2021 Signalenlijst voor de go's
1
Schoolmaaltijden zijn essentieel
Mensen in armoede zouden graag hun kind op school laten eten, zodat zij op zijn minst één volwaardige maaltijd per dag hebben. Maar voor veel gezinnen is de kostprijs voor een warme schoolmaaltijd te hoog. Soms halen ouders hun kinderen van school om te vermijden dat de lege brooddoos zichtbaar wordt. Jongeren hangen op straat rond tijdens de middagpauze, om niet te laten zien dat ze geen lunch kunnen betalen.
In stedelijke scholen krijgen gezinnen met een laag inkomen kortingen op maaltijden en toezicht. Dit in scholen waar er OCMW-zitdag of -consult is én na een beperkt sociaal onderzoek. Daarnaast zetten steeds meer scholen in op gezonde voeding en het voeren van een kostenbewust beleid. Toch zijn er nog steeds veel lege en ongezonde brooddozen op school. Dit is een structureel armoedeprobleem dat scholen niet alleen kunnen oplossen.
2
Voedselondersteuning kan nog meer bereiken
Voedselondersteuning bestaat in vele variaties (KRAS op doorverwijzing of na gesprek, sociale kruidenier, …) en bereikt veel Gentenaars in een kwetsbare situatie, maar zou nog meer kunnen bereiken.
Lokale voedselinitiatieven die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de sociale cohesie in een wijk krijgen minder kansen door het grote aanbod van gratis voeding via Foodsavers.
Jongeren bijvoorbeeld doen weinig beroep op de voedselondersteuning. Zij zijn vaak met andere zaken bezig zoals werk zoeken of volgen een opleiding waardoor ze geen voedsel kunnen afhalen tijdens de openingsuren, en lopen niet graag met hun problemen te koop.
De voedselondersteuning kan nog beter aangegrepen worden om signalen te verzamelen. Zodat noodhulp gekoppeld wordt aan hulpverlening en structureel werk. De aanwezigheid van OCMW-medewerkers in de Olijfboom tijdens de eerste lockdown, zorgde voor een meer directe rechtentoekenning.
3
Beperkte mogelijkheden tot menswaardig leven©®
Voor een aantal doelgroepen in een kwetsbare situatie is er een grote discrepantie tussen wat ze nodig hebben om een menswaardig leven op te bouwen en het beschikbare aanbod waarover de samenleving beschikt. Armoede staat niet in het federaal regeerakkoord, wat ervoor zorgt dat we bijvoorbeeld heel weinig vat hebben op de huisvestings- en de tewerkstellingsproblematiek van kansengroepen.
4
Niet alle sociale zekerheidsuitkeringen op barema leefloon
Momenteel zijn de meeste uitkeringen hoger dan het leefloon, maar met elke index- of welvaartaanpassing kan dit wijzigen. Het is dan aan de steden en gemeenten om het effect van een bovenlokale maatregel bij te passen en kwetsbare burgers uit onderbescherming te halen. Mogen we niet verwachtten dat de bovenlokale sociale zekerheidsuitkeringen sociaal zijn en een menswaardig leven mogelijk maken? Dit creëert onnodig extra werk bij de lokale overheden en verhoogt de kans op onderbescherming bij kwetsbare burgers.
Een aantal voorbeelden: OCMW Gent past nu al bij voor sommige vrouwen met een ziekte-uitkering en kinderlast, en voor sommige mensen met een werkloosheidsvergoeding. Ook de minimumuitkering voor samenwonenden ligt structureel onder het barema leefloon, maar bijna nooit leidt dit tot een opleg omdat het inkomen van de inwonende partner, ouder, kind hier ook meetelt.
5
Ouderenarmoede
Vele ouderen in Gent leven onder de armoedegrens maar weten niet dat ze de inkomensgarantie voor ouderen kunnen aanvragen. Of ze schamen zich hiervoor of denken dat dit op hun kinderen verhaald zal worden.
6
Strengere controles op inkomensgarantie zorgen voor stress en onzekerheid bij ouderen met een migratieachtergrond
Om recht te hebben op een inkomensgarantie moet je effectief in België wonen. Postbodes controleren of de ouderen in kwestie in België verblijven, door minstens één keer per jaar aan te bellen en de rechthebbende te vragen om de identiteitskaart te tonen. Wie drie keer niet thuis is, moet zich binnen de vijf dagen melden bij het gemeentehuis met een document dat de postbode in de bus steekt. Als je je niet tijdig meldt en het document niet tijdig terugstuurt dan schorst de pensioendienst de betaling van je inkomensgarantie. Iedereen die naar het buitenland gaat, hoe kort ook, moet dit vooraf melden aan de Pensioendienst. Wie langer dan 21 dagen op een ander adres verblijft, ook binnen België, moet dat vanaf nu vooraf melden. Deze strengere controles zorgen voor extra stress bij de begunstigden die hun woning niet meer durven verlaten uit schrik om de postbode te mislopen en hun uitkering te verliezen. Alle mensen die een IGO ontvangen hebben een brief gekregen met de nieuwe regelgeving, maar voor anderstaligen is dit niet altijd evident om te begrijpen. Ook voor ouderen met een migratieachtergrond, die de gewoonte hebben om meerdere maanden per jaar terug te gaan naar hun thuisland, kan dit problemen geven.
7
Verdringing door toeristen en shoppers
Gent is zeer aantrekkelijk voor toeristen en shoppers, en zet daar zelf ook meer en meer op in. Enkele voorbeelden:
- Wonen: woningen worden gebruikt als bed and breakfast, Airbnb, of als bedrijfsappartementen
- Vervoer: Stad Gent zet in op gratis wandelbusjes in het centrum, gratis shuttles tussen de Park-and-Rides en het centrum, gratis openbaar vervoer op shopzondag, en een hop-on-hop-off-watertram.
- Economie: Gent trekt low-budget en chique winkels aan, leegstaande winkelpanden worden ter beschikking gesteld als pop-up
Mede hierdoor wordt Gent minder en minder betaalbaar voor haar eigen bewoners, en wordt ze slachtoffer van haar eigen succes.
8
Drempels naar sociale rechten©®
Mensen in armoede vinden nog té moeilijk hun weg naar hun sociale rechten. Voor mensen die geen klant (meer) zijn van het OCMW is dit nog moeilijker. Het is een speurtocht om te weten waar men recht op heeft. De procedures worden als te complex ervaren, er zijn te grote verschillen tussen de diensten en de juiste toekenning van rechten is nog te vaak afhankelijk van de hulpverlener. Op het internet kan men informatie vinden, maar voor mensen in een kwetsbare situatie is dit geen evidente bron van informatie. Dit vereist een laptop, de nodige digitale vaardigheden, en legt teveel de verantwoordelijkheid bij henzelf om de juiste informatie te vinden.
Daar bovenop komt dat veel mensen en vooral ook jongeren de drempel naar het OCMW als hoog ervaren. En ze is soms ook hoog: tijdens corona werd de onthaaldienstverlening niet als open ervaren. Je moest telefonisch een afspraak maken. Je kon je budgetmeter zelfs niet opladen, terwijl dit toch essentiële dienstverlening is. Ook tussen kerst en nieuwjaar en in de week van de Gentse feesten is de fysieke toegankelijkheid laag.
Ook de corona steunmaatregelen komen niet vanzelf tot bij wie er recht op heeft: de Covid-toeslag op het groeipakket, tijdelijke werkloosheid, de gratis treinritten, de corona-werkloosheidsuitkering, uitstel betaling hypotheek, …
9
Sociaal tarief internet/telefoon enkel aanvraagbaar door rechthebbende
Het recht op sociaal tarief wordt nog steeds niet automatisch toegekend en kan enkel door de rechthebbende worden aangevraagd. Hulpverleners kunnen geen sociaal tarief voor internet/telefoon aanvragen voor hun cliënten als ze niet bij hen zitten.
10
Het groeipakket niet altijd ondersteunend©
Soms hebben kinderen extra ondersteuning nodig om te groeien. Voor hen bevat het Groeipakket naast het basisbedrag een extra zorgtoeslag die de kosten in hun specifieke situatie beter afdekt. Wie een of beide ouders heeft verloren, wie in een pleeggezin opgevangen wordt of wie door een beperking of handicap ondersteuning nodig heeft, krijgt maandelijks een zorgtoeslag bovenop het basisbedrag. Welnu, het is soms maandenlang wachten om deze zorgtoeslag te ontvangen. Ook de eerste coronatoeslag op het groeipakket kwam er enkel voor wie het actief heeft aangevraagd.
Sinds 1 januari 2019 hebben niet-begeleide minderjarige vreemdelingen recht op het groeipakket. Het OCMW houdt het groeipakketbedrag af van het leefloon van de niet-begeleide minderjarigen. Dit geldt ook voor Belgische jongeren die alleen wonen. Het groeipakket zou er eigenlijk moeten zijn om deze jongeren in een kwetsbare situatie te ondersteunen.
11
Te weinig ondersteuning voor tienerouders
Tienerouders worstelen bovenop het ouderschap ook met school en beperkte middelen. De uitwerking en toekenning van ouderschap gerelateerde verloven moet beter; en er is nood aan preventie, aangepaste vakken/trajecten en extra ondersteuning. Tienerouders met een verstandelijke beperking blijven nog te veel in de kou staan. Meer dan welke groep hebben zij nood aan extra ondersteuning, informatie in duidelijke taal en trajecten op maat.
Tot op heden is er geen sociaal verlof voor tienerouders en geen vaderschapsverlof voor schoollopende tienervaders. Tienermoeders staan er vrijwel meteen helemaal alleen voor. Ze kunnen niet als koppel voor het kindje zorgen en dit resulteert voor de tienermoeder vaak in een B-code op school. Uit onderzoek blijkt dat jonge vaders zich vaak uitgesloten en weinig betrokken voelen in de opvoeding van hun kind. Door het niet toekennen van vaderschapsverlof blijft deze kloof aanhouden.
Momenteel is de moederschapsrust voor schoollopende tienermoeders 10 weken en hebben ze geen recht op borstvoedingsverlof. Vaak kunnen de baby’s op 10 weken nog niet terecht in een kinderopvang, omdat ze hun eerste vaccinaties nog niet hebben gehad. De leerplicht wordt als drukkingsmiddel gebruikt, maar dit zorgt er voor dat de mama’s volledig afhaken. Er is nood aan een flexibel schooltraject op maat.
In Buitengewone Secundaire scholen kan de jongere vaak, eens ze meldt dat ze zwanger is, niet meer aanwezig zijn op school (veiligheidsrisico’s). Anderzijds zijn er ook jonge meisjes die omwille van medische redenen verbonden aan de zwangerschap, niet meer op school geraken. De afstand tussen jongere en school wordt hierdoor enorm groot, evenals de drempel om na de zwangerschapsrust terug te keren. Scholen en CLB-netten geven de nood aan voor Tijdelijk Onderwijs Aan Huis, dat in deze situaties verplicht zou moeten worden.
Er is nood aan preventie, aangepaste vakken/trajecten en extra ondersteuning. Seksuele opvoeding wordt onvoldoende aangeboden, evenals thema’s als gezondheid, budgettering, en (begeleid)wonen om je als jongere beter voor te kunnen bereiden op het volwassen leven. Het is onduidelijk in welke vakken dit is opgenomen, en jongeren hebben baat bij een leerkracht/begeleider die zich hiertoe engageert.
Ook de kinderopvang is ontoereikend. In Gent is het bekend dat de zoektocht naar een gepaste kinderopvang vinden niet van een leien dakje loopt. Problemen waar velen op botsen zijn: : ‘geen opvangmogelijkheid op de gewenste startdatum’, ‘geen opvangmogelijkheid in de buurt van de school of huis’ of ‘geen weet hebben van de voorziene crisisplaatsen voor kwetsbare situaties’. Het vroegtijdig aanmelden is niet altijd een garantie en ouders die een aanvraag indienden krijgen vaak alsnog te horen dat er geen mogelijkheden zijn in de gewenste kinderopvang. Ze zijn dus genoodzaakt om hun aanvraag te wijzigen en verder van huis te zoeken. Bij tienermoeders zien we dat deze ‘ochtendrush’ zorgt voor het afhaken op school. Een flexibel opvangsysteem in samenwerking met omliggende scholen is een grote vraag.
12
Plafond maximumfactuur voor chronisch zieken later bereikt
Bepaalde zorg is overgeheveld van Federaal naar Vlaams niveau. Daardoor tellen deze kosten niet mee voor het behalen van het plafond voor de maximumfactuur. Mensen komen dus later aan hun plafondbedrag, waardoor ze eigenlijk zelf grotere kosten hebben.
13
Ouderenzorg EU-burgers
EU-burgers moeten werken om hier te kunnen blijven. Als hun ouders ziek zijn, willen ze hun ouders naar hier halen om te verzorgen. Maar dan kunnen ze niet werken en vervalt hun E-kaart. De ouders kunnen niet in een woonzorgcentrum terecht omdat het te duur is en ze geen recht hebben op terugbetaling. Ze kunnen dit recht wel krijgen als hun kind bewijst dat hij/zij hen ten laste kan nemen. Vaak kan dit echter niet omwille van de precaire werksituatie als (schijn)zelfstandige. Ook mantelzorgverlof opnemen kan niet door deze precaire werksituatie.
14
Geen geld in opstartmaanden van bewindvoering©
Bij de opstart van een bewindvoering worden de rekeningen geblokkeerd. Het duurt soms erg lang voor een rekening wordt afgesloten en een nieuwe geopend. Soms 1 à 2 maanden, zeker in coronatijden. Als de bewindvoerder zelf geen geld kan voorschieten, moet men gedurende 1 à 2 maanden zien te overleven zonder inkomen.
15
Overlevingspensioen of uitkering teruggevorderd via belastingen
Mensen die hun partner verliezen, krijgen gedurende een bepaalde periode een overlevingspensioen. Zij worden echter niet voorbereid op het feit dat de belastingen een groot deel hiervan terugvorderen. Ook bij mensen met een uitkering is dit zo. Vaak ondervinden deze mensen problemen om het geld te kunnen terugbetalen.
16
Veerkracht onder druk©
De effecten van de corona-crisis zullen nog lang nazinderen bij iedereen maar vooral bij de meest kwetsbare, de mantelzorgers en de eerstelijnswerkers. Moeilijkheden als isolement, eenzaamheid, verhoogde psychische kwetsbaarheid... zullen niet zomaar overgaan. De eerstelijnswerkers zullen dit moeten opvangen maar zitten nu al aan hun limiet omdat er geen pauzes kwamen na de eerste en tweede golf.
17
Geestelijke gezondheidszorg voor mensen zonder wettig verblijf is broodnodig, maar ontoegankelijk
Mensen zonder wettig verblijf hebben soms psychosomatische klachten, trauma-ervaring, psychische of psychiatrische problemen. In de reguliere geestelijke gezondheidszorg kunnen ze nauwelijks terecht door de kostprijs, de taalbarrière of de wachttijd. Via de medische kaart voor dringende medische hulp is opname mogelijk en wordt psychologische hulp enkel terugbetaald als de factuur een officieel RIZIV-nomenclatuurnummer bevat. Mind Spring is een mooi aanbod maar niet iedereen is bereid om aan een groepsaanbod deel te nemen. Ook het aanbod voor erkende vluchtelingen zit vol en is heel duur want je moet niet alleen de therapeut betalen maar ook de tolk.
18
Ontoegankelijkheid tandartsen®
Vaak zijn er lange wachtlijsten bij de tandartsen en een groot deel van de bevolking geraakt niet bij de tandarts omwille van de hoge kostprijs. Een tandarts is eerstelijnszorg en zou dus goed betaalbaar en toegankelijk moeten zijn. Ook het verschil in kostprijs tussen preventieve en curatieve behandeling, mag duidelijker zijn. Er is een grote nood aan tandartsen die aan terugbetalingstarief werken.
Veel mensen in armoede hebben tandzorg nodig maar maken hier geen prioriteit van omwille van andere problemen in het gezin die meer directe aandacht vereisen, omwille van de hoge kostprijs, omdat ze zich schamen voor hun ‘slechte mond en tanden’, omdat ze bang zijn voor de behandeling van de vergevorderde tandproblemen. Daarom hebben ze soms dringende en dure tandzorg nodig in het ziekenhuis.
Casus huisarts, juni 2020 als voorbeeld :
Weer 2 patiënten op mijn agenda vandaag voor tandarts. 1 met een fors gezwollen kaak, echt wel dringend. Enige optie was UZ, opleg door patiënt te betalen 96 euro!
19
Wachtlijsten (kinder)psychiatrie
Het is moeilijk om mensen met psychische problemen door te verwijzen, er zijn immers lange wachttijden voor de (kinder)psychiatrie.
20
Psychische hulp voor 65+
De Mobil Teams hanteren een leeftijdsgrens van 18 tot 65 jaar. Mensen ouder dan 65 jaar met een ernstige en langdurige psychische kwetsbaarheid kunnen niet terecht bij de Mobil Teams voor mobiele ondersteuning en begeleiding in de eigen leefomgeving. Senioren met ernstige psychische problemen kunnen daardoor vaak nergens terecht. Het aanbod vanuit de Lokale Dienstencentra en de eerstelijnspsycholoog (sinds corona ook voor 65+) is voor hen vaak niet toereikend.
21
Terugbetalingssysteem zorgt voor gezondheidszorg met 2 snelheden®
In de gezondheidszorg is er nog steeds veel ongelijkheid. Dit enerzijds omwille van de complexe systemen maar anderzijds ook omwille van verschillen in terugbetaling. Dokters die aan terugbetalingstarief werken kosten minder.
Mensen met een goede hospitalisatieverzekering betalen minder.
Mensen met een medische kaart betalen minder dan gewone verzekerden (4€ t.o.v 1400€ voor een Gastric bypass, 500€ t.o.v. 4000€ voor IVF).
22
Onrustwekkende tienerzwangerschappen
Kwetsbare Intra-Europese tienermeisjes hangen rond inloopcentra waar dak- en thuisloze mensen komen, om hun diensten aan te bieden in ruil voor geld. Daar bovenop komt dat deze meisjes geen anticonceptiva nemen wegens te duur, geen zelfbeschikkingsrecht of omdat ze kiezen voor zwangerschap en er fier op zijn. Vaak komen daar dus tienerzwangerschappen in precaire situaties uit voort.
Bijkomend probleem is dat de meest geschikte anticonceptiva (niet-orale zoals spiraaltje, ring, pleister, implantaat ...) niet aangevraagd kunnen worden via de medische kaart, maar abortus wel.
23
Bedwantsen: van opmars naar plaag®
Bedwantsen zijn al sinds 2000 aan een nieuwe opmars bezig, maar de laatste maanden is er sprake van een heuse plaag. Bedwantsen komen in zowel woningen als (sociale) appartementen voor. Vooral in hoogbouw kunnen de beestjes zich makkelijker verspreiden o.a. via de verwarmingselementen of in de gangen. Bedwantsen kunnen overal voorkomen en zich ook verstoppen in tweedehands- of doorgeefmateriaal.
Bedwantsen geven geen ziektes door. Maar de gevolgen voor wie er last van heeft zijn niet te onderschatten. Je ervaart last in de vorm van jeuk, zichtbare beten, allergische reacties, ontstekingen van het open krabben van de beten, mentale belasting van leven met deze plaag en de jeuk, schaamte en taboe, vermoeide kinderen die zich niet kunnen concentreren op school omdat ze last hebben van de beten ‘s nachts, …
Bedwantsen hebben in eerste instantie niets met hygiëne te maken. Je kan gewoon pech hebben dat het beestje zich bij jou verscholen heeft. Mensen herkennen vaak niet dat ze bedwantsen hebben. Of voelen schaamte om dit toe te geven.
De behandeling is duur en intensief. In geïnfecteerde appartementen bijvoorbeeld worden 3 behandelingen uitgevoerd met een tussentijd van 2 weken. Mensen moeten toestemming geven, de deur opendoen en voor een paar uren de woning verlaten. En ook ter voorbereiding van de behandeling moet er veel gebeuren:
- Slaapbanken e.d. veilig inpakken en verwijderen. Er is een andere firma nodig om dit hermetisch te verwijderen.
- Ivago verwittigen voor het ophalen van geïnfecteerde meubels.
- Meubels van de muur zetten, gerief opbergen.
- Alle aanwezige textiel wassen op 60 graden en inpakken in gesloten plastic zakken.
- Tussentijds niet grondig poetsen want de producten moeten hun werk kunnen doen.
Het OCMW kan tussenkomen in de kostprijs, maar enkel na een sociaal onderzoek en niet voor mensen zonder wettig verblijf.
Bedwantsen worden niet erkend als gevaar voor volksgezondheid waardoor er geen protocol is bij uitbraak. Dat zorgt ervoor dat er geen stok achter de deur is, als mensen een behandeling weigeren. Idealiter wordt in hoogbouw een volledige gang of een volledig gebouw behandeld.
24
Geen vaste huisarts
Er zijn nog steeds mensen die geen vaste huisarts hebben. Ze gaan liever naar het ziekenhuis omdat ze daar meteen geholpen worden, de rekening pas achteraf krijgen of dit kennen uit het land van herkomst.
Daarnaast zijn er te weinig artsen. Diegenen die er zijn, staan enorm onder druk en vallen soms uit. Ook in de wijkgezondheidscentra en groepspraktijken. Dit heeft tot gevolg dat mensen minder terecht kunnen met hun verhaal bij een ‘vaste’ huisarts als vertrouwenspersoon, of er lang moeten op wachten.
25
Toename druggebruik©®
Er is een toename in druggebruik merkbaar en zichtbaar, het gaat zowel om cannabis als om andere psychoactieve middelen. Ook het gebruik van psychofarmaca stijgt. Dit zijn voorgeschreven geneesmiddelen zoals angstremmers en antidepressiva, die al dan niet in combinatie met alcohol worden genomen. Ook bij jongeren vergroot het druggebruik en de zichtbaarheid ervan. Vooral bij jongeren in kwetsbare situaties maakt dit vaak deel uit van een meervoudige problematiek.
Tijdens de lockdowns is druggebruik en dealen nog duidelijker geworden, vooral in de parken. Bij volwassenen en daklozen is tijdens corona een toename van alcoholgebruik merkbaar. Wellicht gaat dit gepaard met de druk op het psychosociaal welbevinden.
Waar tijdens de eerste lockdown vele gebruikers "mindfulll" bleven en vaak verwonderlijk sterk, bracht de tweede lockdown minder goed nieuws: meer herval en suïcide-ideatie, gevaar door verandering van middel omdat de vertrouwde dealer niet kan leveren of uit beeld is, problematisch gamen door wegvallen structuur en door eenzaamheid en verveling, minder (zelf)controle door wegvallen sociale controle, meer intrafamiliale stress, vergroten van de reeds bestaande kwetsbaarheid (ook financieel), minder jongeren geraken tot bij het Centrum GGZ waardoor vroeginterventie stil valt, …
26
Enkel kortlopende psychologische zorg is betaalbaar
De psychologische zorg die financieel toegankelijk is, is vaak zeer beperkt in tijd. Bij een eerstelijnspsycholoog kun je 4 keer terecht, bij het CAW 10 keer, in het ziekenhuis na een medische ingreep ook enkele keren. Mensen starten vaak onder psychologische begeleiding aan hun herstelproces of verwerkingsproces van trauma’s uit het verleden, maar door het beperkt aantal keren kunnen ze dit proces nooit afwerken. Hierdoor moeten ze keer op keer van nul starten en dreigen ze behandelingsmoe te worden.
27
Stress bij gezinnen©
Steeds meer gezinnen kunnen de combinatie werk en gezin niet meer de baas. Deze toenemende stress heeft lichamelijke en psychische klachten tot gevolg.
Deze gezinnen met kinderen zaten echt op hun tandvlees toen de scholen gesloten waren of niet alle kinderen naar school of naar een vrijetijdsaanbod konden. Ze voelden zich opgesloten, neerslachtig. Vaak zijn ze het helemaal niet gewoon om zo lang samen met hun kinderen te zijn en te werken.
28
Poliklinische behandeling in plaats van dagopname
Bij de heropstart van de ziekenhuizen na de eerste coronagolf voor niet-dringende ingrepen (zoals bv. pijnkliniek) werd er voor gekozen om patiënten niet ‘op te nemen’. Een behandeling waarvoor voorheen een dagopname nodig was, gebeurt nu ambulant. Dit heeft als gevolg dat de hospitalisatieverzekering niet tussenkomt en de patiënten de – vaak dure – behandeling zelf moeten betalen. De mutualiteit komt wel voor een deel tussen. Een aantal mensen vrezen dat de ziekenhuizen dit permanent gaan beginnen toepassen en dat de behandeling voor vaak chronische aandoeningen op die manier nog duurder wordt.
29
Mensen in armoede niet schuldig aan eigen slechte gezondheid
Gezondheidsvaardigheden kunnen een verschil maken in gezondheidsbevordering, Mensen in armoede zijn afhankelijk van anderen voor het verkrijgen, begrijpen, beoordelen en gebruiken van informatie bij het nemen van beslissingen in verband met gezondheid. Vaak is er echter geen laagdrempelig aanbod rond gezondheidsvaardigheden. Ook spelen armoede-stress en onbetaalbaarheid van gezonde alternatieven een rol.
30
Onduidelijkheid rond tussenkomst in medische zorg leidt tot onderbehandeling
Voor veel gezinnen in armoede zijn de medische kosten een serieuze hap uit het budget, waardoor bepaalde behandelingen noodgedwongen worden uitgesteld. Maar er is veel onduidelijkheid over welke tussenkomsten er zijn en onder welke voorwaarden er tussengekomen wordt. Huisartsen en mutualiteiten kunnen duidelijkheid scheppen maar er is minder fysiek contact met de mutualiteit en niet iedereen heeft een (vaste) huisarts.
31
Gastric bypass in de mode
Als je aan de wettelijke voorwaarden voldoet kan je een terugbetaling krijgen voor een Gastric bypass, ook via de medische kaart. Het wordt een mode en veel mensen denken dat het een wonderoplossing is. Om aan de voorwaarden voor terugbetaling te voldoen moet je een BMI van 40 hebben. Soms komt men eerst 5 kilo aan om recht te kunnen hebben.
Het gevaar is echter dat de opvolging ervoor en erna een probleem vormt, want psychologen, diëtisten, … worden niet terugbetaald. Met als gevolg dat men de operatie ondergaat maar na de operatie geen aanpassingen doorvoert in eet- en beweeggewoontes omwille van de hogere kosten. Daardoor dreigt de Gastric bypass niks uit te halen.
32
Legale opiaten bij vluchtelingen
Meer en meer vluchtelingen die uiteindelijk in de psychische hulp terecht komen, zijn onder invloed van legale opiaten zoals Tramadol of morfine (sederend en vaak euforisch effect, zeer verslavend, even schadelijk als heroïne). Deze vluchtelingen nemen immers liever een pijnstiller tegen een fysieke klacht, dan te erkennen dat ze psychische hulp nodig hebben.
33
Procedure gedwongen opname kost geld
Bij de opstart van de gewone procedure voor gedwongen opname (via een familielid of mantelzorger), moet er bij de rechtbank 20€ betaald worden om het verzoekschrift te behandelen. Voor gezinnen met een laag inkomen of als het initiatief genomen wordt door een niet-familielid, is dit moeilijk.
34
Steeds meer mensen thuisloos door woningcrisis
Er zijn zo goed als geen woningen meer te vinden in Gent. Mensen die hun opzeg hebben gekregen, vinden geen betaalbare woning meer. Ze komen dan in de laatste weken voor de deadline aankloppen bij eerstelijnswerkers voor hulp bij het zoeken. Vaak zijn het alleenstaande ouders of mensen met een vervangingsinkomen maar steeds meer ook werkende mensen met een laag inkomen. De machteloosheid bij de eerstelijnswerkers is zeer groot. Zij kunnen hooguit voorzien in een warme doorverwijzing, maar zien steeds meer dat mensen ‘dak- of thuisloos’ worden. Ze logeren bij familie of vrienden tot er een oplossing komt, of komen noodgedwongen in precaire woonomstandigheden terecht.
35
De ontoegankelijke huurmarkt®
- Verhuurders willen vaak niet verhuren aan mensen met een vervangingsinkomen, een leefloon of aan alleenstaande gepensioneerden (tenzij hun kinderen borg staan).
- Nieuwbouwwoningen zoals aan Dok-Noord zijn onbetaalbaar en dit werkt gentrificatie in de hand.
- Sommige gezinnen staan al heel lang op de wachtlijst voor een sociale woning. Als ze dan uiteindelijk een woning aangeboden krijgen, moeten ze soms binnen de maand verhuizen om die woning niet te verliezen. Omdat ze een vooropzeg van 3 maanden hebben, moeten ze 2 maanden dubbele huur betalen.
- De huurprijs van een sociale woning is berekend op de belastingaangifte van 3 jaar terug. Soms is het verschil in inkomen groot in vergelijking met 3 jaar terug. Ondertussen zijn mensen soms gepensioneerd, of werkloos geworden, … Vaak is het ook lang wachten op een aanpassing van de huurprijs na een scheiding, en je inkomen moet bovendien 20% lager zijn om in aanmerking te komen voor een aanpassing.
36
Onderhoudsproblemen woningen
Omdat gezinnen in een kwetsbare situatie vaak in slechte woningen wonen, zijn onderhoudskosten vaak een grote kost, waardoor mensen dit uitstellen. Het gevolg daarvan is dat mensen niet meer in orde zijn met hun brandverzekering of in de wintermaanden in de kou komen zitten door problemen met de verwarmingsketel.
Heel wat mensen hebben het moeilijk om zelf hun woning te onderhouden: herstellen van een lekkende kraan of een kapotte lamp, huisvuil sorteren, schimmelvorming voorkomen. Ze ontberen heel wat skills voor een gezond woonklimaat.
37
De huurpremie en zijn (ver-)valkuilen
Mensen die aanspraak maken op de huurpremie en hierdoor kunnen verhuizen naar een betere huurwoning, verliezen deze premie als ze nadien een sociale woning weigeren. Hierdoor ontstaan er kafkaiaanse toestanden, waarin mensen een degelijke huurwoning vroegtijdig moeten verlaten om in een sociale woning te trekken. Het aanvaarden van de sociale woning brengt ook extra kosten mee: een tweede verhuis, verfraaiings- en herstellingswerken en de schadevergoeding voor contractbreuk aan de privé verhuurder. Hierdoor duwt het systeem mensen dieper in de financiële put door het krijgen van een sociale woning, of net door het weigeren ervan.
Mensen geven aan dat de huishuur stijgt, terwijl de huurpremie daalt en dat je daarover niks kunt zeggen of vragen, omdat je je huurpremie anders kan verliezen.
Als iemand bv. meer dan 3 maand geen vast verblijfsadres heeft, vervalt het recht op de huurpremie.
38
Co-housing uit noodzaak wordt afgestraft®
Door de hoge woningprijzen gaan mensen samenwonen. Daarvoor worden ze vaak afgestraft: hun vervangingsinkomen vermindert, ze verliezen bepaalde sociale voordelen, de huurprijzen stijgen door aanpassing van de huurprijs van de sociale woning en het gezamenlijk inkomen of omdat de markt daarop inspeelt. Dit leidt tot een vicieuze cirkel, omdat dit de prijs van huurwoningen in het algemeen beïnvloedt, en dus nog meer mensen noodgedwongen moeten co-housen.
Ook binnen gezinnen zorgt dit voor spanningen. Ouders moeten hun kinderen noodgedwongen op straat zetten. De jongeren moeten daardoor te vroeg, zonder de nodige voorbereiding, hun plan trekken. Soms heeft dit zelfs dakloosheid tot gevolg.
39
Sociale medewerkers Woningent niet meer rechtstreeks te bereiken
De sociale medewerkers van Woningent hebben geen individueel telefoonnummer en emailadres meer, maar wel een teammailadres en algemeen nummer. Op die manier willen ze de mensen beter en sneller kunnen helpen. Maar mensen willen door dezelfde persoon geholpen worden (zie signaal 153).
40
Geplaatste kinderen kunnen niet naar huis omwille van te kleine sociale woning
Sociale huurders met geplaatste kinderen, die een grotere woning aanvragen om hun kinderen terug thuis te krijgen, moeten zeer lang wachten op een mutatie op grond van overbezetting (soms meer dan 10 jaar). De woning is een bepalende factor bij het al dan niet terugkrijgen van de kinderen uit een pleeggezin of instelling. Een vicieuze cirkel dus.
41
Leegstand®
Leegstand is een doorn in het oog van de vele kandidaat-huurders, van de slachtoffers van de kraakwet, van de omwonenden die hun buurt zien verloederen. Nog steeds is er in Gent veel leegstand. Op de private woonmarkt wordt leegstand soms verdoezeld via een domicilie-adres, door het vragen van extra hoge huurprijzen, door verhuur via Airbnb. Sociale woningen hebben te maken met ‘frictieleegstand’ of langdurige leegstand omwille van renovaties.
42
Communicatie van sociale huisvestingsmaatschappijen
Mensen voelen zich machteloos tegenover beleid en communicatie van de sociale huisvestingsmaatschappijen. Communicatie van sociale huisvestingsmaatschappijen naar de huurders en de wijkorganisaties laat te wensen over. En dit in 2 richtingen. Ze zijn niet of nauwelijks bereikbaar voor klachten. En er is weinig duidelijkheid rond hun nieuwe plannen en beleidskeuzes, zoals bvb over herhuisvesting na renovatie (niet meer buurtgericht maar gezamenlijk van oude naar vernieuwde blok).
Uitzonderlijk enkele voorstellen:
Voldoende communicatie
- Pro-actief contact opnemen met bewoners n.a.v. een geplande verhuisbeweging is belangrijk. Momenteel verloopt contact in deze vaak eerder receptief.
- Het is van belang dat de huurders steeds zeer duidelijk en op maat geïnformeerd worden, zodat geruchten en “gezoem” in de kiem kunnen gesmoord worden. Als dit niet op tijd gebeurt, ontstaan er paniek, onrust en verkeerde verwachtingen bij bewoners.
- Ook al valt er weinig tot niets te communiceren dan wordt dit best ook meegedeeld. Niets laten weten over het (gewijzigde) verloop bij een verhuisbeweging brengt alleen meer onrust.
Keuzemogelijkheden voor nieuwe woning/nieuwe buurt voldoende breed laten
- Een verhuis naar een andere buurt heeft een grote impact op de levenssituatie van een sociale huurders. De impact manifesteert zich op verschillende levensdomeinen: gezondheid (stress, huisarts), sociaal netwerk, bevoorrading, mobiliteit, vertrouwensbanden, hulpverlening, …)
- De wijkkeuze is momenteel zeer ruim. Men kan een wijkkeuze doorgeven, maar het gebied kan zo groot zijn dat sociale huurders nog steeds ergens anders belanden dan dat ze verwachtten.
- Er gaat weinig of geen aandacht naar het herhuisvesten van sociale netwerken – maximale inspanningen leveren om gezinnen / mantelzorgers etc. samen te verhuizen als ze dat wensen.
- Herhuisvesting naar sociaal patrimonium van een andere maatschappij zou ervoor kunnen zorgen dat sociale huurders dichterbij hun een gewenste setting komen, maar er is op dit moment geen centraal inschrijvingsregister
Inzicht in budgettaire impact van verhuisbeweging op verhuizers tijdig mogelijk maken
- Verhuizen naar een ander (nieuwer) pand in andere buurt kan een grote impact hebben op de toekomstige woonkost. De huurkorting valt weg waardoor sociale huurders het gevoel hebben dat hun huurgeld opgeslagen is.
- Sociale huurders die moeten verhuizen willen tijdig een goed zicht op de effectieve huurprijs van hun nieuwe plek.
- Ook de kosten die gepaard gaan met de verhuis zelf zijn vaak onduidelijk. Men willen beter kunnen inschatten wat een verhuis precies zal kosten en welke ondersteuning men kan krijgen.
- De verhuispremie van € 500/inwoner bij Rabot werd erg geapprecieerd, maar werd onvoldoende gecommuniceerd (werd daardoor niet altijd opgenomen!).
Begeleiding van sociale huurders die verhuizen is noodzakelijk voor, tijdens én na de verhuisbeweging
43
Toegankelijkheid sociale hoogbouw®
Sociale hoogbouwblokken zijn vaak moeilijk toegankelijk. Het is in sommige gebouwen niet evident om met een kinderwagen binnen en buiten te gaan omdat de drempel (letterlijk) te hoog is zonder oprijplank. Daarnaast zijn de gangen en liften vaak smal waardoor je niet kan draaien met een kinderwagen.
Oudere of minder mobiele mensen, wonen soms op hogere verdiepingen. Als een lift stuk is, kan die niet altijd onmiddellijk gerepareerd worden waardoor mensen opgesloten zijn in hun eigen appartement. Soms dagenlang. De trap nemen is geen optie.
44
Slechte opvolging van herstellingswerken bij sociale huisvestingsmaatschappijen®
Veel bewoners klagen over de slechte opvolging van herstellingswerken in sociale appartementen van WoninGent. De herstellingswerken gebeuren niet of laten heel lang op zich wachten.
Ook worden sociale woningen niet leefbaar gemaakt vooraleer ze opnieuw worden verhuurd. Terwijl daar budget voor is. Bij schade wordt er immers sowieso borg ingehouden die dan door de sociale huisvestingsmaatschappij gebruikt kan worden om zaken te herstellen en op te frissen.
45
Geen plaats voor kwaliteitsvol mobiel wonen in Gent
Gent investeert in vooruitstrevende woonprojecten, maar voorziet geen ruimte voor kwaliteitsvol mobiel wonen (Tiny House, woonwagen, caravan, …) als volwaardige woonvorm. Sommige mensen kiezen expliciet voor deze vorm van wonen, net als mensen die verkiezen om in een woonboot te wonen. Kwaliteitsvol mobiel wonen is een waardevolle aanvullende vorm van wonen, die kan inspelen op de grote woonnood in Gent.
46
Hoge energiekosten uit noodzaak©®
Door de krapte op de woonmarkt is een energiezuinige woning vaak geen prioriteit voor mensen in armoede die een woning zoeken. Huurders in een kwetsbare positie zijn vaak al tevreden als ze een dak boven hun hoofd hebben. Zo worden zij vaker geconfronteerd met hoge kosten voor energie en water, waardoor zij verder in de armoedespiraal geraken.
Een groepsaankoop voor energie kan een verlichting van het krappe gezinsbudget betekenen, maar de informatie en de inschrijvingsprocedure zijn voor hen vaak onvoldoende toegankelijk. Mensen moeten ook alert zijn om na 1 jaar en, na afloop van het contract via groepsaankoop, opnieuw in te tekenen voor de groepsaankoop. Anders blijven ze klant van de leverancier via een ander en duurder contract.
Ook corona zorgde voor een stijging van de energiekosten doordat iedereen tijdens de lockdowns zoveel mogelijk thuis moest blijven.
47
Vervuilde thuissituaties
Buurtzorgers (outreachende medewerkers van een LDC) worden regelmatig geconfronteerd met ouderen die een verzamelwoede hebben en niet gemakkelijk hulp toelaten. Als thuiszorg na lang aandringen aanvaard wordt, respecteert de verzorgende niet altijd de gemaakte afspraken om de vervuilde thuissituatie gefaseerd aan te pakken. Daardoor verliest de oudere terug het vertrouwen in de hulpverlening en is het weer terug naar af.
48
Gewenning aan inbraak in bergruimtes van sociale appartementsgebouwen
Steeds vaker wordt er in de bergkelders of fietsruimtes van sociale appartementsgebouwen ingebroken, gestolen en vernielingen aangebracht. Daardoor maakt men steeds minder gebruik van deze ruimtes. Er is zelfs gewenning opgetreden. Deze vandaalstreken worden immers bijna nooit meer gemeld aan de politie of de huisvestingsmaatschappij.
49
Nood aan tijdelijke opvang voor zieke dak- en thuisloze mensen®
Bij ontslag uit het (psychiatrisch) ziekenhuis is er nood aan een plek waar dak- en thuisloze mensen tijdelijk kunnen verblijven om te herstellen. Nu weten ziekenhuizen, wijkgezondheidscentra en andere actoren vaak geen blijf met deze patiënten. Daarnaast zijn er ook meer dakloze oude intra-Europese migranten met medische en psychische problemen die nergens terecht kunnen.
50
Zichtbare dakloosheid©
Dakloosheid is zichtbaar in het straatbeeld. Een 140-tal mensen kiest voor de straat en niet voor de nachtopvang. Ze geven daarvoor zelf een aantal redenen op: er zijn psychiatrische patiënten, er zijn mensen die ze niet willen zien, ze vinden het daar onveilig, ze werden tijdelijk uitgesloten of ze mogen niet voor overlast zorgen.
Ook is er een sterke toename van ‘mobiele bewoning’: veel mensen die geen huisvesting vinden en gaan wonen in woonwagens of illegale constructies her en der in de stad.
Door de lockdowns en de nachtklok wordt het nog duidelijker welke mensen niet in hun kot kunnen blijven, omdat ze er geen hebben.
Naast nachtopvang, hebben dak- en thuisloze mensen ook overdag nood aan warme rustplekken verspreid over de stad. De Enchanté-partners bieden dit al maar de vraag is groter dan het aanbod.
51
Nood aan toegankelijk sanitair en drinkwater, en aan laagdrempelige was- en douchegelegenheden©
In de buurt van de lockers en in de parken (Citadel, Baudelo, Groene Vallei, Keizerspark) worden veel menselijke uitwerpselen teruggevonden. Buitenslapers kunnen ’s avonds of ’s nachts nergens naar het toilet gaan want het publiek sanitair is dan gesloten. Tijdens de eerste coronapiek waren ze zelfs overdag gesloten.
De kraantjes van het publiek sanitair zijn zo gemaakt dat mensen hun flesjes daar niet kunnen vullen, waardoor ze genoodzaakt zijn ergens anders aan te kloppen. Bij de wijkgezondheidscentra bijvoorbeeld, of bij de Enchanté-partners. Laagdrempelige openbare drinkwaterpunten ontbreken. Door corona werd dit pijnpunt nog versterkt want samen met de andere fonteinen werden ook de drinkwaterfonteinen afgesloten, en ook de nachtwinkels en horeca waren beperkt of niet open.
52
Toename dakloosheid jongeren
We zien een toename van jongeren die dak-of thuisloos worden. Jongeren hebben nood aan zorg, ‘communities’ en een veilige plek. In de zoektocht naar een woning hebben ze nood aan ondersteuning. De woonwijzer is door hen weinig gekend en er bestaat geen digitale tool. Na dak- en thuisloosheid is de opstap naar een vaste woonplek niet evident omdat ze niks hebben en van nul moeten beginnen.
53
Nood aan een creatieve oplossing voor daklozen met een meervoudige problematiek
Er is een groeiende groep (bijna) daklozen die vanuit hun complexe of multi-problematiek niet meer terecht kunnen binnen het klassieke dienstverlenings- of woonaanbod. Het gaat vooral over mensen die én een verslavings- én een psychiatrische problematiek hebben en nood aan zowel huisvesting als begeleiding. De criteria voor beschut wonen vanuit de psychiatrie sluit hen uit en het gebrek aan huisvesting sluit mobiele begeleiding aan huis uit. Deze groep heeft nood aan een geïntegreerde oplossing vanuit wonen, welzijn en gezondheid.
54
School- en studiekeuze zonder info
Om een passende school te kiezen voor je kind, heb je informatie nodig over het schoolsysteem en de -methodes. Daarover is te weinig informatie terug te vinden in de ‘meld je aan’-boekjes, en op de schoolwebsites. Wijkwandelingen om scholen te leren kennen worden niet overal georganiseerd en zijn beperkt tot het Lager Onderwijs. Door het gebrek aan informatie is het voor ouders niet altijd duidelijk welke scholen het best aansluiten op de talenten en de wensen van hun kind. Hierdoor gaan ze vaak niet zelf kiezen, maar de adviezen van anderen volgen, ook al is dit niet altijd het beste voor hun kind.
Veel actoren leveren inspanningen om gezinnen in kwetsbare situaties toe te leiden naar een school: brugfiguren, brede scholen, inloopteams, project kleuterparticipatie,… Maar het blijft hoogdrempelig en er wordt niet altijd rekening gehouden met talenten en wensen van de kinderen/jongeren.
De kansrijke gezinnen trekken ondertussen naar andere gemeenten in de buurt van Gent (Melle, Merelbeke, Destelbergen, …).
Ook de overstap van het lager onderwijs naar het secundair onderwijs verloopt niet altijd even gemakkelijk voor jongeren uit de kansengroepen. Al te vaak worden deze jongeren te vroeg naar de B-richting gestuurd. Ouders vinden soms moeizaam de weg naar informatie over het secundair onderwijs en het aanbod is groot, divers en complex. Een goed overwogen advies van de klasleerkrachten is zeer belangrijk omdat de ouders doorgaans dit advies volgen. Het is ook belangrijk dat de leerkrachten op de hoogte gebracht worden over de impact van hun advies op de beslissing van de ouders. Een verkeerde studiekeuze kan immers leiden tot demotivatie en in soms ook tot een vroegtijdige schooluitval.
55
Secundair onderwijs vaak onbetaalbaar®©
Elk jaar zijn er kinderen in het secundair onderwijs die nog geen schoolboeken hebben/krijgen tot de facturen betaald zijn. De school heeft ook minder zicht op de individuele situatie en noden van de leerlingen omdat leveranciers van boeken de betalingen zelf innen Daarnaast werken scholen meer en meer met invulboeken waardoor de aankoop van tweedehandsboeken niet meer mogelijk is.
Ook wordt verwacht dat elke leerling uit het secundair onderwijs over een computer en internet beschikt, en digitale vaardigheden heeft. Sinds de coronacrisis werd dit nog versterkt.
De hoge schoolkosten (boeken, pc en internet, materiaal, uitstappen) zorgen ervoor dat gezinnen in een kwetsbare situatie minder participeren binnen en buiten de school(m)uren en hierdoor geen gelijke onderwijs- en ontplooiingskansen hebben.
56
Vraag en aanbod bij studieondersteuning©
De nood aan studieondersteuning is groter dan het aanbod. Veel ouders vinden het moeilijk om hun kinderen schoolse ondersteuning te bieden. Als ouders die ondersteuning elders wil halen botsen ze op een wachtlijst van 6 tot 12 maanden. De capaciteit van de organisaties die studieondersteuning bieden is vaak onvoldoende, en er kruipt veel tijd in het bieden van een goeie opleiding en ondersteuning aan de vrijwilligers.
57
Huiswerk op de computer niet voor iedereen mogelijk©
Leerkrachten geven vaak digitaal huiswerk. Dit zorgt voor uitsluiting van een groep kinderen/jongeren die thuis geen PC heeft. Veel scholen vragen ook om een eigen laptop te hebben en het moet vaak een specifieke zijn. Dit is voor gezinnen met meerdere kinderen problematisch, aangezien niet alle gezinnen over meerdere laptops/computers beschikken. Deze kinderen/jongeren dienen dan momenten bijeen te sprokkelen om ergens anders op een computer te kunnen voortwerken. Bijkomend probleem is dat zowel de digitale vaardigheden van school, ouders en leerlingen onvoldoende zijn om hiermee zelfstandig aan de slag te kunnen gaan.
Dit werd versterkt door corona. Gezinnen met schoolgaande kinderen hebben vaak onvoldoende geschikte computers in huis om elk kind de lessen te laten volgen. Tijdens de coronapandemie krijgen deze gezinnen free wifi van Proximus en Telenet. Dit is heel fijn maar vaak ontoereikend en ook voor na corona zijn er geen garanties.
58
Ondersteuningsnoden voor scholen buitengewoon onderwijs met precaire doelgroepen
Er is een grote nood aan ondersteuning in scholen buitengewoon onderwijs. Deze scholen hebben meer en meer gezinnen met een meervoudige complexe problematiek. Bijvoorbeeld kinderen met ernstige mentale beperkingen die opgroeien in precaire gezinssituaties. Het beperkte communicatievermogen van zowel de kinderen als de ouders vragen om een specifieke aanpak. Ze komen handen tekort om de sociale uitdagingen die deze doelgroep met zich meebrengt (onbetaalde facturen, huisvestingsproblemen, op te volgen medische problematieken en afspraken, onvermogen van de doelgroep om zich te verplaatsen, …) zelf aan te pakken en hebben nood aan ondersteuning zodat ze weer meer tijd hebben voor hun kerntaken.
59
Dagbesteding voor jongeren moeilijk te vinden
Er is veel vraag naar zinvolle dagbesteding voor jongeren vooral in het kader van alternatieve dagbesteding of Naadloos Flexibel Traject[1] voor jongeren. Maar het aanbod is beperkt en sluit niet aan bij de interessesfeer. Vaak gaat het om buitenwerk of boerderijwerk. Er is bijvoorbeeld geen aanbod ICT en niets voor meisjes, weinig voor -12 jarigen, … Het aanbod is vaak ook moeilijk bereikbaar en het openbaar vervoer is betalend vanaf 15 jaar. Er is een gebrek aan langdurig en voltijds aanbod, terwijl daar de meeste nood aan is. Er zijn wachtlijsten en aanmeldingstops. Er is geen vrijwilligersverzekering voorhanden. Door de druk laat de begeleiding te wensen over en is er nog weinig sprake van maatwerk.
[1] De naadloze flexibele trajecten (NAFT) hebben als doel om schooluitval en vroegtijdig schoolverlaten in het secundair onderwijs tegen te gaan. Meestal gaat het om jongeren die door pedagogische, juridische, sociale of persoonlijke redenen het onderwijs dreigen te verlaten. Hun problematiek gaat vaak samen met spijbelgedrag, een problematische thuissituatie, delinquent gedrag of psychiatrische problemen.
Een NAFT-traject verloopt vraag gestuurd en op maat. Vanaf de start van een traject worden alle actoren betrokken. De doelstellingen worden samen bepaald, en de inhoud wordt afgestemd op de interesses en noden van de betrokkenen. NAFT bevindt zich op de snijlijn van welzijn en onderwijs.
60
Lokroep naar geld zorgt voor ongekwalificeerde uitstroom
Veel jongeren haken af in het onderwijs omwille van de financiële voordelen op korte termijn buiten het onderwijs. Ze hebben nu geld nodig om nu te overleven, maar hypothekeren daardoor hun toekomstmogelijkheden.
Leerlingen haken af van school als ze 18 jaar worden en recht hebben op een leefloon.
Ook kunnen leefloongerechtigde jongeren via het OCMW een maandelijks socio-professionele vrijstelling krijgen als zes toppen met studeren. Ze krijgen maandelijks 200€ als ze werken en geen recht hebben op een studietoelage. Als ze recht hebben op studietoelage is dat in het deeltijds onderwijs maandelijks ca 28€ en de socio-professionele vrijstelling maandelijks 69€. De jongeren stoppen dan vaak met school en gaan werken of willen niet gaan werken voor 69€/maand, en kiezen voor een leefloon (cfr. de zogenaamde werkloosheidsval).
Jongeren die een horecaopleiding volgen, haken af op school en kiezen voor voltijds werk. Hierdoor leren ze de job misschien beter, maar halen ze geen diploma secundair onderwijs. Van zodra jongeren de stap moeten zetten naar een overeenkomst alternerende opleiding stoppen ze of ontwijken hun verplicht traject door minder naar school te komen en in het zwart te werken. Deze jongeren zijn daarna nauwelijks te begeleiden.
61
Mogelijkheden tot levenslang leren immens maar onoverzichtelijk
De mogelijkheden tot levenslang leren zijn voortdurend in evolutie. Een groeiend en flexibel educatief aanbod creëert meer leermogelijkheden en -faciliteiten, maar werpt ook drempels op door zijn onoverzichtelijk karakter. Vaak is leren ook moeilijk te combineren met een job of gezin. Bovendien staat dit aanbod niet op zichzelf, maar krijgt het voor de persoon pas betekenis in een specifieke levenssituatie of tijdens een transitiemoment. En dan spelen verschillende factoren een rol: de kostprijs (behoud van loon, werkloosheidsuitkering, kinderbijslag, betaald educatief verlof, …), het moment waarop de opleiding plaatsvindt, de faciliteiten en randvoorwaarden, diploma, tewerkstellingskansen, …
62
Scholen soms nog zoekend op het vlak van armoede en diversiteit®
Veel scholen in de rand van Gent (Wondelgem, Zwijnaarde, Oostakker, Mariakerke, Drongen, Melle, Merelbeke, …) hebben weinig ervaring met kinderen en jongeren die opgroeien in kwetsbare situaties, maar worden daar nu wel steeds meer mee geconfronteerd. Veel van die scholen zijn zoekend en hebben ondersteuning en vorming nodig, partners die hun school kunnen versterken, mensen die hen kunnen begeleiden in deze transitie. Het is belangrijk dat daar nu preventief wordt op ingezet.
63
De vele gevolgen van telewerk©
Sinds corona en ook in de toekomst wordt telewerk meer en meer de norm. Zonder ondersteuning kan telewerk vele gevolgen hebben. Eerst en vooral zijn er financiële gevolgen. Niet meer de werkgever maar de mensen zelf staan in voor bijkomende kosten op het vlak van verwarming, verbruik, printen, comfortabel bureaumateriaal, … En dan zijn er ook de gevolgen op het vlak van gezondheid. Het mentale welzijn lijdt onder het gebrek aan contacten, pauzes, samenwerken, … Ook hebben veel mensen door slecht werkmateriaal (bureau, stoel, voetsteun, …) fysieke klachten.
64
Vernieuwde VDAB heeft een grote impact op mensen in een kwetsbare situatie©
De VDAB bouwt het aantal werkwinkels fors af en zet voluit in op digitale dienstverlening. Mensen in armoede en digitaal laaggeletterde mensen zijn daarvan de dupe. Zij hebben een persoonlijke dienstverlening nodig, op maat en zonder digitale tools.
Ook tijdens Corona was de VDAB volledig gesloten voor publiek, en verliep alles via telefoon of e-mail. Alleen bleef je aan de telefoon wachten en bleven de mails onbeantwoord.
65
VDAB overdrijft met activering
De VDAB begeleidt mensen niet alleen naar werk, maar doet ook de controle om na te gaan of je je als werkzoekende aan jouw plichten houdt. Waar vroeger controlerende en sanctionerende bevoegdheid bij de RVA lag, ligt dit nu bij de VDAB zelf. Door een samenwerkingsverband met GBO, verplichten zij ‘niet-toeleidbare mensen’ naar de hulpverlening te stappen.
De mensen die moeilijk tot op de arbeidsmarkt geraken, geraken er nu gewoon niet meer en worden doorgestuurd naar de hulpverlening. Vanuit de optiek “iedereen aan het werk” betekent doorgedreven activering alsmaar vaker doorgedraaide activering.
66
Slechte werkomstandigheden©®
Een aantal bedrijven (bouw, vleesverwerking, fruitpluk, …) respecteren het arbeidsrecht niet. Werknemers krijgen geen pauze, kloppen lange werkdagen, weten pas de dag voordien of ze de volgende dag mogen werken, werken lang in onverwarmde of gekoelde ruimtes, moeten ondanks hun technische werkloosheid toch werken, zijn niet op de hoogte dat ze eigenlijk als zelfstandige werken, … Deze werknemers komen niet op voor hun rechten uit angst voor ontslag. Met gezondheidsproblemen, ten gevolge van deze slechte werkomstandigheden, komen ze wel terecht bij de huisarts.
Het besmettingsgevaar is hier ook hoger doordat ze bijvoorbeeld opgehaald worden met een busje en de corona-maatregelen niet altijd (correct) toegepast worden.
67
Nood aan vertrouwensband met hulpverlener
Hulpvragers hebben nood aan een vaste, vertrouwde hulp- of zorgverlener. Veelvuldige wissels van hulpverleners (bv. OCMW, Woningent, huisarts), maken een duurzame ondersteuning van en samenwerking met mensen in nood moeilijk tot onmogelijk. Ook bestaat de kans dat ze niet de juiste hulp krijgen omdat de nieuwe hulpverlener hun dossier onvoldoende kent, laat staan het volledige verhaal erachter.
Men wil geholpen worden door dezelfde persoon.
68
Hulpverlening toegankelijker met sociale professional aan jouw zijde©
Basishulp wordt gemakkelijker toegekend als een sociale professional meegaat naar het loket van het OCMW, burgerzaken of de mutualiteit. Na een eerste individuele poging, lijkt het beter en sneller te gaan als de cliënt vergezeld wordt van een sociale professional. Dit zorgt voor ongelijke behandeling en hoge drempels.
69
Geen laagdrempelig groepsaanbod opvoedingsondersteuning voor ouders met kinderen vanaf 8 jaar
In Gent kunnen ouders met kinderen vanaf 8 jaar niet terecht in een laagdrempelig groeps- of trainingsaanbod rond opvoedingsondersteuning dat uit meerdere sessies bestaat. Het Stop-aanbod (4-7j) in Gent zit meteen vol en het Lift-aanbod (8-12j) bestaat niet in Gent. De drie inloopteams werken voor ouders met jongere kinderen en hebben te weinig personeel om op verschillende plaatsen in Gent (op maat en laagdrempelig) langdurige reeksen groepsaanbod te starten. Er is vooral nood aan een aanbod rond het begrenzen van kinderen en de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.
70
Nood aan voor- en nazorg®
Er is meer nood aan ruimte voor nazorg na het stopzetten van hulpverlening. Traditioneel gaat het hier over nazorg na ontslag uit ziekenhuis en psychiatrie. Maar ook bij andere hulpverlening is er nood aan nazorg omdat het overal een meerkost is om mensen naderhand op te volgen. Ook is het belangrijk dat mensen ‘ergens’ terecht kunnen voordat ze toegelaten worden tot de ‘echte’ hulp.
- Beschut wonen: mensen in beschut wonen moeten doorschuiven, maar naar waar?
- Mensen kunnen door een multiproblematiek niet terecht in de hulpverlening, maar waar kunnen ze dan wel heen?
- Mensen kunnen maar voor één problematiek worden geholpen.
- Mensen kunnen door plaatsgebrek niet terecht in de psychiatrie
- Gevangenen worden op straat gezet zonder woonst, werk, … (erger in Coronatijd)
- Wat na de bijzondere jeugdzorg?
- Wat na collectieve schuldenregeling?
71
Voorwaarden voor hulp®
Mensen kunnen niet terecht in de hulpverlening omdat ze er niet erg genoeg aan toe zijn, een dubbele diagnose hebben, of zich eerder onaanvaardbaar hebben gedragen. En dus wordt deze kwetsbare doelgroep de toegang tot hulp ontzegd, zonder dat er een andere oplossing is. Zonder gepaste hulpverlening dreigen de problemen te escaleren, zowel voor de persoon zelf, als voor zijn omgeving en de buurt.
- De crisis is niet zwaar genoeg voor crisishulpverlening
- Opname kan enkel als je nuchter bent
- Revalidatie na amputatie kan enkel als je afgekickt bent
- Opname in revalidatiecentrum kan enkel als je been tot boven de knie werd geamputeerd
- Drughulpverlening is enkel mogelijk als je zelf de stap zet en ernaartoe gaat
72
Wachttijd bezoekersruimte loopt op©
Er is een wachttijd om gebruik te maken van de bezoekersruimte van CAW. Na contactbreuk moeten ouders en kinderen tot 1 jaar wachten voor begeleiding bij herstel van persoonlijk contact. Dit door personeelswissels en versterkt door corona.
73
Drempels bij doorverwijzing naar gezinshulpverlening
Gezinnen komen opeenvolgend in onthalen van verschillende organisaties (vb: huisarts – opvoedingswinkel - CLB) terecht. Daar moeten ze steeds opnieuw een kort onthaal- of intakegesprek doen met een onbekende medewerker. De focus van de intakegesprekken ligt vooral op praktische elementen en procedures, eerder dan op het welzijn en de beleving van het gezin.
Als er na intake moet worden doorverwezen, is er bijna altijd een wachtlijst van minstens 6 maanden: bij de beide Gentse CKG’s, CGG, CAW en jeugdhulp. Voor jongeren 12+ is er een tekort aan passend aanbod van intensieve (thuis)ondersteuning.
vb. een jongere van 18 jaar, die bij zijn alleenstaande mama en 3 jongere broers/zussen woont, vindt geen passend aanbod na beëindiging van z’n middelbaar doordat in de DOP aanvraag geen dringende elementen opgemerkt werden op het intakeformulier. Het formulier is afgenomen is tijdens een éénmalig gesprek met een onbekende consulent, terwijl er rond het gezin een hulpverlenersnetwerk van minstens 5 organisaties actief is (OCMW, CGG, CKG, Opvoedingswinkel, de huisarts, psychiater UZ en de laatst betrokken begeleiders van de middelbare school). Het netwerk stuit op een gebrek aan passend aanbod voor de jongere.
Ondersteuning van tolken is vaak onmogelijk (zeker bij CKG en Jeugdhulp), of is een bijkomende reden van wachtlijsten.
Door de korte duur van trajecten en de nadruk op doelgerichtheid worden maatwerk en een cultuur sensitieve houding bij hulpverleners bemoeilijkt.
Het Verbindingsteam (Samen1Plan) kan helpen in de zoektocht naar een passend hulpverleningsaanbod. Daarnaast kunnen zij verifiëren of er effectief een tekort is. Bij een tekort kan het verbindingsteam meestal alvast starten met gezinsbegeleiding op maat van de vraag van het gezin.
74
Aangepaste opvang voor anderstalige zorgbehoevende ouderen
Het is zeer moeilijk om een geschikte opvangplek in een woonzorgcentrum te vinden voor anderstalige zorgbehoevende ouderen (met dementie). Naast de opvang op zich, is ook de begeleiding niet evident omdat zowel het zorg- als het activiteitenaanbod in het Nederlands plaatsvinden.
75
Digitalisering, hoogdrempelige telefonische dienstverlening en moeilijk taalgebruik in brieven zorgt voor administratieve druk op de eerstelijn©®
Heel veel eerstelijnswerkers nemen door de digitalisering noodgedwongen administratieve taken op voor hun cliënten. Daardoor komt hun regulier werk in het gedrang.
Hulpverleners krijgen daarnaast vaak van hun cliënten te horen dat ze de brieven die ze ontvangen van banken, verzekeringen, overheden, andere organisaties, … niet begrijpen. De maatschappelijk werkers verliezen veel tijd door deze brieven voor hen uit te pluizen, te vertalen en te zeggen wat de cliënt moet doen. Hun regulier werk komt daardoor in het gedrang.
Daarnaast zijn ook openbare diensten weinig toegankelijk, zeker in Coronatijd. Politiecommissariaten, Welzijnsbureaus, mutualiteiten, vakbonden, VDAB, … deden de deuren dicht (zeker tijdens de eerste lockdown) of openden beperkt op afspraak. (Vrijwilligers)organisaties en diensten die wel openbleven en fysiek op het terrein aanwezig waren, werden daardoor overspoeld met hulpvragen bij administratieve zaken.
Digitale of telefonische dienstverlening is vaak heel hoogdrempelig. Je moet beschikken over een telefoon, computer of internet, het Nederlands voldoende machtig zijn, voldoende skills en een goede concentratie hebben, … Tijdens corona werd dit probleem nog eens versterkt doordat sommige loketfuncties werden afgeschaft en je vaak niet meer aan het loket of enkel op afspraak werd geholpen. De meeste telefoonlijnen zijn bovendien betalend. Voor daklozen waren er in de lockdowns weinig mogelijkheden om gebruik te maken van diensten waar men kan telefoneren of online gaan.
Enkele voorbeelden:
- Digitale aanmeldingsprocedures voor kampen (hier moet je ook nog snel zijn)
- Gentinfo is betalend en daarom voor sommige mensen ontoegankelijk.
- Als mensen vragen hebben over hun factuur (gsm, EGW,...) wordt het steeds moeilijker om echte personen telefonisch aan de lijn te krijgen. Vroeger kon je als hulpverlener nog het menselijke verhaal achter een achterstallige betaling vertellen aan de gsm provider of andere leverancier, waardoor je nog boetes en incassobureaus kon tegenhouden. Het keuzemenu dat nu bij de meeste bedrijven is opgericht, is alsmaar minder gericht op het aan de lijn krijgen van een 'live' persoon aan wie je bijvoorbeeld kan uitleggen dat men de factuur betaalde, maar niet wist dat de mededeling belangrijk was. Op die manier kreeg je nog de kans het bewijs van betaling op te sturen waardoor je verdere boetes nog kon laten annuleren. Deze digitalisering is problematisch voor mensen in een kwetsbare situatie. Een groeiende groep mensen dient een belastingbrief in te vullen zonder de taal (volledig) machtig te zijn. Corona heeft dit nogmaals versterkt, omdat er geen zitdagen meer waren waar je met een tolk kon langsgaan, enkel telefonische dienstverlening. Je mag niets meer vragen aan de chauffeur van De Lijn en de nieuwe betaalsystemen worden vaak niet begrepen (via GSM, Elektronische lijnkaarten)
76
Wat als de vervuiler niet kan betalen?
De sociale correctie (tegemoetkoming voor gratis vuilniszakken en ophaalkrediet) voor mensen met verhoogde tegemoetkoming of in budget- of schuldbegeleiding, wordt maar 1 maal per jaar ge-update. Ook hebben mensen zonder wettig verblijf geen recht op sociale correctie en kunnen zij enkel dure zakken kopen.
De zakken zijn ondertussen ook aangepast, van geel naar groen. De zakken zijn kleiner van formaat en duurder. Volgens IVAGO wordt dit gecompenseerd door beter te recycleren (cfr. er mag meer plastiek in de PMD-zak). Voor een aantal groepen is dit niet evident, zoals mensen die klein behuisd zijn of geen buitenruimte hebben en mensen die het sorteren niet onder de knie hebben.
In en aan de sociale woningbouw is er meer sluikstort sinds er ondergrondse sorteerpunten werden geplaatst. Deze sorteerpunten van IVAGO zijn hoogdrempelig. Je moet een kaart hebben, minstens 25€ betalen om hem op te laden, het schermpje is moeilijk leesbaar, er staan geen pictogrammen op, mensen weten niet hoe het systeem efficiënt te gebruiken (ze bieden bv. dagelijks kleine zakjes aan zonder te beseffen dat er telkens geld van de kaart gaat). IVAGO heeft geen zicht op het omgevingsvuil dat hierdoor wordt veroorzaakt (de sociale huisvestingsmaatschappij ruimt het vaak op), en wil het systeem van ondergrondse containers breder uitrollen.
Ook in bepaalde wijken (bv. Rabot) en sociale woonblokken, is er sinds de corona-pandemie veel meer zwerfvuil en sluikstort zichtbaar. De mensen hebben meer afval en minder geld om vuilzakken te koppen. Ze droppen hun huisvuil waar het hen uitkomt (bij leegstaande gebouwen, in groenzones, aan de vuilnisbakken, in de gemeenschappelijke delen van het sociale woongebouw). Ook de medewerkers van IVAGO, de gemeenschaps- of flatwachters zijn minder aanwezig om een oogje in het zeil te houden. De tijdelijke sluiting van de containerparken deed hier ook geen goed aan.
77
Thuiszorgmateriaal te kostelijk
Oudere patiënten die zich in een kwetsbare situatie bevinden hebben nood aan degelijk thuiszorgmateriaal maar stellen dit door de hoge huurprijs soms lang uit. Het meeste materiaal kan ook alleen gekocht worden, en niet uitgeleend. Dit maakt het niet alleen voor de cliënt moeilijk, maar ook voor de mantelzorger en de zorgverlener. Voor mensen zonder wettig verblijf is thuiszorgmateriaal onbetaalbaar omdat het niet in de medische kaart zit. Waar een afbetalingsplan mogelijk is zijn de extra kosten en voorwaarden vaak nog te hoog.
Ook verzorgingsmateriaal is vaak te duur voor patiënten. Vaak moet de arts of thuisverpleegkundige een goedkoper alternatief zoeken voor materiaal waarmee patiënten na een ziekenhuisopname thuis komen.
78
Gebrek aan toegankelijkheid en klantvriendelijkheid banken®©
Banken volgen niet altijd de Europese regelgeving. Die stelt dat alle Europese onderdanen recht hebben op een bankrekening en de mogelijkheid om geld af te halen. Meestal zijn er bijkomende eisen zoals het hebben van een Belgisch identiteitsdocument en een officieel adres. Het al dan niet krijgen van een bankrekening blijkt ook afhankelijk van het beleid van een bank, de individuele medewerker van de bank, de aanwezigheid van een hulpverlener, uiterlijke kenmerken, het machtig zijn van de Nederlandse taal,… Vooral Intra-Europese migranten ondervinden hier problemen mee.
Geen bankrekening betekent ook geen bankkaart. Tijdens corona hadden deze mensen dus ook een betaalprobleem, want cash werd bijna nergens meer aanvaard.
Banken zijn niet meer toegankelijk voor mensen die digitaal niet onderlegd zijn. Overschrijvingsformulieren worden amper nog aanvaard of er worden kosten voor aangerekend, je kan nog enkel op afspraak komen, … Daardoor komen oudere en klanten in een kwetsbare situatie in de kou staan en kunnen ze niet meer rekenen op een degelijke, laagdrempelige en betaalbare ondersteuning.
79
Zonder identiteitskaart niet zwemmen
Na enkele incidenten op het vlak van overlast heeft LAGO, het moederbedrijf van het Rozebroeken-zwembad, alle zwemmers ouder dan 12 jaar verplicht om zich te registeren. Daartoe doen ze identiteitscontroles. Voor een aantal groepen is dit moeilijk: gezinnen zonder (geldige) identiteitspapieren, kinderen jonger dan 12 jaar die er ouder uit zien, begeleiders met een groep kinderen, minderjarigen tussen 12 en 18 jaar die hun identiteitskaart niet mee hebben,…
80
Geen SIM-kaart zonder registratie©
Een SIM-kaart registreren zonder ID-kaart met rijksregisternummer is zo goed als onmogelijk. Mensen zonder wettig verblijf kunnen bijgevolg niet meer bellen. Tenzij iemand anders hun SIM-kaart registreert. Dit geldt ook voor minderjarigen, zij moeten dit doen via hun ouders. In corona-tijden werd dit signaal versterkt. Stad Gent kon tijdens de eerste coronapiek via een inzamelactie van burgers een beperkt aantal gsm’s ter beschikking stellen voor contact met mensen in een kwetsbare situatie, maar sommigen konden hun SIM-kaart niet registreren ofwel omdat ze geen ID-kaart hebben, ofwel omdat ze er hulp bij nodig hadden.
81
Erkenning kinderen van erkende vluchtelingen
Sommige erkende vluchtelingen kunnen hun kinderen in Gent niet laten registreren als zoon of dochter omdat ze hun verwantschap niet kunnen bewijzen. De Somalische geboorteakte bijvoorbeeld wordt niet erkend. Ook een DNA-test die ze zelf dienen te betalen, leidt niet altijd tot erkenning.
82
Registratie door gemeentebestuur
De registratie van nieuwe mensen via de gemeente verloopt nog altijd heel traag. Soms moet men 3 maanden wachten voordat alles in orde gebracht is en men de elektronisch ID kan ophalen.
Bijkomend probleem is dat je ook een pasfoto nodig hebt om een identiteitskaart aan te vragen. Omdat privé-fotografen voor gezinnen in kwetsbare situaties te duur zijn, maken ze gebruik van een foto-cabine. Foto’s uit deze in het station Gent-Sint-Pieters voldoet niet aan de voorwaarden. De foto-cabine in het administratief centrum Gent-Zuid is tijdens corona enkel toegankelijk als je daar een afspraak hebt (en niet in een dienstencentrum). De foto-cabine in het shoppingcentrum Zuid is er niet meer.
83
Genderidentiteit
Er is tot op heden geen apart vak voor genderidentiteit. X wordt vaak vergeten en deze mensen voelen zich dan niet aangesproken.
84
Onbereikbaar openbaar vervoer
In veel Gentse wijken is er een tekort aan openbaar vervoer. Ofwel is er geen openbaar vervoer, ofwel niet in het weekend, ofwel zijn de haltes te ver van elkaar of de uren teveel afgestemd op schoolgaande jeugd.
De Lijn heeft een plan klaar voor een nieuw busnet vanaf eind 2021. Er komen van dan af nog méér ‘rechte’, verbindende ‘kernlijnen’ langs de steenwegen. Bedoeling is dat deze bussen minder lang onderweg zijn en meer reizigers vervoeren. Maar omdat dit nieuwe openbaarvervoerplan budgetneutraal is, worden ontsluitende lijnen en bushaltes in woonbuurten geschrapt. Dit heeft een grote impact op minder mobiele mensen die in de wijken Macharius-Heirnis, Scheldeoord, Sint-Amandsberg en Sluizeken wonen.
Stad Gent zet in op gratis wandelbusjes in het centrum, gratis shuttles tussen de Park-and-Rides en het centrum, op gratis openbaar vervoer op shopzondag, en op een hop-on-hop-off-watertram. Deze initiatieven bieden echter geen antwoord op de nood van minder mobiele Gentenaars aan openbaar vervoer.
85
Gent fietsstad voor iedereen?
Gent is een fietsstad geworden: er werd geïnvesteerd in fietsvoorzieningen (fietspaden, onderdoorgangen, fietsstraten, …) om meer mensen te laten fietsen. Voor vele mensen is de fiets het enige vervoersmiddel. Deze mensen worden hard getroffen als hun fiets wordt gestolen. Er zijn te weinig veilige fietsstelplaatsen, en ook een betaalbaar fietsdeelsysteem ontbreekt. In andere steden kunnen mensen voor een jaarabonnement van 50 euro heel het jaar een fiets halen op een afhaalpunt in hun wijk. Op die manier kunnen zij altijd over een fiets beschikken en dragen ze niet de gevolgen van diefstal.
86
Groene longen nodig in wijken met slechte luchtkwaliteit
In wijken met een slechte luchtkwaliteit, worden de schaarse groene zones vaak nog bebouwd. Terwijl luchtzuiverende ingrepen zoals groen en bomen als buffer hier een wezenlijk verschil kunnen maken. Het zou goed zijn om bij stadsvernieuwing ook met de luchtkwaliteit rekening te houden. Wonen in een groene omgeving heeft immers een gunstig effect op de gezondheid en het welbevinden.
87
Voedselwoestijnen
Afgelegen gebieden zoals Gentbrugge en andere wijken waar er weinig voedselvoorzieningen zijn, hebben nood aan een toegankelijk voedselaanbod. Ook de vraag naar boerenmarkten is daar groot, omdat die naast voedsel ook informele ontmoeting kunnen stimuleren tussen buren en diverse doelgroepen. De mobiele sociale kruidenier werd er positief onthaald omdat dit voeding toegankelijker maakt voor een bredere groep, maar is nog te weinig bekend.
88
Hulpverlening worstelt met grote toestroom van Intra-Europese migranten in een kwetsbare situatie
Hulpverleners merken een grote toestroom van intra-Europese migranten in het algemeen en Bulgaarse Roma in het bijzonder. De kwetsbaarheid bij deze groep is heel groot, maar de taalbarrière en de cultuurverschillen zorgen ervoor dat het niet evident is om met hen te werken. Doordat ze met verschillende gezinnen samenwonen, zorgen ze vaak voor overlast in de buurt, ze komen voedselpakketten halen maar laten voedsel achter die ze niet kunnen gebruiken, …
De professionelen die momenteel met deze doelgroep werken zijn overbevraagd. Zo blijft een deel van de groep in de kou staan, nemen de problemen toe en raken ze meer en meer gestigmatiseerd. Er is nood aan meer intermediairen, interculturele bemiddelaars of taalondersteuners om met deze doelgroepen aan de slag te gaan. Alle mensen die één van deze talen kennen: Slowaaks, Roemeens, maar vooral Bulgaars zijn overbevraagd.
89
Extra controle jongeren (en mensen) met een migratieachtergrond©
Jongeren krijgen vaak GAS-boetes, terwijl ze eigenlijk vooral nood hebben aan een plek om samen te komen, aan ondersteuning. Jongeren en mensen met een migratie-achtergrond worden nog vaker gecontroleerd (etnische profilering) door de politie, De Lijn, andere overheidsdiensten… Dit op basis van uiterlijke kenmerken , soms zonder aanleiding. Daardoor hebben sommigen ook extra schrik om buiten te komen tijdens de lockdown. Een gasboete heeft veel meer impact op mensen in een kwetsbare situatie.
90
Rondtrekkenden in het vizier
Rondtrekkenden zoals foorreizigers, vrachtwagenchauffeurs, schippers, … hebben vaak een referentieadres bij een organisatie of particulier. Dit heet ‘referentieadres mobiele woning’. De fiscus aanvaardt geen zelfstandigen meer op dergelijk referentieadres omdat zij daar geen controle kunnen uitoefenen. Sommige rondtrekkenden die hun officiële documenten in orde hebben gebracht krijgen het daardoor enorm moeilijk.
Ook de jeugdbrigade van de politie controleert meer op de aanwezigheid van minderjarige kinderen van rondtrekkenden op school. Bijkomend probleem is dat er geen passend onderwijsaanbod is voor deze kinderen én dat er onvoldoende residentiële standplaatsen zijn die gezinnen toelaten om op één plek te blijven zodat ze hun kinderen naar het regulier onderwijs kunnen sturen.
91
Stromannen en schijnvaders
Soms gaan er betaalde stromannen mee naar het loket migratie. Ze weten wat ze moeten zeggen om het recht op verblijf of medische kaart af te dwingen.
Ook proberen steeds meer mensen zonder wettig verblijf om via de schijnerkenning van hun Belgisch kind aan een verblijfsvergunning te geraken. Vaak zijn het zwangere vrouwen zonder wettig verblijf die hun kind mits betaling laten erkennen door een Belgische man om zo via de regeling van gezinshereniging aan een verblijfsvergunning te geraken.
92
Discriminerende benaming in Vlaamse formulieren onderwijs
De bewoording ‘trekkende bevolking met nomadische cultuur’ wordt vaak gebruikt als categorie op het aanmeldformulier bij scholen. De school krijgt dan extra middelen en soms wordt het als voorwaarde gesteld om nog leerlingen aan te nemen. De bewoording ‘nomadische cultuur’ wordt als zeer discriminerend ervaren. Het nomadisch bestaan eindigt immers met het aangaan van een jarenlang traject met school.
93
Mensen voelen zich geïsoleerd in hun “sociale” woning
De infrastructuur van (sociale) woonwijken is vaak niet bevorderend voor het samenleven. Er zijn geen aangename gemeenschappelijke delen, er is weinig groen, men woont zeer dicht op elkaar, … Als gevolg hiervan hebben mensen weinig kansen om anderen te leren kennen. Door hun beperkt sociaal netwerk zijn ze vaak op zichzelf aangewezen voor klusjes en doe-het-zelf-materiaal, boodschappen, ritjes naar containerpark, … en dit is voor sommige mensen niet evident. De mensen hebben nood aan ruimte en voldoende groen en laagdrempelige ontmoetingsplaatsen zowel in de woonblokken als in de nabije omgeving.
94
Sociaal isolement©®
Ondanks de vele initiatieven zijn meer en meer mensen eenzaam en sociaal geïsoleerd. Corona heeft dit nog versterkt, zeker ook voor mensen die psychisch kwetsbaar zijn. Veel mensen, ook ouders met kinderen, hebben weinig sociale contacten of plaatsen waar ze naartoe kunnen om mensen te ontmoeten. Plekken waar mensen normaal komen en contact met elkaar hebben, werden tijdens corona allemaal gesloten. Grote en betaalbare ruimtes van Stad Gent om groepswerkingen en ontmoetingsactiviteiten te laten doorgaan, zijn niet beschikbaar voor derden tijdens corona. De meest kwetsbare bewoners van Gent zijn hier (opnieuw) het grootste slachtoffer van.
95
Stress door (samenlevings)problemen in sociale huisvesting
In sociale huisvesting zorgen muziek en lawaai van buren, en de ontoegankelijkheid van de gebouwen (voor minder mobiele mensen of ouders met buggy’s) vaak voor overlast en stress. De bewoners hebben het gevoel niet gehoord en serieus genomen te worden wanneer ze deze klachten melden aan de sociale huisvestingsmaatschappij. Vaak wordt hen gesuggereerd mutatie aan te vragen, maar dit kan tot 5 jaar duren.
In een aantal sociale woningsites is zelfs sprake van steaming, afpersing en intimidatie tussen bewoners, en toenemend geweld tegen senioren. Dit zorgt ervoor dat bewoners (ook gezinnen met kinderen) zich niet meer op hun gemak voelen, en er ook niet altijd melding van durven maken.
Voorbeeld afpersing. Iemand belt aan, zet meteen zijn voet tussen de deur en vraagt naar geld om medicatie te kopen voor zijn kind. Meerdere bewoners gaven de man geld. Velen aarzelen daardoor om de deur te openen of buiten te komen.
96
Noodopvang voor huisdieren
Dieren zijn heel belangrijk voor mensen in een kwetsbare situatie. Ze voelen zich beter en hebben gezelschap. Een veelvoorkomend probleem is echter dat mensen zich niet laten opnemen in drughulpverlening, psychiatrie of ziekenhuis omwille van hun huisdier. Ook weigeren ze een sociale woning of andere opvang omdat huisdieren niet zijn toegelaten. Mensen die noodgedwongen langer opgenomen blijven (gevangenis, ziekenhuis, psychiatrie), maken zich zorgen om hun huisdier. Een asiel is ontoereikend en dierenopvang is te duur.
97
Dierenwelzijn
Veldwerkers die huisbezoeken doen komen in contact met dieren die worden verwaarloosd of mishandeld. Deze dieren worden als speelbal gebruikt, hebben niet voldoende ruimte, worden niet (genoeg) buiten gelaten, worden niet verzorgd als ze verwondingen hebben, … Voor dierenmishandeling op grote schaal kun je bij de lokale politie of dierenbescherming terecht. Maar er is geen laagdrempelig contactpunt om individuele gevallen van dierenmishandeling te melden.
98
Betrokkenheid van mensen in een kwetsbare situatie
Participatie blijft nog teveel hangen bij de sterkere groepen. Te snel wordt de verantwoordelijkheid hiervoor gelegd bij organisaties die "geen mensen toeleiden uit de doelgroep" of bij de doelgroep zelf. Op die manier komt de stem van maatschappelijk kwetsbare groepen echter niet naar het beleid.
De vraag wordt vanuit de stad gesteld in de vorm van wijkbudgetten en debatten over beleidsnota’s. Maar als het antwoord dan uitblijft, omwille van de korte termijn of van taal- of assertiviteitsdrempels, ligt het aan de doelgroep zelf.
Hetzelfde geldt voor de adviesraden (zoals bv. de woonraad) . Het beleid vraagt hier naar vertegenwoordiging van alle bewoners, maar er is dan ook nood aan procesbegeleiding en laagdrempelige communicatie . Zodat het effectief toegankelijk is voor alle bewoners en niet enkel zij die algemene mails kunnen lezen, tot een organisatie behoren of hun stem durven verheffen.
Er wordt nog te veel gewerkt vanuit het beleid. Echte participatie zou betekenen dat de doelgroep ondersteund wordt in het zelf vormgeven en uitschrijven van beleid. Een probleem met taligheid los je niet op door foto’s van mensen met een andere origine op te nemen in jouw nota. Dit doe je door de taal te spreken van de mensen die het lezen. En die taal leer je spreken door naar hen te luisteren.
99
Gebrek aan tolken in de hulpverlening®
Sommige vakbonden en mutualiteiten bieden geen tolk aan waardoor er geen of nauwelijks communicatie met de cliënt/patiënt mogelijk is. Idem in ziekenhuizen, in de gevangenis, … Omdat tolken onbetaalbaar worden (48€ per tolkuur + verplaatsingskosten, en ook Babel wordt betalend), worden tolken enkel ingeschakeld voor het hoogst noodzakelijke. Men stopt met tolkuren aanvragen als het contingent (vanuit Stad Gent via IN-Gent) op is. Ook zijn er onvoldoende tolken voor bepaalde talen: Turks, Arabisch, Bulgaars, Roemeens, Slovaaks. Vaak is het dan behelpen met google translate Ook wordt er een hoge druk gelegd op de kinderen en het netwerk van de gezinnen, en op de hulpverleners rond de gezinnen.
Het gebrek aan tolken in de hulpverlening leidt tot ‘hangende casussen’ in de eerstelijnsondersteuning die geboden wordt door de opvoedingswinkel, de brugfiguren, de wijkgezondheidscentra, … Patiënten of cliënten die gerichter geholpen zouden kunnen worden door andere eerstelijnsdiensten blijven toch naar diensten en organisaties gaan waar er een tolk aanwezig is of geven het gewoon op en krijgen geen hulp.
Er wordt bijvoorbeeld geen gebruik gemaakt van tolken in de intensieve gezinsbegeleiding (therapeuten, gezinsbegeleiding, groepstrainingen,…) en dus is er geen intensieve gezinsbegeleiding voor anderstaligen. Daardoor blijven deze gezinnen hangen in de eerstelijn i.p.v. de hulp te krijgen die ze nodig hebben.
Een tweede voorbeeld is het is een tekort aan tools en expertise om mensen met een psychologische en/of psychiatrische achtergrond die de Nederlandse taal niet machtig zijn en ook geen gangbare voertaal hebben een passende hulpverlening aan te bieden. Dit is het gevolg van het feit dat tolken redelijk wat geld kosten, en als er een tolk ingezet wordt, de tolk voornamelijk wordt ingezet in groepssessies. Het is vaak ook moeilijk om mensen met dezelfde taal in groep samen te brengen.
100
Toegankelijkheid informatie voor doelgroepen in een kwetsbare situatie©
Informatie over dienst- en hulpverlening is heel versnipperd en vertrekt vaak vanuit de beschikbare dienstverlening of structuren van organisaties en dus niet vanuit de noden van de burgers. Doelgroepen in een kwetsbare situatie hebben hierdoor het gevoel te weinig geïnformeerd te zijn en weten niet bij wie ze terecht kunnen.
Voorbeelden vanuit het Huis van het Kind: gezinnen in een kwetsbare situatie weten niet waar ze terecht kunnen voor het Groeifonds, ontmoeting, groepswerking, …
Ook de corona-informatie was ontoegankelijk voor veel mensen: teveel informatie, onduidelijke communicatie, ontoegankelijk taalgebruik, telkens nieuwe richtlijnen die nieuwe vragen en onduidelijkheden oproepen, foute informatie., …