van het aanbod geestelijke gezondheid in onze regio betreft : het klopt dat door de veelheid en diversiteit van het aanbod het moeilijk is zowel voor cliënten als voor doorverwijzers om de gepast zorg te vinden. De website van Stad Gent https://stad.gent/nl/samenleven-welzijn-gezondheid/gezondheid/mentaal-welzijn/voel-je-je-niet-goed-je-vel-praat-erover en de sociale kaart https://socialekaartvangent.be/sectoren/geestelijke-gezondheid-0 zijn momenteel het kompas  om de weg te vinden in het aanbod. In de sociale kaart zit ook een tool die je via een stroomdiagram tot het gepaste aanbod leidt. Voor professionals en doorverwijzers biedt het netwerkpunt van het PAKT een telefonische hulplijn in de zoektocht naar de juiste zorg. In een aantal wijken zijn mobiele werkers geestelijke gezondheid (PAKT) of wijknetwerkers geestelijke gezondheid (ELZ Gent) actief die aanspreekbaar zijn en een goed overzicht hebben van het aanbod en dus mensen kunnen gidsen naar gepaste zorg.

Sinds een paar maanden is ook een provinciale werkgroep kruispunten opgestart. Het concept kruispunten bestaat reeds in andere regio’s en zijn fysieke plaatsen waar laagdrempelig onthaal georganiseerd wordt voor burgers, waar vraagverheldering georganiseerd wordt en mensen gegidst worden naar het passende aanbod in geestelijke gezondheidszorg. De ambitie is om ook in Gent kruispunten te organiseren, die het aanbod van geestelijke gezondheidszorg beter moeten ontsluiten.

 

31

Psychische kwetsbaarheden versterkt®

Veel mensen die al een psychische kwetsbaarheid hadden vóór corona, hebben het nu extra moeilijk. Er is ook een sterke terugval bij mensen bij wie de psychische problematiek gestabiliseerd was. Bovendien komen mensen die hulp zoeken vaak niet tot (de juiste) zorg, omdat ze botsen op de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg. Daardoor nemen hun klachten verder toe (zie ook signaal 30. Onduidelijk en ontoereikend aanbod geestelijke gezondheidszorg).

Voorbeelden:

  • De organisaties Bednet en School en ziek zijn merken een sterke stijging op van het aantal kinderen dat niet meer naar school gaat wegens ziekte. Kinderen met autisme geraken bijvoorbeeld niet meer op school nadat ze lang thuis geweest zijn door de coronapandemie. Hun sociale angst is toegenomen.
  • Ouderen beperken hun sociale activiteiten uit schrik voor corona. De eenzaamheid is nog versterkt.
  • Jeugdwelzijnswerkers worden vaker geconfronteerd met jongeren die kampen met een psychische problematiek. Ze merken een stijging op van zelfverminking, middelen mis-/gebruik en verslaving (o.a. aan ballongas), suïcidedreiging en suïcide, seksueel grensoverschrijdend gedrag.
  • Sinds de coronacrisis wordt er meer openlijk drugs gebruikt en gedeald. Zowel op scholen als in de openbare ruimte.
Opvolging:

37

Administratieve drempels®

Voor heel wat aspecten in je leven moet je administratieve zaken in orde brengen. Dat zorgt voor extra drempels voor mensen in een kwetsbare positie. Ze vragen daarvoor ondersteuning aan eerstelijnsdiensten, wat de druk op de diensten nog verhoogt (zie ook signaal 6. Druk op de eerstelijn). Dikwijls zijn ze niet in orde met hun administratie. Dat kan heel wat negatieve gevolgen hebben. Je kan bijvoorbeeld je aanspraak op bepaalde rechten verliezen. Er zijn al verschillende rechten waarbij de administratieve drempel wegvalt dankzij automatische toekenning. Daar moet verder op ingezet worden.

Voorbeelden:

  • Mensen die een leefloon ontvangen en onder elektronisch toezicht worden geplaatst, krijgen vanaf dan een uitkering vanuit de Vlaamse Overheid. Dat bedrag is echter lager dan het leefloon. Mensen moeten dan zelf initiatief nemen om een aanpassing te vragen bij het OCMW. De aanpassing wordt bovendien niet altijd goedgekeurd.
  • De procedure om korting te krijgen bij verschillende diensten (o.a. kinderopvang, onderwijs) als je in een financieel kwetsbare positie zit, is complex. Bij de stedelijke initiatieven krijgen mensen met verhoogde tegemoetkoming het verlaagde tarief automatisch. De niet-stadsdiensten hebben geen toegang tot de juiste gegevens, waardoor eventuele kortingen die zij willen toestaan niet automatisch toegekend kunnen worden.
  • Als je langer dan 8 weken ziek bent, krijg je een vragenlijst van de controlearts van de mutualiteit. De vragenlijst is niet toegankelijk. Hij bevat bijvoorbeeld moeilijke vragen over zelfinschatting en vragen die niet relevant zijn voor de situatie (vb. een vraag rond burn-out bij een kankerdiagnose).
  • Juridische dossiers en juridische communicatie zijn onduidelijk. Het taalgebruik is ontoegankelijk, de boodschap is vaak onhelder geformuleerd en veel te lang. Voor mensen die niet thuis zijn in het juridische vakjargon is de informatie niet toegankelijk. Voor mensen in een kwetsbare positie vaak nog minder.
  • De huisartsenwachtpost is moeilijk toegankelijk voor mensen in een kwetsbare positie. Je moet telefonisch aanmelden en verschillende vragen beantwoorden door toetsen in te drukken op je telefoon, zoals je rijksregisternummer.

Het Gentse meldpunt moeilijke brieven is een nieuw initiatief dat het mogelijk maakt om een deel van dit signaal aan te kaarten[1].

[1] Werkgroep kwetsbare senioren GBO (2022) Meldpunt moeilijke brieven (https://www.eerstelijnszone.be/sites/default/files/meldpunt_moeilijke_brieven_-_stad_gent_0.pdf)

Opvolging:

Stad Gent heeft een meldpunt voor moeilijke brieven, formulieren en procedures: meer info en formulier

38

Openbare diensten laten boetes of laattijdige betalingen snel escaleren

Overheidsdiensten geven sancties bij het laattijdig of niet betalen van facturen. Ze rekenen extra administratieve kosten aan, geven boetes en/of schakelen een deurwaarder in. Voor mensen in een kwetsbare positie lopen de kosten snel op, waardoor ze nog dieper in armoede geraken. Ze zijn ook terughoudender om gebruik te maken van de diensten uit schrik voor financiële consequenties. Dit vergroot de ongelijkheid.

Voorbeeld boetes:

  • Het boetesysteem in de bibliotheek zorgt voor een extra drempel om boeken te ontlenen voor mensen met een laag inkomen. In de Krook zijn er verschillende initiatieven die hierop inspelen: mogelijkheid om boetes gespreid te betalen, lagere boetes voor kinderboeken, eerste dag te laat is boetevrij, het aanbod wisselcollecties en de mogelijkheid om boeken in iedere Gentse bibliotheek of terugbrengbus binnen te brengen. Je krijgt verwittigingsmails om boetes te vermijden. Dit gebeurt via een zelf opgegeven mailadres. Dat geeft soms problemen, bijvoorbeeld wanneer je van mailadres verandert. Ondanks deze initiatieven blijven de boetes een probleem. Voor mensen met een laag inkomen zorgt een boete voor stress. Ze maken dan liever geen gebruik van de dienstverlening om de stress te vermijden.

Openbare diensten schakelen sneller een deurwaarder in als boetes of facturen niet (tijdig) betaald worden:

  • De Lijn schakelt heel snel een deurwaarder in.
  • Voor de betaling van het inburgeringstraject plant men vanaf september 2023 met deurwaarders te werken.
  • Ook diensten van Stad Gent zetten deurwaarders in. Er zit dan wel een extra sociale buffer tussen: je krijgt veel herinneringen per mail/brief. Voor mensen in een kwetsbare positie werkt dat niet altijd. Ze verhuizen vaak, de brieven komen niet terecht of ze begrijpen de brief niet. Daardoor vormt de deurwaarder een onverwachte, grote klap.
  • Scholen schakelen sneller een incassobureau, advocaat of gerechtsdeurwaarder in voor onbetaalde schoolfacturen. Bv. een schoolfactuur van een Gentse school bedroeg 4,98 euro. Doordat de factuur niet tijdig betaald werd liep de factuur na een jaar op tot 264 euro. De Stedelijke scholen hebben wel een beleid rond opvolging onbetaalde schoolfacturen.
Opvolging:

REACTIE SEP-2023

POSITIONERING

Het Beleid bepaalt voor welke diensten, ingebruikname en overtredingen een vergoeding gevraagd of opgelegd wordt. Daarbij dient men te onderscheiden:

  • Facturen: ingevolge een geleverde prestatie zoals bvb. kinderopvang
  • Retributies: betaling voor een verleende dienst die vrijwillig gekozen werd zoals bvb. vuilophalen of parkeren op de openbare weg/in een parkeergarage
  • Boetes: een administratieve sanctie in de vorm een te betalen geldboete naar aanleiding van een overtreding zoals bvb. het doorrijden van het autovrijgebied of de Lage Emissiezone
  • Fiscale vorderingen: ingevolge gemeentebelasting opgelegd zoals bvb. inname openbaar domein
  • Administratieve kosten (volgens reglement van toepassing) worden in rekening gebracht wanneer de vordering meermaals (gratis) in herinnering werd gebracht en onbetaald bleef zonder enig reactie of kennisgeving vanwege de schuldenaar.

Het Bestuur (“de overheidsdiensten”) dient het beleid ten uitvoer te brengen en doen dit via reglementen, kennisgevingen, toekennen van vergunningen, mogelijkheid tot registratie en andere kanalen ter beschikking en het best toepasbaar op het doelpubliek of de klantenbasis.

 

PRINCIPES

1° Er wordt gewerkt volgens een klantgerichte, steeds informerende, benadering (niet limitatief voor alle diensten):

  • Vooraf: de burger, klant, entiteit of persoon wordt geïnformeerd en kan zichzelf informeren via verschillende kanalen en/of bij de betrokken diensten omtrent de van toepassing zijnde reglementen en de genomen beleidsbeslissingen  betreffende een gewenste prestatie, een gereglementeerd gedrag of een specifieke zone van het grondgebied van de stad. Vaak zijn de regels en de afspraken zichtbaar in het straatbeeld (ref. verkeersborden), worden ze vermeld in periodieke publicaties, zijn ze aanwezig op de website van de stad en meer en meer zijn ze ook beschikbaar via sociale media.
  • Op het moment van dienstverlening, prestatie, vaststelling of overtreding wordt er administratief nota gemaakt zoals een aanwezigheid bij de kinderopvang, een vaststelling van sluikstorting of het gebruik van de openbare weg. In geval van een prestatie-levering (bvb. opvang in kinderdagverblijf) is er vaak contact met een medewerker van de betrokken dienst aan wie steeds een vraag kan worden gesteld.
  • Via een uitnodiging tot betaling: de factuur voor kinderopvang, het aanslagbiljet m.b.t. een gemeentebelasting, de parkeerbon, de (GAS/LEZ)boetebrief enz. geven zichtbare aanwijzingen naar de betrokken dienst waar informatie kan worden bekomen over de reden, bron, oorzaak van de gevraagde betaling.
  • Via een eerste gratis herinnering (soms meerdere) omtrent het nog openstaande bedrag, gericht aan het door de schuldenaar opgegeven adres of via het verkozen communicatiekanaal.
  • Via aanmaning (aangetekend schrijven), al dan niet verhoogd met administratieve kosten, alvorens over te gaan tot invordering.
  • Vooraf aan de invordering, welke gebeurt via een dwangbevel opgemaakt en overgemaakt door de Fin-Directeur van Stad & OCMW aan de gerechtsdeurwaarder, zendt de aangesproken gerechtsdeurwaarder een eenvoudig schrijven aan de schuldenaar met daarin de melding dat hij een opdracht tot invordering van een bepaald gedetailleerd bedrag heeft gekregen,  alvorens zich persoonlijk te melden op het officieel adres teneinde de solvabiliteit van de schuldenaar te kunnen inschatten.

2° Principe van gelijke behandeling van onze klanten (burgers/ondernemingen) ligt aan de grondslag van het facturatieproces en het debiteurenbeheer.

Niettemin … op het moment van de aanvraag of het leveren van de prestatie door Stad/OCMW hebben bepaalde diensten - voornamelijk waar er persoonlijk contact is met de burger/cliënt – de gelegenheid om, met het oog op de aanrekening van een correcte – eventueel sociaal bijgestelde -prijs, te peilen naar de financiële draagkracht van de burger/cliënt en daarbij  informatie te verschaffen of voorstellen te formuleren betreffende mogelijke (sociale) tussenkomsten, gunstiger tarieven enz. Waar mogelijk zetten de stadsdiensten ook in op het automatisch toekennen van recht op sociale kortingen.

Desondanks … zijn er op elk moment van het debiteurenbeheer (van uitnodiging tot betaling ingevolge prestatie/dienst of ingevolge een vaststelling van een inbreuk tot aan de gedwongen invordering) mogelijkheden om als schuldenaar in gesprek te gaan met de betrokken dienst betreffende de gevraagde betaling. Verschillende betalingsmodaliteiten zijn bespreekbaar en mogelijk, zoals tijdelijk betalingsuitstel,  spreiding van (af)betalingen in de tijd, enz.

Bovenop .. zullen voormelde betaalfaciliteiten steeds aangeboden worden, of tot de mogelijkheden behoren, in fase van de invordering door een externe partner, zijnde gerechtsdeurwaarder (voor Belgische debiteuren) of incassobureau (voor buitenlandse debiteuren).

3° Administratieve kosten en/of boetes

Gebaseerd op de toepasselijke reglementen, goedgekeurd door de bevoegde beleidsinstanties, dienen in de fase van debiteurenbeheer vanaf er een nood is aan het verzenden van een aangetekende aanmaning  omdat de betaling van een geleverde dienst/prestatie achterwege blijft administratieve kosten bovenop het initieel te betalen bedrag worden toegepast. Dit dient enkel te gebeuren als het te betalen bedrag open blijft staan en de dienst zonder signaal, antwoord of andere vorm van contact vanwege de schuldenaar is. Administratieve kosten vinden hun oorsprong in “de noodzaak van meermaals ter hand nemen van het betrokken dossier”.

(Administratieve geld-)boetes worden opgelegd omwille van “het niet naleven van de toepasselijke, en verondersteld overeengekomen, afspraken of omwille van ”het begaan van een overtreding of inbreuk op gevestigde, geduide en te kennen reglementen”. M.a.w. als sanctie ten gevolge van een ongepast (rij- of ander) gedrag. Boetes zijn een onderdeel van een handhavingsbeleid dat het organiseren van een leefbare stadsomgeving ondersteund.

 

4° Inzet van externe invorderingspartner

Eénmaal de openstaande schuld in het proces van invordering via een dwangbevel en de tussenkomst van een externe invorderingspartner (een gerechtsdeurwaarder) komt, zijn de tarieven voor de vergoeding van de tussenkomst van de gerechtsdeurwaarder wettelijk vastgelegd en gekoppeld aan de grootte van het openstaande bedrag.

Voor detail zie (K.B. 30.11.1976) : https://www.gerechtsdeurwaarders.be/sites/default/files/inline-files/burgerlijk%20tarief%202023.pdf

 

DATA PROTECTION / PRIVACY

De algemene verordening gegevensbescherming (AVG - ook bekend onder de Engelse afkorting GDPR) versterkt de grondrechten van de burgers in het digitale tijdperk. De Belgische Privacywet ter bescherming van persoonsgegevens, voluit de Wet van 8 december 1992 voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, moet de burger beschermen tegen misbruik van zijn persoonlijke gegevens.

Met uitzondering van enkele OCMW-diensten - welke een wettelijk verbod hebben dit te delen - hadden de diensten van Stad en OCMW geen inzage in de financiële draagkracht, solvabiliteit, inkomen of persoonsgegevens van hun klanten of de burger.

In het kader van het project éénheid van schuld deed de stad Gent begin 2023 de nodige inspanningen om in het Decreet Lokaal Bestuur (artikel 177) een wettelijke basis te laten opnemen om rekening houdend met o.m. de doelstelling van bestrijding en voorkoming van armoede en overeenkomstig het lokaal beleid te kunnen komen tot de verwerking van personengegevens op basis waarvan er proactief kan bepaald worden wie financieel kwetsbaar is.

 

INSCHAKELEN VAN EEN GERECHTSDEURWAARDER

Op het einde van het interne inningsproces kan door de  financieel directeur besloten worden wat met de openstaande bedragen, zijnde belastingen, (administratieve)boetes en retributies en de bijkomende administratieve kosten dient te gebeuren.

Eén mogelijkheid is overgaan tot invordering via een externe invorderingspartner. Een opdracht die door de financieel directeur via een overheidsopdracht kan uitbesteed worden aan een gerechtsdeurwaarder.

Op basis van het door de stad met de gerechtsdeurwaarder afgesproken plan van aanpak zal hij meerdere pogingen ondernemen om de betrokkene persoonlijk te bereiken teneinde er (af)betalingen mee af te spreken of om betrokkene te informeren en door te verwijzen naar schuldhulpverleningsinstanties (OCMW, CAW, …). Tijdens de opstart van het dossier onderzoekt de gerechtsdeurwaarder meerdere zaken om tot een geactualiseerde inschatting van de solvabiliteit van de debiteur te komen.

Wanneer geen contact mogelijk blijkt, en bij het uitblijven van een reactie van de debiteur, zal de gerechtsdeurwaarder, gehouden aan de principes van sociaal invorderingsbeleid overeengekomen met Stad & OCMW, de schuldenaar bezoeken op zijn domicilie-adres. Alleen in die dossiers waar de solvabiliteit van de debiteur als voldoende goed wordt aangemerkt, zal de gerechtsdeurwaarder ter plaatse een betekening met bevel tot betalen op basis van het dwangbevel afleveren.

 

ACTIES ONDERNOMEN EN LOPENDE

  1. De Beleidsnota Financiën 2020-2025 bevat volgende doelstelling:

“Een menselijk invorderingsbeleid en streven naar eenheid van schuld.”

De Stad heeft een grote variatie aan belastingen, boetes en retributies (d.i. betalende diensten). Zowat elke bewoner, heel wat ondernemingen en bezoekers krijgen daarmee te maken. Om die verschillende soorten inkomsten te realiseren kunnen we niet op een eenvormige manier te werk gaan. Immers: sommigen willen wel betalen maar kunnen niet, sommige anderen kunnen wel maar willen niet...

We voeren daarom een gevarieerd invorderingsbeleid, waarbij we enerzijds consequent belastingen en vorderingen innen, om zo het beleid af te dwingen; maar anderzijds ook begrip tonen voor schuldenaren die in een moeilijke positie verkeren. We zoeken in zo’n gevallen altijd (automatisch) een ‘sociaal menselijke behandeling’ via aangepaste betalingsfaciliteiten.

We streven het principe van ‘eenheid van schuld’ na voor Gentenaars die dat nodig hebben (reeds van toepassing in het OCMW). Daarmee bedoelen we dat we met onze schuldenaren één globaal dossier voor onze eigen vorderingen maken (Stad & OCMW Gent), met afspraken op maat. Daardoor willen we hen verlossen van extra kosten en administratieve overlast. Als eerste stap bouwen we onze visie daarop verder uit. Sowieso werken we enkel samen met inningspartners (deurwaarders) welke deze visie op menselijk en sociaal verantwoord invorderen onderschrijven. We onderzoeken bovendien hoe we de procedure voor niet-geïnde schoolfacturen in het stedelijk onderwijs verder op punt kunnen stellen.

  1. Realisatie van een menselijk invorderingsbeleid

Inzake het externe invorderingsproces zijn in de overheidsopdracht met de gerechtsdeurwaarder afspraken gemaakt en wordt er regelmatig overleg gepleegd met de betrokken gerechtsdeurwaarder teneinde een rechtvaardige doch menselijke invordering te realiseren. Weliswaar via alle mogelijke wettelijk beschikbare uitvoeringsmiddelen en na het bepalen van de solvabiliteit van de schuldenaar.

De speerpunten van de overheidsopdracht van diensten betreffende door gerechtsdeurwaarders verleende diensten voor debiteurenbeheer zijn:

  • eerst een minnelijke afrekening zenden/opvolgen vooraleer de gedwongen uitvoering op te starten
  • een gewogen uitvoering rekening houdende met de solvabiliteit van de betrokkene(n)
  • de toepassing van kostenbeperkende maatregelen (bv. m.b.t. kwijtingsrecht bij afbetaling, …)
  • een gedetailleerde en transparante rapportering over de status van de toevertrouwde opdrachten

 

 

  1. Project Eenheid van Schuld

Op initiatief van het departement Financiën Stad & OCMW Gent werd een wijziging bekomen aan het DLB (Decreet Lokaal Bestuur) waardoor:

  • In artikel 177 expliciet de mogelijkheid werd gegeven aan de de financieel directeur van het lokaal bestuur om via debiteurenbeheer rekening te houden met o.m. de doelstelling van bestrijding en voorkomen van armoede. Wat bv. concreet zou kunnen ingevuld worden door een beleid van een centralisatie van invorderingen over verscheidene diensten heen
  • De toegang en verwerking van persoonsgegevens (ref AVG-zie hoger) kan gebeuren voor debiteurenbeheer in het kader van de bestrijding en voorkoming van armoede

In samenwerking met Stad Leuven werd een haalbaarheidsstudie uitgevoerd teneinde “Een bijkomend klantgericht, proactief invorderingstraject voor financieel zwakkere burgers door het opzetten van een globaal vorderingen overzicht waarin de burger via één afbetalingsplan z’n schulden, zonder bijkomende kosten, kan afbouwen en opvolgen.”

Een aanzet is gegeven voor een ontwerp gemeentereglement voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van debiteurenbeheer.

Een initiatief voor het volgen van een OSLO-traject (Open Standaarden voor Linkende Organisaties) werd opgestart onder coördinatie van Digitaal Vlaanderen. Het betreft de datastandaardisatie binnen schuldbeheer met als doel het delen van informatie onder belanghebbenden te vereenvoudigen. Dit met als doel een efficiëntere ondersteuning en oplossingen op maat te kunnen bieden voor de financieel zwakkere burger. De gezochte meerwaarde ligt in:

  • Een verbeterde dienstenlevering door consistente gegevensuitwisseling
  • Vermindering van stress voor mensen in moeilijke financiële situaties
  • Voorkomen van leveranciersafhankelijkheid met betrekking tot gegevensverwerking
  • Bevorderen van betere samenwerking over diensten en overheden heen

 

39

Onnauwkeurigheden aangiften dienst burgerzaken

Zowel bij inschrijvingen in het vreemdelingenregister als bij geboorteaangiften worden regelmatig administratieve fouten gemaakt. Het gaat over foutief geschreven namen en verkeerde geboortedata. Dat komt vooral voor als de burger geen officiële documenten bij zich heeft, door een foutieve vertaling, door omzetting uit een ander alfabet (vb. van Cyrillisch of Arabisch) of doordat de persoon geen of onvoldoende Nederlands spreekt en/of ongeletterd is.

De fouten zorgen voor veel administratieve rompslomp, en zorgen er zelfs voor dat sommige documenten ongeldig zijn. Dat kan ernstige gevolgen hebben.

Voorbeeld:

  • Gezin afkomstig uit Afghanistan bestaande uit 2 ouders en 4 kinderen. Hun familienaam werd op 3 verschillende manieren ingeschreven. De namen van de verschillende gezinsleden staan nochtans op hetzelfde blad.
  • Een vrouwelijke verzoeker internationale bescherming is zwanger van een Belgische man. Het kind wordt geboren en de geboorteakte vermeldt haar naam. Na een korte periode trouwt ze met de Belgische man; en kiest ze er zelf voor om de naam van haar man aan te nemen. Ze heeft echter de procedure voor verblijf opgestart op haar eigen meisjesnaam, en diezelfde naam is ook terug te vinden op de geboorteakte. Achteraf pas nam ze de naam aan van haar man, en die staat in de huwelijksakte. Omdat ze als verzoeker internationale bescherming geen contact mag hebben met het land van herkomst, moet ze nu via de rechtbank een verbeteringsvonnis aanvragen. Dan pas kan haar kind erkend worden als Belgisch kind.

Een tolk of rechtstreeks contact tussen een eerstelijnsprofessional en de dienst burgerzaken kan dit soms verhelpen.

Opvolging:

De Dienst Burgerzaken schrijft burgers in de bevolkingsregisters in op basis van officiële documenten en informatie die is opgenomen in het rijksregister. Als er later vertaal- of omzettingsfouten worden vastgesteld, of er om een andere reden rechtzettingen nodig zijn, dan is daar vaak opnieuw een akte uit het herkomstland voor nodig. De Dienst Vreemdelingenzaken moet ook zijn fiat geven voor die wijzigingen.

Bij de registratie van namen stelt zich het probleem dat de vreemdelingenwetgeving en regelgeving burgerlijke stand andere brondocumenten hanteren (bijvoorbeeld paspoort versus geboorteakte). Een geplande reparatiewet van de federale overheid zou hier de komende jaren verbetering in moeten brengen.

De voertaal aan de loketten van de Dienst Burgerzaken is het Nederlands, maar taal mag geen barrière zijn voor een kwaliteitsvolle dienstverlening. De loketmedewerkers volgens opleidingen Engels en Frans. Waar nodig kunnen burgers ook in de meeste gangbare talen geholpen worden.

Uiteraard is ook niet iedereen even taalvaardig. Daarom gaan we aan de slag met pictogrammen in onze werking. Als dit nodig is zetten wij, in samenwerking met de Dienst Welzijn en Gelijke kansen, in op tolken. We bekijken ook flexibelere mogelijkheden zoals telefoon- en videotolken.

40

Gezinnen in dak- en thuisloosheid®

Er is een stijging van het aantal kinderen en éénoudergezinnen in dak- of thuisloosheid. Ook de toename van intrafamiliaal geweld (zie ook signaal 34. Stijging intrafamiliaal geweld) en het stijgend aantal scheidingen zorgt voor meer éénoudergezinnen die geen dak meer boven het hoofd hebben. De opvang voor deze doelgroep is ontoereikend.

De gevolgen van leven in dak- of thuisloosheid zijn enorm, ook voor kinderen. Een constant gevoel van onveiligheid, in contact komen met gevaarlijke of ongezonde milieus (drugs, alcohol, ...), ... laten blijvende littekens na. Dit kan ernstige psychologische problemen veroorzaken.

Opvolging:

41

Meer mensen in een precaire woonsituatie®

Het aantal mensen in een precaire woonsituatie neemt toe. Het gaat bijvoorbeeld over mensen in kraakpanden of illegale kampementen. Er worden ook meer autoslapers vastgesteld.

De stijging komt door een aantal factoren, zoals de wooncrisis (zie signaal 14. Wooncrisis), de toegankelijkheid van de nachtopvang (zie signaal 43. Toegang tot nachtopvang) en het tekort aan legale opties voor mobiel wonen. Er is bovendien een tekort aan opvang voor nieuwkomers, waardoor deze groep ook vaker in een precaire woonsituatie terechtkomt.

Veldwerkers verwachten dat het aantal mensen in een precaire woonsituatie nog verder zal toenemen, bijvoorbeeld na afloop van het project postmobiel wonen op de Lübecksite.

Opvolging:

45

Ontoegankelijke zorg voor daklozen®

Veel vormen van gezondheidszorg zijn ontoegankelijk voor mensen in dakloosheid:

  • Zieke of herstellende daklozen kunnen na ontslag uit het ziekenhuis vaak nergens terecht voor nazorg en/of revalidatie. Het project Vesalius bood hier een antwoord op maar was tijdelijk.

    • Na goedkeuring door de raad voor maatschappelijk welzijn start in Gent een project 'medisch herstelverblijf' van Wijde Zorg vzw in samenwerking met OCMW Gent en het RIZIV. Het gaat om 5 herstelbedden voor dakloze volwassenen met een medische zorgnood (band met Gent). Dit is alvast positief nieuws.
  • Een aantal oudere daklozen kan in De Baai terecht, voor andere oudere daklozen is er geen zorgaanbod. Het is voor hen vaak onmogelijk om na de nachtopvang ’s morgens terug de straat op te gaan.
  • De kosten voor palliatieve zorg worden niet gedekt door de medische kaart.

Het RIZIV kan sinds kort tussenkomen in de paramedische zorg voor dak- en thuislozen. Zonder woning of alternatieve plaats om de zorg toe te dienen, kunnen dak- en thuislozen hier echter moeilijk/geen gebruik van maken.

Opvolging:

46

Verhoogde tegemoetkoming niet voor iedereen die er nood aan heeft

Er zijn steeds meer mensen die nood hebben aan ondersteuning, maar net teveel verdienen om recht te hebben op een verhoogde tegemoetkoming (VT). Doordat ze geen recht hebben op een VT missen ze de bijkomende rechten en premies. De energiecrisis zorgt ervoor dat deze groep nog verder groeit.

Opvolging:

47

Meer en meer mensen hebben nood aan materiële steun®

De groep mensen met nood aan extra ondersteuning groeit. Door de opeenvolging van crisissen (coronacrisis, energiecrisis) en de financiële gevolgen ervan, ontstaat er een nieuwe groep mensen bij wie het inkomen niet langer volstaat om in basisbehoeften te voorzien. Gentse organisaties bieden materiële en/of voedselondersteuning, maar deze initiatieven geraken overbevraagd door de grote nood.

Voor materiële steun kan je o.a. terecht bij de vrijwilligerswerkingen aangesloten bij KRAS vzw of Gent Solidair. Sommige mensen kennen echter de weg nog niet naar deze organisaties. De diensten kunnen de toenemende vraag bovendien nog moeilijk aan. Vooral bij voedselondersteuningsinitiatieven neemt de vraag sterk toe. Tegelijkertijd is er een daling van het aantal bruikbare voedselschenkingen. Voedselondersteuningsinitiatieven kunnen daardoor nog moeilijk voldoende voedsel aanbieden aan de mensen die er nood aan hebben. Ze moeten zelf fondsen werven om extra voeding aan te kopen. Deze vormen van steun zijn geen oplossing voor de structurele problematiek die speelt. Zolang er geen structureel antwoord is, vormen ze wel een onmisbare noodoplossing voor veel mensen in een kwetsbare positie.

Opvolging:

In 2020 werkte Stad Gent samen met middenveldorganisaties een toekomstmodel materiële hulp uit dat er voor zorgt dat kwetsbare Gentenaars gelijkwaardig toegang krijgen tot materiële noodhulp en ondersteuning. In het voorjaar van 2022 keurde de gemeenteraad en alle voedselinitiatieven het toekomstmodel goed.

Het toekomstmodel bevat ook een kwaliteitskader waar zaken als registratie, doorverwijzing en 1 gezin/persoon=1 voedselinitiatief onderdeel van zijn.
Om de gelijkwaardigheid voor de mensen in nood en de draagkracht van de voedselinitiatieven te bewaken maakten we nieuwe afspraken op rond aanmelding en doorverwijzing naar voedselhulp (zowel gratis als betalend bij de sociale kruideniers). Deze afspraken gaan in op 1 september 2023 en zijn terug te vinden op Traject materiële hulp | Stad Gent.

48

Zelftesten

Zelftesten (o.a. ovulatietesten, zwangerschapstesten, coronatesten) zijn te duur voor mensen in een kwetsbare positie.

Voorbeelden:

  • Covid zelftesten zijn te duur voor mensen in een kwetsbare positie. Een persoon met recht op een verhoogde tegemoetkoming betaalt 1 euro per zelftest. Voor sommige mensen is dat nog te veel. Er waren gratis zelftesten beschikbaar voor een aantal kwetsbare groepen (vb. mensen zonder wettig verblijf), maar dat aanbod schoot tekort.
  • Straathoekwerkers kopen regelmatig zelf zwangerschapstesten voor de mensen die ze begeleiden, omdat het voor hen onbetaalbaar is.
Opvolging:

50

Minimumloon moet hoger®

Het verschil tussen het leefloon en de laagste lonen is te klein. Mensen die aan het werk gaan verliezen naast hun uitkering mogelijk ook hun verhoogde tegemoetkoming en bijhorende rechten (vb. sociaal tarief energie, verhoogde terugbetaling medische zorg, goedkoper openbaar vervoer, …) als ze boven de inkomensgrens zitten (zie ook signaal 46. Verhoogde tegemoetkoming niet voor iedereen die er nood aan heeft). Daarbovenop komen vaak nog extra bijkomende kosten, zoals kinderopvang, vervoer, ... Daardoor bestaat de kans dat je in een financieel zwakkere positie terechtkomt als je aan het werk gaat.

  • De aangekondigde fiscale hervormingen voor 2024 van minister Van Peteghem kunnen dit signaal mogelijk deels oplossen.
Opvolging:

51

Armoede bij studenten

Steeds meer studenten hebben moeite om rond te komen. Ze kunnen de kosten voor hun kot, studiefinanciering, … moeilijk dragen. Dat zorgt voor stress en soms ook voor mentale problemen. Sommige studenten gaan over tot overlevingsstrategieën die schadelijk zijn voor hun (mentale) gezondheid, vb. prostitutie.  Studenten zijn, net als andere groepen, onderhevig aan maatschappelijke tendensen (vb. energiecrisis, inflatie, wooncrisis, ...). Ze zijn echter vaak onzichtbaar als risicogroep.

OCMW Gent ondersteunt veel studenten met een leefloon.

Opvolging:

- OCMW Gent ondersteunt heel wat studenten met een leefloon, dit aantal stijgt doorheen de jaren. 

- In 2024 zal er  vanuit het OCMW Gent extra ingezet worden op rechtenverkenning van jongeren in financieel kwetsbare situaties en ondersteuning van jongeren in begeleiding binnen de Sociale Dienst in het behalen van kwalificaties. Hierbij zullen ook specifiek de noden van studenten in kaart worden gebracht. Daarnaast zetten we in samenwerking met middenveldpartners zoals Overkop gericht in op het bereiken en het creëren van een aanbod voor jongeren in financieel kwetsbare situaties, waaronder zeker ook studenten.

- In 2024 zullen we in dialoog gaan met de studentenvoorzieningen zodat samen gewerkt kan worden om studenten in een armoedesituatie nog beter te bereiken.

52

(Financiële) ontoegankelijkheid van ziekenhuizen®

Ziekenhuizen zijn onvoldoende toegankelijk, in het bijzonder voor mensen in een kwetsbare positie. Dat uit zich op verschillende vlakken.

  • Steeds meer specialisten zijn niet of slechts gedeeltelijk geconventioneerd. Hierdoor wordt toegankelijke/betaalbare gespecialiseerde gezondheidszorg steeds schaarser. De ziekenhuizen uit het Gentse ziekenhuisnetwerk doen inspanningen om toch betaalbare zorg te bieden aan mensen in een financieel kwetsbare positie.
    Bijvoorbeeld in AZ Sint Lucas werkt men aan het conventietarief voor mensen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming.
    De verplichte conventionering in meerpersoonskamers die er op federaal niveau aankomt, kan ook bijdragen aan de oplossing van dit probleem. Maar voor een ambulante consultatie blijft er veel onduidelijkheid voor patiënten. Ze weten niet altijd of een arts wel/niet geconventioneerd is.
  • Wanneer een arts gedeeltelijk geconventioneerd is (op sommige momenten wel, op andere momenten niet) is het voor de patiënt  onduidelijk welk tarief hij/zij zal betalen. Dit zorgt voor onverwacht hoge facturen.
  • Bovendien kan je vaak sneller bij een specialist terecht aan het niet geconventioneerde tarief dan aan het conventietarief. Dit werkt gezondheidszorg op twee sporen in de hand. De kapitaalkrachtige burger maakt een afspraak bij de specialist in zijn/haar privé praktijk aan gedeconventioneerde tarieven en de mensen met minder financiële mogelijkheden krijgen te kampen met lange wachtlijsten voor hun afspraak in het ziekenhuis aan het conventietarief.
  • Als je openstaande schulden hebt in een ziekenhuis, kan je er niet meer terecht voor zorg. Tenzij je in hoge nood verkeert of als een dokter expliciet toestemming geeft.
  • In sommige ziekenhuizen is het niet duidelijk waar je terecht kan voor informatie over de kosten en administratie gekoppeld aan je ziekenhuisbezoek. Zoals bijvoorbeeld vragen rond terugbetaling, via welk kanaal je de factuur ontvangt, …. Door het tekort aan informatie zijn mensen soms niet voorbereid op de kosten.
  • De facturatie van ziekenhuizen naar patiënten is onduidelijk. Ziekenhuizen kunnen tot 2 jaar na datum factureren. Bovendien krijg je vaak meerdere facturen voor verschillende prestaties tijdens één bezoek. Op de factuur staan vaak enkel de nomenclatuurnummers van de verstrekking, waardoor de meeste mensen niet weten over welke prestatie het gaat. Door de onduidelijkheid denken mensen regelmatig dat ze de factuur voor hun ziekenhuisbezoek al betaalden, terwijl er eigenlijk meerdere facturen zijn.
Opvolging:

53

Niet-dringend ziekenvervoer

Patiënten krijgen soms een onverwacht hoge factuur voor ziekenvervoer. Het is onduidelijk welk ziekenvervoer terugbetaald wordt, hoe hoog de terugbetaling is en via welke verzekering de terugbetaling gebeurt. In sommige gevallen komt de verplichte ziekteverzekering tussen, in andere gevallen de aanvullende verzekering van het ziekenfonds. De onduidelijkheid zorgt vaak voor onverwacht hoge kosten. Bij mensen met een beperkt budget leidt dit al snel tot financiële problemen.

Zie ook standpuntentekst Vlaams patiëntenplatform ‘Wij vragen betaalbaar toegankelijk en gecoördineerd ziekenvervoer’[1].

[1] Vlaams Patiëntenplatform (2022) Wij vragen kwaliteitsvol betaalbaar toegankelijk gecoördineerd ziekenvervoer (https://vlaamspatientenplatform.be/nl/standpunten/wij-vragen-kwaliteits…)

Opvolging:

54

Verlies van voordelen voor wie ziekenfondsbijdrage niet tijdig betaalt

Wie zijn ziekenfondsbijdrage gedurende 24 maanden niet betaalt, krijgt geen aanvullende diensten en voordelen meer die het ziekenfonds bovenop de wettelijke terugbetalingen biedt.  Zo verlies je het recht op terugbetaling voor bijvoorbeeld brillen, hoorapparaten of kraamzorg. Bovendien verlies je de extra verzekeringen voor hospitalisatie of tandzorg.

Ze kunnen pas terug beroep doen op de rechten na een wachttijd van twee jaar, ook als ze hun achterstallige bijdrage betalen.

Deze regel treft vooral mensen in een maatschappelijke kwetsbare positie. Dit signaal verscheen reeds in een opiniestuk[1] van de werkgroep signalen. Naar aanleiding daarvan keurde de Raad van State maatregelen goed die de wachttijd van twee jaar terugbrengen naar 6 maanden.

 

[1] Vekeman, F. en de werkgroep signalen (2021) Twee jaar wachttijd schaadt de gezondheid (https://www.beleidssignalen.be/opiniestuk)

Opvolging:

55

Hospitalisatieverzekering met uitsluitingscriterium misbruik alcohol en verdovende middelen

Hospitalisatieverzekeringen bevatten veelal een uitsluitingscriterium rond alcohol of verdovende middelen zonder voorschrift. Als er een oorzakelijk verband is tussen de geleden schade en het middelengebruik heeft de patiënt geen recht op terugbetaling van de hospitalisatie.

Opvolging:

56

Duurzaamheidskloof

Gentenaren met een laag inkomen dragen de grootste gevolgen van de klimaatverandering en het klimaatbeleid. Ze zijn vaak onvoldoende geïnformeerd en hebben te weinig mogelijkheden om zich voor te bereiden op de klimaatverandering en de energietransitie.

Voorbeelden van sociale ongelijkheid door klimaatverandering/klimaatbeleid:

  • Mensen met een laag inkomen wonen vaak op plaatsen met veel luchtvervuiling en lawaai. In een slechte leefomgeving wonen verhoogt het risico op gezondheidsschade.
  • Ze kunnen zich minder goed beschermen tijdens periodes van hitte in de zomer. Ze hebben minder toegang tot drinkbaar water, schaduw, groen en koele ruimten.
  • De bewoners van dense woonwijken vinden moeilijk de weg naar groene plekken in de buurt. Stad Gent en andere partners doen veel inspanningen om groen voor iedereen toegankelijk te maken (vb. Ledeberg leeft, bruggen naar Rabot, zuurstof voor de Brugse poort en de groennorm bij nieuwbouwprojecten, gezonde wandelingen van de wijkgezondheidscentra, ...). De inspanningen bereiken de doelgroep nauwelijks.
  • Ze wonen vaak in slecht geïsoleerde (huur)huizen met hoge energiekosten. Een huurhuis kunnen ze niet zelf renoveren. Als ze eigenaar zijn van hun huis hebben ze een beperkt renovatiebudget en lopen ze renovatiepremies mis omdat ze die niet kunnen voorfinancieren.
  • Ze kunnen niet investeren in hernieuwbare energie. Ze kunnen bijvoorbeeld geen zonnepanelen betalen.
  • Bepaalde klimaat gerelateerde belastingen waarbij geen sociaal tarief geldt (bv. verkeersbelasting,  inning van de onroerende voorheffing en BTW) wegen voor gezinnen met een beperkt budget zwaarder door.
  • De verschuivingen op de arbeidsmarkt zorgen voor jobverlies bij kwetsbare groepen. Er zullen bijvoorbeeld minder jobs zijn in de productiesector en de openbare nutsbedrijven, de retail- en vrijetijdssector.
  • Ze maken minder gebruik van autodelen door verschillende drempels (vb. borgsom, digitale kloof). Autodelen is in veel gevallen duurzamer en goedkoper dan een eigen wagen hebben.
  • Er worden al waardevolle inspanningen geleverd zoals de slooppremie, andere voordelen voor wie in de Lage Emissie Zone (LEZ) woont en Gent Knapt Op. Dit is echter niet voldoende om de duurzaamheidskloof te dichten.
Opvolging:

Veel van de signalen komen aan bod in het klimaatplan Stad Gent (https://stad.gent/sites/default/files/media/documents/Klimaatplan%20Gen…) of de beleidsnota lucht en geluid 2020-2025  (https://stad.gent/sites/default/files/media/documents/Beleidsnota%20Luc…)

Zo is de lage emissie zone een lokale maatregel om de luchtkwaliteit in de wijken met de meeste luchtverontreiniging aan te pakken (drukke wijken met veel verkeer, street canyons). In deze wijken beschikt een groot deel van de inwoners niet eens over een wagen, maar worden ze wel geconfronteerd met de negatieve gevolgen van het autoverkeer door hun wijk. Wat de Stad doet voor een propere lucht vind je hier: https://stad.gent/nl/groen-milieu/luchtkwaliteit/wat-doet-de-overheid-v….
Voor mensen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming en die hun auto laten slopen omdat deze niet meer binnen mag in de lage emmissiezone, voorziet Stad Gent een sloopremie https://stad.gent/nl/groen-milieu/slooppremie-voor-wagens.
Ook wordt ingezet op pro-actieve rechtentoekenning bij de LEZ.

In het groenstructuurplan staat waar de Stad meer parken, natuur en bos wil https://stad.gent/nl/over-gent-stadsbestuur/stadsbestuur/wat-doet-het-b…

Zoek je verkoeling op hete dagen, dan kan je terecht op volgende drinkwater- en afkoelplekken https://stad.gent/nl/samenleven-welzijn-gezondheid/nieuws-evenementen/d… 

In het klimaatbeleid wordt ook gefocust op het sociale (betaalbaarheid, toegankelijkheid) en zijn we afgestapt van het geven van subsidies (vereist pre-financiering met eigen middelen), naar Gentse (en later overgenomen Vlaamse) Renovatielening, waarbij de terugbetaling kan verlopen via lagere energiefactuur en de subrogatie van premies op de lening.
Daarnaast zijn er ook acties gericht op noodkopers (Gent Knapt Op) en verhuurders (via de werking van het verhuurpunt). Met middelen van het Vlaams Lokaal Energie- en Klimaatpact wordt een actie uitgewerkt om PV beschikbaar te maken voor de laagste inkomens.

60

Ontoegankelijke communicatie naar Gentenaren in een kwetsbare situatie®

Heel wat (openbare) diensten communiceren niet helder. Ze gebruiken moeilijke woorden en zinsconstructies, weinig beeldmateriaal en ontoegankelijke communicatiekanalen. De hoogdrempelige communicatie komt bijvoorbeeld van de mutualiteiten, politie, stadsdiensten en bovenlokale administraties, ….

Daardoor bereikt de informatie mensen in een kwetsbare positie (bv. laaggeletterden) niet. Ze missen daardoor de toegang tot voordelen en voorzieningen.

Bijvoorbeeld:

  • Procedure gratis lijnpas voor kinderen zonder wettig verblijf.
  • Het aanbod Gent Knapt Op.
  • Informatie over de jobbonus.
  • Brieven rond arbeidsongeschiktheid van de mutualiteiten.

  •  

Ook de communicatie over het aanbod specifiek voor mensen in een kwetsbare positie bereikt de doelgroep onvoldoende. Organisaties met linken naar de doelgroep ontvangen de nodige informatie vaak niet of laattijdig. Daardoor komen de dienstverlening en projecten niet (voldoende) tot bij de doelgroep. Het winterplan bijvoorbeeld kwam pas na aanvang terecht bij veel organisaties die werken met mensen in een kwetsbare positie.

Opvolging:

78

Drempels naar werk op maat voor nieuwkomers

Nieuwkomers ervaren drempels naar werk op maat door talige en administratieve drempels en discriminatie. In de begeleiding naar een job worden ze vaak gestimuleerd om een knelpuntberoep (vb. poetshulp, zorgkundige, ...) uit te oefenen. Hierbij wordt te weinig rekening gehouden met hun competenties of interesses.

Opvolging:

Antwoord VDAB:

VDAB vertrekt vanuit het duurzaamheidsprincipe, maar daarbij krijgt de klant steeds de keuze - indien de klant er toch voor kiest om snel aan de slag te gaan heeft dit meestal wel impact op het soort werk, maar bij een hoge financiële nood is dit vaak de enige optie. Daarbij houdt VDAB ook steeds rekening met de competenties van de klant, en wordt er ook standaard diplomagelijkschakeling aangevraagd, zodat werken op niveau mogelijk wordt. 

Verder heeft VDAB een vernieuwd taalbeleid, wordt er ondersteuning qua taal geboden tijdens de opleiding, en werken we met een nieuwe tender jobhunting. Tevens zet VDAB versterkt in op het toegankelijk maken van de opleidingen voor klanten van de Intensieve Dienstverlening. 

Ook met de werkgevers is VDAB een weg aan het afleggen, ervaring leerde dat er vaak te hoge taaleisen gesteld werden in de vacatures. Via NT2 hopen we dit te remediëren met job- en taalcoaching, taal en tewerkstelling, maar ook met de nieuwe oproep inclusieve werkvloeren. 

Er is dus heel wat in beweging en langzaam maar zeker worden oude drempels weggewerkt. Belangrijk is wel te onthouden dat er op elk moment al zoveel mogelijk rekening gehouden werd met competenties en interesses van de klant.

Antwoord Dienst Werk en Activering - Stad Gent:

In 2021 werden praktijktesten georganiseerd m.b.t. discriminatie op de Gentse arbeidsmarkt anno 2021; na de eerste testronde – op sectorniveau (rapport 18 juni 2021) - volgt een tweede testronde – op individueel bedrijfsniveau -  de resultaten van deze tweede testronde zijn op vandaag nog niet gekend.

Uit de eerste testronde van 2021 is gebleken dat mensen met een migratieachtergrond discriminatie ondervinden. Zij ontvangen een zesde (16%) minder uitnodigingen, ook al beschikken zij over een even sterk profiel en cv. De discriminatie was duidelijker bij Turkse namen dan bij Marokkaanse namen en bij mannen in vergelijking met vrouwen.

Na deze eerste testronde zijn enkele sensibiliserende acties gevolgd met de sectoren (bv. de netwerklunch ‘honger naar inclusie’ in samenwerking met Hands on Inclusion en met enkele getuigenissen van werkgevers, de business game in samenwerking met Unizo, de workshop onbewuste vooroordelen voor recruiters in samenwerking met UPOP). Jobroad organiseerde nog niet zo lang geleden de Blind Date Resto waarbij anderstaligen en werkgevers met openstaande vacatures op informele wijze konden kennismaken tijdens een walking dinner.

Acties in de toekomst:

Vanaf 2024 zal duidelijk zijn welke partnerschappen inclusieve werkvloeren (oproep 59 Europa WSE) aan de slag gaan. Daarin wordt afgestapt van het louter sensibiliseren en zullen werkgevers ook echt opgeroepen worden tot actie en tewerkstelling van kwetsbare profielen(waaronder nieuwkomers, personen -en meer specifiek- vrouwen met migratieachtergrond). Vanuit de Dienst Werk en Activering en in samenwerking met VDAB en verschillende partners, o.a. van Gent, stad in werking, zullen we lokaal linken leggen.