Sociale rechten
2
Voedselondersteuning kan nog meer bereiken
Voedselondersteuning bestaat in vele variaties (KRAS op doorverwijzing of na gesprek, sociale kruidenier, via vzw JONG vooral aan hun eigen gezinnen en kinderen maar soms ook aan andere behoeftigen,…) en bereikt veel Gentenaars in een kwetsbare situatie, maar zou nog meer kunnen bereiken.
Jongeren bijvoorbeeld doen weinig beroep op de voedselondersteuning. Zij zijn vaak met andere zaken bezig zoals werk zoeken of volgen een opleiding waardoor ze geen voedsel kunnen afhalen tijdens de openingsuren, en lopen niet graag met hun problemen te koop. Vzw jong is één van de weinige organisaties die hier op inspeelt door voedselondersteuning aan te bieden aan hun jongeren en families, ook buiten de kantooruren. De vraag naar voedselondersteuning neemt overal toe.
De voedselondersteuning kan aangegrepen worden om een link te leggen met de hulpverlening of om beleidssignalen te verzamelen. De vrijwilligers doen hun best om mensen verder door te verwijzen. De aanwezigheid van OCMW-medewerkers in de Olijfboom tijdens de eerste lockdown, zorgde voor een meer directe rechtentoekenning.
Stad Gent ondersteunde in 2020 de voedselinitiatieven op verschillende manieren: stadsmedewerkers staken mee de handen uit de mouwen, we zochten extra vrijwilligers via GentHelpt, leverden beschermingsmateriaal en gaven logistieke steun.
Er werden vanuit Stad Gent extra werkingsmiddelen aan KRAS en het Gents Solidariteitsfonds gegeven voor in totaal 239.000 euro. Dit zorgde, samen met de 3 groepsaankopen voor beschermings- en hygiënisch materiaal, voor het opvangen van de meest acute noden. Er wordt ook bekeken of er een systeem van thuislevering kan worden opgezet.
Foodsavers bleef aan de slag en garandeerde de noodzakelijke bevoorrading van de voedselinitiatieven. Regelmatig overleg zorgde ervoor dat bestaande en nieuwe organisaties samen de noden van de meest kwetsbaren konden opvangen.
Het traject Materiële Hulp werd in juni 2020 vervroegd opgestart om te komen tot een duurzaam model voor elke kwetsbare Gentenaar. Er werden 3 plenaire bijeenkomsten georganiseerd en 7 thematische panels. In 2021 worden de stadsbrede principes omtrent zonering, gelijkwaardig aanbod, aanbod voor mensen zonder wettig verblijf, dak- en thuislozen, toegankelijkheid, ... concreet uitgewerkt in 2 wijken (Ledeberg/Gentbrugge en Bloemekeswijk).
Tijdens de coronacrisis kwamen er veel nieuwe mensen terecht bij de voedselinitiatieven. Door een vernieuwde manier van werken konden deze mensen eenvoudig worden toegeleid naar het Welzijnsonthaal (mits toestemming van de mensen zelf). Dankzij deze nieuwe werkwijze realiseren we niet alleen een goede doorverwijs naar materiële hulp, maar kunnen we verschillende gezinnen meteen hulp- en dienstverlening aanbieden, rechten onderzoeken en ook leefloon of andere vormen van financiële steun bieden. Complementair met deze actie werden er middelen via het Sociaal Innovatiefonds toegekend aan KRAS vzw voor de uitwerking van het project: Innovatieve benaderingen van materiële steun als hefboom naar duurzame armoedebestrijding: in 10 stappen van voedselhulp naar structurele oplossingen voor armoede in Gent.
In maart 2022 werd het toekomstmodel en kwaliteitskader materiële hulp goedgekeurd door de Gemeenteraad. Hieraan gekoppeld startten SIVI en Open Plaats op als clusterwerking om de afstemming en samenwerking in de clusters Dampoort/Sint-Amandsberg en Brugse Poort te coördineren. Ondertussen werd de samenwerking tussen de Welzijnsbureaus en de voedselinitiatieven versterkt zodat er makkelijk kon doorverwezen worden in beide richtingen. Eind 2022 startten de eerste 3 organisaties met de registratietool 'Carity' waardoor de administratieve last bij de organisaties verminderde en de rapportage een stuk vlotter kon verlopen. Deze registratietool zorgt er ook voor dat het realiseren van de sociale grondrechten bij de personen en huishoudens die gebruik maken van de voedselondersteuning sneller en betere kan gerealiseerd worden. In overleg met de voedselinitiatieven en de doorverwijzers worden de regels voor doorverwijzing herbekeken en aangepast. Deze nieuwe regels zullen in het voorjaar 2023 kunnen ingevoerd worden. ze zullen er voor zorgen dat het duidelijker wordt wie en voor hoelang men terecht kan bij een voedselinitiatief en zullen er ook voor zorgen dat de voedselinitiatieven niet overbelast worden.
5
Ouderenarmoede
Vele ouderen in Gent leven onder de armoedegrens maar weten niet dat ze de inkomensgarantie voor ouderen kunnen aanvragen. Of ze schamen zich hiervoor of ze vrezen dat de kinderen de toelage op het pensioen zullen moeten terugbetalen.
In principe krijgen rechthebbenden de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) automatisch toegekend: het onderzoek start automatisch als men:
- een pensioen aanvraagt in België;
- al een pensioen krijgt in België;
- een tegemoetkoming aan gehandicapten krijgt en de wettelijke pensioenleeftijd bereikt;
- een leefloon krijgt en de wettelijke pensioenleeftijd bereikt.
Het is niet duidelijk welk probleem achter dit signaal schuil gaat: mogelijks gaat het om mensen die niet voldoen aan de nationaliteitsvoorwaarde (Belg zijn of in een ermee gelijkgestelde situatie verkeren), of wiens recht vervallen is wegens langdurig verblijf in het buitenland, zie signaal 6.
6
Strengere controles op inkomensgarantie zorgen voor stress en onzekerheid bij ouderen met een migratieachtergrond
Om recht te hebben op een inkomensgarantie moet je effectief in België wonen. Postbodes controleren of de ouderen in kwestie in België verblijven, door minstens één keer per jaar aan te bellen en de rechthebbende te vragen om de identiteitskaart te tonen. Wie drie keer niet thuis is, moet zich binnen de vijf dagen melden bij het gemeentehuis met een document dat de postbode in de bus steekt. Als je je niet tijdig meldt en het document niet tijdig terugstuurt dan schorst de pensioendienst de betaling van je inkomensgarantie. Iedereen die naar het buitenland gaat, hoe kort ook, moet dit vooraf melden aan de Pensioendienst. Wie langer dan 21 dagen op een ander adres verblijft, ook binnen België, moet dat vanaf nu vooraf melden. Deze strengere controles zorgen voor extra stress bij de begunstigden. Alle mensen die een inkomensgarantie voor ouderen ontvangen hebben een brief gekregen met de nieuwe regelgeving, maar voor anderstaligen is dit niet altijd evident om te begrijpen. Ook voor ouderen met een migratieachtergrond, die de gewoonte hebben om meerdere maanden per jaar terug te gaan naar hun thuisland, kan dit problemen geven.
In 2019 werden de controles verstrengd zoals in het signaal omschreven. Tijdens de coronacrisis werden de controles tijdelijk stopgezet. In april 2021 werd deze kwestie in de pers aangekaart door de sociale middenveldorganisaties, met de vraag om de controles weer minder streng te maken als de coronacrisis achter de rug zou zijn.
Dit is een maatregel die op federaal niveau moet aangepakt worden. De regering De Croo had na eerdere kritiek al aangekondigd dat ze de controles wil bijsturen. Minister van Pensioenen Karine Lalieux, die daarover op 22/04/21 werd bevraagd in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, beloofde de regels op korte termijn (na eind juni) te versoepelen, en op middellange termijn een nieuw controlesysteem uit te werken, samen met de sociale partners.
Sinds 25 juni 2022 zijn de verblijfsvoorwaarden en de controleprocedure veranderd voor de gerechtigden op de Inkomensgarantie voor ouderen (IGO).
- De verblijfsvoorwaarden zijn versoepeld: de IGO-gerechtigden moeten enkel hun verblijven in het buitenland van meer dan 5 opeenvolgende dagen, of 6 nachten (want de dagen van vertrek naar het buitenland en terugkomst naar België worden niet meegerekend) meedelen.
- De controleprocedure is gewijzigd: op willekeurige data wordt de effectieve aanwezigheid van gerechtigden in België gecontroleerd. Er wordt een aangetekende brief met ontvangstbewijs verstuurd. Sommige gerechtigden worden vrijgesteld van deze automatische controle. Het gaat om gerechtigden die:
- ouder zijn dan 80 jaar;
- in een rust- of verzorgingstehuis of in een psychiatrische verzorgingsinstelling verblijven;
- ingeschreven zijn op een OCMW-adres;
- een erkende handicap hebben met een verlies aan zelfredzaamheid van minstens 7 punten, erkend door de Directie-generaal Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid;
- een handicap hebben en een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden ontvangen, of een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood.
Deze personen kunnen wel gecontroleerd worden als de Pensioendienst vermoedt dat er fraude is.
Alle IGO-gerechtigden kregen een brief met alle informatie over deze wijzigingen.
8
Drempels naar sociale rechten©®
Veel mensen blijven onderbeschermd doordat zij niet automatisch krijgen waar zij recht op hebben en nog te moeilijk zelf hun weg vinden naar hun sociale rechten. Voor mensen die geen cliënt (meer) zijn van het OCMW is dit nog moeilijker. Velen geraken niet zelfstandig bij de juiste diensten of slagen er niet in om de juiste documenten aan te leveren om hun recht(en) te doen gelden. De procedures worden als te complex ervaren, er zijn te grote verschillen tussen de diensten en de juiste toekenning van rechten is nog te vaak afhankelijk van de hulpverlener. Op het internet kan men informatie vinden, maar voor mensen in een kwetsbare situatie is dit geen evidente bron van informatie. Dit vereist een laptop, de nodige digitale vaardigheden, en legt teveel de verantwoordelijkheid bij henzelf om de juiste informatie te vinden.
Daar bovenop komt dat veel mensen en vooral ook jongeren de drempel naar het OCMW als hoog ervaren. En ze is soms ook hoog: tijdens corona werd de onthaaldienstverlening niet als open ervaren. Je moest telefonisch een afspraak maken. Ook tussen kerst en nieuwjaar en in de week van de Gentse feesten is de fysieke toegankelijkheid laag.
Ook de corona steunmaatregelen komen niet vanzelf tot bij wie er recht op heeft: de Covid-toeslag op het groeipakket, tijdelijke werkloosheid, de gratis treinritten, de corona-werkloosheidsuitkering, uitstel betaling hypotheek, …
Er is nood aan ondersteuning bij het laten gelden van de sociale rechten, aan huis, of via herhaaldelijk telefonisch contact met iemand die ze vertrouwen.
Het staat buiten kijf dat de uitputting van rechten een moeilijke zoektocht is: de voorwaarden voor ieder recht of sociaal voordeel zijn verschillend, naargelang het doel dat men met die maatregelen wil bereiken. De snel vorderende technologie geeft langzamerhand meer mogelijkheden tot automatisering en administratieve vereenvoudiging, maar dit is vaak niet verzoenbaar met de noodzakelijke regels rond gegevensbescherming, boet in aan efficiëntie door onbetrouwbare brondatakwaliteit, of botst op budgettaire grenzen. Stad/OCMW Gent zet in op het wegwerken van die obstakels waar mogelijk.
Zo zijn er al belangrijke stappen voorwaarts gezet in de toekenning van gratis zakken of ophaalkrediet voor huisvuilophaling en voor de toekenning kansentarief UiTPAS: het is voor deze rechten voor de meerderheid van de rechthebbenden niet meer nodig om nog bewijsstukken (attesten e.d.) aan te leveren.
De brochure "Hoe kunnen we je helpen?" en de flyer "Hulp nodig? Neem contact met het welzijnsbureau in je buurt." zijn middelen om niet-digitale informatie over sociale rechten te verspreiden.
n de loop van 2023 worden deze communicatiemiddelen vervangen door losbladige thematische infofiches die gemakkelijk kunnen afgedrukt en meegegeven worden, en die sneller kunnen geactualiseerd worden. Daarbij wordt extra aandacht besteed aan helder taalgebruik in een ondersteunende lay-out.
Op Vlaams niveau wordt gewerkt aan een meer toegankelijke en efficiëntere digitale rechtenverkenner.
Via het ter beschikking stellen van gratis digipakketten (zie ook signaal 57) werd deels tegemoetgekomen aan de nood aan toegang tot internet. Men kan ook terecht op de digipunten voor gratis toegang tot een computer en internet.
De in 2020 opgestarte welzijnsonthaal-werking van de welzijnsbureaus heeft onder andere tot doel om aanspreekpunt te zijn voor alle Gentse burgers met alle mogelijke sociale vragen, ook als ze geen uitkeringen van het OCMW ontvangen of op een andere manier in een traject actief begeleid worden. Door meer naar buiten te treden (vindplaatsgericht werken), beter samen te werken met andere organisaties (Single Point of Contact, Geïntegreerd Breed Onthaal) en meer informatie te geven wil het OCMW mensen in onderbescherming beter bereiken en ondersteunen.
Sinds de coronacrisis onder controle is, hebben de Welzijnsbureaus hun normale openingsuren hervat. De Gentse welzijnsbureaus blijven inzetten op een maximale toegankelijkheid voor zover de capaciteit het toelaat. Ook de maatschappelijk werkers van het OCMW botsen op de moeilijkere bereikbaarheid van andere dienstverleners (banken, vakbonden, mutualiteiten,…).
In de corona-periode moesten een aantal noodmaatregelen snel doorgevoerd worden, terwijl de werkomstandigheden moeilijker waren. Dat is inderdaad niet van een leien dakje gelopen, maar die periode is intussen gelukkig voorbij.
Ondersteuning aan huis is niet realiseerbaar. De nagestreefde goede samenwerking tussen alle dienstverleners en sociale vrijwilligersorganisaties komt daar het dichtste bij.
9
Sociaal tarief internet/telefoon enkel aanvraagbaar door rechthebbende
Het recht op sociaal tarief wordt nog steeds niet automatisch toegekend en kan enkel door de rechthebbende worden aangevraagd. Hulpverleners kunnen geen sociaal tarief voor internet/telefoon aanvragen voor hun cliënten als ze niet bij hen zitten.
Door de volledig geprivatiseerde telecommunicatiemarkt zijn de procedures voor aanvraag van het sociaal tarief internet en telefoon volledig afhankelijk van de goodwill van de aanbieders, ook al is er een wettelijk kader dat aan grote providers verplicht om minimale sociale tarieven toe te kennen. De betreffende wet stelt voor alle begunstigdencategorieën dat het voordeel "op hun verzoek" kan worden genoten. Het sociaal tarief kan wel aangevraagd worden door de maatschappelijk werker voor de cliënt als de maatschappelijk werker beschikt over het rijksregisternummer en abonnementsgegevens van de cliënt. Het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) bepaalt de stukken die moeten bewijzen dat aan de voorwaarden voor het verlenen van het sociale tarief is voldaan. Zolang de wet niet verandert, blijft het zeer omslachtig om dit voordeel te verkrijgen.
Gent participeert samen met Leuven en Mechelen in een proefproject van de Sociale Dienst van de VUB en Telenet. Het product 'Telenet Essential' biedt basisinternet via het mobiele netwerk aan kwetsbare gezinnen of personen zonder of met zeer beperkte connectiviteit thuis. Intekenen kan enkel onder bepaalde voorwaarden en via sociale organisaties en digitale inclusie-organisaties.
10
Het groeipakket niet altijd ondersteunend©
Soms hebben kinderen extra ondersteuning nodig om te groeien. Voor hen bevat het Groeipakket naast het basisbedrag een extra zorgtoeslag die de kosten in hun specifieke situatie beter afdekt. Wie een of beide ouders heeft verloren, wie in een pleeggezin opgevangen wordt of wie door een beperking of handicap ondersteuning nodig heeft, krijgt maandelijks een zorgtoeslag bovenop het basisbedrag. Welnu, het is soms maandenlang wachten om deze zorgtoeslag te ontvangen, zeker als het gaat om de zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte, want daarvoor moet het gezin zelf een aanvraag indienen. Ook de eerste coronatoeslag op het groeipakket kwam er enkel voor wie het actief heeft aangevraagd.
Sinds 1 januari 2019 hebben niet-begeleide minderjarige vreemdelingen recht op het groeipakket. Het OCMW houdt het groeipakketbedrag af van het leefloon van de niet-begeleide minderjarigen. Dit geldt ook voor Belgische jongeren die alleen wonen. Het groeipakket zou er eigenlijk moeten zijn om deze jongeren in een kwetsbare situatie te ondersteunen.
Het groeipakket is een Vlaamse bevoegdheid waarop vanuit het lokale niveau weinig invloed kan worden uitgeoefend. Het aanvragen van de zorgtoeslag gebeurt inderdaad niet automatisch, het gezin moet daarvoor een hele procedure doorlopen. De tussenkomst van een arts is noodzakelijk om de zorgbehoefte via een puntenschaal te evalueren. Maatschappelijk werkers van OCMW kunnen mensen die daar nood aan hebben, ondersteunen in hun aanvraag. Hetzelfde geldt voor de coronatoeslag op het groeipakket.
De voorwaarden voor het leefloon zijn vastgelegd in de Wet betreffende maatschappelijke integratie (de RMI-wet). Het is een bijstandsuitkering waarop men enkel recht heeft in de mate waarin er geen andere inkomsten zijn. Het gevolg is dat alle bestaansmiddelen aangerekend moeten worden op het leefloon. Via een Koninklijk Besluit kunnen daarop uitzonderingen voorzien worden: inkomsten die geheel of gedeeltelijk niet in aanmerking komen bij het berekenen van de bestaansmiddelen. Gezinsbijslag (= Groeipakket) is zo een uitzondering, op voorwaarde dat de aanvrager gezinsbijslag krijgt voor kinderen die hij opvoedt en ten laste heeft. Het Groeipakket dat iemand voor zichzelf ontvangt, voldoet niet aan deze voorwaarden en valt dus niet onder de vrijstelling. Het Groeipakket wordt beschouwd als een inkomen van en voor deze persoon zelf, dat aangevuld kan worden met leefloon.
11
Te weinig ondersteuning voor tienerouders
Tienerouders worstelen bovenop het ouderschap ook met school en beperkte middelen. De uitwerking en toekenning van ouderschap gerelateerde verloven moet beter; en er is nood aan preventie, aangepaste vakken/trajecten en extra ondersteuning. Tienerouders met een verstandelijke beperking blijven nog te veel in de kou staan. Meer dan welke groep hebben zij nood aan extra ondersteuning, informatie in duidelijke taal en trajecten op maat.
Tot op heden is er geen sociaal verlof voor tienerouders en geen vaderschapsverlof voor schoollopende tienervaders. Tienermoeders staan er vrijwel meteen helemaal alleen voor. Ze kunnen niet als koppel voor het kindje zorgen en dit resulteert voor de tienermoeder vaak in een B-code op school. Uit onderzoek blijkt dat jonge vaders zich vaak uitgesloten en weinig betrokken voelen in de opvoeding van hun kind. Door het niet toekennen van vaderschapsverlof blijft deze kloof aanhouden.
Momenteel is de moederschapsrust voor schoollopende tienermoeders 10 weken en hebben ze geen recht op borstvoedingsverlof. Vaak kunnen de baby’s op 10 weken nog niet terecht in een kinderopvang, omdat ze hun eerste vaccinaties nog niet hebben gehad. De leerplicht wordt als drukkingsmiddel gebruikt, maar dit zorgt er voor dat de mama’s volledig afhaken. Er is nood aan een flexibel schooltraject op maat.
In Buitengewone Secundaire scholen kan de jongere vaak, eens ze meldt dat ze zwanger is, niet meer aanwezig zijn op school (veiligheidsrisico’s). Anderzijds zijn er ook jonge meisjes die omwille van medische redenen verbonden aan de zwangerschap, niet meer op school geraken. De afstand tussen jongere en school wordt hierdoor enorm groot, evenals de drempel om na de zwangerschapsrust terug te keren. Scholen en CLB-netten geven de nood aan voor Tijdelijk Onderwijs Aan Huis, dat in deze situaties verplicht zou moeten worden.
Er is nood aan preventie, aangepaste vakken/trajecten en extra ondersteuning. Seksuele opvoeding wordt onvoldoende aangeboden, evenals thema’s als gezondheid, budgettering, en (begeleid) wonen om je als jongere beter voor te kunnen bereiden op het volwassen leven. Het is onduidelijk in welke vakken dit is opgenomen, en jongeren hebben baat bij een leerkracht/begeleider die zich hiertoe engageert.
Ook de kinderopvang is ontoereikend. In Gent is het bekend dat de zoektocht naar een gepaste kinderopvang vinden niet van een leien dakje loopt. Problemen waar velen op botsen zijn: ‘geen opvangmogelijkheid op de gewenste startdatum’, ‘geen opvangmogelijkheid in de buurt van de school of huis’ of ‘geen weet hebben van de voorziene crisisplaatsen voor kwetsbare situaties’. Het vroegtijdig aanmelden is niet altijd een garantie en ouders die een aanvraag indienden krijgen vaak alsnog te horen dat er geen mogelijkheden zijn in de gewenste kinderopvang. Ze zijn dus genoodzaakt om hun aanvraag te wijzigen en verder van huis te zoeken. Bij tienermoeders zien we dat deze ‘ochtendrush’ zorgt voor het afhaken op school. Zij hebben nood aan een flexibel opvangsysteem in samenwerking met omliggende scholen.
In 2017 zijn 12 meisjes per 1.000 van 15 tem 19 jaar zwanger. (Belgische gegevens, Bron: Sensoa). Gent telt in 2017: 6158 meisjes van 15 tem 19 jaar. Omgerekend zouden er naar schatting zo’n 74 Gentse meisjes van 15 tem 19 zwanger zijn.
Deze signalen zijn besproken met Lejo vzw op de stuurgroep Huis van het Kind van mei 2021.
Algemeen:
De bundel "zwanger op school' is voorgesteld aan scholen/clb's en via het netwerk van Lejo (oa Huis van het Kind) gedeeld. Link is nog steeds te vinden via de website Bundel-Astrid-FINALE-versie.pdf (lejo.be)
Een heel aantal zaken hieruit zijn Vlaamse bevoegdheid. Deze zijn aangebracht op de commissie onderwijs op 1 juli 2021. Ondertussen is er vanuit Elisabeth Meuleman een eerste voorzet voor voorstel van resolutie over tienermoeders in het onderwijs opgemaakt. Lejo vzw en Fara vzw zijn deze aan het bijwerken.
Wat betreft kinderopvang:
Voor STAD GENT – Dienst Kinderopvang als regisseur
Algemeen
- de situatie voor tienerouders op zoek naar opvang, is eigenlijk dezelfde als voor andere ouders: de meesten vinden wel een plaats maar niet in de voorkeurlocatie (vlak bij huis of werk) en ook niet vanaf de gewenste startdatum; dekkingsraad rapport plaats id KOV voor 52% van geboortes in Gent (opvang van kinderen niet uit Gent moet hier nog afgetrokken)
- Tienerouders zijn geen expliciete voorrangsgroep voor Opgroeien (indien IKT min 20% voorrangsgroep als regel) tenzij ze alleenstaand zijn (maar vaak wonen ze nog thuis waardoor samenwonend met ouders) of tenzij ze een lager inkomen hebben (maar ook hier vaak opgeteld met samenwonende partners). Ter info : hoe private kinderopvang omgaat met deze voorrangsgroepen id planning hebben wij geen zicht. Zij kiezen daarin hun eigen beleid. LOK kan signaleren maar heeft geen mandaat om af te dwingen.
Voor STAD GENT – Dienst Kinderopvang als organisator
Tienerouders hebben strikt genomen geen extra punten maar .. sommige KDV’s hebben lokale samenwerkingen en er wordt centraal id planning wel extra rekening gehouden met deze doelgroep. Intern komt dit bvb op een ‘noodlijst’.
Ook een laattijdige aanvraag wordt volwaardig bekeken .
Concreet : 2015-nu : 101 aanvragen van tienermoeder (tot 18 jaar en tot 21 jaar indien Sec.Ond)
- 12 op tijd ingediend > 1 die geen plaats had
- 47 ‘laattijdige’ aanvragen (minder dan 9 maanden vooraf) > 5 geen plaats
- 39 met vinkje ‘crisis’ én laattijdig > 5 geen plaats (al de anderen ook plaats op lange termijn – opvangplan loopt door na de kortdurende ‘crisisopvang’)
‘Crisisopvang’ = héél dringend, komt bovenop gewone planning en max. 3 maanden zonder garantie op langer > redenen ‘draagkracht gezin/ouder overschreden’ of ‘externe factor’ cfr plaatsing kind
>Bijkomend: ‘DOP’ : wij registreren dit voor Opgroeien : indien laattijdig en plaats binnen de maand. Dit noemen wordt geregistreerd als DOP. (Dringende Opvangplaats)
- 2 x crisis > tijdelijk plaats aangeboden – 3 maand – geen opvang erna
- 1x vakantie opvang (eigen opvang gesloten + vakantiejob)
* gewenste startdatum : verschoven startdata kunnen achteraf we niet uit het systeem halen.
Conclusie : Uit registratie Kinderopvangpunt blijkt dat er 101 aanvragen binnenkwamen (op 5 jaar) waarvan er 11x geen oplossing kon worden geboden. Dit gaat om +/- 10%
12
Plafond maximumfactuur voor chronisch zieken later bereikt
Bepaalde zorg is door de 6de staatshervorming overgeheveld van Federaal naar Vlaams niveau.
De ziekenfondsen mogen daardoor sinds 1 januari 2020 de betaalde remgelden en bedragen in kader van de overgehevelde zorgsectoren niet langer meetellen voor de maximumfactuur (plafonnering van de kosten), het zorgforfait of het statuut chronische aandoening.
Dit heeft een invloed op 3 domeinen:
- patiënten verliezen de terugbetaling van hun remgelden in het kader van de maximumfactuur. Het gaat om gemiddeld 300 euro per persoon, en veel meer voor mensen met hoge gezondheidskosten.
- Ongeveer 7% van de mensen die normaal het statuut chronische aandoening krijgen, dreigt dit statuut te verliezen waardoor ze ruim 100 euro meer uit eigen zak moeten betalen alvorens de maximumfactuur in werking treedt. Daarenboven verliezen zij het recht op de derdebetalersregeling.
- Ook dreigt het verlies van het zorgforfait voor chronisch zieken. Dat kan oplopen van 312 euro tot 624 euro per jaar.
13
Ouderenzorg EU-burgers
EU-burgers moeten werken om hier te kunnen blijven. Als hun ouders ziek zijn, willen ze hen naar hier halen om te verzorgen. Maar dan kunnen ze niet werken en vervalt hun E-kaart. De ouders kunnen niet in een woonzorgcentrum terecht omdat het te duur is en ze geen recht hebben op terugbetaling. Ze kunnen dit recht wel krijgen als hun kind bewijst dat hij/zij hen ten laste kan nemen. Vaak kan dit echter niet omwille van de precaire werksituatie als (schijn)zelfstandige. Ook mantelzorgverlof opnemen kan niet door deze precaire werksituatie. Doordat de kinderen vaak in precaire situaties leven, hebben zij niet de mentale kracht om mantelzorg op zich te nemen, of onvoldoende financiële middelen om die extra mond te voeden. Hierdoor komen de ouderen soms op straat terecht,
Ouderen die hier al jaren verblijven en geen link meer hebben met het thuisland omdat hun kinderen hier een leven opgebouwd hebben, ervaren gelijkaardige problemen. Ze hebben vaak onvoldoende rechten opgebouwd om van een ziekteverzekering of pensioen te kunnen genieten.
Dit signaal dient verder uitgeklaard te worden, verblijfsrechtelijke aspecten en toegang tot sociale zekerheidsstelsel spelen hierin een belangrijke rol. Regelgeving is geen lokale bevoegdheid.
17
Geestelijke gezondheidszorg voor mensen zonder wettig verblijf is broodnodig, maar ontoegankelijk
Mensen zonder wettig verblijf hebben soms psychosomatische klachten, trauma-ervaring, psychische of psychiatrische problemen. In de reguliere geestelijke gezondheidszorg kunnen ze nauwelijks terecht door de kostprijs, de taalbarrière of de wachttijd. Via de medische kaart voor dringende medische hulp is opname mogelijk en wordt psychologische hulp enkel terugbetaald als de factuur een officieel RIZIV-nomenclatuurnummer bevat. Mind Spring is een mooi aanbod maar niet iedereen is bereid om aan een groepsaanbod deel te nemen. Ook het aanbod voor erkende vluchtelingen zit vol en is heel duur want je moet niet alleen de therapeut betalen maar ook de tolk.
De psychiatrische problemen kunnen een serieuze impact hebben op het gehele gezin.
Casus: een papa heeft psychiatrische hulp nodig maar vindt deze hulp niet in de juiste taal. Ondertussen heeft zijn kwetsbaarheid een grote negatieve impact op gans zijn gezin.
Mensen zonder wettig verblijf hebben vaak een traumatiserende geschiedenis en verblijven omwille van hun statuut vaak in zeer precaire omstandigheden waardoor de kans op psychische of psychiatrische problemen hoger is. Anderzijds zorgt hun illegaliteit ervoor dat hun rechten op zorg en hulpverlening uiterst beperkt zijn. Daarenboven moeten we helaas nog steeds vaststellen dat in de regio het aanbod voor cultuursensitieve geestelijke gezondheid vrij beperkt is. Niet enkel voor mensen zonder papieren zijn de drempels naar zorg hoog, ook voor mensen in procedure en geregulariseerde vluchtelingen blijven we zoeken naar goede sporen voor een zorgaanbod op maat.
Om deze drempels te verlagen investeert de stad in een samenwerking met CGG Adentro en CAW Oost-Vlaanderen.
CAW Oost-Vlaanderen biedt met Mind Spring een psycho-educatief groepsaanbod voor vluchtelingen. Doel is het verhogen van hun mentale weerbaarheid en helpen hen de toekomst aan te pakken. Het programma verhoogt de mentale weerbaarheid vanuit hun eigen kracht en helpt hen de toekomst aan te pakken. De groep wordt in de eigen taal begeleid door een speciaal daarvoor opgeleide ervaringsdeskundige Mind-Spring-trainer en een professional uit de sociale, medische, onderwijssector, … die hiertoe een opleiding tot Mind-Spring co-begeleider volgde.
Voor een snellere instroom naar een gepaste begeleiding op maat financieert Stad Gent voor de doelgroep vluchtelingen een samenwerking met CGG Adentro. Hierbij kunnen vluchtelingen met nood aan individuele cultuursensitieve psychologische begeleiding in een snel traject opgenomen worden. Doelgroep zijn alle vluchtelingen die nood hebben aan een multidisciplinaire ondersteuning. Indien er voldoende begeleidingscapaciteit is kunnen ook vluchtelingen zonder papieren hier in een versneld traject ondersteund worden. Voor de instroom van mensen met dit profiel organiseert het CGG maandelijks een netwerktafel met betrokken partners die cliënten kunnen aanmelden voor een versnelde instroom.
Deze netwerktafel nam in voorjaar 2021 samen met het PAKT het initiatief om een lokaal overleg te starten rond cultuursensitieve zorg in de regio. De Stad Gent neemt hieraan ook deel.
In kader van het corona relance plan zet Stad Gent sinds oktober 2020 4 relance psychologen in. Deze werken zeer laagdrempelig, vanuit wijkgezondheidscentra en sociale ontmoetingsplaatsen. Deze psychologen bieden gratis kortdurende (maximaal 10 sessies) krachtgerichte trajecten aan kwetsbare Gentenaren. Er gelden geen vooraf vastgelegde beperkingen met betrekking tot thema’s, problematieken, ernst, of eventuele zorggeschiedenis/zorgplannen. De consultaties worden georganiseerd met tolk indien nodig en ook mensen zonder papieren kunnen bij de relance psychologen terecht. Een doorverwijzing van een arts of outreachende toeleider is wel noodzakelijk.
Ook met de instroom van vluchtelingen uit Oekraïne werd een plan opgemaakt voor opvang en psycho-sociale ondersteuning. Hiervoor worden 2 instroompoorten gepromoot (0800 nummer van caw en intake team psychologische dienst van het ocmw), die kunnen doorverwijzen naar gepaste zorg-trajecten (CAW oa mindspring en traumaverwerking, OCMW psychologisch dienst en CGG Adentro). Naast ondersteuning van de vluchtelingen staat CAW ook in voor de ondersteuning van professionals en vrijwilligers.
In 2023 start een project waarbij het SOI en CAW samenwerking om in de schoot van het Mind-Spring aanbod, een intensievere begeleiding te voorzien voor niet-begeleide minderjarige vluchtelingen en hun gezin, voor en na gezinshereniging.