Vlaamse overheid

57

Huiswerk op de computer niet voor iedereen mogelijk©

Leerkrachten geven vaak  digitaal huiswerk. Dit zorgt voor uitsluiting van een groep kinderen/jongeren die thuis geen PC heeft. Sommige leerlingen moeten de lessen volgen op een gsm. Veel scholen vragen ook om een eigen laptop te hebben en het moet vaak een specifieke zijn. Dit is voor gezinnen met meerdere kinderen problematisch, aangezien niet alle gezinnen over meerdere laptops/computers beschikken. Deze kinderen/jongeren dienen dan momenten bijeen te sprokkelen om ergens anders op een computer te kunnen voortwerken. Bijkomend probleem is dat zowel de digitale vaardigheden van school, ouders en leerlingen onvoldoende zijn om hiermee zelfstandig aan de slag te kunnen gaan.

Dit werd versterkt door corona. Gezinnen met schoolgaande kinderen hebben vaak onvoldoende geschikte computers in huis om elk kind de lessen te laten volgen. Tijdens de coronapandemie werden laptops en computers ingezameld en ter beschikking gesteld. Ook kregen gezinnen in kwetsbare situaties free wifi van Proximus en Telenet. Dit is heel fijn maar vaak ontoereikend en ook voor na corona zijn er geen garanties.

Via E-inclusie:

  • Digitale ondersteuning en het bieden van digitale toegang (ontleenlaptops) voor leerlingen die ingeschreven bij een erkend initiatief studieondersteuning. 
  • Mogelijkheid tot langdurige ontlening van recuptoestel in Digibank De Serre en doorverwijzing naar aanbod betaalbaar internet. Zie ook overzichtspagina digitale toestellen en internet voor Gentenaars in een kwetsbare situatie
  • Digipunten voor kinderen en jongeren: gratis wifi, toegang en begeleiding van kinderen en jongeren op vaste locaties en tijdstippen 
  • Extra vrijwilligers voor ondersteuning van kinderen en jongeren in De Krook en in de wijkbibliotheken. Er komt een Digipunt voor jong en oud in elke wijkbibliotheek.
  • In 2020-2021 werden laptops ontleend aan scholen voor kwetsbare leerlingen ifv het verplicht afstandsonderwijs in SO.
  • Sensibilisering scholen rond e-inclusie (via lunchsessie, opleiding Mediacoach, lerend netwerk, inspiratiebundel, samenwerking Mediawijs ifv beleidstool digitale inclusie)
  • Digilessen voor ouders van leerlingen kleuteronderwijs en basisonderwijs 3e graad. In schooljaar 2022-2023 traject mogelijk voor 4 scholen kleuteronderwijs en 4 scholen basisonderwijs. Dit in samenwerking met Ligo.
  • Digihulp aan huis door stagestudenten. Na geslaagde proeftuin in schooljaar 2021-2022. Herhaling van aanbod in schooljaar 2022-2023. Stagestudent ondersteunt brugfiguren SO.
  • Aanwerving medewerker e-inclusie bij Onderwijscentrum Gent (1/02/23-31/12/24) om lopende acties verder te zetten en nieuwe proeftuinen op te starten.
  • Mediacoachopleiding voor Gentse scholen: tijdens deze opleiding krijgen de deelnemers de nodige info en handvaten om meer in te zetten op mediawijsheid op school. Doel van de opleiding is ook het opstarten van een project op maat van de school. In deze Gentse opleiding zal dit project focussen op e-inclusie.

 

Aanwerving medewerker bij de Dienst Lokaal Sociaal Beleid die een duurzaam toekomstmodel uit gaat werken om mensen met weinig financiele middelen (doelgroep breder dan OCMW cliënten) te voorzien van een geschikt toestel (laptops, chromebooks, tablets en/of smartphones),  gekoppeld aan uitleg over betaalbaar internet en toeleiding naar e-inclusie aanbod Gent.

Inzamelactie van digitale toestellen: Gentse burgers kunnen hun oude toestellen binnen brengen in verschillende punten. Deze toestellen worden hersteld door vrijwilligers uit het RepairCafé, via de KRAS-diensten worden ze vervolgens geschonken aan Gentse kwetsbare personen en gezinnen. Ook mensen die (nog) niet aangesloten zijn bij een KRAS-dienst maar wel nood hebben aan een toestel en zich in een kwetsbare situatie bevinden, kunnen zich aanmelden. 

 

Reeds ondernomen acties

58

Ondersteuningsnoden voor scholen buitengewoon onderwijs met precaire doelgroepen

Er is een grote nood aan ondersteuning in scholen buitengewoon onderwijs. Deze scholen hebben meer en meer gezinnen met een meervoudige complexe problematiek. Bijvoorbeeld kinderen met ernstige mentale beperkingen die opgroeien in precaire gezinssituaties. Het beperkte communicatievermogen van zowel de kinderen als de ouders vraagt om een specifieke aanpak. Ze komen handen tekort om de sociale uitdagingen die deze doelgroep met zich meebrengt (onbetaalde facturen, huisvestingsproblemen, op te volgen medische problematieken en afspraken, onvermogen van de doelgroep om zich te verplaatsen, …) zelf aan te pakken en hebben nood aan ondersteuning  zodat ze weer meer tijd hebben voor hun kerntaken.

Vanuit de OKAN-scholen (vervolgschoolcoaching) wordt in het schooljaar 2021-2022 een ‘professionaliseringstraject’ opgezet voor BuSO-scholen in Groot-Gent, om hen wegwijs te maken met betrekking tot (ex-)OKAN’ers, waar specifieke problematieken of beperkingen gecombineerd worden met (zeer) beperkte taalvaardigheid in het Nederlands.

Scholen buitengewoon onderwijs kunnen geen beroep doen op brugfiguren, maar kunnen wel een vraag richten aan de trajectbrugfiguren die hen ondersteunen in het bereiken van kwetsbare kinderen en gezinnen. De trajectbrugfiguren hebben in het schooljaar 2020-2021 een lerend netwerk opgestart waar scholen van het buitengewoon onderwijs samenkomen voor uitwisseling van good practices en intervisie.

Bibliotheek De Krook ontvangt wekelijks een OKAN klas in de jongeren bib. De jongeren leren de bibliotheek kennen en de mogelijkheid om de computers te gebruiken.

Reeds ondernomen acties

59

Dagbesteding voor jongeren moeilijk te vinden

Er is veel vraag naar zinvolle dagbesteding voor jongeren, vooral in het kader van alternatieve dagbesteding of Naadloos Flexibel Traject[1] voor jongeren. Maar het aanbod is beperkt en sluit niet aan bij de interessesfeer. Vaak gaat het om buitenwerk of boerderijwerk. Er is bijvoorbeeld geen aanbod ICT en niets voor meisjes, weinig voor -12 jarigen, … Het aanbod is vaak ook moeilijk bereikbaar en het openbaar vervoer is betalend vanaf 15 jaar. Er is een gebrek aan langdurig en voltijds aanbod, terwijl daar de meeste nood aan is. Er zijn wachtlijsten en aanmeldingstops. Er is geen vrijwilligersverzekering voorhanden. Door de druk laat de begeleiding te wensen over en is er nog weinig sprake van maatwerk.

[1] De naadloze flexibele trajecten (NAFT) hebben als doel om schooluitval en vroegtijdig schoolverlaten in het secundair onderwijs tegen te gaan. Meestal gaat het om jongeren die door pedagogische, juridische, sociale of persoonlijke redenen het onderwijs dreigen te verlaten. Hun problematiek gaat vaak samen met spijbelgedrag, een problematische thuissituatie, delinquent gedrag of psychiatrische problemen.

Een NAFT-traject verloopt vraag gestuurd en op maat. Vanaf de start van een traject worden alle actoren betrokken. De doelstellingen worden samen bepaald, en de inhoud wordt afgestemd op de interesses en noden van de betrokkenen. NAFT bevindt zich op de snijlijn van welzijn en onderwijs.

CLB waarmee de school samenwerkt wordt steeds betrokken bij de aanmelding voor een NAFT-traject. CLB’s hebben samenwerkingsafspraken met de verschillende NAFT-aanbieders. Naast de NAFT aanbieders wordt er actief gezocht naar projecten en werkplaatsen waar een alternatief traject gelopen kan worden. Het CLB zal de jongere/de school helpen bij het vinden van een aanbod dat zo goed mogelijk tegemoet komt aan de noden. Het CLB leidt jongere toe en blijft het traject opvolgen samen met de school.

Reeds ondernomen acties

60

Lokroep naar geld zorgt voor ongekwalificeerde uitstroom

Veel jongeren haken af in het onderwijs omwille van de financiële voordelen op korte termijn buiten het onderwijs. Ze hebben nu geld nodig om te overleven, maar hypothekeren daardoor hun toekomstmogelijkheden.

Leerlingen haken af van school als ze 18 jaar worden en recht hebben op een leefloon.

Bij jongeren met een leefloon die hun leertraject combineren met een arbeidstraject (zoals o.a. bij leerlingen binnen het systeem van deeltijds onderwijs en duaal leren) wordt hun loon/leervergoeding in mindering gebracht op hun leefloon. Om dit te compenseren kan er voor leefloongerechtigde jongeren een socio-professionele vrijstelling (SPI) worden toegepast. Dit wil zeggen dat enkel het bedrag van de leervergoeding die de SPI overschrijdt, wordt afgetrokken van het leefloon.  Hierbij wordt er een onderscheid gemaakt tussen de zogenaamde kleine en grote SPI voor studenten. Wie geen studietoelage heeft, krijgt een SPI-vrijstelling van 253,88 euro per maand. Wie wel een studietoelage heeft, krijgt slechts de kleine SPI van 70,81 euro per maand. De wet maakt geen onderscheid naargelang het bedrag van de studietoelage. Aangezien het verplicht is in het kader van het recht op een leefloon om een studietoelage aan te vragen (en ook veel jongeren dit recht toegekend krijgen), betekent dit dat jongeren hun leervergoeding slechts wordt vrijgesteld voor een bedrag van 70 euro. Deze vermindering van de leervergoeding wordt in de meeste gevallen niet gecompenseerd door de studietoelage. Er zijn immers grote verschillen tussen de bedragen van de studietoelage, naargelang de student secundair dan wel hoger onderwijs volgt en naargelang het statuut van de student. Hierdoor maken de jongeren vaak de keuze om hun studies stop te zetten.

Jongeren die een horecaopleiding volgen, haken af op school en kiezen voor voltijds werk. Hierdoor leren ze de job misschien beter, maar halen ze geen diploma secundair onderwijs. Van zodra jongeren de stap moeten zetten naar een overeenkomst alternerende opleiding stoppen ze of ontwijken hun verplicht traject door minder naar school te komen en in het zwart te werken. Deze jongeren zijn daarna nauwelijks te begeleiden.

POWER (Perspectief op Onderwijs en Werk): Dit project wil jongeren aanmoedigen om hun onderwijskwalificatie succesvol af te ronden door hen perspectieven op de arbeidsmarkt of vervolgopleiding te bieden alsook waarborgen dat jongeren na het verlaten van het secundair onderwijs een duurzame loopbaan kunnen aanvatten. De school zorgt hierbij voor de identificatie van potentieel vroegtijdig schoolverlaters en voert met de jongeren een perspectiefgesprek. De trajectbepaling, trajectbegeleiding en nazorg is de verantwoordelijkheid van vzw TOPunt in samenwerking met de NAFT-aanbieders, dit steeds in nauw overleg met de school. Elke jongere in een transitietraject krijgt een persoonlijke levensloopbaancoach die fungeert als schakel tussen de onderwijsprofessionals, werkprofessionals en de leerling. Deze coach zet samen met de leerling een traject op.

Aanvullend op de reguliere CLB-werking is er expliciete begeleiding van jongeren zonder kwalificatie tussen 17 en 25 jaar door het team Word Wijs binnen TOPunt Gent. Aanmelden kan via wordwijs@destapgent.be

Binnen SYU (speed you up) hebben we ingezet op het ontwikkelen van de ondernemingsvaardigheden van  jongeren in een kwetsbare situatie op school. Het opzet was, om in samenwerking met een lokale partner uit de buurt van de school, jongeren een onderneming te laten opzetten met een link naar hun opleiding. Op die manier hebben we de jongeren proberen te versterken van binnenuit en hen laten oefenen op verschillende domeinen die minder vaak aan bod komen in de dagdagelijkse schoolcontext. Het gaat dan bv. over communiceren met externen, een businessplan uitwerken, een project realiseren van a tot z, kennis maken met buurtpartners en de noden van de buurt, het gevoel krijgen impact te kunnen realiseren en vooral zelfvertrouwen op te bouwen omtrent het eigen ondernemend handelen.

In die zin zou SYU een troef kunnen zijn om jongeren te engageren op school, ze kunnen ook leren hoe ze ondernemend kunnen zijn. Anderzijds kan het ook net een trigger zijn om vanuit dit zelfvertrouwen de school vroeger te verlaten. Een belangrijk en motiverend element voor jongeren is dat ze in de ‘echte’ wereld tot leren kunnen komen.

Dit internationale project, dat vanuit Europa werd gesubsidieerd, is in de Gentse context al beëindigd.

We leerden er vooral uit dat jongeren vaak met een andere visie kijken naar de arbeidsmarkt en het meest efficiënte leertraject dat daaraan vooraf gaat. Als het project iets duidelijk maakte dan is het dat we vaak verkeerdelijk uitgaan van het feit dat jongeren zelf belang hechten aan het behalen van een diploma. Er zijn vaak heel tegenstrijdige voorbeelden in hun omgeving die aantonen dat een diploma niet altijd de kortste weg is naar werk.

Een signaal dat we ernstig moeten nemen en waarbij we niet a priori moeten uitgaan van het feit dat deze jongeren niet tot leren komen. Ze doen het vaak binnen een andere context, maar we weten het niet als dusdanig te valideren.

Reeds ondernomen acties

61

Mogelijkheden tot levenslang leren immens maar onoverzichtelijk

De mogelijkheden tot levenslang leren zijn voortdurend in evolutie. Een groeiend en flexibel educatief aanbod creëert meer leermogelijkheden en -faciliteiten, maar werpt ook drempels op door zijn onoverzichtelijk karakter. Vaak is leren ook moeilijk te combineren met een job of gezin. Bovendien staat dit aanbod niet op zichzelf, maar krijgt het voor de persoon pas betekenis in een specifieke levenssituatie of tijdens een transitiemoment. En dan spelen verschillende factoren een rol: de kwaliteit, de kostprijs (behoud van loon, werkloosheidsuitkering, kinderbijslag, betaald educatief verlof, …), het moment waarop de opleiding plaatsvindt, de faciliteiten en randvoorwaarden, diploma, tewerkstellingskansen, …   

De Stap - Leerwinkel Oost-Vlaanderen maakt leerlingen, studenten, volwassenen, professionelen wegwijs in alle mogelijkheden van Levenslang Leren (LLL) in Gent en Oost-Vlaanderen. Men kan er gratis terecht met alle opleidings- en onderwijsvragen. De leerloopbaancoaches gaan samen op zoek naar een opleidingstraject op maat, en focussen daarbij op mensen die ongekwalificeerd uit het onderwijs uitstromen / zijn uitgestroomd.

Voor meer informatie: www.destapgent.be

De Stap is ingebed in de Gentse netwerkgroep Levenslang Leren. Die heeft tot doel de diverse Gentse actoren inzake levenslang leren te verbinden vanuit gezamenlijk geformuleerde beleidsdoelstellingen. De focus ligt op de onderwijsinstellingen, in relatie tot het lokale (en bovenlokale) beleid, en diverse stakeholders. Onderwijscentrum Gent faciliteert en ondersteunt de groep, maar ze wordt inhoudelijk gedragen door de instanties die er deel van uitmaken. Contact: Eddy Van de Walle, Onderwijscentrum Gent, eddy.vandewalle@stad.gent, 0470 11 70 59.

Via deze netwerkgroep wordt ingezet op de Vlaamse projectoproep ‘Leerloopbaanbegeleiding’. Het doel is bijkomende leerloopbaanbegeleidingskansen te creëren vanuit de noden van mensen met leervragen. Om dit mogelijk te maken brengen we het netwerk rond leerloopbaanbegeleiding in kaart, met als doel ze beter op elkaar af te stemmen. Dit resulteerde in Het project ‘eduJUMP’ dat door Leerwinkel De Stap uitgevoerd wordt, in samenwerking met de partners binnen de netwerkgroep. Er wordt ingezet op bijkomende begeleidingstrajecten: 850 bijkomende informatiebemiddelingen en intensieve leerloopbaancoaching voor 34 bijkomende ongekwalificeerde jongeren op jaarbasis. Naast de bijkomende begeleidingstrajecten ligt de nadruk op het ontwikkelen van een (nog) meer outreachende werking, via wijkgerichte ‘pop-ups’ van de leerwinkel. Ook is het de bedoeling sterker in te zetten op de zogenaamde ‘scharniermomenten’: overdracht van outreachende werking naar de leerwinkel, van de leerwinkel naar de onderwijspartners, ….

De werking van Leerwinkel De Stap werd versterkt met middelen via het Vlaamse Plan Samenleven, waarmee de Vlaamse overheid in die gemeenten met verhoogde aanwezigheid van kwetsbare groepen bestaande acties i.f.v diversiteit en gelijke kansen wil versterken. Met deze extra middelen zullen 160 bijkomende ongekwalificeerd uitgestroomden/uitstromenden worden begeleid: minimaal 4 contactmomenten per cliënt met het oog op een doorstroom van 70 % na één jaar.

Deze nieuwe projecten komen bovenop de ondersteuning die de Stad Gent reeds bood aan vzw TOPunt: een samenwerkende structuur, waaraan de CLB’s en de Stad Gent participeren, en waaronder ook de Leerwinkel valt. 

De Oproep Transitiepunten – van opleiding naar werk en/of van werk naar werk – vormt een belangrijke opportuniteit voor levenslang leren en het voorkomen/remediëren van ongekwalificeerde uitstroom met het oog op het versterken/behouden van kansen op de arbeidsmarkt. De transitiepunten worden getrokken vanuit het beleidsdomein Werk en Activering, maar mee opgevolgd vanuit de netwerkgroep Levenlang Leren. Dit om maximale integratiemogelijkheden met de leerwinkel en de loopbaancoaching van de diverse onderwijsinstellingen levenslang leren te exploreren en in praktijk te brengen.

De centra voor volwassenenonderwijs en het centrum voor basiseducatie zetten ook in op de Vlaamse Edusprong, met focus op sensibilisering inzake levenslang leren en het afstemmen van het opleidingsaanbod op de leervragen. Ook deze acties worden opgevolgd binnen de stedelijke netwerkgroep levenslang leren, ondersteund door het Onderwijscentrum Gent, en met betrokkenheid van de diverse stakeholders.

Reeds ondernomen acties

62

Scholen soms nog zoekend op het vlak van armoede en diversiteit®

Kinderen en jongeren die opgroeien in een kwetsbare situatie krijgen vaak (onbedoeld) minder kansen op een school die weinig ervaring heeft op het vlak van armoede en diversiteit. Vaak worden ze uitgesloten of haken ze na enkele weken of maanden af. Scholen zijn soms zelf zoekend naar ondersteuning en vorming, partners die hun school kunnen versterken en mensen die hen kunnen begeleiden in deze transitie. Het is belangrijk dat preventief ingezet wordt op ondersteuning en versterking van deze scholen.

Rond het thema ‘grootstedelijke context’ wordt vanuit het Onderwijscentrum

  • ingezet op het versterken en ondersteunen van scholen via ondersteuningstrajecten en vormingssessies voor scholen. De concrete invulling wordt via de website van Onderwijscentrum Gent bekendgemaakt.
  • een collegagroep meertaligheid voor basisonderwijs en voor secundair georganiseerd
  • ingezet op trajecten op basis van werkpunten die uit de resultaten van de DISCO (diversiteitsscreening onderwijs) komen, in samenwerking met externe partners
  • Wandelingen in buurt van school om het schoolteam in contact te brengen met organisaties gelinkt aan armoedeweb (voorlopig enkel wandeling in binnenstad en watersportbaan met uitbereiding naar andere wijken in januari)
  • Lunchsessies: ‘Armoede en kostenbewust onderwijs’ - ‘Diversiteit (h)erkennen en benutten’ - ‘Meertaligheid als troef, binnen en buiten de school(m)uren’ - ‘Een meertalig boekenaanbod bij jou op school, hoe begin je eraan?’ 
  • Collegagroep meertaligheid voor basisonderwijs en secundair onderwijs
  • Vormingsaanbod ‘Polarisering’
  • Lerend netwerk ‘Identiteit & Diversiteit in de klas’ - ‘Omgaan met nieuwkomers in het basisonderwijs’
  • Omstaandertraining voor schoolteams
  • www.meertaligheid.be

 

Via de GIDS (Gentse Inspiratiebank voor Diversiteit op School) kunnen scholen concrete materialen en informatie terugvinden over organisaties waar ze een beroep op kunnen doen met specifieke vragen over armoede of diversiteit op school. www.stad.gent/gids.

Op het inhoudelijk luik van de  algemene vergadering van het LOP Gent SO  werd op 3 juni 2021 een inspirerend vormingsmoment voorzien door Dr. Inge Van de Putte – Vakgroep Orthopedagogiek, UGent . Voorstelling van Potential, Power to teach all children, een professionaliseringstraject voor leraren in het creëren van inclusieve leeromgevingen.

Brugfiguren en trajectbrugfiguren stimuleren scholen om tot een kostenbewust beleid te komen. Dit kan variëren van het volgen van een vorming samen met de secretariaatsmedewerker en/of zorgcoördinator van een school rond de maatregelen die het stedelijk onderwijs biedt, tot het procesmatig begeleiden samen met een externe organisatie. Brugfiguren en trajectbrugfiguren stimuleren scholen ook om beleidsmatig rond de verschillende facetten van diversiteit te werken. Dit kan variëren van een sensibiliseringsactie op de Dag van de Thuistaal tot opnieuw het procesmatig begeleiden samen met een externe organisatie.

Vzw Krijt rolt vanaf schooljaar 2022-2023 DIY-trajecten uit waarbij een school aan de hand van Krijt-vragenlijsten zelf een analyse kan maken van hun sterke en werkpunten. Aan de werkpunten wordt telkens een advies/voorgestelde actie gekoppeld. Daarna volgt een consult met een trajectbegeleider en ervaringsdeskundige van vzw Krijt.

Bibliotheek De Krook voorziet ondersteuning voor Gentse scholen: 

  • Een aanbod voor anderstalige nieuwkomers, waarbij ze tijdens klasbezoeken op maat kennismalen met zowel de Nederlandstalige als meertalige collectie.
  • Ondersteuning van leerkrachten voor de uitbouw van een schoolbibliotheek.
  • Scholen kunnen gebruik maken van de (wijk)bibliotheken om les te geven in een inspirerende lees- en leeromgeving.
  • Ondersteuning van scholen bij projectwerking met betrekking tot leesplezier.
  • Een overzicht van het aanbod voor scholen:  Scholenwerking | Gent (bibliotheek.be)

 

Brede School helpt scholen om een netwerk uit te bouwen met organisaties die een rol kunnen spelen in het ondersteunen en begeleiden van gezinnen:

  • We helpen beginnende brugfiguren in het leren kennen van hun wijk of in het voorstellen van de wijk aan de schoolteams. 
  • We organiseren fietstochten voor beginnende leerkrachten en laten hen zo kennismaken met allerhande organisaties (en mogelijke partners) in hun wijk.
  • We geven scholen door onze trajecten/project een rijke leefwereld, we verbreden de leer-en leefomgeving in de binnen en buitenschoolse tijd en creëren meer kansen voor kinderen en jongeren die opgroeien in een kwetsbare situatie.
  • We voorzien een inschrijvingsbeleid in onze naschoolse reeksen om voorrang te geven aan leerlingen die opgroeien in een kwetsbare situatie zodat zij kans maken om te genieten van ons aanbod.
Reeds ondernomen acties

63

De vele gevolgen van telewerk©

Sinds corona en ook in de toekomst wordt telewerk meer en meer de norm. Zonder ondersteuning kan telewerk vele gevolgen hebben. Eerst en vooral zijn er financiële gevolgen. Niet meer de werkgever maar de mensen zelf staan in voor bijkomende kosten op het vlak van verwarming, verbruik, printen, comfortabel bureaumateriaal, … En dan zijn er ook de gevolgen op het vlak van gezondheid. Het mentale welzijn lijdt onder het gebrek aan contacten, pauzes, samenwerken, … Ook hebben veel mensen door slecht werkmateriaal (bureau, stoel, voetsteun, …) fysieke klachten.

1.  Telewerk in de Vlaamse sectorconvenanten 

De achtste generatie Vlaamse sectorconvenanten werden recent afgesloten, voor de periode 2021-2022. Daarin engageren 35 verschillende sectoren zich om hun schouders te zetten onder het Vlaams werkgelegenheidsbeleid.

Een sectorconvenant is een overeenkomst tussen de Vlaamse overheid en de sectoren waarin de sectorale sociale partners zich engageren om in hun sector maatregelen te nemen om het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid te ondersteunen. Competentie- en loopbaangericht werken is de rode draad doorheen het geheel zodat bedrijven en werknemers gewapend zijn tegen een snel veranderende en complexe arbeidsmarkt.

Bij Prioriteit 1: Levenslang leren en werkbaar werk is er bij de diverse sectorconvenanten ook ruime aandacht voor telewerk.

Lees meer

2. Impact op het mentaal welzijn 

Verschillende onderzoeken (internationaal), bevragingen en signalen tonen aan dat de plotse overgang en het aanblijven van telewerken als norm voor bepaalde groepen een impact heeft op het mentaal welzijn. We kunnen niet alle sectoren over dezelfde kam scheren, sommige sectoren bleven gewoon aan het werk of kenden een minder abrupte aanpassing. Er zijn ook mensen waarbij het telewerken positieve gevolgen heeft voor het mentaal welzijn: minder tijdverlies en minder stress in het verkeer, meer autonomie, tijds- en plaatsonafhankelijk werken, een betere werk-privébalans, ongestoord kunnen werken, …

Echter, een grote groep van mensen, die plots moesten overschakelen naar telewerk, ondervonden eerder negatieve gevolgen na verloop van tijd. O.m. volgende zaken werden vastgesteld via onderzoek en bevragingen:

  • Een van de grootste problemen voor nieuwe telewerkers is het feit dat ze daarvoor hun comfortzone moeten verlaten: veranderende routines, nieuwe (digitale) vaardigheden die snel moesten aangeleerd worden, veiligheid van een collega die nabij is valt weg, …
  • Het traditionele concept van vaste werkuren op een vaste werkplek werd volledig op losse schroeven gezet: de moeilijkheid om een duidelijke scheiding te maken tussen privé en werk op één en dezelfde plaats zorgt voor langere werkdagen, minder rustpauzes (bijv. minder verplaatsingen tussendoor), moeilijker afstand nemen van het werk, … O.m. ouders met jonge kinderen zijn een groep die het hard te verduren krijgt: de combinatie van thuiswerk met kinderen in lockdown of quarantaine is onhoudbaar en zorgde voor veel stress. 
  • Informele en formele communicatie met collega’s verloopt moeilijker of viel stil. Minder kansen om stoom af te blazen onder collega’s, minder face tot face gesprekken, … creëren meer afstand tussen collega’s en zorgen voor meer stress-opstapeling.
  • Ook de teamgeest verdwijnt door meer telewerk: men bekijkt medewerkers ‘zakelijker’, men wordt meer afgerekend op prestaties en cijfers en het sociale aspect van de werknemer of de job wordt kleiner. Er ontstaat meer individualisme onder medewerkers wanneer iedereen wordt beoordeeld op resultatenafspraken.  
  • Een bepaalde groep heeft meer last van eenzaamheid, vnl. alleenstaanden.
  • Ook de fysieke gezondheid, die onlosmakelijk verbonden is met de mentale gezondheid, gaat bij sommigen achteruit: minder ergonomisch werken zorgt voor vele rug- en nekklachten, ongezonde snacks liggen binnen bereik, middagpauzes worden ingekort op overgeslaan, minder beweging omwille van minder verplaatsingen, meer blootstelling aan beeldschermen (klachten aan ogen, hoofdpijn), …
  • Voor sommigen kwamen er zelfs financiële zorgen bij: meer verwarmingskosten, investering in bureau of stoel, internetverbruik, …
  • Na 1,5 jaar zagen we de wachtlijsten bij psychologen en therapeuten stijgen.

Dergelijke signalen moeten natuurlijk in de eerste plaats bij de bron worden aangepakt. Zolang de oorzaken niet verdwenen zijn, kan men wel actie ondernemen om mensen te ondersteunen of de schade te beperken. Er werden enkele campagnes opgezet naar werkgevers toe: bijvoorbeeld de campagne ‘Laat ons er Samen voor Gaan’ van de FOD Werkgelegenheid of de brochure ‘Preventie van psychosociale risico’s bij telewerken’ van IDEWE. De impact hiervan kennen we niet.

Vanuit de stad Gent werden ook een aantal ondersteunende acties opgezet of bijgestuurd, niet specifiek naar telewerkers toe, maar wel naar een bredere groep of rond een bredere thematiek:

  • De Zuurstoflijn richtte zich specifiek naar zorgpersoneel en ondernemers die het moeilijk hebben. Via de Zuurstoflijn kan men gratis en anoniem terecht voor een telefonisch gesprek over stress, angst, … met een medewerker van het PAKT (netwerk geestelijke gezondheid).
  • Er werden diverse psycho-educatieve cursussen gratis of tegen een lage vergoeding aangeboden. Tijdens zo’n cursus leer je vaardigheden om je veerkracht te vergroten, om om te gaan met stress, piekeren, angst, burn-out, depressieve gevoelens, slaapproblemen, … Er zijn ook specifieke cursussen voor ouders. Bijzondere aandacht ging naar mensen met een kwetsbaar profiel, zoals alleenstaande ouders, mensen in armoede, …
  • De Stad voorziet tijdelijk in 4 extra eerstelijnspsychologen, de zogenaamde relancepsychologen, waarbij men gratis terecht kan op verschillende locaties in Gent (bijv. o.a. in enkele wijkgezondheidscentra).
  • Om aan te tonen dat ‘je niet goed in je vel voelen’ normaal is en erover praten al veel helpt deden we eind 2020 een social media campagne en in 2021 was er de ‘Babbelkont-bordjes’ actie. Beiden doelden op taboedoorbreking en het bespreekbaar maken en normaliseren van psychische kwetsbaarheid.
  • Tijdens de 10-daagse van de veerkracht 2020 en 2021 werd een specifieke sessie voorzien voor ondernemers door de dienst economie i.s.m. Dyzo en een eerstelijnspsycholoog. Daarnaast was er een breed aanbod voor het brede publiek van veerkrachtversterkende workshops, lezingen en ontmoetingsmogelijkheden met de geestelijke gezondheidszorg.
  • Het aanbod psycho-educatie en zorg voor ondernemers wordt mee bekend gemaakt via de nieuwsbrief OOG (ondersteuningspunt ondernemers).

 

Reeds ondernomen acties

64

Vernieuwde VDAB heeft een grote impact op mensen in een kwetsbare situatie©

De VDAB bouwt het aantal werkwinkels fors af  en zet voluit in op digitale dienstverlening. Mensen in armoede en digitaal laaggeletterde mensen zijn daarvan de dupe. Zij  hebben een persoonlijke dienstverlening nodig, op maat en zonder digitale tools.

Ook tijdens Corona was de VDAB volledig gesloten voor publiek, en verliep alles via telefoon of e-mail. Aan de telefoon bleef je lang wachten en de mails bleven vaak onbeantwoord.

Minderjarigen op zoek naar een job, kunnen niet begeleid worden door het jobteam op basis van de leeftijdsgrens.

VDAB zet vanaf het najaar 2019 in op de ‘digital first’ -contactstrategie: klanten worden aangemoedigd om zich zelf digitaal in te schrijven als werkzoekende. De eerste periode wordt nog ondersteuning door onthaalmedewerkers in de werkwinkels van VDAB voorzien, later valt dit weg. Na inschrijving worden klanten binnen de 6-12 weken telefonisch gecontacteerd door de Servicelijn van VDAB. Tijdens dit telefonisch contact wordt de ondersteuningsnood van de persoon ingeschat. Kwetsbare werkzoekenden worden daarna doorverwezen naar het team Intensieve Dienstverlening van VDAB, jongeren met een ondersteuningsnood worden doorverwezen naar het team Jongerenondersteuning.

Aanvullend op de VDAB-dienstverlening voorziet de Stad in een laagdrempelige eerstelijnsdienstverlening in een aantal wijkgerichte Werkpunten. Deze werking is uitgebouwd om drempels en (sociale) afstand naar de VDAB voor kwetsbare werkzoekenden te ondervangen. Iedereen met een vraag over werk of opleiding kan hier, tijdens open permanentiemomenten of op afspraak, terecht. De Werkpunten bevinden zich in de wijken Ledeberg, Nieuw Gent, Dampoort-Sint Amandsberg en Rabot (contactgegevens: https://stad.gent/werkpunten).

De Werkpunten en verschillende partnerorganisaties vangen de sterk verhoogde drempel naar inschrijvingen en contact met VDAB ten dele op. Werkzoekenden worden er ondersteund en geholpen bij de noodzakelijke digitale inschrijving bij VDAB en bij andere digitale vragen (een mailadres aanmaken, online vacatures zoeken en solliciteren, je VDAB-werkzoekendendossier bijhouden…).  

De nood aan digitale vaardigheden neemt toe, op alle domeinen van het maatschappelijk leven. Voor een groep werkzoekenden blijft dit een grote uitdaging. Maar ook arbeidsbegeleiders en jobcoaches worden uitgedaagd om zich nieuwe digitale systemen eigen te maken en die digitale dimensie in hun  begeleidingsaanbod op te nemen.

Stad Gent zette daarom in samenwerking met het partnerschap Gent, stad in werking een ‘digitaal Werkt’-project op. In dat kader is een ICT steward aangesteld  om arbeidsbegeleiders van verschillende partner-organisaties bij te staan bij de toenemende digitale vragen van klanten. Dit initiatief is tijdens de coronaperiode verlengd.

Een toegankelijke dienstverlening voorzien onder de geldende corona-beperkingen, is voor alle organisaties, zowel VDAB als haar partnerorganisaties, een heel grote uitdaging. Tijdens de periode van lockdown is de fysieke dienstverlening een tijd verplicht stopgezet.

De Werkpunten probeerden dit deels op te vangen door klanten proactief te contacteren en hun telefonisch (soms digitaal via smartphone) vacatures door te geven of te bespreken. Het aantal gemiddelde klantencontacten met consulenten uit de Werkpunten nam in 2020 toe, wat mogelijks wijst op een mindere beschikbaarheid van de VDAB-begeleider (64% van de klanten die in de Werkpunten fysiek langskomt heeft een begeleider bij VDAB of andere organisatie. Ook dit kan verklaren dat klanten minder bij hun VDAB-begeleider terecht konden).

Ondertussen is de dienstverlening van VDAB en partners terug fysiek toegankelijk, zei het enkel op afspraak. Digitale dienstverlening blijft echter het uitgangspunt. Bij de afdeling Intensieve dienstverlening wordt hiervan afgeweken wanneer er echte nood bij de klant aanwezig is. Ook de jongeren deeltijds onderwijs worden door VDAB fysiek geholpen.

Sinds 11/5/2021 startten ook de Werkpunten de fysieke contacten terug op, tot op heden eveneens enkel op afspraak.

Jobteam Gent (https://stad.gent/jobteam) is een begeleidingsprogramma specifiek opgezet voor werkzoekenden in een maatschappelijk kwetsbare positie. Werkzoekenden met een grote ondersteuningsnood kunnen hier terecht. Bij elke aanmelding overlegt Jobteam met VDAB of een begeleiding kan worden opgestart. Eigen aan de werking is de intensieve aanpak op maat en in het tempo van de betrokkene: zowel werk- als welzijnsvragen worden opgenomen, tijdens huisbezoeken of op de andere locaties, meegaan op afspraken, met tolken of intercultureel bemiddelaars… Voor de meerderheid van de Jobteam-deelnemers is het digitale een grote drempel. Tijdens de lockdown werd dit nog meer duidelijk, met alle gevolgen van dien. Met werkzoekenden zonder digitale vaardigheden of tools was het zeer moeilijk contact te behouden. En om je weg te vinden naar bedrijven, vacatures, uitzendkantoren ed., werden digitale kanalen nog belangrijker. In reactie hierop is project ‘Digipacks’ gestart, om de werkzoekenden basis digitale vaardigheden aan te leren en aan deelnemers zonder eigen middelen, tijdens de begeleiding, een laptop of tablet te ontlenen. Deze werking is mogelijk gemaakt met corona-relance middelen, en loopt sinds maart 2021.

Met uitzondering van het ondersteuningsaanbod voor schoolgaande jongeren in een systeem van deeltijds leren en werken, is het begeleidingsaanbod van VDAB en arbeidsbegeleiding bij partners in regel gericht naar meerderjarigen. Dit volgt de logica dat de leerplicht geldt tot 18 jaar, en je pas daarna toegang krijgt tot de arbeidsmarkt en de bijhorende dienstverlening. Ook voor Jobteam Gent is dit van toepassing.

Er is evenwel ook een aanbod aan projecten en werkingen in Gent voor minderjarigen in het kader van systemen van deeltijds leren en werken en voor jongeren die afhaken op de schoolbanken. Als minderjarigen zich melden bij het Jobteam, bekijkt men wat de specifieke situatie en vraag van de jongere is om door te verwijzen naar het best passend hulpaanbod bij één van die partnerorganisaties.

Van juli tot eind 2020 zette de stad, samen met VDAB en andere partners, bijkomend in op een extra dienstverlening naar schoolverlaters. Op een centrale plaats in de stad werd de pop up ‘Take Off’ uitgebouwd, waar men terecht kon voor ondersteuning bij de inschrijving bij VDAB en voor wegwijs bij allerlei vragen over werk. Opvallend was dat ook veel hoger opgeleide jongeren nood hadden aan ondersteuning bij het werk zoeken in coronatijden. De meest kwetsbare jongeren werden met dit initiatief niet bereikt. In navolging van dit initiatief kunnen ook in de zomerperiode van 2021 schoolverlaters, aanvullend op de VDAB-dienstverlening, terecht voor een gesprek met een arbeidsbegeleider van Stad Gent.

Een toegankelijke dienstverlening van VDAB en partners, op maat van de specifieke noden in de Gentse regio, is opgenomen als één van de doelstellingen van het Gents Arbeidspact. De beleidsmatige opvolging hiervan is opgenomen in de convenant tussen Stad Gent en VDAB voor een inclusief en toekomstgericht arbeidsmarktbeleid. Signalen en knelpunten worden meegenomen naar het beleidsoverleg en strategische werkgroepen in het kader van deze convenant. 

Reeds ondernomen acties

65

VDAB overdrijft met activering

Vanuit de optiek “iedereen aan het werk” zet de VDAB in op doorgedreven activering. De VDAB begeleidt mensen niet alleen naar werk, maar doet ook de controle om na te gaan of je je als werkzoekende aan jouw plichten houdt. Waar vroeger de controlerende en sanctionerende bevoegdheid bij de RVA lag, ligt dit nu bij de VDAB zelf. Via een samenwerkingsverband met Geïntegreerd Breed Onthaal proberen ze nu ook mensen die moeilijk tot op de arbeidsmarkt geraken, toe te leiden naar de hulpverlening.  Mensen voelen zich hierdoor verplicht tot hulpverlening of niet geholpen bij hun zoektocht naar werk.

  1. Dit signaal kan niet veralgemeend worden !

Er is gecheckt bij de verschillende OCMW-welzijnsbureau’s : de wijkwerkers krijgen niet echt dergelijke klachten binnen! Vanwaar komt het signaal dan  wel ? Dit is blijkbaar geuit op de GBO-expertengroep (GBO= geintegreerd Breed Onthaal).

Het opzet van het GBO is dat elke dienst /partner (OCMW, CAW, andere), welk zijn begeleidingsaanbod ook is (oorspronkelijke focus vh decreet  is : gezondheid/zorg), zich profileert als een algemeen breed onthaal voor alle welzijnsvragen. [1]  Dit onthaal kan op eender welke plaats gebeuren. We spreken over vindplaatsgericht of outreachend werken. Het onthaal kan gebeuren op plaatsen waar mensen zijn die eventueel welzijnsvragen hebben. Er zit ook een bepaalde visie achter over hoe je je als welzijnswerker opstelt in dergelijke contacten, namelijk proactief handelen [2].

De concrete samenwerking met VDAB en GTB bestaat erin dat een werkzoekende ingeval van ‘advies Welzijn’ – wat vroeger heette ‘advies niet-toeleidbaar’ [3] -  de kans/mogelijkheid krijgt om op vrijwillige basis samen met een welzijnspartner aan de slag gaan om aan zijn/haar (rand)problematiek te werken. Het is niet omdat er een nood gepercipieerd wordt dat daarom de wil/bereidheid aanwezig is bij de werkzoekende.

Zowel  bij CAW (als regisseur ‘Welzijn’/’Zorg’ ) als bij het OCMW (als GBO-partner) kregen we te horen  dat er veel minder toeleidingen zijn dan oorspronkelijk bedoeld was [4]. Tijdens de Coronaperiode lag dit project zo goed als stil.

Aantallen voor Gent (maart 2022)

Aantal

Totaal aantal werkzoekenden zonder werk: 11.644

Niet-inzetbaar op lange termijn [1]: 1135

Werkzoekenden met een arbeidsbeperking: 1948

Aandeel tov totaal aantal werkzoekenden zonder werk

Totaal aantal werkzoekenden zonder werk: 100%

Niet-inzetbaar op lange termijn [1]: 9,7%

Werkzoekenden met een arbeidsbeperking: 16,7%

Evolutie tov maart 2021

Totaal aantal werkzoekenden zonder werk: (13433-13,3%)

Niet-inzetbaar op lange termijn [1]: -3,5%

Werkzoekenden met een arbeidsbeperking: -11,3%

Aantallen voor Vlaanderen (maart 2022)

Aantal

Totaal aantal werkzoekenden zonder werk: 177.509

Niet-inzetbaar op lange termijn: 22.740

Werkzoekenden met een arbeidsbeperking: 37.937

Aandeel tov totaal aantal werkzoekenden zonder werk

Totaal aantal werkzoekenden zonder werk: 100%

Niet-inzetbaar op lange termijn: 12,8%

Werkzoekenden met een arbeidsbeperking: 19,1%

Evolutie tov maart 2021

Totaal aantal werkzoekenden zonder werk: (205.284-13,5%)

Niet-inzetbaar op lange termijn: -3,2%

Werkzoekenden met een arbeidsbeperking: -9%

[1] De categorieën ‘niet-inzetbaar op lange termijn’ en ‘werkzoekenden met een arbeidsbeperking’ kunnen elkaar overlappen.

2. Vrijwillig versus verplicht karakter

De pro-actieve doorverwijzing van een werkzoekende met advies ‘Welzijn’ naar de regisseur Welzijn (CAW) gebeurt op vrijwillige basis en enkel als dit volgens VDAB/GTB een meerwaarde kan betekenen voor de werkzoekende. Daar zijn enkele kanttekeningen bij te maken :

  • Veel hangt af van de kadering van het gesprek dat de VDAB/GTB voert met de werkzoekende
  • Veel hangt ook af van de inschatting die de VDAB-consulent maakt tov problematiek vd werkzoekende
  • Gegeven de typologie van deze doelgroep (waarbij oa werkzoekenden met medische, mentale, psychische, psychiatrische en/of sociale problematiek) kan het gebeuren dat de persoon niet in staat is de situatie te begrijpen of in te zien. Soms heeft die te weinig of geen zicht op eigen kunnen, belemmeringen, hulpvragen, noden of problematiek.
  • Vaak is er ook een zekere tijdspanne tussen het gesprek met VDAB/GTB én het vervolggesprek met een GBO-partner. Waardoor de werkzoekende soms de link niet (meer) kan leggen.
  • Door het feit dat VDAB èn begeleidende  èn controlerende instantie is, kan de werkzoekende zich in sommige gevallen (moreel) verplicht voelen om in te gaan op de doorverwijzing naar de Welzijnspartner.
  1. Rol van het CAW

Het CAW is hier de ‘instroombeheerder’ én ook matcher van de Welzijnsvragen. Zij zijn het best geplaatst omdat zij het regionale aanbod en werking van welzijnsorganisaties goed kennen. Bovendien zijn zij ook bij uitstek onderlegd in het uitklaren van de vraag/nood/belemmeringen  van de werkzoekende. En uit voorgaande expertise vloeit voort dat zij het best geplaatst zijn om de  best passende matching te doen.

  1. Toekomst van het signaal ?

Het signaal is niet in één vingerknip op te lossen . Gegeven de setting GBO is er voor alle GBO-partners een duidelijke rolomschrijving nodig. Ondertussen werkt VVSG samen met de betrokken actoren aan een draaiboek voor doorverwijzing. De uitrol is voorzien in 2023. Intussen wordt ook verwacht dat ook het (nieuwe) werk-zorgdecreet zal landen.

[1] De nadruk wordt gelegd op generalistisch werken, omdat het welzijnswerk zich de laatste decennia ontwikkeld heeft, net als andere sectoren, tot meer specialisatie. Ondertussen groeit het besef dat deze evolutie zijn keerzijde heeft. Enerzijds zorgt deze specialistische benadering ervoor dat niemand nog oog heeft voor het geheel en de samenhang van problemen. Soms gaat daardoor energie verloren, omdat er geen rekening mee gehouden wordt dat er eerst op andere vlakken vooruitgang moet worden geboekt.

[2] Voor meer informatie omtrent het GBO verwijzen we naar de FAQ Geintegreerd Breed Onthaal van het departement Welzijn en Samenleving Vlaanderen  faq GBO.

[3] Wanneer een werkzoekende niet op kort termijn toeleidbaar is naar de arbeidsmarkt, noch aan een opleidings- of begeleidingstraject toe is, kan VDAB die werkzoekende het advies Welzijn geven. Waarmee wordt aangegeven dat er eerst aan belemmerende (rand)factoren moet gesleuteld worden vooraleer de werkzoekende stappen kan zetten (in een traject) naar werk.

[4] De samenwerking Welzijnsregisseur (in casu CAW) met Werkregisseur (in casu VDAB en GTB) is (nog) niet decretaal geregeld maar krijgt vorm onder andere via  dit pilootproject. Bij aanvang werd er in Gent systematisch dossieroverleg georganiseerd met de verschillende partners, maar dit bleek uiteindelijk te tijdsintensief te zijn. Het zou de bedoeling zijn om vanaf 2023 ikv werk-zorg decreet dit model breder uit te rollen. Op termijn zou zelfs de VDAB/GTB rechtstreeks (kunnen) doorverwijzen naar een GBO-partner Welzijn, zonder dat er nog een centrale regisseur Welzijn  (‘instroombegeleider’) bij te pas komt. Hiervoor werkt VVSG momenteel ism de betrokken partners een Vlaams draaiboek uit , waarbij de doorverwijzingen centraal staan.

[5] De categorieën ‘niet-inzetbaar op lange termijn’ en ‘werkzoekenden met een arbeidsbeperking’ kunnen elkaar overlappen.

Reeds ondernomen acties

67

Nood aan vertrouwensband met hulpverlener

Hulpvragers hebben nood aan een vaste, vertrouwde hulp- of zorgverlener. Veelvuldige wissels van hulpverleners (bv. OCMW, Woningent, huisarts), maken een duurzame ondersteuning van en samenwerking met mensen in nood moeilijk tot onmogelijk. Ook bestaat de kans dat ze niet de juiste hulp krijgen omdat de nieuwe hulpverlener hun dossier onvoldoende kent, laat staan het volledige verhaal erachter.

Men wil geholpen worden door dezelfde persoon.

Binnen de sociale dienst zijn de eerste stappen gezet om de verschillende dimensies van het probleem goed te kennen (gebruikers-, medewerkers- en organisatieperspectief) . Er werden focusgesprekken gevoerd met groepen van gebruikers van de dienstverlening en met maatschappelijk werkers zelf. Ook de recentste tevredenheidsmetingen bieden de nodige aangrijpingspunten. We onderzoeken verder welke sporen we kunnen bewandelen om naar gerichte oplossingen te werken.
Een concrete actie is om de registratie door de maatschappelijk werker veel concreter toe te spitsen op de  hulpverlening en de performantie van het traject. Wat geregistreerd wordt is o.m.: wat zijn de hulpvragen, wat zijn de afspraken zijn met het OCMW, hoe zit het hulpverleningsplan er uit, wie neemt welke taken op zich, waar staan we in het hulpverleningstraject, wat zijn prioriteiten... Dit zorgt dat er meer lijn zit in de hulpverlening en dat collega-maatschappelijk werkers elkaar gerichter kunnen ondersteunen, zonder dat dit telkens voor een onderbreking of stilstand zorgt.

Anderzijds valt niet te ontkennen dat de opeenvolgende crisissen van de laatste jaren (COVID 19, wooncrisis, Oekraïne-crisis, energiecrisis) alsook het feit dat het beroep van maatschappelijk werker een knelpuntberoep is geworden voor een zekere stressmodus zorgt. Acties die het personeel extra belasten zijn momenteel niet haalbaar.

Daarom wordt er momenteel ook ingezet op administratieve vereenvoudiging binnen de job. Hierdoor komt er hopelijk meer ruimte vrij voor begeleiding en contact met de cliënten.  

 

Reeds ondernomen acties