Sociale media

4

Onveiligheidsgevoel bij LGBTQ personen

Mensen die tot de LGBTQ gemeenschap behoren, ervaren vaak eenzaamheid en angst voor homofoob gedrag, zowel in de dagdagelijkse contacten als via sociale media. Dit geldt in het bijzonder voor mensen met een migratie-achtergrond, die ook binnen hun eigen gemeenschap met homofobie te maken kunnen krijgen. Door een groot gevoel van onveiligheid verhuizen zij soms naar plaatsen waar zij binnen hun gemeenschap niet bekend zijn. Daarbij lopen ze de kans om in die nieuwe omgeving geconfronteerd te worden met én homofoob én racistisch gedrag. Dit fenomeen is herkenbaar in verschillende religieuze gemeenschappen en heeft invloed op het mentaal welzijn van de betrokkenen. De voorbije decennia verhoogde de maatschappelijke aanvaarding van LGBTQ personen en werden rechten en gelijke kansen versterkt. Toch lijkt het mentaal welbevinden van de doelgroep niet te stijgen. LGBTQ personen hebben nog altijd een sterk verhoogd risico op een lager mentaal welbevinden dan de algemene bevolking. Dit zie je weerspiegelt in de zelfmoordcijfers onder holebi’s en transgender personen:

  • Holebi’s zelfmoordpogingen: 17%-22%
  • Holebi’s zelfmoordgedachten: 33%-65%
  • Transgender personen zelfmoordpogingen: 22%-38%
  • Transgender personen zelfmoordgedachten: 62%-80%

(Bron: Seynaeve, H., Missiaen, J., Portzky, G., Dumon, E., Motmans, J. (2016). Onderzoek naar het psychisch welzijn van Vlaamse holebi's en/of transgenderpersonen. UGent.)

Er is vaak een wisselwerking tussen mentale en fysieke gezondheid. Een lagere mentale gezondheid kan soms leiden tot risicogedrag met gevolgen voor de fysieke gezondheid en een slechtere fysieke gezondheid kan leiden tot een lager mentaal welbevinden. Het welzijn van LGBTI+ personen versterken, blijft daarom een belangrijke uitdaging. (Bron: www.cavaria.be)

5

Impact van discriminatie en racisme valt niet te onderschatten

De Gentse samenleving is helaas nog steeds geen plek waar iedereen zich thuis kan voelen of zichzelf kan zijn. Verschillende mensen of doelgroepen krijgen regelmatig de expliciete of impliciete boodschap dat ze niet welkom zijn en ervaren racisme en discriminatie. Het gepolariseerde discours in het publieke debat en op sociale media versterkt dit gevoel.

Discriminatie en racisme worden op verschillende domeinen ervaren en soms structureel vastgesteld. Enkele voorbeelden:

  • Praktijktesten op de arbeidsmarkt, uitgevoerd in opdracht van Stad Gent, tonen aan dat er discriminatie is op basis van migratieachtergrond, leeftijd en het al dan niet hebben van een beperking. Deze doelgroepen hebben minder kans om uitgenodigd te worden voor een sollicitatiegesprek.
  • Praktijktesten op de woningmarkt, eveneens uitgevoerd in opdracht van Stad Gent, stellen discriminatie vast ten opzichte van mensen met een migratieachtergrond. Hulp- en zorgverleners merken dit ook in de praktijk. Personen met een migratieachtergrond moeten zeer veel inspanningen doen om een woning te vinden. Mails en telefoonberichten blijven vaak onbeantwoord, waardoor deze mensen geen woning vinden of genoegen moeten nemen met een woning van slechte kwaliteit. Uit die praktijktesten blijkt dat rolstoelgebonden personen (met een beperking) de kleinste kans hebben op het krijgen van een uitnodiging.
  • Onderzoek naar het Vlaamse onderwijs toont aan dat kwetsbare doelgroepen, zoals leerlingen met een migratieachtergrond en leerlingen met een lagere sociaaleconomische status, lager worden ingeschat en minder vaak naar theoretische richtingen worden georiënteerd. Dit komt door een aantal (onbewuste) vooroordelen die bij leerkrachten leven over deze doelgroepen.
     

Op dagelijkse basis manifesteren discriminatie en racisme zich vaak in micro-agressies. Bijvoorbeeld:

  • Mensen met een recente migratieachtergrond worden onvriendelijk behandeld of genegeerd omdat ze zogezegd onvoldoende Nederlands spreken.
  • Mensen ervaren soms dat het gevoelig ligt als ze een hoofddoek dragen.
  • Jongeren met een migratieachtergrond die ergens rondhangen, worden nog te vaak geassocieerd met 'drugsdealers'.

Het memorandum van AD REM biedt meer informatie over dit onderwerp. Mensen die racisme en discriminatie ervaren, geven vaak aan geen melding te maken omdat ze weinig vertrouwen hebben dat er echt gevolg aan wordt gegeven.

Onderzoek toont aan dat de impact van discriminatie en racisme niet te onderschatten valt. De confrontatie met discriminatie en racisme is één van de grootste stressoren voor jonge vluchtelingen, die zij lang blijven meedragen. Steeds meer studies wijzen ook op de correlatie tussen de ervaring van racisme en discriminatie enerzijds en de impact op iemands fysieke gezondheid anderzijds, zoals blijkt uit het onderzoek van onder meer Ama Kissi.

6

Ongepast narratief over mensen in een kwetsbare situatie werkt stigmatisering in de hand.

In de samenleving en het publieke debat heerst regelmatig een hard discours over mensen in een kwetsbare positie, met een sterke neiging tot culpabilisering. Mensen in kwetsbare situaties worden vaak zelf verantwoordelijk gehouden voor de omstandigheden waarin ze zich bevinden. Dit heeft een directe impact op hoe deze mensen zich voelen in de samenleving en draagt bij aan hun isolement. Het versterkt polarisatie en een wij-zij-denken, wat groepen tegen elkaar opzet. Bovendien heeft dit ook gevolgen voor degenen die deze mensen ondersteunen, zoals vrijwilligers en zorgverleners, die zich hierdoor minder gesteund voelen in hun werk.

Enkele voorbeelden:

  • In het publieke debat over de kwaliteit van het Vlaamse onderwijs worden ouders van kinderen die thuis een andere taal dan het Nederlands spreken vaak beschuldigd. Hun ‘keuze’ om geen Nederlands te spreken wordt gezien als schadelijk voor de slaagkansen van hun kinderen, wat in strijd is met onderzoek naar taal en meertaligheid in een onderwijscontext.
  • Polarisatie sijpelt ook door in het onderwijs, waar scholen te maken hebben met agressie en onverdraagzaamheid tussen leerlingen. Bijvoorbeeld, sommige leerlingen weigeren elkaar met het juiste voornaamwoord aan te spreken, willen niet naast elkaar zitten of raken in conflict over religieuze thema's.
  • Het Vlaamse beleid en de media stigmatiseren sociale huurders door de nadruk te leggen op fraude, terwijl fraudeurs slechts een kleine minderheid vormen. Dit schaadt de sociale cohesie in wijken met sociale woningen en wakkert verzet aan tegen nieuwe projecten.
  • Binnen Gent is er een grote Bulgaarse gemeenschap, maar er worden regelmatig discriminerende en uitsluitende opmerkingen over hen gehoord.

Dit soort discours bedreigt de sociale samenhang en versterkt negatieve beeldvorming over kwetsbare groepen.

51

Kinderen en jongeren kwetsbaar voor online pesten en cybercriminaliteit

Scholen en jongerenorganisaties blijven signaleren dat sociale media een probleem vormen met betrekking tot online pestgedrag en haatberichten. Volgens de politie wordt 1 op de 4 jongeren tussen 12 en 18 jaar slachtoffer van cyberpesten. Vooral Telegram is een zorgwekkend platform, zoals in mei 2024 werd aangetoond door het Tv-programma Factcheckers. Het onderzoek bereikte zelfs het Europees Parlement, maar controle over het platform blijft moeilijk. Telegram verspreidt complottheorieën en moedigt geweld, criminaliteit, en de verkoop van wapens en drugs aan, wat gebruikers van het platform onder druk zet.
Jeugdwerkers ontvangen ook steeds meer meldingen van jongeren die actief zijn op Telegram en te maken krijgen met schadelijke berichten en activiteiten. De zorgen nemen toe, vooral omdat het platform niet gecontroleerd kan worden en de problemen blijven groeien.

Organisaties zoals het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB), Gezinsbond en Child Focus richten zich vooral op preventie en ondersteuning bij online risico’s voor kinderen en jongeren. De lokale politie van Gent biedt ook een webpagina aan met uitleg, links en tips over dit onderwerp. Daarnaast verzamelt GIDS, de digitale inspiratiebank voor diversiteit op school van Stad Gent, materiaal over mediawijsheid.

In maart 2023 diende het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) een resolutievoorstel in om jonge kinderen te beschermen tegen ongepaste online-inhoud. Het BIPT heeft nu de verantwoordelijkheid om toezicht te houden op Telegram in Europa, waardoor klachten over de inhoud van Telegram bij hen kunnen worden ingediend. Dit is een nieuwe bevoegdheid voor het BIPT, die samenwerkt met nationale en Europese reguleringsinstanties. Het is echter nog onduidelijk welke concrete mogelijkheden dit biedt voor striktere regulering en controle, zowel op lokaal als Europees niveau.

Hoewel er veel meldingen zijn van online pesten en cybercriminaliteit, is er een duidelijk gebrek aan samenhangend of volledig cijfermateriaal. De beschikbare data zijn verspreid over verschillende onderzoeken, waardoor een compleet overzicht ontbreekt. Dit maakt het moeilijk om de werkelijke omvang van het probleem in te schatten en effectief aan te pakken.