Signalen 2018 Zorgaanbod
69
Geen laagdrempelig groepsaanbod opvoedingsondersteuning voor ouders met kinderen vanaf 8 jaar
In Gent kunnen ouders met kinderen vanaf 8 jaar niet terecht in een laagdrempelig groeps- of trainingsaanbod rond opvoedingsondersteuning dat uit meerdere sessies bestaat. Het Stop-aanbod (4-7j) in Gent zit meteen vol en het Lift-aanbod (8-12j) bestaat niet in Gent. Er is vooral nood aan een aanbod rond het begrenzen van kinderen en de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.
Ouders van jongere kinderen kunnen daarvoor occasioneel terecht bij de spelotheken van vzw Jong en bij de drie inloopteams. Maar zij hebben te weinig personeel om op verschillende plaatsen in Gent (op maat en laagdrempelig) langdurige reeksen groepsaanbod te starten.
Er is een eenjarig Project emotieregulering opgestart vanuit Huis van het Kind ism Topunt, Samen1planGent. Dit richt zich naar leerlingen van het 5de en 6de leerjaar.
70
Nood aan voor- en nazorg®
Er is meer nood aan ruimte voor nazorg na het stopzetten van hulpverlening. Traditioneel gaat het hier over nazorg na ontslag uit ziekenhuis en psychiatrie. Maar ook bij andere hulpverlening is er nood aan nazorg in de vorm van zorgcontinuïteit bij overgang (jeugdzorg, gevangenis, …). Vaak ontbreekt ook een duidelijk kader met betrekking tot nazorg. Ook is er nood aan wachtlijstzorg zodat mensen ‘ergens’ terecht kunnen voordat ze de meest geschikte hulp krijgen.
Enkele voorbeelden gebrek aan nazorg:
- Beschut wonen: mensen in beschut wonen moeten doorschuiven, maar naar waar?
- Gevangenen worden op straat gezet zonder woonst, werk, … (erger in Coronatijd)
- Wat na jeugdhulp? Eerst is er veel hulp, en dan plots valt alles weg.
- Wat na collectieve schuldenregeling?
Enkele voorbeelden gebrek aan ‘voor’zorg:
- Mensen kunnen door een multiproblematiek niet terecht in de hulpverlening, maar waar kunnen ze dan wel heen?
- Mensen kunnen maar voor één problematiek worden geholpen, wat met de andere?
- Mensen kunnen door plaatsgebrek niet terecht in de psychiatrie, waar kunnen ze ondertussen wel heen?
71
Voorwaarden voor hulp®
Mensen kunnen niet terecht in de hulpverlening omdat ze er niet erg genoeg aan toe zijn, een dubbele diagnose hebben, of zich eerder onaanvaardbaar hebben gedragen. En dus wordt deze kwetsbare doelgroep de toegang tot hulp ontzegd, zonder dat er een andere oplossing is. Zonder gepaste hulpverlening dreigen de problemen te escaleren, zowel voor de persoon zelf, als voor zijn omgeving en de buurt.
Enkele voorbeelden:
- De crisis is niet zwaar genoeg voor crisishulpverlening
- Opname kan enkel als je nuchter bent
- Revalidatie na amputatie kan enkel als je afgekickt bent
- Opname in revalidatiecentrum kan enkel als je been tot boven de knie werd geamputeerd
- Drughulpverlening is enkel mogelijk als je zelf de stap zet en ernaartoe gaat
Dit signaal kent vele facetten waarvan 2 onmiddellijk aan de oppervlakte komen: ten eerste is de vraag naar zorg is op dit moment groter dan het aanbod waardoor wachtlijsten ontstaan of mensen geweigerd worden. Ten tweede zijn er doelgroepen met een specifieke zorgnood waar op dit moment geen of weinig gepaste zorg of behandelingstrajecten zijn waardoor deze mensen geen toegang vinden tot zorg. Deze laatste groep betreft vaak mensen met een complexe "multi"-problematiek : dak- en thuislozen vaak in combinatie met een psychische problematiek, verslaving, niet te juiste papieren... Voeg de 2 bovenstaande facetten samen en deze extreem kwetsbaar doelgroep komt achteraan in de wachtrij voor zorg te staan.
In Gent bestaat al langere tijd Azis+ (Assertieve zorg in de samenleving), een netwerk(tafel) waar partners uit algemeen welzijn (CAW, OCMW, Straathoekwerk), verslavingszorg en geestelijk gezondheidszorg samen kortere zorglijnen uitwerken en casemanagement doen voor deze doelgroep. Samen wordt aanklampende zorg georganiseerd, in de thuissituatie of verblijfplaats (vb opvang of op straat), en waar nood is aan een opname met de residentiële partners gezocht naar manier om drempels in de zorg te verlagen, soms met succes maar nog te vaak wordt vastgesteld dat het netwerk samen met de cliënt tegen muren en deuren aanloopt.
In 4 Gentse wijken zijn ook mobiele werkers geestelijke gezondheid aan de slag. Zij gaan actief op zoek naar mensen met een psychiatrische problematiek onder de zorgradar. Zij ondersteunen buurtpartners in het zoeken en vinden van gepaste zorg, en vooral ook in het bieden van goeie buurtgerichte zorg voor psychisch kwetsbare mensen. De mobiele werkers zijn verbonden aan de Gentse psychiatrische ziekenhuizen en zoeken met hun eigen organisaties ook hoe samen drempels in de zorg kunnen worden overwonnen en hiaten kunnen worden gedicht.
72
Wachttijd bezoekersruimte loopt op©
Na contactbreuk moeten ouders en kinderen tot 1 jaar wachten op begeleiding bij herstel van onderling contact. Er is meer vraag naar aanleiding van conflictueuze echtscheidingen en er zijn weinig diensten die met deze problematiek kunnen of durven werken. Daarom is er een wachttijd om gebruik te maken van de bezoekruimte van CAW. Dit werd nog versterkt door corona (zie ook signalen 16 en 27).
Jaarlijks zijn er ca 25.000 echtscheidingen en ongeveer 1 op 4 van de minderjarigen maakt een scheiding thuis mee. 10 tot 15% van de scheidingen verloopt conflictueus.
We plannen begin 2022 een overleg in met CAW en betrokken (stads)diensten en organisaties zoals Huis Vh Kind, Samen 1 Plan, OCMW. Daar bekijken we of dit signaal geëscaleerd dient te worden naar hogere overheden en wat er op lokaal niveau kan gebeuren. Binnen Cel Gezin van Stad/OCMW Gent, een departementsoverstijgende werkgroep wordt bepaald welke acties verder ondernomen kunnen worden.
73
Drempels bij doorverwijzing naar gezinshulpverlening
Gezinnen komen opeenvolgend in onthalen van verschillende organisaties (bv. huisarts - opvoedingswinkel - CLB) terecht. Daar moeten ze steeds opnieuw een kort onthaal- of intakegesprek doen met een onbekende medewerker. De focus van de intakegesprekken ligt vooral op praktische elementen en procedures, eerder dan op het welzijn en de beleving van het gezin.
Als er na intake moet worden doorverwezen, is er bijna altijd een wachtlijst van minstens 6 maanden: bij de beide Gentse CKG’s, CGG, CAW en jeugdhulp. Voor jongeren 12+ is er een tekort aan passend aanbod van intensieve (thuis)ondersteuning.
vb. een jongere van 18 jaar, die bij zijn alleenstaande mama en 3 jongere broers/zussen woont, vindt geen passend aanbod na beëindiging van z’n middelbaar doordat in de DOP aanvraag geen dringende elementen opgemerkt werden op het intakeformulier. Het formulier is afgenomen tijdens een éénmalig gesprek met een onbekende consulent, terwijl er rond het gezin een hulpverlenersnetwerk van minstens 5 organisaties actief is (OCMW, CGG, CKG, Opvoedingswinkel, de huisarts, psychiater UZ en de laatst betrokken begeleiders van de middelbare school). Het netwerk stuit op een gebrek aan passend aanbod voor de jongere.
Ondersteuning via tolken wordt niet vaak geboden (zeker bij CKG en Jeugdhulp), of is een bijkomende reden van wachtlijsten.
Door de korte duur van trajecten en de nadruk op doelgerichtheid worden maatwerk en een cultuur sensitieve houding bij hulpverleners bemoeilijkt.
Dit signaal bestaat uit verschillende elementen. Hierbij is het belangrijk mee te geven dat ook de bevoegdheid zich op verschillende niveaus bevindt.
- Rond het onthalen van ouders, gezinnen, kinderen en jongeren zette Stad Gent in samenwerking met een aantal partners binnen Huis van het Kind met de opstart van het Groeiteam begin 2023 een belangrijke stap. "Het Groeiteam is er op verschillende plekken in de stad. Je kiest zelf waar je langs komt: op een locatie bij jou in de buurt of in het Stadskantoor. In het Stadskantoor vind je alle dienstverlening van de stad onder één dak. Ook onze experten in kinderopvang, opvoeding, leerlingenbegeleiding en levenslang leren zijn er direct voor jou beschikbaar." Op die manier trachten we ervoor te zorgen dat ouders, gezinnen, kinderen en jongeren op verschillende plekken, waar zij vaak al komen, laagdrempelig onthaald kunnen worden en dat de medewerkers via gezamenlijk - trainingsplan een gedeelde expertise ontwikkelen zodat -indien nodig- gericht kan doorverwezen worden of in het Stadskantoor specifieke expertise ook direct beschikbaar is.
-Cel Gezin, een departementsoverstijgende werkgroep van Stad/OCMW Gent stelde samen met Beleidsgroep Gezin een feedbacknota op rond de nieuwe ontwikkelingen binnen Opgroeien om tegemoet te komen aan de signalen hierrond. Hierbij gaven we onder meer volgende thema's mee:
- leefwereldperspectief van de gezinnen moet maximaal meegenomen worden, - zorgcontinuïteit (waarbij we focussen op relationele continuïteit) moet meer gegarandeerd kunnen worden, Om dit bijschakelen mogelijk te maken, is er echter ook een voldoende capaciteit nodig in de gespecialiseerde hulpverlening. Het is evident dat er niet bijgeschakeld kan worden indien er gebotst wordt op wachtlijsten en bovendien vraagt het inzetten op verbindingen en samenwerking tussen basisvoorzieningen en jeugdhulp ook ruimte van praktijkwerkers om hierin te investeren. Een shift naar vroeg en nabij mag niet negeren dat er ook een prangende vraag blijft naar extra budget voor gespecialiseerde hulpverlening.
- toegankelijkheid: vb. het grote tekort aan taalondersteuning (tolken), het gebrek aan een helder overzicht in het versnipperden onoverzichtelijk aanbod, en hoe zorgen we voor zichtbaarheid naar alle burgers?
74
Aangepaste opvang voor anderstalige zorgbehoevende ouderen
Het is zeer moeilijk om een geschikte opvangplek in een woonzorgcentrum te vinden voor anderstalige zorgbehoevende ouderen (met dementie). Naast de opvang op zich, is ook de begeleiding niet evident omdat zowel het zorg- als het activiteitenaanbod in het Nederlands plaatsvinden.
- Dit signaal is herkenbaar maar de situatie is wat genuanceerder; er is sowieso een groep die wel al bereikt wordt, maar ook een groep die niet bereikt wordt. De laatste jaren wordt een enorme evolutie waargenomen.
- De overgang naar een wzc is sowieso niet evident maar voor personen met een migratie achtergrond is de stap mogelijks nog groter. Er zijn heel wat zaken die het extra moeilijk maken: taboe (vooral bij familieleden niet persé door oudere zelf), taal, geloof, maaltijden
We constateren dat er op 2 niveaus drempels zijn:
1. Om de weg naar een woonzorgcentrum of andere opvang te vinden of kiezen --> heel wat drempels (kennis, taboe,...).
2. Eenmaal in het woonzorgcentrum zijn er aanpassingen nodig zowel vanuit personeel wzc als bewoner (zorg op maat voor bewoner met migratieachtergrond): taal, maaltijden, activiteiten...
Goeie voorbeelden en geleerde lessen:
- Enkele woonzorgcentra hebben hier zeker al op ingezet, maar in veel wzc is hier nog niet echt beleid rond dus nog werk aan de winkel. Door corona heeft elk wzc de afgelopen 2 jaar ook op een "eiland" geleefd. Er zijn heel wat zaken on hold gezet wegens andere prioriteiten. Nu tijd om hiermee weer aan de slag te gaan
- Voorbeeld van good practice: Wzc de vijvers nam deel aan projectoproep rond cultuursensitieve zorg in de residentiële ouderenzorg. Zie rapport https://www.kdg.be/sites/default/files/rapport_cszinwzc-sep2020-scherm.pdf. Hieruit zijn veel lessen te leren voor andere woonzorgcentra.
- Er loopt momenteel ook een onderzoek vanuit UGent over diversiteit in Gentse woonzorgcentra
- Vanuit InGent worden opleiding georganiseerd voor zorgpersoneel om te werken rond diversiteit
88
Hulpverlening worstelt met grote toestroom van Intra-Europese migranten in een kwetsbare situatie
Hulpverleners merken een grote toestroom van intra-Europese migranten in het algemeen en Bulgaarse Roma in het bijzonder. De kwetsbaarheid bij deze groep is heel groot, maar de taalbarrière en de cultuurverschillen zorgen ervoor dat het niet evident is om met hen te werken. Doordat ze met verschillende gezinnen samenwonen, zorgen ze vaak voor overlast in de buurt, ze komen voedselpakketten halen maar laten voedsel achter dat ze niet kunnen gebruiken, …
De professionelen die momenteel met deze doelgroep werken zijn overbevraagd. Zo blijft een deel van de groep in de kou staan, nemen de problemen toe en raken ze meer en meer gestigmatiseerd. Er is nood aan meer intermediairen, interculturele bemiddelaars of taalondersteuners om met deze doelgroepen aan de slag te gaan. Alle mensen die één van deze talen kennen: Slowaaks, Roemeens, maar vooral Bulgaars zijn overbevraagd.
Signaal dat naar aanleiding van de eerste lockdown werd gegeven. In samenspraak met organisaties waar deze doelgroepen zich aanboden werden afspraken gemaakt om deze doelgroep toe te leiden naar hulpverlening.
Het signaal aangaande inzet van intercultureel medewerkers nabij aan de doelgroep kan eventueel opgenomen worden met outreachend werk (buurtstewards) om bij aanwerving hierop te sturen.
99
Gebrek aan tolken in de hulpverlening®
Sommige vakbonden en mutualiteiten bieden geen tolk aan waardoor er geen of nauwelijks communicatie met de cliënt/patiënt mogelijk is. Idem in ziekenhuizen, in de gevangenis, … Omdat tolken onbetaalbaar worden (48€ per tolkuur + verplaatsingskosten, en ook de Vlaamse tolkentelefoon wordt betalend), worden tolken enkel ingeschakeld voor het hoogst noodzakelijke. Men stopt met tolkuren aanvragen als het contingent (vanuit Stad Gent via IN-Gent) op is. Ook zijn er onvoldoende tolken voor bepaalde talen: Turks, Arabisch, Bulgaars, Roemeens, Slovaaks. Aangezien de Vlaamse tolkentelefoon ook betalend wordt, zal het veel moeilijker worden om flexibel tolken in te zetten voor laagdrempelige dienstverlening zonder afspraak. Vaak is het dan behelpen met google translate. Ook wordt er een hoge druk gelegd op de kinderen en het netwerk van de gezinnen, en op de hulpverleners rond de gezinnen.
Het gebrek aan tolken in de hulpverlening leidt tot ‘hangende casussen’ in de eerstelijnsondersteuning die geboden wordt door de opvoedingswinkel, de brugfiguren, de wijkgezondheidscentra, … Patiënten of cliënten die gerichter geholpen zouden kunnen worden door andere eerstelijnsdiensten blijven toch naar diensten en organisaties gaan waar er een tolk aanwezig is of geven het gewoon op en krijgen geen hulp.
Er wordt bijvoorbeeld geen gebruik gemaakt van tolken in de intensieve gezinsbegeleiding (therapeuten, gezinsbegeleiding, groepstrainingen,…) en dus is er geen intensieve gezinsbegeleiding voor anderstaligen. Daardoor blijven deze gezinnen hangen in de eerstelijn in plaats van de hulp te krijgen die ze nodig hebben.
Ook is er een tekort aan tools en expertise om mensen met een psychologische en/of psychiatrische achtergrond die de Nederlandse taal niet machtig zijn en ook geen gangbare voertaal hebben een passende hulpverlening aan te bieden. Dit is het gevolg van het feit dat tolken redelijk wat geld kosten, en als er een tolk ingezet wordt, de tolk voornamelijk wordt ingezet in groepssessies. Het is vaak ook moeilijk om mensen met dezelfde taal in groep samen te brengen.
Dit signaal bundelt de noden aan sociaal tolken in diverse hulpverleningscontexten zowel binnen welzijn als gezondheid.
Die nood kwam nog scherper naar boven door de nieuwe tarieven voor sociaal tolken en vertalen die de Agentschappen Integratie en Inburgering in 2020 invoerden en het stopzetten van de subsidiëring van o.a. telefoontolken door diverse gebruikersoverheden zoals welzijn, gezondheid en onderwijs.
Het is duidelijk dat tolken in hulpverlening in bepaalde situaties noodzakelijk zijn om een kwaliteitsvolle dienstverlening te realiseren.
Stad Gent is zich hiervan bewust en voorziet daarom jaarlijks een subsidie t.w.v. €551.000 voor de inzet van sociaal tolken van IN-Gent ter plaatse en via video en voor vertalingen. Zowel diensten van Stad Gent als Gentse organisaties uit de sectoren Gezondheid, Welzijn, Onderwijs, Werk, Wonen, Asiel, Integratie & Inburgering kunnen op deze subsidie beroep doen. Het doel van de subsidie is:
- Een taaltoegankelijke dienstverlening realiseren in onze eigen stadsdiensten, zodat we een voorbeeldrol kunnen opnemen.
- Andere Gentse organisaties stimuleren om verder in te zetten op de taaltoegankelijkheid van hun dienstverlening.
Op dat laatste zetten we samen met de sectoren in. Zo hebben we een groeiscenario uitgetekend met de sectoren Gezondheid en Welzijn om enerzijds de verdeling van de middelen zo goed mogelijk te realiseren tussen de organisaties onderling, maar om anderzijds ook in te zetten op een efficiënt en effectief taalbeleid. De sectoren nemen dit engagement deze legislatuur op met ondersteuning van IN-Gent. Sensibilisering rond de nefaste effecten van het inzetten van kinderen als tolk, tips bij het inzetten van vertaaltechnologie zoals Google Translate,... kunnen hier deel van uitmaken.
Maar de Gentse middelen zijn enkel een stimulans. Ze kunnen het tekort aan middelen om voldoende tolken in te zetten in hulpverlening niet oplossen, daarvoor is een tussenkomst met eigen middelen of middelen van de gebruikersoverheden noodzakelijk. Vanuit de Stad blijven we dit signaal doorgeven naar de bevoegde overheden en we stimuleren ook de Gentse vertegenwoordigers van de sectoren om hetzelfde te doen bij hun gebruikersoverheden.
Naast taaldrempels bemoeilijken ook andere factoren een vlotte toegang tot gepaste psychiatrische zorg voor anderstalige nieuwkomers. Het klassieke aanbod van psychotherapie en psychofarmaca hebben vaak niet het verwachte of gewenste effect. Er is nood aan een andere behandelingsmethodiek die rekening houdt met de culturele context van de patiënt. Good practices als POZAH binnen Sint-Alexius Grimbergen en het vastlopen op individuele cases doen het bewustzijn rond de nood aan transculturele of cultuursensitieve zorg binnen de psychiatrie toenemen. Er is bereidheid binnen de psychiatrie om de dialoog aan te gaan.
Aanvulling vanuit het Onderwijscentrum: iCLB heeft eind februari (dus na 2 maanden) reeds helft van budget voor 2021 opgebruikt…….