Wonen

14

Wooncrisis®

De wooncrisis is een bekend signaal dat blijvend aandacht verdient. Er zijn amper betaalbare (huur)woningen beschikbaar op de privémarkt en er is een tekort aan sociale woningen.

Door het onevenwicht in vraag en aanbod op de privémarkt, wordt de discriminatie op de woningmarkt nog verder versterkt.

  • Verhuurders en immobiliënkantoren verhuren enkel aan de ‘sterkste’ profielen. Mensen met een vervangingsinkomen of leefloon, jongeren, alleenstaanden met beperkt inkomen, alleenstaande ouders, grote gezinnen en mensen met een migratieachtergrond worden gediscrimineerd.
  • Verhuurders/immobiliënkantoren vragen bijvoorbeeld aan kandidaat-huurders om een motivatiebrief op te maken om het huis te bezichtigen. Dit is verdoken discriminatie en zorgt voor uitsluiting van mensen in een kwetsbare positie (vb. nieuwkomers, mensen die laaggeletterd zijn).

 

Ook de sociale woningmarkt is ontoegankelijk:

  • De wachtlijsten blijven toenemen. Terzelfdertijd staan veel sociale woningen leeg omdat ze aan renovatie toe zijn.
  • De huurprijs van een sociale woning is berekend op de belastingaangifte van 3 jaar terug. Soms is het verschil in inkomen groot in vergelijking met 3 jaar terug. Bijvoorbeeld als mensen ondertussen gepensioneerd zijn, werkloos zijn, … Je kan een aanpassing aanvragen, maar alleen als je inkomen gedurende 3 maanden 20% lager is. Vaak duurt het ook even om de huurprijs aan te passen na een scheiding.
  • Sommige gezinnen staan al heel lang op de wachtlijst voor een sociale woning. Als ze dan uiteindelijk een woning aangeboden krijgen, moeten ze soms binnen de maand verhuizen om die woning niet te verliezen. Omdat ze voor hun eigen woning nog een vooropzeg van 3 maanden hebben, moeten ze 2 maanden dubbele huur betalen. Bovenop de kosten die verhuizen met zich meebrengt.
  • Sinds 1/1/2023 is de taalvoorwaarde A2 ingevoerd om in aanmerking te komen voor een sociale woning. Deze voorwaarde discrimineert anderstalige nieuwkomers.

 

Naast het tekort aan woningen is er ook een tekort aan begeleiding in de zoektocht naar een woning. De weinige initiatieven die hierrond bestaan botsen op het woningtekort, waardoor medewerkers en vrijwilligers gedemotiveerd raken.

Wonen is de sleutel tot een menswaardig bestaan. Het is noodzakelijk om verder in te zetten op het recht op wonen voor alle Gentenaren.

Zie ook eis 3, 17 en 19 in https://www.rechtopbetaalbaarwonengeenenkelmensopstraat.be/13-mei-2022/

Trekker: Debby Drubbel

15

Gevolgen van de wooncrisis®

Het tekort op de private en sociale huurmarkt heeft negatieve gevolgen voor de Gentenaar. Mensen in de meest kwetsbare posities worden het hardst getroffen:

  • Door de krappe woningmarkt krijgen malafide spelers ruimte om kwetsbare kandidaat-huurders op te lichten. Kwetsbare burgers en (internationale) studenten nemen meer risico omdat de zoektocht naar een huurwoning heel moeilijk loopt. Ze worden opgelicht op immobiliënwebsites, via facebook en frauduleuze websites zoals bijvoorbeeld www.domicilieadres.be. Vb. vraag om de waarborg via Airbnb of cash te bezorgen voordat het contract ondertekend is, valse belofte om sleutels per post op te sturen, vals gebruik van het logo van een gekend immobiliënkantoor, vraag om allerhande documenten te bezorgen, ….
  • Ook huisjesmelkers krijgen vrij spel. Woningen van heel slechte kwaliteit worden aan veel te hoge prijzen verhuurd aan mensen in een kwetsbare positie omdat ze geen betaalbaar alternatief hebben.
  • Veel Gentenaren in een kwetsbare situatie verhuizen omdat wonen in Gent onbetaalbaar is. Ze verhuizen naar buiten Gent, of naar plekken in Gent waar het wel betaalbaar is, vb. de Kanaaldorpen.
    • Buiten Gent verliezen ze heel wat ondersteuning en omkadering. Bijvoorbeeld materiële steun, voedselondersteuning, aanvullende steun van OCMW Gent (uitgebreider dan in andere gemeenten).
    • Mensen die naar de Gentse Kanaaldorpen verhuizen verliezen basisdienstverlening zoals winkels, huisartsen, lokaal dienstencentrum.
  • Mensen die uit detentie komen en jongeren uit de jeugdhulp vinden geen woning. Er bestaan initiatieven om de brug te maken van detentie naar huisvesting (vb. detentiehuizen, transitiehuizen, loopplankhuizen, OGOS (Oost-Vlaamse gevangenen opvangsysteem), ...). Maar het aanbod is ontoereikend en er is geen duidelijk overzicht van de bestaande initiatieven (zie ook signaal 8. Detentie als breuklijn in de zorg).

 

Zie ook https://www.rechtopbetaalbaarwonengeenenkelmensopstraat.be/13-mei-2022/

Trekker: Debby Drubbel

16

Energie is onbetaalbaar

De stijgende energieprijzen hebben een impact op iedereen. Voor mensen in een financieel kwetsbare situatie weegt dat nog zwaarder door. Er is ondersteuning voor vb. mensen met een verhoogde tegemoetkoming (sociaal tarief energie), maar die ondersteuning geldt niet voor iedereen die er nood aan heeft en is tijdelijk. Mensen die net te veel verdienen om ervoor in aanmerking te komen dreigen (nog dieper) in armoede terecht te komen.

Hulp- en zorgverleners merken de energiecrisis en haar gevolgen op in de praktijk:

  • Er is een grote stijging bij de ten laste names energie bij de Energiecel van het OCMW Gent.
  • Meer mensen verwarmen hun huis op andere manieren om de energiekost te drukken. Het stoken van hout, met een petroleum vuurtje, ... in combinatie met te weinig verluchting kan leiden tot ernstige gezondheidsklachten en CO-vergiftiging. De sensibiliseringscampagnes daarrond geraken vaak niet tot bij de mensen in de meest kwetsbare posities. En zij hebben vaak ook geen alternatief.
  • Jeugdwelzijnswerkers merken dat jongeren zich thuis niet meer mogen douchen door de hoge energiekost. Ze komen naar de werking omdat ze zich bij sommige activiteiten (vb. sportactiviteiten) achteraf kunnen douchen.
  • Huurders in een kwetsbare positie wonen vaak in slecht geïsoleerde huizen die veel energie verbruiken. Ze staan vaak in een zwakke positie om met hun huisbaas te onderhandelen over energiebesparende maatregelen, omdat ze schrik hebben voor een verhoging van de huurprijs.

17

Veiligheid onder druk bij grote verhuisbewegingen sociale woningen®

Door de grote verhuisbewegingen naar aanleiding van renovatiewerken van sociale woningen staan sociale woonblokken vaak voor een tijd leeg. De (deels) leegstaande gebouwen zijn aantrekkelijk voor krakers omdat de nutsvoorzieningen niet afgesloten worden zolang er reguliere huurders wonen. De gebouwen worden zowel gekraakt door mensen die anders geen dak boven hun hoofd hebben (‘sociale krakers’), als door mensen met minder goede bedoelingen die vaak overlast veroorzaken door bijvoorbeeld te dealen. Daarnaast zijn er ook vermoedens dat gekraakte appartementen verhuurd worden aan mensen in een kwetsbare positie en dat er illegale transacties doorgaan. Dat zorgt ervoor dat sociale huurders die nog in de woonblokken wonen zich onveilig voelen in hun woning. Ze durven geen aangifte doen uit angst voor represailles.

Op het terrein zijn verschillende diensten actief om te proberen de situatie voor de zittende huurders draaglijk te houden. Er worden extra inspanningen geleverd door politie, straathoekwerk, wijkregie, buurtwerk en middenveldpartners. Door nog meer preventief samen te werken kan deze kost vermeden worden. De huisvestingsmaatschappij probeert woningen kraakvrij af te sluiten, maar dat is niet evident als er nog huurders in het gebouw wonen. De huisvestingsmaatschappij wil geen cijfers over leegstand geven uit vrees dat de info in verkeerde handen terecht zou komen. Dat maakt het moeilijk om preventief aan de slag te gaan. Zo herhaalt de situatie zich telkens opnieuw (Rabot, Bernadette, Nimfenstraat, Jubileumlaan, Nieuw Gent). Hopelijk worden sociale organisaties betrokken bij de lijst met kraakgevoelige panden van Thuispunt Gent.

Opvolging:

Sinds 2023 is er een kraakcoördinator (Maxime Pans) aangesteld bij Thuispuntgent. Hij is de contactpersoon voor de Stad Gent.  Bij de stad is er ook een aanspreekpunt, Marian Van Den Bossche (Dienst Preventie voor veiligheid)

  • Thuispuntgent speelt nu korter op de bal wanneer er panden gekraakt zijn. Zodra zij op de hoogte zijn starten zij de gerechtelijke procedure tot uitzetting.
  • Thuispuntgent stuurt iedere week een lijst met een update van de gekraakte panden naar de Stad. Een overzicht van de leegstaande panden krijgen we niet.
  • Thuispuntgent heeft sinds kort een preventiekraakkaart aangemaakt. Hierop staat info die interessant is voor de huurders wanneer zij merken dat er een pand gekraakt is. Er staat wat zij kunnen doen en bij wie ze terecht kunnen.
  • Thuispuntgent wil samen zitten met de verschillende wijkcommissariaten om de samenwerking tussen hen en politie te verbeteren.

 

Dimensa is de andere sociale huisvestingsmaatschappij die woningen verhuurt in Gent. Ook daar worden panden gekraakt.

Eind december werden er appartementen gekraakt in de Glasgowstraat. Dimensa startte onmiddellijk de procedure tot uithuiszetting. Tussendoor werd er door de verschillende wijkpartners een koffiemoment georganiseerd om te luisteren naar de bezorgdheden van de huurders, hen correcte info te geven en op die manier de sociale cohesie tussen de bewoners te versterken. Deze good-practise willen wij graag in de toekomst herhalen.

18

Dienstverlening sociale huisvestingsmaatschappijen®

De dienstverlening van de Gentse sociale huisvestingsmaatschappij(en) is onvoldoende en ontoegankelijk.

Voorbeelden:

  • Laattijdige, gebrekkige en ontoegankelijke communicatie naar de bewoners. Bijvoorbeeld over de verhoging van de huur, over de facturatie van verbruikslasten en over procedures bij terugbetalingen en verrekeningen.
  • De afrekening van de huurlasten is vaak heel hoog omdat het maandelijks voorschot veel te laag ligt. Dit maakt het voor kwetsbare bewoners onmogelijk om hun gezinsbudget goed te beheren.

    • Vb. In de nieuwbouwappartementen in de Rabotwijk betalen bewoners maandelijks 3 à 4 euro lasten. Op het einde van het jaar krijgen ze een afrekening van 800 à 1400 euro voor bijkomende kosten (vb. lift, herstellingen, …).
  • De afrekening van EGW komt niet regelmatig toe. In sommige gevallen pas na 3 jaar.
  • Er is weinig transparantie over de afrekeningen. Vb. voorschotten van 700 à 900 euro met daarna een afrekening van 1000 à 1500 euro, zonder mogelijkheid tot uitleg over de oorzaak daarvan.
  • Huurprijsherzieningen op basis van gedaald inkomen gebeuren niet automatisch. De gemiddelde duurtijd tussen aanvraag en toekenning is 6 maanden.
  • Het complex systeem van aanvraag huurprijsherziening maakt het voor veel bewoners onmogelijk om dit zelf te doen.
  • Herstellingswerken worden laattijdig of niet uitgevoerd na melding van gebreken aan de woning door bewoners.
  • De vocht- en schimmelproblematiek in sociale woningen wordt slecht of niet opgevolgd. Ook nadat bewoners dit melden aan de technische dienst van de Sociale Huisvestingsmaatschappij (SHM). De SHM legt de schuld van de vochtproblematiek vaak bij de bewoners. Meestal is dit echter het gevolg van een structureel probleem, al dan niet in combinatie met bewonersgedrag. De kwaliteit van de sociale woningen wordt stapsgewijs verbeterd. Sommige mensen wonen op dit moment echter in een woning die hun gezondheid schaadt.

 

Zie ook eis 21 in https://www.rechtopbetaalbaarwonengeenenkelmensopstraat.be/13-mei-2022/

Trekker: Anne Mertens

19

Nood aan woonbegeleiding voor bewoners in kwetsbare wijken

Het samenlevingsweefsel staat onder druk in woonwijken en -blokken waar veel mensen in een kwetsbare situatie samenwonen (o.a. sociale woningen). Ondersteuning om het samenleven goed te laten verlopen is erg belangrijk. Sociale woonbegeleiding speelt daarin een grote rol. Er is nood aan meer aanbod in sociale woonbegeleiding.

Naast woonbegeleiders zijn ook flatwachters een noodzakelijke actor in het ondersteunen van bewoners om het samenleven vlot te laten verlopen, conflicten te vermijden en ontmantelen.

Het is belangrijk dat de verschillende initiatieven in onderlinge afstemming blijven inzetten op de leefbaarheid in buurten met verhoogde kwetsbaarheid.

Trekker: Anne Mertens

20

Nood aan ondersteuning huiseigenaars in een kwetsbare positie®

Huiseigenaars in een kwetsbare positie (armoede, lichamelijke beperking) krijgen te weinig ondersteuning om hun huis op te knappen en aan te passen aan hun noden.

Mensen met een handicap die een persoonsvolgend budget (PVB) ontvangen, hebben recht op middelen om noodzakelijke aanpassingen te doen aan hun woning. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) schiet op verschillende vlakken tekort in de ondersteuning van mensen die de noodzakelijke aanpassingen willen laten uitvoeren:

  • Er is geen bijkomende (administratieve) ondersteuning.
  • De budgetten zijn vaak onvoldoende. Ze zijn tot op heden niet aangepast aan de prijsstijging van bouwmaterialen.
  • Het is in veel gevallen niet haalbaar om de aanpassingen te doen zonder bijkomende werken aan het huis. Vb. een aangepaste douche plaatsen in een oude badkamer.
  • Aannemers hebben slechte ervaringen met de VAPH budgetten, waardoor ze minder snel ingaan op de offertes. Het is moeilijker om aannemers te vinden.
     

Er zijn bovendien ook mensen die geen persoonsvolgend budget ontvangen, maar wel recht hebben op een VAPH toekenning voor hulpmiddelen. Zij lopen de premies om hun woning aan te passen vaak mis omdat ze, door een gebrek aan begeleiding, niet weten dat ze er recht op hebben.

‘Gent knapt op’ ondersteunt financieel kwetsbare huiseigenaars om hun huis te renoveren. Gent knapt op biedt (in tegenstelling tot VAPH) wel administratieve, sociale en technische begeleiding om de renovatie tot een goed einde te brengen. Dit is een goede praktijk om huiseigenaars in een kwetsbare positie te ondersteunen. De werking kan nog meer inzetten op het bereiken van mensen in de meest kwetsbare posities, via geschikte communicatiekanalen.

21

Inkomensverlies door samenhuizen®

De woningmarkt wordt steeds krapper en duurder (zie ook signaal 14. Wooncrisis). Voor mensen met een laag budget is samenhuizen soms de enige betaalbare woonoplossing. Mensen met een vervangingsinkomen die samenhuizen verliezen een deel van hun uitkering en bepaalde sociale voordelen omdat ze aanzien worden als ‘samenwonenden’. Ook als ze naast het wonen niet in de kosten delen.

  • Een uitzondering hierop geldt als je aan de voorwaarden van Hospitawonen, zorgwonen of tijdelijk wonen met erkende vluchtelingen of personen met een onbewoonbaar verklaarde woning voldoet. Dan ontvang je leefloon als alleenstaande.

 

Zie ook eis 13 https://www.rechtopbetaalbaarwonengeenenkelmensopstraat.be/13-mei-2022/

22

Situatie van rondtrekkende woonwagenbewoners wordt precairder

Rondtrekkende woonwagenbewoners zijn in 2021 geschrapt als specifieke doelgroep in het integratiedecreet. Dat zorgt ervoor dat ze politiek ‘onzichtbaar’ zijn, en er niet ingezet wordt op hun noden. Stad Gent probeert dit hiaat op Vlaams niveau deels in te vullen. Ze beheert via Amal (vroeger IN-Gent) haar eigen doortrekkersterrein met twee medewerkers en er is een medewerker die er instaat voor het educatief aanbod van de kinderen. Maar deze inspanningen zijn onvoldoende om aan de noden te beantwoorden. Bovendien ontbreekt een uniform registratiesysteem op de Belgische doortrekkersterreinen, waardoor deze mensen in de cijfers onzichtbaar blijven. 

De situatie van de rondtrekkende woonwagenbewoners is hierdoor nog precairder, vooral op vlak van gezondheidszorg en onderwijs.

Trekker: Anne Mertens

25

Statuut tijdelijk ontheemden Oekraïense vluchtelingen

De Oekraïense vluchtelingen kregen het statuut tijdelijk ontheemden dat hen verschillende rechten geeft. Het statuut is al verlengd tot en met 4 maart 2024, maar kan zodra de Oekraïense context het toelaat worden ingetrokken. Dit statuut speelt hoe langer hoe meer in het nadeel van de Oekraïners. Het statuut gaat uit van een tijdelijk verblijf, terwijl veel mensen voor een lange periode in België blijven of zelfs niet zullen terugkeren. Er ontstaan problemen op verschillende vlakken:

  • Veel Oekraïense gezinnen konden terecht bij een Gents gastgezin. De vooropgestelde periode van drie maanden is ondertussen overschreden. Zowel de Oekraïense gezinnen als de gastgezinnen zelf botsen op hun limieten. Oekraïense gezinnen gaan op zoek naar een andere woning. Ze komen niet in aanmerking voor een sociale woning, wel voor collectieve opvang en op de private huurmarkt. Het OCMW biedt financiële ondersteuning om te huren op de private huurmarkt. Die is al overbevraagd (zie signaal 14. Wooncrisis). Voor Oekraïners is het extra moeilijk om een woning te vinden door de onduidelijkheid over de duur van het speciaal statuut in combinatie met de 3-6-9 contracten. Het nooddorp voor Oekraïense vluchtelingen zal pas eind april 2023 openen voor een beperkt aantal Oekraïners.
  • Ondanks het feit dat veel Oekraïners Engels spreken of een basiskennis Nederlands hebben dankzij lessen, ervaart men drempels en discriminatie om werk te vinden.
  • Scholen kregen extra middelen om de Oekraïense kinderen te ondersteunen. De middelen vallen weg, maar de nood aan ondersteuning blijft.
  • Naast de praktische moeilijkheden zorgt het tijdelijk statuut ook voor onzekerheid, emotionele uitputting, angst, zorgen voor familieleden in Oekraïne, onzekerheid en depressie. Het zet een rem op integratie.
  • Vluchtelingen met een andere migratieachtergrond voelen het aparte statuut voor Oekraïense vluchtelingen aan als een voorkeursbehandeling.
Opvolging:
  • We hebben geen signalen dat de doelgroep niet zou willen terugkeren (op enkele individuele cases na). Algemeen geeft de doelgroep nog steeds aan te willen terugkeren eens de oorlog achter de rug.
  • Vlaanderen besliste een afwijkend huurregime specifiek voor het verhuren van woningen aan deze doelgroep. Huisvesting | Vlaanderen.be
  • Het nooddorp vervult op dit moment de noden en buffert de sluiting van zowel collectieve opvangstructuren als # plekvrij gastgezinnen waar opvang eindigt.  Uit een recente bevraging blijkt bovendien dat de meeste gezinnen binnen het #plekvrij aanbod bereid zijn verder opvang te voorzien. Uitbreiding van het nooddorp is voorzien. Dakloosheid komt nauwelijks voor bij Oekraïense onderdanen.
  • Oekraïners spreken weinig tot geen Engels (men is namelijk eerder oostelijk georiënteerd), taalwerving verloopt echter perfect op schema, 89% van de doelgroep volgt taallessen en haalt ondertussen 1.2 taalniveau. Drempels zitten eerder in onbekend zijn met onze arbeidsmarkt (interimarbeid  is voorbeeld onbekend voor Oekraïners), bijkomend stellen we vast dat een gepast arbeidsaanbod nog ontbreekt. Vanaf september 2023 krijgt VDAB versterking om op maat een aanbod te doen naar deze doelgroep.
  • Het klopt dat de bijkomende financiering voor scholen ondertussen afgebouwd worden ook die van andere organisaties - zoals OCMW - worden vanaf najaar 2023 beperkt. We blijven bepleiten bij de hogere overheden om extra middelen te voorzien.
  • Het regulier aanbod psychosociale zorg is toegankelijk voor deze doelgroep, we krijgen geen signalen dat dit ontoereikend zou zijn.
  • Het gaat om een bijzonder statuut voor een bijzondere situatie, het zorgt voor ontlasting van het reeds zeer zwaar belast systeem  (zowel verblijfsrechtelijke als opvang). De voorziene rechten zijn ook toegankelijk voor andere statuten, klopt wel dat in aanvang om de toestroom op te vangen aparte afspraken en mogelijkheden werden gecreëerd om de ook zwaar belaste sociale voorzieningen enigszins te ontzien en de impact op de dienstverlening aan anderen niet in het gedrang te laten komen. We richtten hiervoor ook een cel op de Campus op welke afgebouwd werd, Oekraïners zijn (behoudens collectieve opvang, #plekvrij en nooddorp) sinds oktober overgedragen aan de welzijnsbureaus (is reguliere werking).
  •  Wij betreuren evenzeer dat een aantal good practices niet tot een aanpassing geleid heeft voor andere kwetsbare doelgroepen, we blijven dit bepleiten, maar ook voor Oekraïners vielen de voorkeursbehandeling (ziekenfonds, groeipakket) ondertussen weg.

28

Gezinshereniging zonder omkadering of begeleiding kan leiden tot mensonwaardige situaties

Om een gezinshereniging goed te laten verlopen zijn een aantal randvoorwaarden nodig.

Zo moet de woning groot genoeg zijn om de bijkomende gezinsleden te huisvesten. Dit is dikwijls niet het geval, waardoor gezinnen op straat belanden of met te veel in één woning leven.

  • Vb. Niet begeleide minderjarigen moeten zelf gezinshereniging aanvragen. Op het moment dat ze 18 worden en de opvang moeten verlaten, moeten ze zelf een woning zoeken. Ofwel is dat een studio, maar dat is te klein voor gezinshereniging. Ofwel een grotere woning, maar dat is te duur en heel moeilijk te vinden (zie ook signalen 17. Wooncrisis en 16. Gevolgen van de wooncrisis). Als ze een installatiepremie krijgen voor de studio, kunnen ze die niet meer aanvragen voor de grotere woning na gezinshereniging.

 

Wie het opvanginitiatief moet verlaten, krijgt wel ondersteuning bij de zoektocht naar een woning (Huursalon SOI). Ondanks deze ondersteuning blijft het echter zeer moeilijk om een woning te vinden.

Naast het woonaspect is een goede (psychologische) begeleiding vaak aangewezen bij gezinshereniging. Bijvoorbeeld na een traumatische vluchtroute of bij hereniging met (traditionele) ouders na een lange periode van scheiding. Psychologische begeleiding van (een van) de gezinsleden afzonderlijk kan wel (vb. Mindspring CAW, via het OCMW, CGG Adentro). Psychiatrische hulp is dan weer onmogelijk door het gebrek aan cultuursensitiviteit (zie ook signaal 7. Gebrek aan taaltoegankelijke en cultuursensitieve hulpverlening). Er is bovendien geen mogelijkheid tot intensieve gezinsbegeleiding om gezinnen in dit moeilijke proces te ondersteunen.

Gebrek aan deze randvoorwaarden zorgt voor mensonwaardige situaties.

Trekker: Kristel Danel
Opvolging:

Er werd een nieuw project opgestart: niet begeleid, wel ondersteund. Dit is een samenwerking tussen Stad Gent (asiel en vluchtelingen, Ankerkracht) en CAW Mind-Spring. Er worden specifieke groepen mind-spring georganiseerd voor jongeren die gezinshereniging hebben aangevraagd, alsook voor hun ouders. Transithuis organiseert infosessies over gezinshereniging in verschillende talen. 

33

Eenzaamheid®

Mensen in een maatschappelijk kwetsbare positie kunnen vaak niet volwaardig deelnemen aan het maatschappelijk leven door verschillende drempels. Daardoor missen ze kansen op (nieuwe) sociale contacten en verzeilen vaker in sociale eenzaamheid en/of sociaal isolement.

Voorbeelden:

  • Mensen die digitaal laaggeletterd zijn of geen toegang hebben tot de digitale wereld (zie ook signaal 1. Digitalisering) ervaren verschillende drempels naar het sociaal leven. Ze kunnen bijvoorbeeld moeilijk in verbinding staan met anderen, zijn niet op de hoogte van activiteiten in de wijk, kunnen zich niet online inschrijven of online betalen, ...
  • Mensen in sociale huisvesting zijn vaak extra kwetsbaar voor eenzaamheid. Samenhuizen kan helpen om de eenzaamheid te doorbreken. In sociale huisvesting is samenhuizen onmogelijk door de financiële gevolgen van samenwonen bij mensen met een vervangingsinkomen (Cfr. Signaal 21. Inkomensverlies door samenhuizen) en een lange wachttijd bij de aanvraag van een aangepaste, grotere woning. Er is ook geen begeleiding om het samenwonen goed te laten verlopen. Als mensen moeten verhuizen naar een andere sociale woning komen ze soms in een andere wijk terecht. Op die manier verliezen ze een groot stuk van hun sociale netwerk. Daardoor zijn ze extra kwetsbaar om in eenzaamheid terecht te komen.
  • Oudere nieuwkomers hebben vaak meer moeite om de taal te leren, zijn minder mobiel, ... De ‘verloren’ band met het moederland weegt vaak ook zwaar. Daardoor zijn ze extra kwetsbaar om in eenzaamheid terecht te komen.
  • Jonge nieuwkomers kunnen dankzij sociale media contact houden met vrienden en familie uit hun land van herkomst. Soms staat de blijvende focus op hun herkomstland via sociale media deelname aan het sociaal leven in België in de weg, waardoor ze hier meer en meer vereenzamen.
  • Mensen in armoede hebben onvoldoende financiële middelen om tijd en geld te spenderen aan vrijetijdsactiviteiten (zie ook signaal 23. Drempels naar vrije tijd) en blijven noodgedwongen thuis. Daardoor kunnen ze geen sociaal netwerk opbouwen en geraken ze in eenzaamheid.

Naast bovenstaande voorbeelden zijn er nog meer doelgroepen kwetsbaar voor eenzaamheid. Een groot deel van de mensen die zich eenzaam voelen ervaart drempels om de eenzaamheid te doorbreken. Ze durven ‘de eerste stap’ naar bestaande sociale of vrijetijds initiatieven niet zetten uit angst voor het onbekende of uit angst voor een negatieve ervaring. Een warm onthaal en warme doorverwijzing bij sociale organisaties spelen hier een belangrijke rol. Vaak is een brugfiguur of buddy die mensen letterlijk meeneemt naar het aanbod en samen die eerste stap zet een belangrijke hulp.

40

Gezinnen in dak- en thuisloosheid®

Er is een stijging van het aantal kinderen en éénoudergezinnen in dak- of thuisloosheid. Ook de toename van intrafamiliaal geweld (zie ook signaal 34. Stijging intrafamiliaal geweld) en het stijgend aantal scheidingen zorgt voor meer éénoudergezinnen die geen dak meer boven het hoofd hebben. De opvang voor deze doelgroep is ontoereikend.

De gevolgen van leven in dak- of thuisloosheid zijn enorm, ook voor kinderen. Een constant gevoel van onveiligheid, in contact komen met gevaarlijke of ongezonde milieus (drugs, alcohol, ...), ... laten blijvende littekens na. Dit kan ernstige psychologische problemen veroorzaken.

41

Meer mensen in een precaire woonsituatie®

Het aantal mensen in een precaire woonsituatie neemt toe. Het gaat bijvoorbeeld over mensen in kraakpanden of illegale kampementen. Er worden ook meer autoslapers vastgesteld.

De stijging komt door een aantal factoren, zoals de wooncrisis (zie signaal 14. Wooncrisis), de toegankelijkheid van de nachtopvang (zie signaal 43. Toegang tot nachtopvang) en het tekort aan legale opties voor mobiel wonen. Er is bovendien een tekort aan opvang voor nieuwkomers, waardoor deze groep ook vaker in een precaire woonsituatie terechtkomt.

Veldwerkers verwachten dat het aantal mensen in een precaire woonsituatie nog verder zal toenemen, bijvoorbeeld na afloop van het project postmobiel wonen op de Lübecksite.

56

Duurzaamheidskloof

Gentenaren met een laag inkomen dragen de grootste gevolgen van de klimaatverandering en het klimaatbeleid. Ze zijn vaak onvoldoende geïnformeerd en hebben te weinig mogelijkheden om zich voor te bereiden op de klimaatverandering en de energietransitie.

Voorbeelden van sociale ongelijkheid door klimaatverandering/klimaatbeleid:

  • Mensen met een laag inkomen wonen vaak op plaatsen met veel luchtvervuiling en lawaai. In een slechte leefomgeving wonen verhoogt het risico op gezondheidsschade.
  • Ze kunnen zich minder goed beschermen tijdens periodes van hitte in de zomer. Ze hebben minder toegang tot drinkbaar water, schaduw, groen en koele ruimten.
  • De bewoners van dense woonwijken vinden moeilijk de weg naar groene plekken in de buurt. Stad Gent en andere partners doen veel inspanningen om groen voor iedereen toegankelijk te maken (vb. Ledeberg leeft, bruggen naar Rabot, zuurstof voor de Brugse poort en de groennorm bij nieuwbouwprojecten, gezonde wandelingen van de wijkgezondheidscentra, ...). De inspanningen bereiken de doelgroep nauwelijks.
  • Ze wonen vaak in slecht geïsoleerde (huur)huizen met hoge energiekosten. Een huurhuis kunnen ze niet zelf renoveren. Als ze eigenaar zijn van hun huis hebben ze een beperkt renovatiebudget en lopen ze renovatiepremies mis omdat ze die niet kunnen voorfinancieren.
  • Ze kunnen niet investeren in hernieuwbare energie. Ze kunnen bijvoorbeeld geen zonnepanelen betalen.
  • Bepaalde klimaat gerelateerde belastingen waarbij geen sociaal tarief geldt (bv. verkeersbelasting,  inning van de onroerende voorheffing en BTW) wegen voor gezinnen met een beperkt budget zwaarder door.
  • De verschuivingen op de arbeidsmarkt zorgen voor jobverlies bij kwetsbare groepen. Er zullen bijvoorbeeld minder jobs zijn in de productiesector en de openbare nutsbedrijven, de retail- en vrijetijdssector.
  • Ze maken minder gebruik van autodelen door verschillende drempels (vb. borgsom, digitale kloof). Autodelen is in veel gevallen duurzamer en goedkoper dan een eigen wagen hebben.
  • Er worden al waardevolle inspanningen geleverd zoals de slooppremie, andere voordelen voor wie in de Lage Emissie Zone (LEZ) woont en Gent Knapt Op. Dit is echter niet voldoende om de duurzaamheidskloof te dichten.
Opvolging:

Veel van de signalen komen aan bod in het klimaatplan Stad Gent (https://stad.gent/sites/default/files/media/documents/Klimaatplan%20Gen…) of de beleidsnota lucht en geluid 2020-2025  (https://stad.gent/sites/default/files/media/documents/Beleidsnota%20Luc…)

Zo is de lage emissie zone een lokale maatregel om de luchtkwaliteit in de wijken met de meeste luchtverontreiniging aan te pakken (drukke wijken met veel verkeer, street canyons). In deze wijken beschikt een groot deel van de inwoners niet eens over een wagen, maar worden ze wel geconfronteerd met de negatieve gevolgen van het autoverkeer door hun wijk. Wat de Stad doet voor een propere lucht vind je hier: https://stad.gent/nl/groen-milieu/luchtkwaliteit/wat-doet-de-overheid-v….
Voor mensen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming en die hun auto laten slopen omdat deze niet meer binnen mag in de lage emmissiezone, voorziet Stad Gent een sloopremie https://stad.gent/nl/groen-milieu/slooppremie-voor-wagens.
Ook wordt ingezet op pro-actieve rechtentoekenning bij de LEZ.

In het groenstructuurplan staat waar de Stad meer parken, natuur en bos wil https://stad.gent/nl/over-gent-stadsbestuur/stadsbestuur/wat-doet-het-b…

Zoek je verkoeling op hete dagen, dan kan je terecht op volgende drinkwater- en afkoelplekken https://stad.gent/nl/samenleven-welzijn-gezondheid/nieuws-evenementen/d… 

In het klimaatbeleid wordt ook gefocust op het sociale (betaalbaarheid, toegankelijkheid) en zijn we afgestapt van het geven van subsidies (vereist pre-financiering met eigen middelen), naar Gentse (en later overgenomen Vlaamse) Renovatielening, waarbij de terugbetaling kan verlopen via lagere energiefactuur en de subrogatie van premies op de lening.
Daarnaast zijn er ook acties gericht op noodkopers (Gent Knapt Op) en verhuurders (via de werking van het verhuurpunt). Met middelen van het Vlaams Lokaal Energie- en Klimaatpact wordt een actie uitgewerkt om PV beschikbaar te maken voor de laagste inkomens.

57

Psychische kwetsbaarheid in sociale hoogbouw®

Het aandeel mensen met een psychische problematiek in de sociale huisvesting stijgt. Dit komt onder andere door de afbouw van het aantal bedden in de psychiatrie; en doordat mensen met een psychische problematiek voorrang hebben op de wachtlijst voor een sociale woning. Zij zitten vaak samen in één sociale woonblok. Bij versnelde toewijzing is er altijd woonbegeleiding, maar de huidige vorm volstaat niet altijd.

In crisissituaties wordt de situatie in de sociale huisvesting snel onleefbaar. In hoogbouw speelt dit nog sterker omdat mensen daar extra dicht bij elkaar wonen.

Sociale hoogbouw is niet altijd een goede woonomgeving voor mensen met een psychische problematiek. Er zijn te veel prikkels en te weinig rust. Deze situatie zorgt ervoor dat de psychische problematiek van bewoners snel toeneemt. Voor buren zorgt dit voor overlast (vb. nachtlawaai, perceptie van agressie, afval). Ook maatschappelijk werkers die betrokken zijn ervaren een gevoel van onveiligheid en zijn bang voor agressie.

Andere sociale huurders durven vaak geen officiële klacht neerleggen (zie ook signaal 4. Minder aangiften over overlast en criminaliteit bij officiële instanties). De politie mag enkel ingrijpen als er effectief sprake is van overtreding of bij acute dreiging. Wanneer de persoon met psychische kwetsbaarheid psychische hulp weigert, is in sommige gevallen alleen collocatie mogelijk. Dit kan enkel via een gerechtelijk bevel en is dus niet evident. Vaak is de omgeving (sociaal werkers, buren) op de hoogte van de situatie, maar staan ze hier machteloos tegenover. Het gevoel leeft dat er pas ingegrepen wordt/kan worden wanneer het echt misloopt (suïcidepoging, zware incidenten).

Trekker: Steven Gillis

58

Ophaling grof huisvuil in sociale huisvesting

De afvalophaling van grof huisvuil bij de sociale woningen in Gent verloopt via een contract tussen de sociale huisvestingsmaatschappijen en Ivago. Dat contract wordt stopgezet.

Na de stopzetting moeten bewoners zelf een contract afsluiten met Ivago voor ophaling grof huisvuil. De bewoners zitten vaak in een financieel kwetsbare situatie waardoor dit voor velen niet evident is. Als één bewoner een contract afsluit en de anderen niet, draait die ene persoon op voor de kosten van alle bewoners. Dit is een extra drempel om een contract af te sluiten.

Zonder contract zal het grof huisvuil zonder afspraak buiten gezet worden en moet het als sluikafval opgeruimd worden.

59

Toename studentenwoningen zorgt in sommige wijken voor overbevolking

Er is veel (sociale) studentenhuisvesting bijgebouwd omdat studenten anders reguliere huizen bezetten. Er zijn echter geen maximum quota rond bewonersaantallen per wijk. De aantallen worden enkel stadsbreed bekeken. Door de extra studentenwoningen neemt het aantal bewoners in bepaalde wijken zoals Nieuw Gent sterk toe. Dat gaat ten koste van de leefbaarheid in deze wijken.

Trekker: Debby Drubbel