Informatie en communicatie

1

Digitalisering zorgt voor uitsluiting en verhoogt de druk op de eerstelijn®

Organisaties en (overheids-)diensten lanceren steeds vaker online toepassingen. Ze zetten alsmaar minder in op fysieke en telefonische bereikbaarheid.

Veel burgers hebben onvoldoende digitale vaardigheden en/of mogelijkheden om de online toepassingen te gebruiken. De groep die niet mee kan, groeit en wordt diverser: het zijn niet enkel de ‘kwetsbare’ groepen. Daardoor ervaren steeds meer burgers problemen om een beroep te doen op (overheids-)diensten.

Organisaties en (overheids-)diensten werken idealiter volgens het click-call-connect-principe. Ze verwijzen hun klanten eerst door naar de website (click). Als dat niet lukt helpen ze hen via telefoon of e-mail (call). Als laatste mogelijkheid helpen ze de klant via een persoonlijke afspraak (connect). De tweede en derde stap (call en connect) vallen dikwijls weg. De financiële motivatie om minder op frontoffice in te zetten verlaagt de toegankelijkheid.

De digitale kloof treft mensen in een kwetsbare positie extra hard. Bijvoorbeeld ouderen of mensen die laaggeletterd zijn. Dit zorgt voor uitsluiting en vermindert de zelfredzaamheid. Meer en meer mensen hebben ondersteuning nodig bij simpele administratieve handelingen. Ook op hun privacy heeft dit impact: ze delen gevoelige gegevens met kennissen of professionals die hen helpen bij digitale administratie. De ondersteuningsvragen komen bovendien dikwijls terecht bij nulde- en eerstelijnshulpverlening die wél nog laagdrempelig toegankelijk zijn (vb. maatschappelijk werk in de wijkgezondheidscentra en OCMW, stekwerkingen van SAAMO, inloopteams, ...). Daardoor komt er extra druk op deze eerstelijnshulpverlening.

Voorbeelden:

  • De aanvraag van een huuraanpassing voor een sociale woning kan enkel nog digitaal.
  • Bij het groeipakket verloopt het indienen van documenten digitaal. Het is wettelijk gezien mogelijk om documenten fysiek in te dienen, maar het is niet duidelijk voor ouders dat/hoe dat kan. 
  • Scholen communiceren met ouders en leerlingen via smartschool en andere digitale platformen. Ook facturen worden vaak via mail bezorgd.
  • De aanmelding voor het onderwijs gebeurt digitaal. De inschrijving op school verloopt op sommige scholen ook digitaal, op andere scholen fysiek.
  • Communicatie met de sociale huisvestingsmaatschappij WoninGent (nu Thuispunt) kan enkel digitaal. Als je telefonisch contact opneemt kom je terecht bij de technische dienst. Zij kunnen veel vragen niet beantwoorden en kunnen je ook niet doorschakelen naar een andere dienst.
  • Mensen zonder digitale identiteitskaart (o.a. mensen met voorlopig verblijf) worden op veel vlakken uitgesloten. Bijvoorbeeld bij het raadplegen van documenten, covid safe ticket, … Gentinfo en andere eerstelijnsdiensten helpen soms door documenten af te drukken, maar dit is geen structurele oplossing.
  • Bij veel diensten (vb. banken, vakbonden, ziekenfondsen, energieleverancier, politie...) verdwijnen de loketten. Daardoor vermindert de fysieke bereikbaarheid.
  • Veel winkels, restaurants, koffiehuizen, ... aanvaarden geen cash betalingen meer, terwijl dat wettelijk verplicht is. Mensen in een kwetsbare positie (omwille van armoede, leeftijd, beperking) hebben geen beschikbaar krediet op een kaart of betalen liever cash om overzicht te houden.
  • De federale overheidsdienst sociale zekerheid is telefonisch niet bereikbaar. Wanneer het online niet lukt om een aanvraag in te dienen (bijvoorbeeld erkenning handicap), word je niet verder geholpen.
  • De VDAB bouwde haar fysieke toegankelijkheid af. Daardoor is ze onvoldoende zichtbaar en toegankelijk voor mensen die het meest nood hebben aan begeleiding naar een job.
  • De jobbonus moet je ofwel online aanvragen via itsme, ofwel kan je bellen naar een nummer van de Vlaamse overheid. Er is geen ‘live’ alternatief, waardoor er veel vragen over de jobbonus bij eerstelijnswerkers terechtkomen.
Trekker: Sarah Voets
Opvolging

Vanuit Stad en OCMW Gent zetten we vanuit verschillende diensten (Lokaal Sociaal Beleid, Werk &Activering, Publiekszaken, LDC’s) samen met de E-inclusiewerking van de Stad Gent en D09 actief in op het digitaal versterken en ondersteunen van digitaal kwetsbare Gentenaars. Een greep uit de vele acties:

  • Digipunten
  • Digicoaching in de welijnsbureaus, U-Connect en LDC’s
  • Digitale uitleendienst
  • Inzamelactie digiatel toestellen
  • Digitale inclusie op school
  • Digilessen voor ouders
  • Digitaal werkt
  • DigicafesDigitaal inclusieve wijken
  • Digihulp in het stadskkantoor
  • actie digitale aansluiting maatschappelijke kwetsbare ouders inloopteam Nieuw Gent ism LIGO 
  • Digitale oefenkansen integreren in de hulpverlening
  • ....

 

Voor een overzicht en detail zie hier

Vanaf 2024 wensen we extra in te zetten op:  De wijk/wijkpartners en het verbinden van diverse acties om zo een duurzamere verankering op maat van de wijk te bekomen. Samen de noden vaststellen, oplossingen zoeken en uitvoeren is hierbij het sleutelwoord.

3

Drempels bij dienstverlening van de politie

De onthaalfunctie van de politie is hoogdrempeliger. Als je klacht wil neerleggen of aangifte wil doen bij de politie moet je eerst online of telefonisch een afspraak maken (zie ook signaal 1. Digitalisering) en moet je soms enkele dagen wachten op je afspraak. Bovendien is ook de loketfunctie verminderd. Zeker bij ernstige/dringende klachten vormt dit een groot probleem. Het verhoogt de drempel om een klacht neer te leggen en brengt het recht op toegang tot de rechtsgang in het gedrang.

  • Case: Een dame doet aangifte van fysieke agressie op het politiekantoor. Ze heeft documentatie bij van de arts die haar heeft onderzocht. Ze wordt bijgestaan door een eerstelijnswerker die ook aanwezig was tijdens de feiten. De politie stuurt hen naar huis met de boodschap dat de klacht geen hoge prioriteit heeft en dat ze online een afspraak moeten maken. Ook nadat de eerstelijnswerker laat weten dat er pas psychologische hulp gestart kan worden na indiening van de klacht.
Trekker: Kim Geenens
Opvolging

Reeds ondernomen acties:

  • Er werd een uitwisseling georganiseerd tussen de Brugfiguren Secundair Onderwijscentrum  en de politie ikv het stappenplan dat de onthaalfunctie volgt.  Het doel was inzicht te krijgen in de procedures voor het indienen van een klacht en hoe professionals jongeren hierin kunnen ondersteunen.

 

  • Er werd een lezing/workshop georganiseerd voor de onthaalmedewerkers van de politie. Een slachtoffer van seksueel misbruik deelt haar ervaring met het melden van het misbruik. Uit de nabespreking blijkt een grote openheid om rekening te houden met de gevoeligheden die eigen zijn aan de problematiek. Een vervolgsessie wordt gepland in de loop van ’24.

 

In de pipeline:

  • We onderzoeken of en hoe we kunnen intekenen op Daphne Call inzake Genderbased Violence. Idee is om met deze subsidiemiddelen oa IFG-ambassadeurs (professionals maar ook burgers) op te leiden die signalen capteren en deze doelgroep specifiek ondersteunen en toeleiden naar hulpverleners en politie.
  • Plan International herhaalt het onderzoek naar slachtofferschap van straatintimidatie (racisme, SGG, discriminatie,...). Wie meldt, zal meteen doorverwezen worden naar onder andere officiële instanties (politie, Zorgcentrum na Seksueel Geweld, etc ). De bevraging gebeurt van maart tot december ‘24. Met de resultaten van het onderzoek gaan we verder aan de slag.

5

Procedure aanvraag zorgtoeslag®

Er zijn diverse knelpunten bij het aanvragen van de Zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte:

  • Ouders zijn vaak niet op de hoogte van de mogelijkheid om een zorgtoeslag aan te vragen.
  • Het gezin moet het dossier zelf opstarten, maar kan dat vaak niet zonder ondersteuning.
  • Een deel van het dossier moet door een arts ingevuld worden. Het is niet duidelijk door welke arts. Het is bovendien raden naar hoe het online gedeelte door de arts ingevuld moet worden en welke rubrieken echt noodzakelijk zijn.
  • Indien het dossier niet op tijd volledig is, wordt dit stopgezet en moet de aanvraag helemaal opnieuw beginnen.
  • De behandeling van de dossiers duurt erg lang.

Daardoor lopen gezinnen in een kwetsbare positie het recht op de Zorgtoeslag mis.

Opvolging

Eerste stap in de opvolging:

- afstemming met verschillende stadsdiensten welke stappen al ondernomen zijn rond bovenlokale signalering rond de zorgtoeslag.

9

Continuïteit hulpverlening CLB’s

Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s) zijn voor veel gezinnen een belangrijke ingang naar hulpverlening. Wanneer een kind van school verandert, komt het gezin vaak bij een andere CLB-medewerker (al dan niet van een ander net) terecht. De vertrouwensband met de vorige CLB medewerker - en vaak ook veel werk – gaat dan verloren, ondanks overdracht.

Opvolging

Wettelijk kader: overdracht tussen CLB’s steeds meer gedigitaliseerd (vervanging van fysieke overdracht). De samenwerking binnen  Topunt en het overleg tussen de coördinatoren van alle Gentse centra faciliteert verder een vlotte overdracht tussen de centra.

Groeiteam: maakt een eerste fysiek contact laagdrempelig (eerste vraag naar info – thema: meestal studieoriëntering, is inclusief een vraag naar welke school men best uitkijkt + uitleg over aanmeldingssysteem). Voor meer info: evaluatie Groeiteam. Verdere evolutie wordt mee opgevolgd via lokaal sociaal beleid en geïntegreerd gezinsbeleid.

Via de projecten van Topunt wordt sterk ‘aanklampend’ gewerkt met jongeren die zich in een risicovolle situatie bevinden (dreigende ongekwalificeerde schooluitval of bestaande schooluitval/schoolweigering). Hetzelfde geldt voor jongeren die vertrouwen in school en/of CLB hebben verloren – zie talrijke projecten (zoals de projecten Bondgenoten en ‘In Beeld’)

CLB’s proberen intern zeker continuïteit te garanderen:

  • Door trajectmedewerkers in te zetten over de scholen heen
  • Door warme overdracht te voorzien: intern: van collega naar collega, maar ook warme overdracht naar een CLB-medewerker van een ander net.

Voor het stedelijk CLB: door in drie en slechts drie teams samen te werken vermijden we dat bij iedere schoolverandering de leerling door een ander team begeleid wordt. Bovendien zetten wij soms medewerkers teamoverstijgend in.

Dat er discontinuïteit is doordat meerdere CLB’s een regio bedienen, dat is onvermijdelijk. Het Steunpunt is een goodpractice. Omdat het een netoverstijgend project is, kunnen wij wél continuïteit garanderen bij schoolverandering.

Andere en toekomstige projecten van TOPunt zijn inderdaad mogelijks ook schoolonafhankelijk.

13

Drempels naar thuiszorg

Mensen in een kwetsbare positie botsen op een aantal drempels naar thuiszorg. De grote wachtlijsten zijn een belangrijke drempel. Er zijn wachtlijsten door enerzijds het tekort in de thuiszorg, en anderzijds de grotere vraag (vb. door kortere ligtijden in de ziekenhuizen, vergrijzing, …). Daarnaast ervaren ze ook mentale drempels. Ze kennen de dienstverlening niet en durven geen onbekenden toe te laten in hun woning.

  • De tijdelijke overbruggingshulp vanuit de lokale dienstencentra (LDC) verlaagt deze drempels. Ze vullen de wachttijd naar reguliere thuiszorg op en laten mensen de dienstverlening op een laagdrempelige manier kennen, vanuit hun vertrouwde LDC. De overbruggingshulp verdwijnt helaas in de eerste helft van 2023.
Trekker: Leen Van Zele
Opvolging

De mutualistische zorgkassen, de ziekenfondsen en hun diensten maatschappelijk werk stuurden begin juli 2023 een open brief naar de ministers van de Vlaamse Regering om te pleiten voor betaalbare zorg voor mensen met een zorg- en ondersteuningsnood.

18

Dienstverlening sociale huisvestingsmaatschappijen®

De dienstverlening van de Gentse sociale huisvestingsmaatschappij(en) is onvoldoende en ontoegankelijk.

Voorbeelden:

  • Laattijdige, gebrekkige en ontoegankelijke communicatie naar de bewoners. Bijvoorbeeld over de verhoging van de huur, over de facturatie van verbruikslasten en over procedures bij terugbetalingen en verrekeningen.
  • De afrekening van de huurlasten is vaak heel hoog omdat het maandelijks voorschot veel te laag ligt. Dit maakt het voor kwetsbare bewoners onmogelijk om hun gezinsbudget goed te beheren.

    • Vb. In de nieuwbouwappartementen in de Rabotwijk betalen bewoners maandelijks 3 à 4 euro lasten. Op het einde van het jaar krijgen ze een afrekening van 800 à 1400 euro voor bijkomende kosten (vb. lift, herstellingen, …).
  • De afrekening van EGW komt niet regelmatig toe. In sommige gevallen pas na 3 jaar.
  • Er is weinig transparantie over de afrekeningen. Vb. voorschotten van 700 à 900 euro met daarna een afrekening van 1000 à 1500 euro, zonder mogelijkheid tot uitleg over de oorzaak daarvan.
  • Huurprijsherzieningen op basis van gedaald inkomen gebeuren niet automatisch. De gemiddelde duurtijd tussen aanvraag en toekenning is 6 maanden.
  • Het complex systeem van aanvraag huurprijsherziening maakt het voor veel bewoners onmogelijk om dit zelf te doen.
  • Herstellingswerken worden laattijdig of niet uitgevoerd na melding van gebreken aan de woning door bewoners.
  • De vocht- en schimmelproblematiek in sociale woningen wordt slecht of niet opgevolgd. Ook nadat bewoners dit melden aan de technische dienst van de Sociale Huisvestingsmaatschappij (SHM). De SHM legt de schuld van de vochtproblematiek vaak bij de bewoners. Meestal is dit echter het gevolg van een structureel probleem, al dan niet in combinatie met bewonersgedrag. De kwaliteit van de sociale woningen wordt stapsgewijs verbeterd. Sommige mensen wonen op dit moment echter in een woning die hun gezondheid schaadt.

 

Zie ook eis 21 in https://www.rechtopbetaalbaarwonengeenenkelmensopstraat.be/13-mei-2022/

Trekker: Anne Mertens

20

Nood aan ondersteuning huiseigenaars in een kwetsbare positie®

Huiseigenaars in een kwetsbare positie (armoede, lichamelijke beperking) krijgen te weinig ondersteuning om hun huis op te knappen en aan te passen aan hun noden.

Mensen met een handicap die een persoonsvolgend budget (PVB) ontvangen, hebben recht op middelen om noodzakelijke aanpassingen te doen aan hun woning. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) schiet op verschillende vlakken tekort in de ondersteuning van mensen die de noodzakelijke aanpassingen willen laten uitvoeren:

  • Er is geen bijkomende (administratieve) ondersteuning.
  • De budgetten zijn vaak onvoldoende. Ze zijn tot op heden niet aangepast aan de prijsstijging van bouwmaterialen.
  • Het is in veel gevallen niet haalbaar om de aanpassingen te doen zonder bijkomende werken aan het huis. Vb. een aangepaste douche plaatsen in een oude badkamer.
  • Aannemers hebben slechte ervaringen met de VAPH budgetten, waardoor ze minder snel ingaan op de offertes. Het is moeilijker om aannemers te vinden.
     

Er zijn bovendien ook mensen die geen persoonsvolgend budget ontvangen, maar wel recht hebben op een VAPH toekenning voor hulpmiddelen. Zij lopen de premies om hun woning aan te passen vaak mis omdat ze, door een gebrek aan begeleiding, niet weten dat ze er recht op hebben.

‘Gent knapt op’ ondersteunt financieel kwetsbare huiseigenaars om hun huis te renoveren. Gent knapt op biedt (in tegenstelling tot VAPH) wel administratieve, sociale en technische begeleiding om de renovatie tot een goed einde te brengen. Dit is een goede praktijk om huiseigenaars in een kwetsbare positie te ondersteunen. De werking kan nog meer inzetten op het bereiken van mensen in de meest kwetsbare posities, via geschikte communicatiekanalen.

37

Administratieve drempels®

Voor heel wat aspecten in je leven moet je administratieve zaken in orde brengen. Dat zorgt voor extra drempels voor mensen in een kwetsbare positie. Ze vragen daarvoor ondersteuning aan eerstelijnsdiensten, wat de druk op de diensten nog verhoogt (zie ook signaal 6. Druk op de eerstelijn). Dikwijls zijn ze niet in orde met hun administratie. Dat kan heel wat negatieve gevolgen hebben. Je kan bijvoorbeeld je aanspraak op bepaalde rechten verliezen. Er zijn al verschillende rechten waarbij de administratieve drempel wegvalt dankzij automatische toekenning. Daar moet verder op ingezet worden.

Voorbeelden:

  • Mensen die een leefloon ontvangen en onder elektronisch toezicht worden geplaatst, krijgen vanaf dan een uitkering vanuit de Vlaamse Overheid. Dat bedrag is echter lager dan het leefloon. Mensen moeten dan zelf initiatief nemen om een aanpassing te vragen bij het OCMW. De aanpassing wordt bovendien niet altijd goedgekeurd.
  • De procedure om korting te krijgen bij verschillende diensten (o.a. kinderopvang, onderwijs) als je in een financieel kwetsbare positie zit, is complex. Bij de stedelijke initiatieven krijgen mensen met verhoogde tegemoetkoming het verlaagde tarief automatisch. De niet-stadsdiensten hebben geen toegang tot de juiste gegevens, waardoor eventuele kortingen die zij willen toestaan niet automatisch toegekend kunnen worden.
  • Als je langer dan 8 weken ziek bent, krijg je een vragenlijst van de controlearts van de mutualiteit. De vragenlijst is niet toegankelijk. Hij bevat bijvoorbeeld moeilijke vragen over zelfinschatting en vragen die niet relevant zijn voor de situatie (vb. een vraag rond burn-out bij een kankerdiagnose).
  • Juridische dossiers en juridische communicatie zijn onduidelijk. Het taalgebruik is ontoegankelijk, de boodschap is vaak onhelder geformuleerd en veel te lang. Voor mensen die niet thuis zijn in het juridische vakjargon is de informatie niet toegankelijk. Voor mensen in een kwetsbare positie vaak nog minder.
  • De huisartsenwachtpost is moeilijk toegankelijk voor mensen in een kwetsbare positie. Je moet telefonisch aanmelden en verschillende vragen beantwoorden door toetsen in te drukken op je telefoon, zoals je rijksregisternummer.

Het Gentse meldpunt moeilijke brieven is een nieuw initiatief dat het mogelijk maakt om een deel van dit signaal aan te kaarten[1].

[1] Werkgroep kwetsbare senioren GBO (2022) Meldpunt moeilijke brieven (https://www.eerstelijnszone.be/sites/default/files/meldpunt_moeilijke_brieven_-_stad_gent_0.pdf)

Trekker: Bjorn Martens
Opvolging

Stad Gent heeft een meldpunt voor moeilijke brieven, formulieren en procedures: meer info en formulier

39

Onnauwkeurigheden aangiften dienst burgerzaken

Zowel bij inschrijvingen in het vreemdelingenregister als bij geboorteaangiften worden regelmatig administratieve fouten gemaakt. Het gaat over foutief geschreven namen en verkeerde geboortedata. Dat komt vooral voor als de burger geen officiële documenten bij zich heeft, door een foutieve vertaling, door omzetting uit een ander alfabet (vb. van Cyrillisch of Arabisch) of doordat de persoon geen of onvoldoende Nederlands spreekt en/of ongeletterd is.

De fouten zorgen voor veel administratieve rompslomp, en zorgen er zelfs voor dat sommige documenten ongeldig zijn. Dat kan ernstige gevolgen hebben.

Voorbeeld:

  • Gezin afkomstig uit Afghanistan bestaande uit 2 ouders en 4 kinderen. Hun familienaam werd op 3 verschillende manieren ingeschreven. De namen van de verschillende gezinsleden staan nochtans op hetzelfde blad.
  • Een vrouwelijke verzoeker internationale bescherming is zwanger van een Belgische man. Het kind wordt geboren en de geboorteakte vermeldt haar naam. Na een korte periode trouwt ze met de Belgische man; en kiest ze er zelf voor om de naam van haar man aan te nemen. Ze heeft echter de procedure voor verblijf opgestart op haar eigen meisjesnaam, en diezelfde naam is ook terug te vinden op de geboorteakte. Achteraf pas nam ze de naam aan van haar man, en die staat in de huwelijksakte. Omdat ze als verzoeker internationale bescherming geen contact mag hebben met het land van herkomst, moet ze nu via de rechtbank een verbeteringsvonnis aanvragen. Dan pas kan haar kind erkend worden als Belgisch kind.

Een tolk of rechtstreeks contact tussen een eerstelijnsprofessional en de dienst burgerzaken kan dit soms verhelpen.

Opvolging

De Dienst Burgerzaken schrijft burgers in de bevolkingsregisters in op basis van officiële documenten en informatie die is opgenomen in het rijksregister. Als er later vertaal- of omzettingsfouten worden vastgesteld, of er om een andere reden rechtzettingen nodig zijn, dan is daar vaak opnieuw een akte uit het herkomstland voor nodig. De Dienst Vreemdelingenzaken moet ook zijn fiat geven voor die wijzigingen.

Bij de registratie van namen stelt zich het probleem dat de vreemdelingenwetgeving en regelgeving burgerlijke stand andere brondocumenten hanteren (bijvoorbeeld paspoort versus geboorteakte). Een geplande reparatiewet van de federale overheid zou hier de komende jaren verbetering in moeten brengen.

De voertaal aan de loketten van de Dienst Burgerzaken is het Nederlands, maar taal mag geen barrière zijn voor een kwaliteitsvolle dienstverlening. De loketmedewerkers volgens opleidingen Engels en Frans. Waar nodig kunnen burgers ook in de meeste gangbare talen geholpen worden.

Uiteraard is ook niet iedereen even taalvaardig. Daarom gaan we aan de slag met pictogrammen in onze werking. Als dit nodig is zetten wij, in samenwerking met de Dienst Welzijn en Gelijke kansen, in op tolken. We bekijken ook flexibelere mogelijkheden zoals telefoon- en videotolken.

52

(Financiële) ontoegankelijkheid van ziekenhuizen®

Ziekenhuizen zijn onvoldoende toegankelijk, in het bijzonder voor mensen in een kwetsbare positie. Dat uit zich op verschillende vlakken.

  • Steeds meer specialisten zijn niet of slechts gedeeltelijk geconventioneerd. Hierdoor wordt toegankelijke/betaalbare gespecialiseerde gezondheidszorg steeds schaarser. De ziekenhuizen uit het Gentse ziekenhuisnetwerk doen inspanningen om toch betaalbare zorg te bieden aan mensen in een financieel kwetsbare positie.
    Bijvoorbeeld in AZ Sint Lucas werkt men aan het conventietarief voor mensen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming.
    De verplichte conventionering in meerpersoonskamers die er op federaal niveau aankomt, kan ook bijdragen aan de oplossing van dit probleem. Maar voor een ambulante consultatie blijft er veel onduidelijkheid voor patiënten. Ze weten niet altijd of een arts wel/niet geconventioneerd is.
  • Wanneer een arts gedeeltelijk geconventioneerd is (op sommige momenten wel, op andere momenten niet) is het voor de patiënt  onduidelijk welk tarief hij/zij zal betalen. Dit zorgt voor onverwacht hoge facturen.
  • Bovendien kan je vaak sneller bij een specialist terecht aan het niet geconventioneerde tarief dan aan het conventietarief. Dit werkt gezondheidszorg op twee sporen in de hand. De kapitaalkrachtige burger maakt een afspraak bij de specialist in zijn/haar privé praktijk aan gedeconventioneerde tarieven en de mensen met minder financiële mogelijkheden krijgen te kampen met lange wachtlijsten voor hun afspraak in het ziekenhuis aan het conventietarief.
  • Als je openstaande schulden hebt in een ziekenhuis, kan je er niet meer terecht voor zorg. Tenzij je in hoge nood verkeert of als een dokter expliciet toestemming geeft.
  • In sommige ziekenhuizen is het niet duidelijk waar je terecht kan voor informatie over de kosten en administratie gekoppeld aan je ziekenhuisbezoek. Zoals bijvoorbeeld vragen rond terugbetaling, via welk kanaal je de factuur ontvangt, …. Door het tekort aan informatie zijn mensen soms niet voorbereid op de kosten.
  • De facturatie van ziekenhuizen naar patiënten is onduidelijk. Ziekenhuizen kunnen tot 2 jaar na datum factureren. Bovendien krijg je vaak meerdere facturen voor verschillende prestaties tijdens één bezoek. Op de factuur staan vaak enkel de nomenclatuurnummers van de verstrekking, waardoor de meeste mensen niet weten over welke prestatie het gaat. Door de onduidelijkheid denken mensen regelmatig dat ze de factuur voor hun ziekenhuisbezoek al betaalden, terwijl er eigenlijk meerdere facturen zijn.
Trekker: Leen Van Zele

53

Niet-dringend ziekenvervoer

Patiënten krijgen soms een onverwacht hoge factuur voor ziekenvervoer. Het is onduidelijk welk ziekenvervoer terugbetaald wordt, hoe hoog de terugbetaling is en via welke verzekering de terugbetaling gebeurt. In sommige gevallen komt de verplichte ziekteverzekering tussen, in andere gevallen de aanvullende verzekering van het ziekenfonds. De onduidelijkheid zorgt vaak voor onverwacht hoge kosten. Bij mensen met een beperkt budget leidt dit al snel tot financiële problemen.

Zie ook standpuntentekst Vlaams patiëntenplatform ‘Wij vragen betaalbaar toegankelijk en gecoördineerd ziekenvervoer’[1].

[1] Vlaams Patiëntenplatform (2022) Wij vragen kwaliteitsvol betaalbaar toegankelijk gecoördineerd ziekenvervoer (https://vlaamspatientenplatform.be/nl/standpunten/wij-vragen-kwaliteits…)

Trekker: Leen Van Zele

56

Duurzaamheidskloof

Gentenaren met een laag inkomen dragen de grootste gevolgen van de klimaatverandering en het klimaatbeleid. Ze zijn vaak onvoldoende geïnformeerd en hebben te weinig mogelijkheden om zich voor te bereiden op de klimaatverandering en de energietransitie.

Voorbeelden van sociale ongelijkheid door klimaatverandering/klimaatbeleid:

  • Mensen met een laag inkomen wonen vaak op plaatsen met veel luchtvervuiling en lawaai. In een slechte leefomgeving wonen verhoogt het risico op gezondheidsschade.
  • Ze kunnen zich minder goed beschermen tijdens periodes van hitte in de zomer. Ze hebben minder toegang tot drinkbaar water, schaduw, groen en koele ruimten.
  • De bewoners van dense woonwijken vinden moeilijk de weg naar groene plekken in de buurt. Stad Gent en andere partners doen veel inspanningen om groen voor iedereen toegankelijk te maken (vb. Ledeberg leeft, bruggen naar Rabot, zuurstof voor de Brugse poort en de groennorm bij nieuwbouwprojecten, gezonde wandelingen van de wijkgezondheidscentra, ...). De inspanningen bereiken de doelgroep nauwelijks.
  • Ze wonen vaak in slecht geïsoleerde (huur)huizen met hoge energiekosten. Een huurhuis kunnen ze niet zelf renoveren. Als ze eigenaar zijn van hun huis hebben ze een beperkt renovatiebudget en lopen ze renovatiepremies mis omdat ze die niet kunnen voorfinancieren.
  • Ze kunnen niet investeren in hernieuwbare energie. Ze kunnen bijvoorbeeld geen zonnepanelen betalen.
  • Bepaalde klimaat gerelateerde belastingen waarbij geen sociaal tarief geldt (bv. verkeersbelasting,  inning van de onroerende voorheffing en BTW) wegen voor gezinnen met een beperkt budget zwaarder door.
  • De verschuivingen op de arbeidsmarkt zorgen voor jobverlies bij kwetsbare groepen. Er zullen bijvoorbeeld minder jobs zijn in de productiesector en de openbare nutsbedrijven, de retail- en vrijetijdssector.
  • Ze maken minder gebruik van autodelen door verschillende drempels (vb. borgsom, digitale kloof). Autodelen is in veel gevallen duurzamer en goedkoper dan een eigen wagen hebben.
  • Er worden al waardevolle inspanningen geleverd zoals de slooppremie, andere voordelen voor wie in de Lage Emissie Zone (LEZ) woont en Gent Knapt Op. Dit is echter niet voldoende om de duurzaamheidskloof te dichten.
Opvolging

Veel van de signalen komen aan bod in het klimaatplan Stad Gent (https://stad.gent/sites/default/files/media/documents/Klimaatplan%20Gen…) of de beleidsnota lucht en geluid 2020-2025  (https://stad.gent/sites/default/files/media/documents/Beleidsnota%20Luc…)

Zo is de lage emissie zone een lokale maatregel om de luchtkwaliteit in de wijken met de meeste luchtverontreiniging aan te pakken (drukke wijken met veel verkeer, street canyons). In deze wijken beschikt een groot deel van de inwoners niet eens over een wagen, maar worden ze wel geconfronteerd met de negatieve gevolgen van het autoverkeer door hun wijk. Wat de Stad doet voor een propere lucht vind je hier: https://stad.gent/nl/groen-milieu/luchtkwaliteit/wat-doet-de-overheid-v….
Voor mensen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming en die hun auto laten slopen omdat deze niet meer binnen mag in de lage emmissiezone, voorziet Stad Gent een sloopremie https://stad.gent/nl/groen-milieu/slooppremie-voor-wagens.
Ook wordt ingezet op pro-actieve rechtentoekenning bij de LEZ.

In het groenstructuurplan staat waar de Stad meer parken, natuur en bos wil https://stad.gent/nl/over-gent-stadsbestuur/stadsbestuur/wat-doet-het-b…

Zoek je verkoeling op hete dagen, dan kan je terecht op volgende drinkwater- en afkoelplekken https://stad.gent/nl/samenleven-welzijn-gezondheid/nieuws-evenementen/d… 

In het klimaatbeleid wordt ook gefocust op het sociale (betaalbaarheid, toegankelijkheid) en zijn we afgestapt van het geven van subsidies (vereist pre-financiering met eigen middelen), naar Gentse (en later overgenomen Vlaamse) Renovatielening, waarbij de terugbetaling kan verlopen via lagere energiefactuur en de subrogatie van premies op de lening.
Daarnaast zijn er ook acties gericht op noodkopers (Gent Knapt Op) en verhuurders (via de werking van het verhuurpunt). Met middelen van het Vlaams Lokaal Energie- en Klimaatpact wordt een actie uitgewerkt om PV beschikbaar te maken voor de laagste inkomens.

58

Ophaling grof huisvuil in sociale huisvesting

De afvalophaling van grof huisvuil bij de sociale woningen in Gent verloopt via een contract tussen de sociale huisvestingsmaatschappijen en Ivago. Dat contract wordt stopgezet.

Na de stopzetting moeten bewoners zelf een contract afsluiten met Ivago voor ophaling grof huisvuil. De bewoners zitten vaak in een financieel kwetsbare situatie waardoor dit voor velen niet evident is. Als één bewoner een contract afsluit en de anderen niet, draait die ene persoon op voor de kosten van alle bewoners. Dit is een extra drempel om een contract af te sluiten.

Zonder contract zal het grof huisvuil zonder afspraak buiten gezet worden en moet het als sluikafval opgeruimd worden.

60

Ontoegankelijke communicatie naar Gentenaren in een kwetsbare situatie®

Heel wat (openbare) diensten communiceren niet helder. Ze gebruiken moeilijke woorden en zinsconstructies, weinig beeldmateriaal en ontoegankelijke communicatiekanalen. De hoogdrempelige communicatie komt bijvoorbeeld van de mutualiteiten, politie, stadsdiensten en bovenlokale administraties, ….

Daardoor bereikt de informatie mensen in een kwetsbare positie (bv. laaggeletterden) niet. Ze missen daardoor de toegang tot voordelen en voorzieningen.

Bijvoorbeeld:

  • Procedure gratis lijnpas voor kinderen zonder wettig verblijf.
  • Het aanbod Gent Knapt Op.
  • Informatie over de jobbonus.
  • Brieven rond arbeidsongeschiktheid van de mutualiteiten.

  •  

Ook de communicatie over het aanbod specifiek voor mensen in een kwetsbare positie bereikt de doelgroep onvoldoende. Organisaties met linken naar de doelgroep ontvangen de nodige informatie vaak niet of laattijdig. Daardoor komen de dienstverlening en projecten niet (voldoende) tot bij de doelgroep. Het winterplan bijvoorbeeld kwam pas na aanvang terecht bij veel organisaties die werken met mensen in een kwetsbare positie.

61

Internet en telefonie te duur

Voor mensen in een kwetsbare positie zijn internet- en telefonie-abonnementen te duur.

Bovendien hebben mensen met een laag inkomen vaak een extra duur internet- of gsm abonnement dat niet afgestemd is op hun nood. Dit komt doordat ze dikwijls intekenen op formules waarbij je een gratis of goedkoop toestel ‘krijgt’ als je voor een aantal jaar een abonnement neemt bij een provider. De formules komen op het einde vaak veel duurder uit. Mensen in armoede hebben dikwijls niet de mentale ruimte en/of digitale mogelijkheden om een vergelijking te maken tussen aanbieders en worden de dupe van misleidende reclamestunts. Mensen in armoede gebruiken ook vaak duurdere prepaid simkaarten en ervaren hier ook extra drempels bij. Zie signaal 2021: Geen simkaart zonder registratie.

  • Tijdens de coronapandemie boden Telenet en Proximus sociale pakketten aan voor mensen met een beperkt budget. Dit verhoogt de toegang voor veel mensen. Telenet biedt de pakketten aan sociaal tarief (Telenet Essential Internet FIVE en TEN) nog steeds aan. Er komt in 2024 ook een nieuw sociaal internettarief voor een grotere groep rechthebbenden. Veel mensen vinden de weg naar dit aanbod echter niet.

Toegang tot internet en telefonie is een voorwaarde om volwaardig deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Dit moet een basisrecht zijn.

Trekker: Sarah Voets
Opvolging

 De samenwerking met Telenet voor de sociale producten Ten en five loopt nog steeds. In de loop van 2024 komt er een aangepast sociaal tarief Telecom waarbij meer mesnen recht zullen hebben op een hogere korting. Vanuit Stad Gent , samen met D09,  zetten we in 2024 enerzijds in op een bredere bekendmaking van de initiatieven rond betaalbaar internet zodat mensen beter geinformeerd zijn en anderzijds zullen we ook extra inzetten op kwetsbare Gentenaars ondersteunen bij de aanvraag van sociaal interproducten zoals bv. het sociaal tarief. 

62

Toegankelijkheid en communicatie bij openbare werken

Bij openbare werken worden de bewoners van omliggende straten niet of onvoldoende ingelicht over de duur en omvang van de werken. Ook is er een gebrekkige signalisatie.

Tijdens openbare werken wordt bovendien te weinig rekening gehouden met minder mobiele bewoners. Zij kunnen daardoor nog moeilijk hun eigen woning bereiken of verlaten. De beschikbare ‘bruggen’ van en naar woningen zijn te smal voor rolstoelgebruikers en kinderwagens.

Ook de afvalophaling loopt tijdens wegenwerken vaak minder vlot. Bepaalde straten worden niet meer bediend. Voor minder mobiele mensen is het vaak niet eenvoudig om afvalzakken op het einde van het wegenwerk gebied af te zetten.  Het verzamelpunt voor afval, door de aannemer voorzien, wordt bovendien vaak gebruikt door sluikstorters.

65

Sensibilisering rond aanwezigheid op school

Het is belangrijk dat kinderen voldoende aanwezig zijn op school. Niet alleen in functie van leerprocessen, maar ook omwille van de regelgeving en de gevolgen van afwezigheden.

Veel ouders in een kwetsbare positie zijn niet op de hoogte van de gevolgen van de afwezigheid van hun kind en komen daardoor nog meer in de problemen. Ze verliezen bijvoorbeeld het recht op schooltoeslag en de bijkomende kortingen die eraan vasthangen en/of het beslissingsrecht over of hun kind al dan niet mag overgaan naar het 1ste leerjaar.

  • Het gebruik van het codesysteem en de implicaties ervan zijn onduidelijk. De interpretatie en het gebruik van de codes verschilt ook van school tot school. Op sommige scholen krijg je al een B-code (onwettig afwezig) als je 5 minuten te laat bent, op andere scholen gaan ze er milder mee om en krijg je een L-code (te laat).

Het gebruik van de P-code[1] heeft een verschillende impact op het recht op schooltoeslag enerzijds en het beslissingsrecht over overgang naar het 1ste leerjaar anderzijds. Om recht te hebben op een schooltoeslag moet een kind van de derde kleuterklas minstens 290 halve dagen aanwezig zijn. Afwezigheden met een P-code worden hier meegerekend als aanwezige dagen. Om beslissingsrecht te hebben over of je kind naar het 1ste leerjaar kan overgaan of niet, moet je kind minstens 290 halve dagen aanwezig zijn. Hier wordt de P-code niet in rekening gebracht. De ouders van een kind dat tijdens de lesuren revalidatie volgt en voor de rest altijd komt, verliezen het beslissingsrecht.

[1] Afwezigheid om persoonlijke redenen. Dit wordt door de directie beslist. Hieronder valt bijvoorbeeld afwezigheden voor logopedie, revalidatie, …

Opvolging

Psychologische dienst OCMW:

De psychologische dienst heeft een verhoogde waakzaamheid voor de aanwezigheid op school. Wanneer wij de problematiek zelf detecteren in lopende begeleidingen, of melding krijgen van spijbelproblematiek, doen wij een analyse van de situatie en een netwerkverkenning (wie is met wat reeds bezig). We verkennen de “oorzaken”, dynamieken van het spijbelgedrag. Op basis daarvan en eventuele gesprekken met ouder/kind schakelen we de best passende hulpverlening in voor ouder(s), gezin en/of jongere zelf.

 

Onderwijscentrum Gent - team Partnerschap school-gezin:

  • Brugfiguren zetten in op het informeren van ouders over het belang van onderwijs, het Belgische schoolsysteem en het daaraan gekoppelde codesysteem bij afwezigheden.
  • Daarnaast gaan ze in gesprek over de drempels die ouders ervaren om hun kind regelmatig naar school te sturen.

 

LOP basisonderwijs:

LOP-afspraak Gent basisonderwijs: alle scholen krijgen een mail na Kerst en Pasen om hen te wijzen op het belang van de kleuterparticipatierapporten die door AGODI worden overgemaakt aan de scholen. Hierop kunnen de scholen de aanwezigheden van hun kleuters opvolgen en een beleid organiseren ten aanzien van die kinderen waarvan ingeschat wordt dat ze niet aan de minimumnorm voldoende aanwezigheden zullen voldoen aan het einde van het schooljaar.

 

CLB

Dit is een expliciete opdracht van de CLB voor wat de leerplichtige leeftijd betreft: elke kind met minstens 5 B codes (of niet gewettigde afwezigheden) wordt besproken en opgevolgd.

Dit geldt NIET voor kleuters, maar er is wel een werkbare overdracht binnen iCLB (Stad Gent): gezinnen die precair blijken worden aangemeld bij het CLB zodat een snelle opvolging kan gebeuren. DIKO neemt zelf initiatieven in deze zin. Hier en daar wordt ook de brugfiguur ingeschakeld.

 

Werkgroep kleuterparticipatie LOP Basisonderwijs Gent 

  • Verschillende partners werken samen rond kleuterparticipatie en zetten in op toeleiden naar onderwijs (schoolkeuze & aanmelden bij kleuters), maar ook aandacht voor regelmatig naar school komt aan bod (bij partners wanneer ze werken met gezinnen).
  • We ontwikkelden ook een brief in verschillende talen, naar aanleiding van verlaging leerplicht voor 5-jarigen (omdat we vaststelden dat een grote groep 5-jarigen niet aan de 290 verplichte halve dagen komt)

 

Onderwijscentrum Gent 

  • In 2023 was er een bevraging van 6 basis- en 6 secundaire scholen over het inzetten op aanwezigheden en de uitdagingen waar ze mee geconfronteerd worden. Op basis van deze bevraging zetten we een aantal verbeteracties op in samenwerking met partners.

66

Onduidelijk aanbod studierichtingen secundair onderwijs®

Voor veel ouders en kinderen is het moeilijk om een studierichting te kiezen in de overgang van het lager naar het secundair onderwijs. Eerstelijnshulpverleners en medewerkers van scholen geven vaak raad, maar ook voor hen is het landschap onduidelijk. De hervorming van het secundair onderwijs zorgt voor extra onduidelijkheid.

Opvolging

Onderwijscentrum Gent - team onderwijs-arbeidsmarkt:

  • Infodag onderwijsloopbaan ter ondersteuning van CLB medewerkers & andere onderwijsprofessionals
  • Project beroepen in beeld: inzet op oriëntering en horizonverruiming
  • Topunt & OCG: de puzzel ‘de grote stap’

 

Onderwijscentrum Gent - team partnerschap school gezin

Brugfiguren proberen scholen te stimuleren in het opzetten van een traject op maat in de overgang van leerlingen van basis naar secundair. Dit op maat van het kind, rekening houdend met talenten en wensen,  en samen met de ouders. Het traject kan kort of lang zijn, naargelang de noden. We werken hiervoor samen met partners zoals het OLB-team van Topunt en het Beroepenhuis.

Scholen organiseren samen met het CLB laagdrempelige infomomenten voor ouders in een kwetsbare situatie met leerlingen in de derde graad van het basisonderwijs.

Brugfiguren ondersteunen ouders bij deze overgang door:

  • Met de ouders mee te gaan op schoolbezoek
  • Het aanbod samen met de ouders overlopen om hen inzicht te geven in de mogelijkheden, al dan niet op huisbezoek
  • Samen met de ouders naar het beroepenhuis gaan
  • Ouders ondersteunen met meld je aan

 

Groeiteam:

In het Groeiteam kunnen ouders terecht voor ondersteuning in het kiezen van een studierichting. Ze krijgen er uitgebreid uitleg over het hervormde secundair onderwijs. Het Team OnderwijsLoopbaanBegeleiding  (OLB) van Topunt vzw begeleidt ouders en kinderen in hun keuzeproces. Daarnaast geven zij ook algemene infosessies voor ouders en hebben ze een kennisbad in het trainingsplan ifv gedeelde onthaalfunctie voor gezinnen.  

 

Team loopbaanbegeleiding binnen Topunt

Het team ‘loopbaanbegeleiding’ binnen Topunt (met medewerkers vanuit alle Gentse CLB’s) heeft als opdracht o.a. het verzorgen van informatiemomenten in de scholen en naar een breder ouderpubliek. Teamleden gaan ook op vraag van scholen (en/of specifieke afdelingen, richtingen of vestigingen) ter plaatse uitleg geven over de nieuwe onderwijsstructuur en de mogelijkheden.

70

Dienstverlening De Lijn

De dienstverlening van De Lijn is ontoegankelijk op verschillende vlakken:

  • Steeds meer lijnen en haltes worden geschrapt. Daardoor geraken mensen die minder mobiel zijn niet meer op hun bestemming.
  • De communicatie met De Lijn is ontoegankelijk. Telefoneren naar De Lijn kost veel geld en kan alleen via een centraal nummer. Je krijgt soms foutieve informatie over de dienstverlening (vb. over het verlaagd tarief).
  • Bij onderbrekingen van lijnen wordt er meestal geen alternatief voorzien. Er is bovendien een gebrek aan communicatie over de onderbreking.
  • Voor mensen die minder mobiel zijn is De Lijn fysiek moeilijk toegankelijk. Zij kunnen moeilijk opstappen op de bus door de hoge drempel t.o.v. het voetpad. Het actieplan vervoersarmoede plant een uitbreiding van het aantal toegankelijke haltes en biedt hier dus mogelijk (deels) een oplossing. Veel buschauffeurs vertrekken ook meteen na opstap, voordat mensen kunnen gaan zitten.

Bovendien gebeurt de ticketcontrole op een manier die soms bedreigend overkomt en daardoor agressie uitlokt.

Trekker: Kris Helincks
Opvolging

  • Wat betreft de schrapping van haltes: De Lijn Flex vangt de haltes op die niet langer bediend worden. Er circuleert ook veel misinformatie over lijnen en haltes die niet langer bediend zouden worden.  In totaal kennen er een kleine 50 haltes niet langer reguliere bediening, maar deze zijn opgenomen in het Flex-vervoer (op reservatie). Daar staat tegenover dat op de andere lijnen en haltes er vaak frequentere bediening is en een veel grotere amplitude. Bovendien zijn er tientallen flex-haltes bijgekomen op plekken waar voorheen géén openbaar vervoer aanwezig was. Alle bestaande haltes blijven dus bediend door het openbaar vervoer, maar sommige niet langer op reguliere basis.

    Stad Gent verzamelde eind 2023/begin 2024 signalen over het nieuwe net van De Lijn bij burgers en organisaties. Die signalen werden gebundeld in een overzichtsdocument, en overgemaakt aan De Lijn. Daarin wordt met aandrang gevraagd om werk te maken van volgende punten:

Samenvatting knelpunten & bijsturingen

  • Het flexnet functioneert niet als vangnet voor wie niet aan het kernnet/aanvullend net geraakt. De onbetrouwbaarheid van het systeem tast de autonomie van veel bewoners aan: zij kunnen hun leven niet meer plannen omdat ze afhankelijk zijn van de te beperkte beschikbaarheid van de flex-bus. Doordat ze niet kunnen rekenen op een flexbus binnen een acceptabele tijd na reservatie, is het bvb. niet mogelijk om een specialist in het ziekenhuis te bezoeken.

    1. De werking van de Hoppincentrale en de reisplanner moeten beter.
    2. Er zijn meer voertuigen nodig om de doelstellingen waar te maken.
    3. De responstijd moet gereduceerd worden tot 30 minuten om betrouwbaar te zijn.
  • In Mariakerke rond de Driesdreef/Beekstraat/Zuidbroek en de wijk Luchteren is het openbaar vervoer-aanbod onvoldoende om een minimale bereikbaarheid te kunnen garanderen aan (kwetsbare) inwoners en de gebruikers/bezoekers van de verschillende school- en zorgvoorzieningen (LUCA campus Ter Beken, GO! Atheneum, WZC Zuiderlicht, De Karrekol, De Bries, De Boon, Pleegzorg Oost-Vlaanderen, De Ceder).
    1. Onderzoek of de frequentie van lijn 681 verhoogd kan worden.
    2. Onderzoek of de route van lijn 681 via de Gavergrachtstraat kan in plaats van de Bosstraat.
    3. Onderzoek of lijn 50 in Luchteren kan rijden met varianten: variant Catriestraat en variant Mariakerksesteenweg.
    4. Onderzoek of het oorspronkelijke plan om een shuttle in Mariakerke in te leggen alsnog uitgevoerd kan worden. Onderzoek daarbij of de oorspronkelijk voorziene lus moet doorgetrokken worden tot Heiebree of tot aan portaal Parkbos.
  • Het model waarin mensen vaker moeten overstappen werkt penaliserend. Veel gebruikers ervaren het als moeilijk of lastig en geven aan dat ze langer onderweg zijn. Op sommige plekken zijn basisvoorzieningen hierdoor moeilijker bereikbaar.
    1. Onderzoek of lijn 50 via Drongen-Centrum kan rijden. De overstap aan Drongen Rotonde werkt als een drempel, verschillende senioren gaven aan dat zij de rotonde (2x2+2 rijstroken) niet durven oversteken en daarom niet meer naar het centrum van Drongen komen.
  • Neem bestemming Crematorium opnieuw op in het kernnet, zolang De Lijn Flex niet de vereiste betrouwbaarheid biedt qua beschikbaarheid en responstijd.
  • Tickets & tarifering
    1. Een ticket moet geldig zijn voor de hele rit, zeker als de verplaatsing geboekt is via de Hoppincentrale. De geldigheidsduur van 60 minuten is onvoldoende nu gebruikers met het nieuwe net vaker moeten overstappen.
    2. Ticket- en abonnementsintegratie tussen trein en bus is nodig om de uitgangspunten van basisbereikbaarheid betaalbaar te houden voor gebruikers. Op verschillende trajecten worden reizigers nu naar een combinatie van bus en trein verwezen, wat een extra abonnement met zich meebrengt.
  • Communicatie
    1. Maak dat de halte-informatie klopt. Maanden na invoering zijn er nog steeds haltes waar de oude dienstregeling ophangt.
    2. Integreer de hoppin-reisplanner & De Lijn reisplanner. En op termijn ook de reisplanner van nmbs.
  • Verbeter de toegankelijkheid van de informatie, zowel voor mensen met een visuele handicap als voor mensen die niet digitaal vaardig zijn.

     

  • Wat betreft de communicatiekanalen van De Lijn: We hebben gepleit voor een 0800-nummer voor informatie over het nieuwe net, dat is er ook gekomen. Weliswaar tijdelijk. Ook de hoppincentrale waar je vanaf januari 2024 al je ritten kunt boeken, is een 0800-nummer. De foute informatie is een pijnpunt dat we vanuit de stad helaas enkel maar kunnen signaleren.
  • Wat betreft alternatieven en communicatie bij onderbrekingen van lijnen: Dat klopt. We spreken De Lijn geregeld aan op de gebrekkige communicatie. We stellen ook vast dat veel van de onderbrekingen door werken van de stad of in opdracht van de stad veroorzaakt worden. Maar dat vanuit de stad zelden budget voorzien wordt om alternatieven te voorzien.
  • Wat betreft de ontoegankelijkheid van de haltes: We zijn stelselmatig maar traag (beperkt budget) zoveel mogelijk haltes toegankelijk aan het aanleggen.
  • Wat betreft het dreigend overkomen van de ticketcontrole: We horen ook het omgekeerde signaal, vanuit De Lijn en de gemeenschapswachten, nl. dat ze veel agressie ervaren, ook zonder ticketcontroles. Bvb. omdat de bus te laat is, of wacht op het vertrekuur, of te druk is,… Er zijn nog altijd Gentenaars die geen vervoersbewijs willen kopen of scannen, helaas. Waardoor controles nodig blijven.

77

Wildgroei van taalvoorwaarden voor anderstalige nieuwkomers

Verschillende sectoren stellen taalvoorwaarden om deel te nemen aan bepaalde activiteiten (vb. inschrijving in het hoger onderwijs, job als taxichauffeur). Doordat elke sector zijn eigen voorwaarden stelt, moeten nieuwkomers verschillende taaltesten afleggen. Bovendien gaat niet elke instapvoorwaarde gepaard met een duidelijk overzicht van welke taalcertificaten eraan gekoppeld zijn.

Voorbeelden:

  • Voor cursisten bij LIGO bestaat een uitzondering binnen het inburgeringstraject: om het inburgeringsattest te behalen, is het voldoende om A1 schriftelijk en A2 mondeling te behalen. Het inburgeringsattest geldt normaal gezien als 'taalvoorwaarde voldaan' binnen de nationaliteitsprocedure. Doordat op de nieuwe inburgeringsattesten staat dat iemand A2 schriftelijk niet behaald heeft, wordt dit inburgeringsattest alsnog niet overal aanvaard als element in de nationaliteitsprocedure.
  • De nieuwe taalvoorwaarde om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning (zie ook signaal 14. Wooncrisis).