Kinderopvang

72

Plaatsgebrek en ontoegankelijkheid in de kinderopvang vormen een ernstige bedreiging voor de levenskwaliteit en de groeikansen voor kinderen en ouders op korte en lange termijn

Er is een aanzienlijk tekort aan plaatsen in de kinderopvang en ook een gebrek aan flexibele opvangmogelijkheden. Vaak moet je maanden van tevoren een plek aanvragen, en veel opvangcentra vereisen dat kinderen minstens twee dagen per week ingeschreven staan. Bovendien moet je bij inschrijving direct vastleggen welke dagen je kind komt, wat later moeilijk te wijzigen is. Hierdoor sluit kinderopvang vaak niet aan op de behoeften van ouders, die daardoor geen geschikte opvang vinden of deze niet op de gewenste tijden of locaties beschikbaar hebben.
“Een familie zocht 10 maanden naar een crèche in de buurt van Sint-Amandsberg en moest uiteindelijk buiten Gent gaan.”

Onderzoek laat zien dat kwalitatieve kinderopvang een cruciale rol speelt in het bestrijden van (kinder)armoede. Het biedt ouders niet alleen de gelegenheid om te werken of een opleiding te volgen, maar helpt ook bij de ontwikkeling van kinderen en het sociaal ontplooien van gezinnen.
Gent neemt diverse initiatieven vanuit haar sturende en uitvoerende rol om het tekort en de ontoegankelijkheid van kinderopvang aan te pakken. Ondanks deze inspanningen zijn de uitdagingen groot. In Gent zijn er 4647 kinderopvangplaatsen voor baby's en peuters, wat neerkomt op 53,4 plaatsen per 100 kinderen tot 2 jaar, boven het Vlaams gemiddelde van 43,7%. Toch is dit onvoldoende: 43% van de geregistreerde opvangaanvragen bij het Kinderopvangpunt bleef in 2023 onbeantwoord.
Dit tekort dwingt ouders vaak om thuis te blijven om voor hun kinderen te zorgen, wat in veel sectoren geen haalbare optie is. Ouders zonder beschikbare kinderopvang zijn soms genoodzaakt hun baan tijdelijk op te zeggen, wat leidt tot inkomensverlies en verminderde rechtenopbouw voor vakantie en pensioen.

Het toekomstplan voor de Vlaamse kinderopvang geeft aan dat als kinderopvang een recht wordt, 80% van de kinderen ervan gebruik zal maken. Hoewel Stad Gent al voorzieningen in prefinanciering creëert om sneller nieuwe opvangplaatsen te realiseren, ligt de financieringsverantwoordelijkheid bij de Vlaamse overheid.
Het tekort aan opvangplaatsen, gecombineerd met de recent gewijzigde voorrangsregels, zorgt ervoor dat steeds minder gezinnen geschikte opvang vinden. Onderzoek (Viona) heeft aangetoond dat er een aanzienlijke sociale kloof bestaat in het gebruik van kinderopvang in Vlaanderen. Gezinnen van Belgische oorsprong, met hoge inkomens en hoogopgeleiden maken het meest gebruik van formele kinderopvang.
Sterkere, mondige ouders slagen erin sneller een plaats te reserveren. Daarom is er in Gent een afspraak tussen de opvanginitiatieven en het Kinderopvangpunt dat inschrijvingen pas 9 maanden voor de start van de opvang plaatsvinden. Echter, in de praktijk merken we dat sommige opvanginitiatieven deze afspraak niet naleven. Bijvoorbeeld: ouders nemen contact op met de kinderopvang zodra ze zwanger zijn, soms meer dan een jaar vóór de start van de opvang. Zij krijgen dan informeel de bevestiging dat er nog een plek vrijgehouden zal worden (soms wordt zelfs een waarborg betaald of een contract getekend).
Hierdoor kunnen nieuwkomers, recent gemigreerde personen, en mensen met onstabiele banen geen kinderopvang vinden wanneer ze een opleiding willen volgen, Nederlands willen leren, of willen werken. Er is een behoefte aan opleidingen inclusief opvangmogelijkheden en een locatie in de wijk waar zij met al hun vragen terechtkunnen.

Gezinnen in kwetsbare situaties hebben vaak korte interim-banen waardoor zij geen rechten opbouwen; door de nieuwe voorrangsregels moeten zij nu ook thuisblijven omdat ze geen aanspraak meer kunnen maken op kinderopvang. Turbulente carrières zijn het nieuwe normaal geworden.
Dit vergroot eveneens de druk op de eerstelijnszorg. Ouders kunnen niet deelnemen aan activiteiten die hun welzijn en opleidings- en werkgelegenheidskansen vergroten, of zij nemen hun kinderen mee naar activiteiten die voor ouders bedoeld zijn. Ook een woning zoeken zonder de kinderen erbij is haast onmogelijk. Organisaties overschrijden hun bevoegdheden en bieden zelf kinderopvang aan bij bijvoorbeeld taal- en woonprojecten.

73

De nieuwe voorrangsregels maken de kinderopvang nog minder toegankelijk voor een grote groep ouders, vooral kwetsbare moeders

Op 1 april 2024 veranderden de voorrangsregels in de kinderopvang voor de kinderopvanglocaties waarbij ouders betalen volgens hun inkomen (“Trap 2-locaties” genoemd).
Bij de verdeling van de schaarse plaatsen in kinderopvang wordt absolute voorrang voorzien voor ouders die minstens 80% werken of een opleiding volgen. In een tweeoudergezin wordt er gekeken naar de gemiddelde tewerkstellingsbreuk. Wanneer de ene ouder voltijds werkt en de andere halftijds, komen ze bijvoorbeeld niet aan gemiddeld 80%. De voorrang voor broers/zussen en pleegkinderen blijft wel behouden.
Men mag nog maximum 10% van de totale capaciteit voorbehouden voor kinderen in ‘gezondheids- of welzijnssituaties’, wat veel minder is dan voorheen. Er is geen voorrang meer voor eenoudergezinnen of voor de laagste inkomens.

Vooral vrouwen zullen hier het effect van voelen, aangezien zij vaker deeltijds werken uit noodzaak of om zorgtaken op zich te nemen.
De nieuwe regels zetten bovendien sectoren zoals zorg en kinderopvang, waar deeltijdse contracten overheersen, onder druk. Sectoren die stoelen op seizoensarbeid of wisselende arbeidsregimes (vaak de lager betaalde jobs) zullen eveneens geconfronteerd worden met werknemers die geen opvang vinden voor hun kind.

Onder de nieuwe voorrangsregels zullen kinderen uit kwetsbare gezinnen minder ontwikkelingskansen krijgen en dus dreigt de sociale kloof groter te worden.
De toekomstgroep Kinderopvang, een werkgroep met experts, vakbonden, werkgevers en vertegenwoordigers van de sector, stelt het scherp: “Niemand stelt zich de vraag of een kleuter voorrang krijgt op school. Waarom zouden we dat wel doen in de kinderopvang?”
 

74

Nood aan goede ondersteuning voor ouders die geen plek vinden in de kinderopvang

Er is een nood aan goede ondersteuning voor ouders die geen plek vinden in de kinderopvang

“Je schrijft je in en je krijgt bijna vlak voor het kind geboren wordt een ja of neen. Als je een neen hebt voel je je niet goed ondersteund. En dan moet je verder zoeken. Er is gewoon te weinig plaats.”

  1. Tekort aan plaatsen: het aanbod van kinderopvangplaatsen is ontoereikend.
  2. Gebrek aan kennis en vertrouwen: Kwetsbare moeders hebben vaak onvoldoende kennis over de inschrijvingsprocedure voor kinderopvang. Daarnaast merken mensen die werken met tienerouders dat deze ouders weinig vertrouwen hebben in de kinderopvang, hoewel het belangrijk is dat zij tijd vrij hebben om hun opleiding af te maken.
  3. Gebrek aan ondersteuning en taaltoegankelijke dienstverlening: Alle diensten die in contact komen met (kwetsbare) zwangere vrouwen moeten gesensibiliseerd en ondersteund worden zodat ze zo vroeg mogelijk in de zwangerschap kunnen helpen bij de inschrijving indien gewenst. Er is een gebrek aan taaltoegankelijke en cultuur sensitieve dienstverlening. Ouders krijgen negen maanden voor de start van hun opvangvraag te horen of er een plek is in de gevraagde opvanginitiatieven. Een negatief resultaat zorgt voor veel ongerustheid en zorgen bij de ouders.
  4. Problemen met het centrale aanmeldingssysteem: Ouders die te horen krijgen dat er geen plaats is, krijgen informatie en tips van het Gentse Kinderopvangpunt en kunnen terecht bij het Groeiteam voor ondersteuning. Het Kinderopvangpunt verwacht dat alle opvanginitiatieven dezelfde aanvraagprocedure volgen, maar sommige initiatieven geven geen antwoord via het centrale systeem en schrijven kinderen in naast het systeem. Dit zorgt voor verwarring en problemen. Het grootste knelpunt blijft echter het tekort aan plaatsen, waardoor veel gezinnen uit de boot vallen.

85

Nood aan meer cultuursensitieve kinderopvang

Er zou meer aandacht moeten worden besteed aan cultuursensitiviteit in de kinderopvang. Voor sommige mensen met een migratieachtergrond is het vanuit hun culturele achtergrond niet vanzelfsprekend om hun kinderen naar een kinderopvang te brengen. Door een cultuursensitieve benadering te versterken, kan het vertrouwen tussen kinderopvanginstellingen en bepaalde gemeenschappen groeien, en wordt de afstand verkleind.

Daarnaast zien we weinig maatschappelijk begrip voor de keuze van mensen, zowel met als zonder migratieachtergrond, om voor hun kinderen te zorgen in plaats van te werken. Onbetaald zorgwerk krijgt nog steeds onvoldoende waardering.