Zorgaanbod
40
Geplaatste kinderen kunnen niet naar huis omwille van te kleine sociale woning
Sociale huurders met geplaatste kinderen, die een grotere woning aanvragen om hun kinderen terug thuis te krijgen, moeten zeer lang wachten op een mutatie op grond van overbezetting (soms meer dan 10 jaar). De woning is een bepalende factor bij het al dan niet terugkrijgen van de kinderen uit een pleeggezin of instelling. Een vicieuze cirkel dus.
Stad Gent bepaalt de interne mutatieregels van een sociale huisvestingsmaatschappij niet. We kunnen aandacht vragen voor deze problematiek.
47
Vervuilde thuissituaties
Buurtzorgers (outreachende medewerkers van een Lokaal Dienstencentrum) worden regelmatig geconfronteerd met ouderen die een verzamelwoede hebben en niet gemakkelijk hulp toelaten. Omdat deze verzamelwoede vaak veroorzaakt wordt door een psychische problematiek, is een multidisciplinaire aanpak aangewezen: een langdurige psychosociale begeleiding, een eenmalige grote opkuis of een gefaseerde opkuis, de situatie verder onder controle houden door regelmatige thuiszorg, … Belangrijk hierbij is dat de oudere terug vertrouwen krijgt in de hulpverlening.
De sociale dienst kan hierin financieel ondersteunend zijn. Signaal wordt in overleg met departement gezondheid en zorg besproken, met als doel, procesvereenvoudiging, informatiedoorstroming enz...
49
Nood aan tijdelijke opvang voor zieke dak- en thuisloze mensen®
Bij ontslag uit het (psychiatrisch) ziekenhuis is er nood aan een plek met medische opvolging en verzorging waar dak- en thuisloze mensen tijdelijk kunnen verblijven om te herstellen. Nu weten ziekenhuizen, wijkgezondheidscentra en andere actoren vaak geen blijf met deze patiënten. Daarnaast zijn er ook meer dakloze oude intra-Europese migranten met medische en psychische problemen die nergens terecht kunnen.
Van 2018 tot augustus 2020 was er via het project Vesalius de mogelijkheid om time out te voorzien voor een aantal zieke dak-en thuisloze personen. In augustus 2020 stopte deze werking.
In april 2023 voorzien we na goedkeuring van het schepencollege eind maart 2023 de opstart van een medisch herstelverblijf met 5 herstelbedden voor daklozen volwassenen met een medische zorgnood die niet goed behandeld of opgevolgd kan worden vanop de straat, nachtopvang of een openbare ruimte.
Dit zal in samenwerking zijn met de Gentse ziekenhuizen, de huisartsenvereniging en de wijkgezondheidscentra, RIZIV, OCMW Gent, De Wijde Zorg vzw.
50
Zichtbare dakloosheid©
Dakloosheid is zichtbaar in het straatbeeld. Een 140-tal mensen kiest voor de straat en niet voor de nachtopvang of voor opvangcentra voor dak- en thuislozen. Sommigen weigeren alle hulp, anderen geven zelf een aantal redenen op waarom ze de opvanginitiatieven mijden: er zijn psychiatrische patiënten, er zijn mensen die ze niet willen zien, ze vinden het daar onveilig, ze werden tijdelijk uitgesloten of ze willen zich niet aan de regels houden.
Ondanks de vele inspanningen vanuit Stad Gent zijn er nog steeds mensen die geen huisvesting vinden, en in woonwagens of illegale constructies her en der in de stad gaan wonen.
Door de lockdowns en de nachtklok wordt het nog duidelijker welke mensen niet in hun kot kunnen blijven, omdat ze er geen hebben.
Naast nachtopvang, hebben dak- en thuisloze mensen ook overdag nood aan warme rustplekken verspreid over de stad. De inloopcentra en de Enchanté-partners bieden dit al maar de vraag is groter dan het aanbod, zeker tijdens de lockdown.
In oktober 2020 werd de Gentse daklozentelling uitgevoerd door de KUL in opdracht van de Koning Boudewijn Stichting. Dit biedt een inzicht in zowel de zichtbare als de verdoken dakloosheid.
Gent heeft 2 inloopcentra, uitgebaat door CAW. Daarnaast is er, zoals het signaal ook aangeeft, een ruimer aanbod van ontmoetingsplaatsen zoals OpStap, Villa Voortman,... Tijdens de COVID-19 periode werd de toegang tot de inloopcentra effectief strikter in functie van het managen van de beperkte capaciteit. Deze kwam er door de strikte regels in verband met 'social distancing',... Dit betekende dat enkel mensen zonder ander alternatieven in de inloopcentra terecht konden. Daarnaast sloten een aantal werkingen tijdelijk de deuren.
Op dit moment is de situatie anders. Alle dag- en nachtopvanginitiatieven werken terug zoals voor corona.
Daarnaast is Gent een plan huisvestingsgerichte aanpak van dakloosheid aan het uitwerken. Het doel is om structurele dakloosheid aan te pakken.
52
Toename dakloosheid jongeren
We zien een toename van jongeren die dak-of thuisloos worden. Jongeren hebben nood aan zorg, ‘communities’ en een veilige plek. In de zoektocht naar een woning hebben ze nood aan ondersteuning. De woonwijzer is door hen weinig gekend en er bestaat geen digitale tool. Na dak- en thuisloosheid is de opstap naar een vaste woonplek niet evident omdat ze niks hebben en van nul moeten beginnen. Eigenaars willen niet verhuren aan mensen zonder vast inkomen.
In 2022 startte de O&O jongeren. Dit zijn 10 leegstaande sociale woningen die ingezet worden voor jongeren die dak- of thuisloos zijn. De jongeren kunnen hier tijdelijk verblijven om door te stromen naar een kwaliteitsvolle en duurzame woonvorm. Zij worden hierbij begeleid door een hulpverlener van het team sociale woonbegeleiding OCMW Gent.
53
Nood aan een creatieve oplossing voor daklozen met een meervoudige problematiek
Er is een groeiende groep (bijna) daklozen die vanuit hun complexe of multi-problematiek niet meer terecht kunnen binnen het klassieke dienstverlenings- of woonaanbod. Het gaat vooral over mensen die én een verslavings- én een psychiatrische problematiek hebben en nood aan zowel huisvesting als begeleiding. De criteria voor beschut wonen vanuit de psychiatrie sluit hen uit en het gebrek aan huisvesting sluit mobiele begeleiding aan huis uit. Deze groep heeft nood aan een geïntegreerde oplossing vanuit wonen, welzijn en gezondheid.
In 2022 en 2023 ontving CAW OOst-Vlaanderen extra middelen om Housing First in te zetten. ze wierven voor Gent een 0,8 vte aan om samen met andere partners (GGZ, verslavingszorg, outreach,...) cliëntgerichte netwerken te ontwikkelen. De Wijde Zorg vzw stelt sinds voorjaar 2023 2 studio's hiervoor vrij.
In 2023 startte de bouw van 11 robuuste woningen voor mensen die dak- en thuisloos zijn en kampen met een muticomplexe problematiek. Tezelfdertijd startte een werkgroep op met diverse actoren die het begeleidingskader verder zal uitwerken.
Vanuit de Federale overheid wordt voor Gent ook extra middelen Housing First voorzien. Op dit moment wachten we op de officiële projectoproep.
56
Vraag en aanbod bij studieondersteuning©
De nood aan studieondersteuning is groter dan het aanbod. Veel ouders vinden het moeilijk om hun kinderen schoolse ondersteuning te bieden. Als ouders die ondersteuning elders willen halen botsen ze op een wachtlijst van 6 tot 12 maanden. De capaciteit van de organisaties die studieondersteuning bieden is vaak onvoldoende, en er kruipt veel tijd in het bieden van een goeie opleiding en ondersteuning aan de vrijwilligers.
Daarom biedt ook vzw Jong studieondersteuning aan in alle kinderwerkingen. Zij zien ook de vraag bij tieners en jongeren stijgen. Corona zorgde bovendien voor leerachterstand.
Het tekort aan studieondersteuning werd via Onderwijscentrum Gent en Leerbuddy Vlaanderen via een nota aangekaart bij minister Ben Weyts. Een degelijke opleiding en begeleiding van vrijwilligers/buddy's vraagt tijd en middelen van de organisaties. Stad Gent ondersteunt Gentse organisaties financieel en inhoudelijk, maar de financiering van de lokale overheden is niet voldoende om tegemoet te kunnen komen aan de vraag. Met de nota's als uitgangspunt is het tekort aan studieondersteuners via verschillende kanalen tot bij de minister geraakt. Voorlopig kwam er geen positief antwoord.
Onderwijscentrum Gent ondersteunt financieel en inhoudelijk Gentse initiatieven studieondersteuning.
- subsidiereglement voor initiatieven studieondersteuning
- vorming voor de vrijwilligers: versterken in studieondersteuning en digitale vaardigheden
- voorzien van intervisie en uitwisseling met de verschillende initiatieven
65
VDAB overdrijft met activering
Vanuit de optiek “iedereen aan het werk” zet de VDAB in op doorgedreven activering. De VDAB begeleidt mensen niet alleen naar werk, maar doet ook de controle om na te gaan of je je als werkzoekende aan jouw plichten houdt. Waar vroeger de controlerende en sanctionerende bevoegdheid bij de RVA lag, ligt dit nu bij de VDAB zelf. Via een samenwerkingsverband met Geïntegreerd Breed Onthaal proberen ze nu ook mensen die moeilijk tot op de arbeidsmarkt geraken, toe te leiden naar de hulpverlening. Mensen voelen zich hierdoor verplicht tot hulpverlening of niet geholpen bij hun zoektocht naar werk.
- Dit signaal kan niet veralgemeend worden !
Er is gecheckt bij de verschillende OCMW-welzijnsbureau’s : de wijkwerkers krijgen niet echt dergelijke klachten binnen! Vanwaar komt het signaal dan wel ? Dit is blijkbaar geuit op de GBO-expertengroep (GBO= geintegreerd Breed Onthaal).
Het opzet van het GBO is dat elke dienst /partner (OCMW, CAW, andere), welk zijn begeleidingsaanbod ook is (oorspronkelijke focus vh decreet is : gezondheid/zorg), zich profileert als een algemeen breed onthaal voor alle welzijnsvragen. [1] Dit onthaal kan op eender welke plaats gebeuren. We spreken over vindplaatsgericht of outreachend werken. Het onthaal kan gebeuren op plaatsen waar mensen zijn die eventueel welzijnsvragen hebben. Er zit ook een bepaalde visie achter over hoe je je als welzijnswerker opstelt in dergelijke contacten, namelijk proactief handelen [2].
De concrete samenwerking met VDAB en GTB bestaat erin dat een werkzoekende ingeval van ‘advies Welzijn’ – wat vroeger heette ‘advies niet-toeleidbaar’ [3] - de kans/mogelijkheid krijgt om op vrijwillige basis samen met een welzijnspartner aan de slag gaan om aan zijn/haar (rand)problematiek te werken. Het is niet omdat er een nood gepercipieerd wordt dat daarom de wil/bereidheid aanwezig is bij de werkzoekende.
Zowel bij CAW (als regisseur ‘Welzijn’/’Zorg’ ) als bij het OCMW (als GBO-partner) kregen we te horen dat er veel minder toeleidingen zijn dan oorspronkelijk bedoeld was [4]. Tijdens de Coronaperiode lag dit project zo goed als stil.
Aantallen voor Gent (maart 2022)
Aantal
Totaal aantal werkzoekenden zonder werk: 11.644
Niet-inzetbaar op lange termijn [1]: 1135
Werkzoekenden met een arbeidsbeperking: 1948
Aandeel tov totaal aantal werkzoekenden zonder werk
Totaal aantal werkzoekenden zonder werk: 100%
Niet-inzetbaar op lange termijn [1]: 9,7%
Werkzoekenden met een arbeidsbeperking: 16,7%
Evolutie tov maart 2021
Totaal aantal werkzoekenden zonder werk: (13433-13,3%)
Niet-inzetbaar op lange termijn [1]: -3,5%
Werkzoekenden met een arbeidsbeperking: -11,3%
Aantallen voor Vlaanderen (maart 2022)
Aantal
Totaal aantal werkzoekenden zonder werk: 177.509
Niet-inzetbaar op lange termijn: 22.740
Werkzoekenden met een arbeidsbeperking: 37.937
Aandeel tov totaal aantal werkzoekenden zonder werk
Totaal aantal werkzoekenden zonder werk: 100%
Niet-inzetbaar op lange termijn: 12,8%
Werkzoekenden met een arbeidsbeperking: 19,1%
Evolutie tov maart 2021
Totaal aantal werkzoekenden zonder werk: (205.284-13,5%)
Niet-inzetbaar op lange termijn: -3,2%
Werkzoekenden met een arbeidsbeperking: -9%
[1] De categorieën ‘niet-inzetbaar op lange termijn’ en ‘werkzoekenden met een arbeidsbeperking’ kunnen elkaar overlappen.
2. Vrijwillig versus verplicht karakter
De pro-actieve doorverwijzing van een werkzoekende met advies ‘Welzijn’ naar de regisseur Welzijn (CAW) gebeurt op vrijwillige basis en enkel als dit volgens VDAB/GTB een meerwaarde kan betekenen voor de werkzoekende. Daar zijn enkele kanttekeningen bij te maken :
- Veel hangt af van de kadering van het gesprek dat de VDAB/GTB voert met de werkzoekende
- Veel hangt ook af van de inschatting die de VDAB-consulent maakt tov problematiek vd werkzoekende
- Gegeven de typologie van deze doelgroep (waarbij oa werkzoekenden met medische, mentale, psychische, psychiatrische en/of sociale problematiek) kan het gebeuren dat de persoon niet in staat is de situatie te begrijpen of in te zien. Soms heeft die te weinig of geen zicht op eigen kunnen, belemmeringen, hulpvragen, noden of problematiek.
- Vaak is er ook een zekere tijdspanne tussen het gesprek met VDAB/GTB én het vervolggesprek met een GBO-partner. Waardoor de werkzoekende soms de link niet (meer) kan leggen.
- Door het feit dat VDAB èn begeleidende èn controlerende instantie is, kan de werkzoekende zich in sommige gevallen (moreel) verplicht voelen om in te gaan op de doorverwijzing naar de Welzijnspartner.
- Rol van het CAW
Het CAW is hier de ‘instroombeheerder’ én ook matcher van de Welzijnsvragen. Zij zijn het best geplaatst omdat zij het regionale aanbod en werking van welzijnsorganisaties goed kennen. Bovendien zijn zij ook bij uitstek onderlegd in het uitklaren van de vraag/nood/belemmeringen van de werkzoekende. En uit voorgaande expertise vloeit voort dat zij het best geplaatst zijn om de best passende matching te doen.
- Toekomst van het signaal ?
Het signaal is niet in één vingerknip op te lossen . Gegeven de setting GBO is er voor alle GBO-partners een duidelijke rolomschrijving nodig. Ondertussen werkt VVSG samen met de betrokken actoren aan een draaiboek voor doorverwijzing. De uitrol is voorzien in 2023. Intussen wordt ook verwacht dat ook het (nieuwe) werk-zorgdecreet zal landen.
[1] De nadruk wordt gelegd op generalistisch werken, omdat het welzijnswerk zich de laatste decennia ontwikkeld heeft, net als andere sectoren, tot meer specialisatie. Ondertussen groeit het besef dat deze evolutie zijn keerzijde heeft. Enerzijds zorgt deze specialistische benadering ervoor dat niemand nog oog heeft voor het geheel en de samenhang van problemen. Soms gaat daardoor energie verloren, omdat er geen rekening mee gehouden wordt dat er eerst op andere vlakken vooruitgang moet worden geboekt.
[2] Voor meer informatie omtrent het GBO verwijzen we naar de FAQ Geintegreerd Breed Onthaal van het departement Welzijn en Samenleving Vlaanderen faq GBO.
[3] Wanneer een werkzoekende niet op kort termijn toeleidbaar is naar de arbeidsmarkt, noch aan een opleidings- of begeleidingstraject toe is, kan VDAB die werkzoekende het advies Welzijn geven. Waarmee wordt aangegeven dat er eerst aan belemmerende (rand)factoren moet gesleuteld worden vooraleer de werkzoekende stappen kan zetten (in een traject) naar werk.
[4] De samenwerking Welzijnsregisseur (in casu CAW) met Werkregisseur (in casu VDAB en GTB) is (nog) niet decretaal geregeld maar krijgt vorm onder andere via dit pilootproject. Bij aanvang werd er in Gent systematisch dossieroverleg georganiseerd met de verschillende partners, maar dit bleek uiteindelijk te tijdsintensief te zijn. Het zou de bedoeling zijn om vanaf 2023 ikv werk-zorg decreet dit model breder uit te rollen. Op termijn zou zelfs de VDAB/GTB rechtstreeks (kunnen) doorverwijzen naar een GBO-partner Welzijn, zonder dat er nog een centrale regisseur Welzijn (‘instroombegeleider’) bij te pas komt. Hiervoor werkt VVSG momenteel ism de betrokken partners een Vlaams draaiboek uit , waarbij de doorverwijzingen centraal staan.
[5] De categorieën ‘niet-inzetbaar op lange termijn’ en ‘werkzoekenden met een arbeidsbeperking’ kunnen elkaar overlappen.
67
Nood aan vertrouwensband met hulpverlener
Hulpvragers hebben nood aan een vaste, vertrouwde hulp- of zorgverlener. Veelvuldige wissels van hulpverleners (bv. OCMW, Woningent, huisarts), maken een duurzame ondersteuning van en samenwerking met mensen in nood moeilijk tot onmogelijk. Ook bestaat de kans dat ze niet de juiste hulp krijgen omdat de nieuwe hulpverlener hun dossier onvoldoende kent, laat staan het volledige verhaal erachter.
Men wil geholpen worden door dezelfde persoon.
Binnen de sociale dienst zijn de eerste stappen gezet om de verschillende dimensies van het probleem goed te kennen (gebruikers-, medewerkers- en organisatieperspectief) . Er werden focusgesprekken gevoerd met groepen van gebruikers van de dienstverlening en met maatschappelijk werkers zelf. Ook de recentste tevredenheidsmetingen bieden de nodige aangrijpingspunten. We onderzoeken verder welke sporen we kunnen bewandelen om naar gerichte oplossingen te werken.
Een concrete actie is om de registratie door de maatschappelijk werker veel concreter toe te spitsen op de hulpverlening en de performantie van het traject. Wat geregistreerd wordt is o.m.: wat zijn de hulpvragen, wat zijn de afspraken zijn met het OCMW, hoe zit het hulpverleningsplan er uit, wie neemt welke taken op zich, waar staan we in het hulpverleningstraject, wat zijn prioriteiten... Dit zorgt dat er meer lijn zit in de hulpverlening en dat collega-maatschappelijk werkers elkaar gerichter kunnen ondersteunen, zonder dat dit telkens voor een onderbreking of stilstand zorgt.
Anderzijds valt niet te ontkennen dat de opeenvolgende crisissen van de laatste jaren (COVID 19, wooncrisis, Oekraïne-crisis, energiecrisis) alsook het feit dat het beroep van maatschappelijk werker een knelpuntberoep is geworden voor een zekere stressmodus zorgt. Acties die het personeel extra belasten zijn momenteel niet haalbaar.
Daarom wordt er momenteel ook ingezet op administratieve vereenvoudiging binnen de job. Hierdoor komt er hopelijk meer ruimte vrij voor begeleiding en contact met de cliënten.
68
Hulpverlening toegankelijker met sociale professional aan jouw zijde©
Basishulp wordt gemakkelijker toegekend als een sociale professional meegaat naar het loket van het OCMW, burgerzaken of de mutualiteit. Na een eerste individuele poging, lijkt het beter en sneller te gaan als de cliënt vergezeld wordt van een sociale professional. Dit zorgt voor ongelijke behandeling en hoge drempels. Een ander gevolg hiervan is dat mensen afgeleerd worden om het alleen te proberen. Ze worden afhankelijker van professionelen en de sociale professional krijgt nog meer werk.