Asiel en migratie

3

Geen (residentiële) psychiatrische zorg voor anderstaligen®

Mensen met een psychiatrische problematiek die geen contacttaal spreken, krijgen geen toegang tot langdurige residentiële psychiatrische zorg. Voor deze zorg hanteert men de werkvorm groepstherapie in het Nederlands. Tolken acht men hierbij onhaalbaar. Anderstaligen krijgen daardoor geen hulp. Enkel (kortdurende) crisisopnames zijn voor hen mogelijk.

Trekker: Ilse De Neef
Opvolging:

Aanvraag vanuit PZ (gedeeld) voor inschakelen Intercultureel Bemiddelaar.

11

Discriminatie in de gezondheidszorg door 2 snelhedensysteem

Mensen kunnen sneller bij een specialist terecht aan dubbel of driedubbel (niet-geconventioneerd) tarief. Een consultatie bij deze specialist aan het normale (geconventioneerde) tarief kan echter pas na enkele maanden.

Daarenboven verwijzen specialisten kwetsbare mensen vaak door naar dezelfde ziekenhuizen (vooral Jan Palfijn). Dit zorgt voor stigmatisering en categoriale zorg, overbelasting van de artsen en sociale dienst, extra lange wachttijden, … .

Specialisten (ook in ziekenhuizen), tandartsen en labo’s zijn op sommige momenten geconventioneerd en op andere niet. Dat is niet altijd duidelijk voor de mensen. Het gevolg is dat ze voor onaangename financiële verrassingen staan wanneer ze de rekening van hun consultatie of onderzoek ontvangen.

  • Mensen met een migratie-achtergrond gaan daardoor soms naar de dokter in hun land van herkomst. Daar betalen ze extra omdat de ziekteverzekering voor sommige handelingen (vooral voor tanden, ogen en esthetische ingrepen) geen tegemoetkoming voorziet. Bovendien is de zorg vaak niet voldoende of slecht en blijkt nazorg toch noodzakelijk.
Trekker: Leen Van Zele
Opvolging:

Een overleg met de sociale diensten van de Gentse ziekenhuizen leert ons alvast het volgende:

  • De derdebetalersregeling wordt standaard toegepast bij mensen met een Verhoogde Tegemoetkoming en uitzonderlijk bij mensen in een financiële noodsituatie. Zij betalen dan enkel remgeld (3 euro), ook mensen met statuut chronisch zieke betalen enkel opleg (12 euro).  Een financiële noodsituatie moet echter wel eerst goedgekeurd worden op basis van een sociaal onderzoek door de sociale dienst.
  • Bij AZ Jan Palfijn werken alle artsen aan het conventietarief. Veel artsen zijn wel deeltijds geconventioneerd en hebben buiten het ziekenhuis een privépraktijk waar ze niet-geconventioneerd werken.
  • De Huisartsenvereniging contacteerde de andere ziekenhuizen om op vraag van de huisarts bij doorverwijzing toch aan het conventietarief te werken als de huisarts inschat dat dit nodig is bij die patiënt. AZ Sint-Lucas reageerde positief op de vraag. Ook AZ Maria Middelares reageerde hier positief op en spoort artsen aan dit toe te passen, maar zij zijn hier wel vrij in.

Dit signaal zal nog geagendeerd worden ter bespreking  op de Gezondheidsraad.

13

Nood aan psychische hulp voor vluchtelingen met traumatische ervaringen

Er is onvoldoende aangepaste psychische hulpverlening voor (minderjarige) vluchtelingen met traumatische ervaringen. Onbehandelde trauma’s van vluchtelingen kunnen leiden tot verslaving, dakloosheid en agressieproblemen. En ook in België blijven deze vluchtelingen zich vaak zorgen maken over achtergebleven familieleden in oorlogsgebied.

Ook jongeren die in een precaire verblijfssituatie leven, hebben psychosociale ondersteuning nodig. Ze leven in moeilijke omstandigheden, botsen vaak op onbegrip in hun omgeving, hebben veel twijfels en weinig toekomstperspectief. Ze weten niet waar ze hun prioriteiten moeten leggen: onderwijs, werk, huisvesting, hygiëne, …

Trekker: Ilse De Neef
Opvolging:

Zie ook verslag gezamenlijk forum LWB 16 mei 2019

CGG Eclips start binnenkort met een aanbod in samenwerking met Stad Gent en OCMW.

Meer info volgt.

Solentra: helpdesk voor vluchtelingen

Deze helpdesk is elke werkdag rechtstreeks te bereiken door de vluchteling en dit om in te staan voor:
- psychosociale ondersteuning
- detectie van ernstige problemen
De helpdesk wordt bemand door Solentrapsychologen die de vluchteling verder helpen in zijn eigen taal (voorlopig in de drie meest voorkomende talen).
0800 35 247
10u - 12u Dari en Farsi
15u - 17u Arabisch

Goedgekeurd project Sociaal Innovatiefonds van Kom even Praten gaat hierop verder: Platform voor psychosociale ondersteuning voor dove en slechthorende jongeren en volwassenen in Gent. Meer info 

21

Ernstige gevolgen nijpend tekort betaalbare kwalitatieve woningen®

Schaarste aan betaalbare kwalitatieve woningen werkt discriminatie in de hand van al wie ‘anders’ is: jongeren, niet-begeleide minderjarigen en vluchtelingen, mensen met migratieachtergrond, mensen met een vervangingsinkomen, mensen met psychische problemen, (grote) gezinnen en/of erkende vluchtelingen die met hun gezin zijn herenigd. Praktijktesten helpen in de strijd tegen discriminatie, maar lossen de schaarste niet op. 

Voorbeelden:

  • Bepaalde immokantoren bouwen een drempel in en vragen een voorschot tot € 500 om een woning te mogen bezichtigen.
  • Rechten die gepaard gaan met het hebben van een officieel adres komen in het gedrang (zie signaal 60).
  • Er wordt misbruik gemaakt van de precaire situatie van mensen die geen woning vinden (huisjesmelkerij, wonen bij je werkgever, teveel betalen, …).

Anderzijds zijn de kwaliteitsnormen voor het verhuren van een woning zodanig hoog dat ze mensen in armoede uitsluiten.

  • Wat voor ons een slechte woning is, is dit niet altijd in de perceptie van vluchtelingen of van mensen die in armoede leven. Een slechte woning is nog altijd beter dan geen woning.
Opvolging:

  • Het stadsbestuur zet verder in op uitbreiding en kwaliteitsverbetering  van de sociale huisvesting.
  • Het nieuwe stadsbestuur zet in op een verdubbeling van het aantal woningen verhuurd door het Sociaal Verhuurkantoor en op een verdriedubbeling van het aantal woningen verhuurd door het stedelijk huurkantoor Huuringent vzw à verhoging van het aanbod aan betaalbare, kwalitatieve woningen met woonzekerheid. Deze woningen worden toegewezen op basis van objectieve criteria, discriminatie is uitgesloten.
  • Verderzetting van de Taskforce Wonen
    • In samenwerking met het middenveld inzetten op het uitbreiden van het aanbod (opvang, tijdelijke woonvormen en structurele huisvesting) en begeleiding voor kwetsbare doelgroepen.
    • Hierbij de shift maken van opvang naar housing first (project Roof).
    • Project Vesalius: 13 kamers voor erkende vluchtelingen/subsidiair beschermden in woonnood en 5 kamers voor time-outers (daklozen met bijzondere zorgnood waardoor ze niet terecht kunnen in de bestaande opvanginitiatieven).
  • Verderzetting van de praktijktesten in de strijd tegen discriminatie op de huurmarkt, met uitbreiding van de doelgroepen (migratie-achtergrond, seksuele geaardheid, …)
  • De Stad Gent is niet bevoegd voor woningkwaliteitsnormen, dit is Vlaamse regelgeving. De kwaliteitsnormen voor woningen zijn een absoluut minimum voor een veilige en gezonde van de woning en zijn er om bewoners te beschermen (niet uit te sluiten). Afwijken van deze minimale normen is niet wenselijk.

Zie ook verslag gezamenlijk forum 16 mei 2019

Goedgekeurd project Sociaal Innovatiefonds van Begeleidingscentrum Stappen gaat hierop verder: Woonrecht nu! (voor kwetsbare jongeren tussen 17 & 25 jaar). Meer info 

29

Kostendelend samenwonen bestraft®

Voor veel doelgroepen (jongeren, vluchtelingen, …) is samenwonen de enige optie. Deze creatieve en solidaire oplossing wordt financieel afgestraft. Mensen verliezen hun leefloon cat. 1, het heeft impact op hun werkloosheidsuitkering of pensioen.

Opvolging:

In het bestuursakkoord werd opgenomen dat Stad Gent solidair samen huren mogelijk wil maken op Gents grondgebied. Dit zal uitgewerkt worden aan de hand van enkele proefprojecten. Daarnaast zal de Stad de hogere overheden blijven responsabiliseren op de hiaten en de complexiteit in/van de regelgeving met betrekking tot samen huren.

31

Nood aan grotere sensitiviteit rond armoede en diversiteit

Binnen schoolteams is er nood aan meer kennis en vaardigheden rond omgaan met kwetsbare leerlingen en met de diversiteit binnen de school. Er volgt soms een harde aanpak op het gedrag en de problemen die deze leerlingen stellen. Daardoor daalt de schoolmotivatie van deze leerlingen nog meer.

  • Enkele voorbeelden:

    • Kinderen/jongeren met een migratie-achtergrond en nieuwkomers uit een OKAN-traject worden vaker geconfronteerd met het watervaleffect. Ze worden naar beroeps- en buitengewoon onderwijs doorverwezen, ook al zijn ze cognitief sterk genoeg.
    • Ze staan zelf weinig stil bij hun eigen interesses of talenten. Ze ontwikkelen geen toekomstvisie. Onderschatting beïnvloedt hun zelfbeeld. Ze worden niet gestimuleerd of uitgedaagd om hoge(re) doelen voorop te stellen.
    • Door het hoofddoekenverbod in sommige secundaire scholen, rest er voor meisjes met hoofddoeken maar een beperkte keuze aan studierichtingen (vaak BSO).
    • Anderstalige/meertalige kinderen en jongeren die zich willen inschrijven in een nieuwe school/nieuwe richting krijgen de vraag of hun Nederlands wel goed genoeg is om mee te kunnen. Al te vaak beschouwen scholen anderstaligheid als beperking in plaats van als een talent.
  • Kinderen/jongeren die te laat komen, mogen het ganse eerste lesuur niet meer binnen. Daarom komen leerlingen vaak helemaal niet meer opdagen.
  • Kinderen/jongeren die definitief uitgesloten worden van school, krijgen vaak geen alternatief aanbod om hun studietraject verder te zetten. Bovendien gebeuren die schorsingen meestal na de ‘telling van de leerlingen’ in februari. Die telling bepaalt de middelen van de school voor het volgend schooljaar .
  • Bij bepaalde jongeren wordt er geen gevolg gegeven aan spijbelen. De school geeft op, CLB weet zich geen raad meer en jongeren hebben het gevoel een vrijgeleide te krijgen. De bestaande instrumenten zoals het Steunpunt Leerrecht-Leerplicht, het overleg spijbelactieplan, het netwerk samen tegen schooluitval, zijn te weinig gekend en hoogdrempelig.
  • Kinderen/jongeren die voor 1 vak niet geslaagd zijn, moeten tegen hun wil van richting veranderen terwijl ze voor de rest goed meekunnen (cfr rapport Unia).
  • Kinderen die hun getuigschrift basisonderwijs niet behalen en op basis van leeftijd overgaan naar 1B, blijven te vaak in de B-stroom/BSO hangen. Er wordt vanuit de lagere school te weinig info gegeven over de mogelijkheden die kinderen hebben na 1B. Men hangt een zware negatieve beladenheid vast aan instromen in 1B, terwijl je dit ook kan zien als een kans.
  • Met de ouders wordt enkel in één richting gecommuniceerd en vaak enkel over slechte schoolresultaten. Ouders worden nauwelijks echt betrokken bij de schoolcarrière van hun kind. Nochtans beschikken ze over een grote ervaringsdeskundigheid. Ook met de digitalisering kunnen veel ouders niet mee. Ze krijgen een login voor Smartschool maar kunnen hier niet mee werken. Soms hebben ze niet de vaardigheden, bezitten ze geen computer, kennen ze het systeem niet of zijn ze de taal niet machtig. Op deze manier lopen ouders belangrijke informatie mis.

Sommige scholen, leerlingenbegeleiders en brugfiguren doen heel erg hun best om leerlingen aan boord te houden. Zij worden echter overbevraagd.

Opvolging:

  • Onderwijscentrum Gent ondersteunt, verbindt en inspireert kinderen en jongeren, ouders*, onderwijsprofessionals en hun partners, zodat kinderen en jongeren maximale ontplooiingskansen hebben om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Dit door in te zetten op thema's als welzijn, armoede, diversiteit, ouderbetrokkenheid, ... (https://stad.gent/onderwijscentrum-gent)
  • In het kader van de dag tegen armoede 2019, organiseert Onderwijscentrum Gent in samenwerking met het OCMW een vorming die open staat voor alle Gentse scholen.
  • De dag Tegen armoede 2019 staat in het teken van onderwijs. Er zullen extra acties gedaan worden om scholen te sensibiliseren en te mobiliseren om deel te nemen aan de dag tegen armoede op 17 oktober 2019.
  • In het kader van de dag Tegen armoede 2019 werd er samen met een aantal Gentse scholen een inspiratiebrochure opgemaakt zodat scholen die zelf aan de slag willen gaan rond armoedebestrijding hierin ideeën kunnen opdoen.

 

De Beweging voor Mensen met een Laag Inkomen en Kinderen (BMLIK) organiseert samen met haar ervaringsdeskundigen inspringtheaters ondermeer rond het thema onderwijs. Hierbij worden de kijkers geconfronteerd en gesensibiliseerd rond het thema, maar worden ze ook aangezet om actief mee te denken bij het zoeken van mogelijke oplossingen.

Een vaste vormingsmedewerker van het OCMW geeft samen met ervaringsdeskundigen workshops aan werknemers van Groep Gent, schoolteams en hulpverleners rond de impact van armoede. Aan de hand van getuigenissen brengen ervaringsdeskundigen hun kwetsbare verhalen en gaan in gesprek met de deelnemers zodat deze meer zicht krijgen op hun beleving en wat het betekent om te leven in kansarmoede.

'Kinderen eerst' is een werking van het OCMW Gent in het kader van de strijd tegen kinderarmoede.  Het betreft een onthaalfunctie in een aantal Gentse Scholen. We werken samen met een 50 tal scholen; in 18 scholen hebben we wekelijks of tweewekelijks een zitdag. Deze zitdag duurt gemiddeld 2 uur.  Met de andere scholen werken wij op vraag. Dit houdt in dat de school of de ouder/jongere rechtstreeks met ons contact kan opnemen om een afspraak te maken. Wij gaan voor deze afspraak ook langs op school of gaan eventueel op huisbezoek. Er kan ook op een andere plek worden afgesproken indien de ouder/jongere dit wenst.  Vanuit onze werking proberen we een antwoord te bieden op de vele welzijnsvragen die er in de scholen (school, ouders, leerlingen) leven.  We proberen via een outreachende aanpak meer gezinnen en jongeren te bereiken en op die manier als deelactor te proberen om het kinderarmoedecijfer te doen dalen.

Trajectbrugfiguren: Gaandeweg merken we dat de scholen die zich aanmeldden om een traject te starten rond ouderbetrokkenheid meer vragen hadden dan enkel dit item. Door de vraag te gaan verfijnen merken we dat de randvoorwaarden om te komen tot gedragen ouderbetrokkenheid onvoldoende zijn. De verschillende thema’s (meertaligheid, diversiteit, kansenbeleid, …) waarmee schoolteams  worstelen geven aan dat er nood is aan een integrale aanpak en het samen aanpakken van een breder schoolbeleid. Dit is volledig op maat en naar wens van de school. Door in gesprek te gaan, komt het gevoel van urgentie om meer in de diepte en op lange termijn te werken naar boven. Het besef van urgentie zorgt er ook voor dat er een wens naar verandering is. Deze verandering kan echter niet zomaar en plots gebeuren. Dit moet procesmatig, doelgericht en op lange termijn (met een maximum van 3 jaar) aangepakt worden.

Hierdoor worden de trajectbrugfiguren in een andere richting geduwd. Van ouderbetrokkenheid naar ondersteuning schoolbeleid. De urgentie om ons te verdiepen in andere thema’s komt aan de oppervlakte. De vragen zijn gebundeld rond het thema “superdiverse samenleving” (Dirk Geldof).De trajectbrugfiguren blijven vraaggestuurd werken en op maat van de school. Er dringt zich wel een andere aanpak (procesbegeleiding) en ondersteuning op. Deze bevindt zich zowel op het niveau van het schoolteam als op niveau van de trajectbrugfiguren  (voor welke doelgroep willen we wat doen en welke thema’s kunnen we al dan niet aanpakken, beroep doen op collega’s intern, extern?).

De Stap: CLB’s begeleiden het studiekeuzeproces van leerplichtigen. Indien de leerling zich in een grijze zone bevindt en dus niet duidelijk behoort tot een bepaald CLB (vb. hardnekkige spijbelaar, jongere in de integrale jeugdhulpverlening), kan deze leerling al dan niet met begeleider voor een persoonlijk gesprek over studiekeuze terecht bij De Stap.

Zie ook verslag gezamenlijk forum LWB 16 mei 2019

Vanuit Onderwijscentrum Gent zetten we in op het informeren, inspireren en sensibiliseren van schoolteams m.b.t. meertaligheid

Scholen ondersteunen in manieren om met de toenemende meertaligheid aan de slag te gaan en een rijke taalomgeving te stimuleren bij alle kinderen. Schoolteams, leraren en ouders krijgen tips om op een positieve en stimulerende manier aan de slag te gaan met meertaligheid. Via: website www.meertaligheid.be, vormingen en workshops (i.s.m. de PBD’s), tips en folders, proeftuinen en projecten. 

  • Conversatie op school

Conversatietafels in basisonderwijs bestaan al een aantal jaren, via het project ‘Conversatie op school’ (2017-2019) zijn we ook gaan experimenteren in het secundair onderwijs, met als resultaat de ‘Toolkit’. Conversatietafels hebben een dubbel doel: ouders die laag taalvaardig zijn in het Nederlands op een laagdrempelige manier oefenkansen bieden, en tegelijk ook de betrokkenheid van deze precaire groep ouders bij de school verhogen.

  • TRANSFAIR > sensibiliseren van schoolteams, ifv van sterker informeren en betrekken van ouders (van derdelanders) als het gaat over school- en studiekeuze

Sinds de zomer van 2018 loopt het project TRANSFAIR, met middelen van het Europees Fonds voor Asiel en Migratie (AMIF). De onderwijsloopbaan van derdelanders (inwoners met niet-EU-nationaliteit) verloopt vaak moeizaam, zeker tijdens de overgang van basis naar secundair of de stap van de eerste naar de tweede graad secundair. Ze komen niet altijd op de meest geschikte plek in het onderwijs terecht, wat gevolgen heeft voor hun latere onderwijsloopbaan en professionele carrière. Om dat aan te pakken, zet TRANSFAIR een veranderingstraject op met 7 Gentse scholen uit het basis- en secundair onderwijs, die onder begeleiding van Onderwijscentrum Gent, het Steunpunt Diversiteit en Leren (UGent) en de HoGent aan de slag gaan. Door ervaringen uit te wisselen, tools te ontwikkelen en methodieken uit te denken en uit te proberen, werken de deelnemende scholen aan een bewuster en krachtiger studiekeuzeproces, waarin ook de ouders en de leerlingen zelf een prominente plaats hebben.

  • Diversiteit > DISCO

Veel noden in het Gentse onderwijsveld als het gaat over diversiteit, maar om specifiek te weten wat er dan leeft en op welke vlakken scholen nood hebben aan ondersteuning of net goed bezig zijn, is er de Diversiteitsscreening Onderwijs (DISCO), die in samenwerking met het Steunpunt Diversiteit en Leren (UGent) afgenomen werd in de Gentse scholen. Op basis van de resultaten van die screening, die bij leraren de attitude en het bekwaamheidsgevoel inzake (omgaan met) diversiteit in kaart brengt, kunnen we dan als Onderwijscentrum concrete acties/beleid opzetten en gericht op zoek gaan naar partners.

37

Moderne slavernij®

Bulgaren, Roma en andere kwetsbare groepen werken vaak in uitbuitende omstandigheden. Ze wonen samen in panden waar ze dagelijks opgehaald en teruggebracht worden met een busje. Er is zowel sprake van matrassenverhuur in slechte panden als van uitbuiting op het werk. Het gaat vooral om tewerkstelling binnen de vleesindustrie en de tuinbouwindustrie. Ze presteren te lange werkdagen tegen een veel te laag loon. In sommige gevallen gaat het ook om zwartwerk. Daardoor zijn ze niet verzekerd en hebben ze geen recht op sociale voordelen. Soms gaat het om hallucinante verhalen: opgesloten worden tot het werk gedaan is, een arbeidsongeval met diepe wonde die niet wordt verzorgd en waarmee mensen moeten blijven doorwerken, ….

Opvolging:

  1. Situering

Dat zijn allemaal gevolgen van ‘in het zwart werken’. Probleem is dat deze doelgroepen hetzij niet weten dat ze illegaal tewerk gesteld zijn, hetzij dit noodgedwongen doen, omdat ze geen andere keus hebben. En dat ze niet op de hoogte zijn of niet aangesloten zijn bij een vakbond. Of geen netwerk hebben om zich daarrond te informeren/adviseren….Daar komt het in essentie op neer.  Als ze bijvoorbeeld contact zouden hebben met iemand van het A-tiem (zie signaal 41, noodgedwongen zelfstandig), dan kan deze medewerker hen op hun rechten/plichten/situatie wijzen en evt. verder helpen of doorverwijzen.

  1. Wie is errond actief ?

De vakbond is actief rond dit thema. Dit is waar zij toe komen. 

Sommige buitenlandse werkgevers maken gebruik van buitenlandse statuten die heel wat slechtere arbeidsvoorwaarden kennen dan de Belgische statuten. Dat is heel het probleem van zogenaamde ‘vlaggenschippen’ en ‘dekmantelbedrijven’, om de Belgische wetgeving te omzeilen en uit het buitenlandse statuut het grootste voordeel te halen.

De vakbonden proberen zicht te krijgen op het fenomeen. In het artikel ‘Slowaakse slaven in de transportsector’ van De Morgen, 21/3/2019, lezen we hoe de socialistische vakbond BTB Transport en Logistiek hierover onderzoek voert en daarom naar de voormalige Oostbloklanden trok om dergelijke bedrijven in kaart te brengen. Naar aanleiding van dit onderzoek brachten ze een ‘Zwartboek Sociale dumping – deel 4 ‘ uit. Ze probeerden dan in België het filiaal te vinden, maar kwamen vaak uit op postbusadressen bij een leeg gebouw… Het ging in totaal om zo’n 70-tal firma’s.

De vakbond omschrijft buitenlandse chauffeurs die onwettelijk voor Belgische vlag rijden als ‘moderne slaven’, maar de werknemers zien het meestal anders. Het is geen pretje, maar ze verdienen hier wel een veelvoud van thuisblijvers en dus blijven ze komen. (Slowaaks brutoloon van 700 euro + aangevuld met dagvergoedingen om onkosten te betalen) . Aldus het artikel.

41

Noodgedwongen in zelfstandig statuut®

Van meer en meer werknemers wordt gevraagd om als zelfstandige te werken (medewerkers in een kapperszaak, leverdiensten, vervoerdiensten, kinderopvang, …). Daarnaast weten sommige mensen zelfs niet dat ze zelfstandig zijn (schijnzelfstandigheid). Mensen hebben niet altijd de knowhow om hun sociale zekerheid te regelen en worden vaak onvoldoende ondersteund. Ze weten niet dat ze zelf moeten instaan voor sociale zekerheid door een bijdrage te betalen. Daardoor zijn ze niet in orde met de ziekteverzekering en worden ze niet betaald als ze ziek zijn. Ze begrijpen niet dat er gevolgen zijn voor hun pensioen. Als de aangiftes (belastingen, sociale zekerheid) niet correct gebeuren, riskeren ze hoge facturen en zelfs boetes. Als gevolg daarvan komen ze in de problemen: schulden, faillissement, …

Opvolging:

  1. Het signaal is niet meer, zoals vorige keren,  beperkt tot de  doelgroep van de IEM’ers, (Intra-Europese Migratie) maar het is breder, strekt zich uit over diverse (zwakkere) groepen van de samenleving. Welke groepen ? bijvoorbeeld jongeren (kappers), transportsector, ……
  2. Is het dan opgelost bij de de Intra-Europese migranten  ?

Volgens gesprek met (13/2/2019) en cijfers van consulent Luc Van Den Berge van Dienst Welzijn en Gelijke Kansen (Luc is intussen met pensioen en zijn taak wordt alsdusdanig niet verdergezet) was het probleem vooral het gevolg van de fasering van de toegang van nieuwe EU-landen tot de EU-arbeidsmarkt. Het zelfstandigenstatuut bood de mogelijkheid om toch toegang te krijgen, zij het dan onder een ander statuut dan werknemer. Deze voorgaande beperking is nu opgeheven. En dat zien we ook in de cijfers, volgens Luc. De meest recente cijfers uit de Kruispuntendatabank Sociale Zekerheid tonen aan dat het fenomeen teruggelopen is in de periode 2011-2016.  Bijvoorbeeld bij Bulgaarse mannen en vrouwen is het percentage ‘zelfstandigen’ (wij zien : schijnzelfstandigen) gehalveerd in 5 jaar tijd.

3. Maar, de praktijk toont aan dat het probleem echter nog steeds bestaat ! 

3.1. Volgens Marie-Astrid Balcaen, coordinator van het ESF-project het A-tiem,  

Het probleem van schijnzelfstandigheid komt nog regelmatig naar binnen de groep van de Intra-Europese Migranten, waarbij vooral mensen met Bulgaarse roots in zulke statuten werken. Binnen het ESF-project ArbeidsTeam Intra-Europese Migratie Gent (A-tiem) wordt via individuele begeleiding een groep van 200 IEM-ers begeleid richting werk. Een groot deel van hen is ooit al in aanraking gekomen met schijnzelfstandigheid. Binnen de geboden A-tiem begeleiding wordt ingezet op het informeren rond de gevaren van schijnzelfstandigheid, het ondersteunen om schijnzelfstandigheid stop te zetten en indien nodig worden contact gelegd met FairWork, een organisatie die opkomt voor de arbeidsrechten van werknemers met een precair/of zonder verblijfsrecht.(MA Balcaen, 13/5/19)

3.2. Voor wat betreft de transportsector, verwijs ik naar de opvolging van signaal 37. Moderne Slavernij.

Goedgekeurd project Sociaal Innovatiefonds van Refu Interim gaat hierop verder: Project Refu Recruit. Meer info

Zie artikel: https://www.bruzz.be/economie/maaltijdkoeriers-veroverden-de-stad-dit-fraude-en-uitbuiting-maar-er-ook-hoop-2021-04-21

43

Generalistische hulp- en dienstverlening ziet door het bos de bomen niet meer

Kwetsbare mensen krijgen nauwelijks begeleiding naar het gepaste hulpverleningsaanbod en te weinig ondersteuning als het gaat om rechtenuitputting. Vaak hebben hulp- of dienstverleners onvoldoende zicht op wat er allemaal bestaat en hoe het is georganiseerd (vb. jeugdhulpverlening, psychische zorg voor jongeren, zorgaanbod voor vluchtelingen, …). Ze geven niet mee welke documenten mensen moeten meenemen als ze worden doorverwezen en waar ze die kunnen vinden, …

Opvolging:

Zowel binnen departement sociale dienstverlening als binnen het geïntegreerd breed onthaal wordt werk gemaakt van dit probleem, onder meer door de opmaak van een informatiesysteem en afspraken tussen de kernpartners van het GBO. Gezien de schaalgrootte van de stad en de complexiteit van het welzijnslandschap is dit echter een aanzienlijk werk.

Er zijn natuurlijk diverse 'deelsectoren' die met hetzelfde probleem kampen en evengoed inspanningen doen...

Zie ook: www.socialekaartvangent.be, www.wegwijsingent.be en www.metweiniggeld.be

56

Niet iedereen voelt zich welkom in de buurtvoorzieningen

De lokale dienstencentra, buurtcentra en open huizen zijn niet laagdrempelig voor kwetsbare groepen. Vaste gebruikers stellen vaak claimgedrag. Het activiteitenaanbod is divers en aantrekkelijk, maar het is moeilijk om binnen te geraken (aanbod is snel volzet) en moeilijk om zich te identificeren met de ‘reguliere gebruikers’. Extra drempels die het moeilijk maken: serveren van alcohol in de gebruikersruimte, racistische/discriminerende opmerkingen van sommige van de reguliere gebruikers en vrijwilligers. Deze plekken zijn bij uitstek een plaats waar iedereen welkom zou moeten zijn.

Opvolging:

Het is een voortdurend aandachtspunt om de ontmoetingsplaatsen laagdrempelig toegankelijk te houden voor diverse doelgroepen. De LDC onderzoeken of het gebruik van de gelijke kansenmethodiek een ondersteuning kan bieden om hierin nog verdere stappen vooruit te kunnen zetten. De open huizen worden – waar mogelijk – omgevormd tot buurthuizen die nog meer open en buurtgericht zijn. Meer algemeen wordt de versterking van het aanbod laagdrempelige buurtontmoetingsplaatsen ook meegenomen als ambitie in de strategische meerjarenplanning voor deze nieuwe legislatuur.

59

Recht op bankrekening niet algemeen®

Banken volgen niet altijd de Europese regelgeving. Die stelt dat alle Europese onderdanen recht hebben op een bankrekening en de mogelijkheid om geld af te halen. Meestal zijn er bijkomende eisen zoals het hebben van een Belgisch identiteitsdocument en een officieel adres. Het al dan niet krijgen van een bankrekening blijkt ook afhankelijk van  het beleid van een bank, de individuele medewerker van de bank, de aanwezigheid van een hulpverlener, uiterlijke kenmerken, ….

Opvolging:

Voor mensen die geen rekening kunnen krijgen, is er het recht op de basisbankdienst.

Artikel VII.57 e.v. Wetboek Economisch Recht regelt de basisbankdienst. Elke consument die legaal in het land verblijft, heeft recht op een basisbankdienst (de consument mag niet gediscrimineerd worden op basis van nationaliteit…). Iedere bankinstelling moet de basisbankdienst aanbieden (tenzij er toepassing kan gemaakt worden van de anti-witwaswetgeving). De aanvraag tot opening van een basisbankdienst  gebeurt via een formulier. De beslissing tot weigering  moet worden gemotiveerd en beroep bij de ombudsdienst in financiële geschillen is mogelijk (https://www.ombudsfin.be/nl/particulieren/klacht-indienen/). De klachten- en beroepsprocedures die voor de consument openstaan, moeten vermeld worden in deze beslissing. Ook de gegevens van het beroepsorgaan en het toezichthoudend bestuur bij de FOD economie moeten vermeld worden. 

De Juridische dienst van OCMW Gent verleent juridische bijstand rechtstreeks via zitdagen in de welzijnsbureaus of onrechtstreeks via de maatschappelijk werkers. Ook (kwetsbare) Gentenaars die nog niet in begeleiding zijn bij het OCMW, kunnen in het welzijnsbureau in hun buurt bij de onthaal maatschappelijk werker een afspraak vragen met de jurist die juridische bijstand verleent in dat welzijnsbureau.

Via deze juridische bijstand kan de Juridische dienst advies geven aan mensen die geen basisbankdienst krijgen.

Indien nodig kunnen de Juridische dienst en de dienst Vreemdelingen van OCMW Gent betwiste praktijkgevallen ook signaleren aan de bevoegde instanties.

Ook de Dienst Burgerzaken – Afdeling Migratie van Stad Gent volgt deze problematiek op en heeft een brief opgemaakt om mee te geven aan de burger voor het aanvragen van een basisbankdienst.

Intussen is de problematiek ook aangekaart en gekend bij de VVSG en bij het Agentschap Integratie en Inburgering en ook bij Myria (federaal migratiecentrum) en Unia (interfederaal gelijkekansencentrum). Myria en Unia behandelen niet alleen individuele meldingen van problemen maar proberen ook structureel te werken door te overleggen met de verschillende actoren.

60

Minder rechten voor mensen zonder adres®

Bepaalde groepen (daklozen, ambtelijk geschrapten, nieuwe EU-burgers) vallen door de mazen van het net omdat ze geen domicilie- of referentieadres hebben:

  • ze kunnen geen verblijfskaart krijgen
  • ze geraken niet ingeschreven bij een mutualiteit (dure gevolgen)
  • ze hebben geen recht op verhoogde tegemoetkoming met bijhorende voordelen zoals
    • lagere medische kosten
    • lagere vervoers- en telefoonkosten
    • lagere huisvuilkosten
    • een UiTPAS, …
  • ze hebben geen recht op kinderbijslag of op een  studietoelage, ….
Opvolging:

Het toekennen van een referentieadres is een tijdelijke maatregel die in duur zo kort mogelijk moet gehouden worden. Het is namelijk de bedoeling dat de personen met een referentieadres zo snel als mogelijk over een vast adres beschikken.
Het OCMW gaat steeds de dialoog aan met de cliënt en eventueel de doorverwijzer om enerzijds de cliënt volledig te informeren (bijvoorbeeld over de potentiële effecten van OCMW-steun op het verblijfsrecht) en anderzijds om samen te bepalen of een referentieadres een (tijdelijk) middel kan zijn om mensen terug ingeschreven te krijgen op een vast adres en rechten te openen.
Het OCMW zal bijvoorbeeld voor EU-burgers die aantonen dat zij aan de verblijfsrechtelijke voorwaarden voldoen voor de onmiddellijke aflevering van een E-kaart een referentieadres toekennen om deze kaart te bekomen en de zoektocht naar een woning te faciliteren.

Het referentieadres vervalt enkel als er terug een vast adres is of als de persoon de minimale afspraken met het OCMW niet naleeft. Er zijn ook gevallen waarbij de wetgever voorziet dat er geen referentieadres kan toegekend worden, bijvoorbeeld voor mensen die hier illegaal verblijven.

Goedgekeurd project Sociaal Innovatiefonds van Kras gaat hierop verder: Innovatieve benaderingen van materiële steun als hefboom naar duurzame armoedebestrijding: in 10 stappen van voedselhulp naar structurele oplossingen voor armoede in Gent. Meer info 

62

Lang wachten op kinderbijslag

Het is vaak lang wachten op de uitbetaling van de kinderbijslag. De wachttijd kan soms (bij nieuw samengestelde gezinnen, bij gezinshereniging, ...) oplopen tot 4 maanden. Hierdoor komen mensen in een precaire financiële situatie snel in grote moeilijkheden.

Trekker: Els De Vos
Opvolging:

Sinds 1 januari 2019 is de kinderbijslag een Vlaamse bevoegdheid geworden. Kinderbijslag heet nu 'het groeipakket'. 

Aangezien er heel wat gewijzigd is ten opzicht van de vroegere kinderbijslag, is het nog wat afwachten wat in het nieuwe systeem vlotter of juist minder vlot loopt.

We hebben alvast een aantal afspraken gemaakt met de 5 uitbetalingsactoren en met de partners van Huis van het Kind. Zo kunnen medewerkers vaak voorkomende vragen en problemen aan ons bezorgen. Wij bundelen ze en gaan hierover in gesprek met de uitbetalingsactoren., met als doel zo snel mogelijk structurele oplossingen hiervoor te vinden. Verder kunnen onze partners bij individuele vragen rechtstreeks bellen met de uitbetalingsactoren.

63

Officiële documenten kosten geld

Sommige kwetsbare mensen kunnen de kosten voor identiteitspapieren niet betalen. Er bestaat geen sociaal tarief voor. Deze kosten worden ofwel door vrijwilligers(organisaties) gedragen ofwel stellen de mensen deze kosten uit. Daardoor komen ook hun andere rechten in het gedrang.

Opvolging:

In het huidige bestuursakkoord neemt toegankelijke dienstverlening een prominente plaats in. Daaronder is onder meer begrepen een betaalbare dienstverlening.

Update maart 2019: Momenteel wordt de concretisering daarvan verder uitgewerkt. Daarbij wordt ook bekeken welk beleid kan worden gevoerd met betrekking tot de tarieven van producten die de burger zich verplicht moet aanschaffen (identiteits- of verblijfskaart, ...).

Update oktober 2019: De prijs blijft ongewijzigd maar de geldigheidsduur van de ID-kaart is verdubbeld.

64

Financiële drempels naar openbaar vervoer

In het algemeen is openbaar vervoer duur. Voor mensen zonder wettig verblijf is bovendien enkel het duurste systeem (bus- of tramkaartje of 10-rittenkaart) toegankelijk en dus onhaalbaar. Daarom proberen ze soms zonder vervoerbewijs mee te rijden. Als ze betrapt worden, riskeren ze niet alleen een boete van de Lijn, maar ook een boete van € 200 omdat ze illegaal in het land verblijven. De Lijn blijft jarenlang met behulp van een incasso-kantoor achter de betaling aan zitten. Als mensen dan eindelijk in orde geraken met hun papieren en een domicilie-adres hebben, wacht hen een opgelopen boete van duizenden euro’s.

Kinderen zonder wettig verblijf onder de 14 jaar krijgen een Buzzy Pazz via school. Nu de Buzzy Pazz een MOBIB-kaart met pasfoto is, zorgt dit voor een extra drempel. Gelukkig heeft Stad Gent voor een oplossing gezorgd (gratis kaart, mogelijkheid tot gratis foto, voorlopige lijnkaart tot zolang de MOBIB-kaart niet in orde is, aanvraag via de school of de dienst asiel- en vluchtelingenbeleid). Alle kinderen met een Kids ID kregen de MOBIB-kaart automatisch opgestuurd.

  • Ongeveer 5900 Gentse kinderen bleken geen Kids ID en dus geen pasfoto te hebben via het rijksregister. Dit is 23% van de kinderen tussen 6 en 14 jaar.
Trekker: Kris Helincks
Opvolging:

Door de inspanningen van De Lijn i.s.m. het Onderwijscentrum Stad Gent stelden 95% van de jongeren zonder pasfoto in het rijksregister via verschillende aangeboden kanalen een pasfoto beschikbaar. Er zijn dus nog ongeveer 300 kinderen die niet reageerden of zelfs niet gecontacteerd konden worden. Mogelijks woont een deel daarvan intussen niet meer in Gent.

Omdat i.k.v. GDPR een MOBIB-abonnement niet kan toegekend worden zonder de uitdrukkelijke toestemming van de gerechtigde, wordt momenteel de werkwijze voor het automatisch en gratis toekennen van dit abonnement aan 6- tot 14-jarige Gentenaars onder de loep genomen.

69

Sociale cohesie onder druk®

In verschillende sociale woningconcentraties in Gent zijn er problemen op het vlak van samenleven en sociale cohesie. Sociale woningconcentraties zijn niet zomaar woningen naast of boven elkaar. Het gaat om een mini-samenleving gekenmerkt door een concentratie aan diverse en vaak erg kwetsbare bewoners. En die kwetsbaarheid is de laatste jaren toegenomen: taalbarrières, extreme armoede, psychiatrische problematieken, …

Via de procedure van versnelde toewijs[1] komen mensen met een psychische en/of verslavingsproblematiek  vaak in dezelfde sociale woonblokken terecht. Ze worden verdeeld over gans het patrimonium van de Sociale Huisvestingsmaatschappijen, maar in de praktijk zijn er meer toewijzingen in buurten met een hoge verhuisbeweging. Dit zorgt voor een grote druk op de leefbaarheid en voor meer overlastdossiers. Bovendien is de geboden omkadering vaak ontoereikend om het samenleven van zoveel kwetsbare mensen op een goede manier te laten verlopen.

  • Het aantal plaatsen voor versnelde toewijs bedraagt 59 per jaar.

 

[1] Voor daklozen, jongeren in het kader van begeleid zelfstandig wonen en personen met een geestelijk gezondheidsproblematiek, kunnen bepaalde organisaties (OCMW, CAW, erkende diensten voor begeleid zelfstandig of beschut wonen, mobiele psychische hulp, …) binnen de sociale huisvesting versnelde toewijs vragen. Zij krijgen dan voorrang bij het huren van een sociale woning. De verhuurder kan vragen dat die organisaties begeleidende maatregelen voorzien.

Opvolging:

In de Taskforce wonen werd de ‘adviesgroep kwalitatieve woonomgeving in sociale hoogbouw/woningconcentraties’ opgestart. Deze wil een integrale visie en bijhorende set van (preventieve) maatregelen formuleren om de woonomgeving in wijken met hoge concentraties sociale woningen en/of sociale hoogbouw te verbeteren. Daarnaast worden vanuit sociale regie, ontmoeten en verbinden, stadsdiensten, OCMW en wijkorganisaties projecten geïnitieerd zoals bijvoorbeeld het aanloophuis Poco Loco in Nieuw Gent, project Groene Briel, projecten rond onthaal nieuwe bewoners.

76

Grote druk op vrouwen en meisjes met migratieachtergrond

Bij vrouwen en meisjes met een migratieachtergrond komen vaak psychosomatische klachten en psychische problemen voor. Dit heeft verschillende oorzaken. Familie en samenleving stellen te hoge verwachtingen en voorzien te veel opdrachten ten aanzien van deze vrouwen en meisjes. Daarnaast is er te weinig afstemming tussen verschillende diensten (vb. kinderopvang, inburgering, …). Dit zorgt voor extra druk en stress.

Voorbeelden:

  • In de klas worden moslimmeisjes geconfronteerd met het feit dat ze van hun ouders zeer weinig mogen. Ze merken daar dat hun leeftijdsgenoten en hun soms jongere broers wel van alles mogen (in het weekend een keertje uitgaan, gaan shoppen, …).
  • Nog altijd worden meisjes verloofd met partners waar ze zelf niet mee instemmen. Ouders maken afspraken, zonder dat de meisjes het eens zijn met deze keuze.
  • Casus: Ahmet, Fatma en hun 4 kinderen krijgen reactie van  de buren omdat ze onderling hun eigen taal praten. De buren nemen er aanstoot aan dat ze geen Nederlands met hun kinderen spreken. Fatma volgt een inburgeringscursus, maar heeft het heel moeilijk om de les altijd bij te wonen. Ze zorgt voor 4 kinderen en haar man Ahmet zit in een rolstoel. Ze probeert de lessen vol te houden, want anders krijgt ze een boete. Ze wil de cursus afwerken en eventueel nog naar school gaan. Haar schoonmoeder vindt echter dat ze thuis moet blijven, voor de kinderen zorgen en koken. Dat is haar rol als vrouw en moeder.
Trekker: Kristel Danel
Opvolging:

Dit signaal werd besproken binnen de Dienst Gelijke Kansen, met IN-Gent en met vzw JONG. We wensen vrouwen en meisjes als actor te benaderen en minder als slachtoffer. In die zin is het signaal nogal eenzijdig. Tevens denken we dat we een onderscheid moeten maken tussen nieuwkomers en mensen van 2de/3de generatie in aanpak.

We benaderen dit signaal graag op 3 manieren;

  1. Toegankelijkheid psychologische dienstverlening:

    1. We stellen voor dit vanuit Dienst Welzijn en Gelijke Kansen op te nemen met Team Gezondheid en Gezin.
    2. We stellen voor dit op te nemen als thema bij Univers’elle, het vrouwennetwerk van IN-Gent.
  2. Verwachtingen samenleving:
    1. In deze is nood aan een intersectionele benadering gender-herkomst die we meenemen in ons antidiscriminatie-, gender-, alsook integratiebeleid.
    2. Er wordt werk gemaakt van voldoende toegankelijke kinderopvang voor vrouwen/mannen die een inburgeringscursus volgen.
    3. Met het aanbod vierde pijler in het inburgeringstraject (sociale netwerken) wensen we elke verplichte inburgeraar die niet studeert of werkt te bereiken.
    4. Dienst Welzijn en Gelijke Kansen neemt dit aandachtspunt op in de operationalisering van het Actieplan ADAR. In het bijzonder inzake de thema’s onderwijs en werk.

https://stad.gent/sites/default/files/media/documents/20201217_NO_Actieplan%20Antidiscriminatie%20en%20Antiracisme%202020_25_DEF.pdf

  1. Meisjeswerkingen vsw JONG: Alle werkingen van JONG erkennen de nood aan een apart meisjes aanbod. De fysieke afbakening en begrenzing waarop enkel meisjes op kunnen aansluiten biedt naast veiligheid ook feitelijk ruimte om plaatst te maken voor activiteiten die aansluiten op de noden en behoefte van de meisjes. Deze kunnen afwijken van het reguliere aanbod, waardoor een apart aanbod gericht op meisjes een duidelijke meerwaarde heeft en empowered werkt om meisjes te versterken in hun kwetsbaarheid.

Zie ook verslag gezamenlijk forum LWB 14 november 2019 bij interactiegroep 3

Goedgekeurd project Sociaal Innovatiefonds van Open Knowledge Belgium gaat hierop verder: HackYourFuture Lab @Ghent. Meer info 

77

Contract niet-verplichte inburgeringscursus

Een inburgeringscursus is verplicht voor derdelanders. Voor EU-burgers is dit niet verplicht, maar zij zijn wel rechthebbend. Eens aangemeld en het inburgeringscontract ondertekend, zijn ze wél verplicht om dit verder te volgen. Als ze stoppen of annuleren zonder grondige reden, krijgen ze een boete van € 50 tot € 5000. Daardoor stappen ze vaak niet in.

Trekker: Frank Philips
Opvolging:

De Stad is zich bewust van dit signaal en neemt deze info mee in de bespreking van de nieuwe convenant met IN-Gent.Deze nieuwe convenant zal vanaf mei 2020 in werking treden.

De bedragen zijn niet helemaal correct. Een rechthebbende inburgeraar die na vrijwillige ondertekening van het contract vroegtijdig stopt (dus niet start of minder dan 50% aanwezig is), riskeert een boete van €50 tot  €150.  De sancties voor verplichte inburgeraars zijn dezelfde, maar lopen op bij elke nieuwe inbreuk op tot € 5000.  Deze boetes ontslaan de inburgeraar niet van zijn verplichting. De bedragen van de sancties zijn gekoppeld aan de aard van de inbreuk (bv. laattijdig aanmelden, niet starten, te weinig aanwezig zijn,...), en worden opgelegd door de handhavingsambtenaren van de Vlaamse overheid.

 

 

81

Ontoegankelijkheid en onderaanbod lessen Nederlands voor anderstaligen

Niet iedereen kan Nederlandse les volgen. Mensen zonder wettig verblijf of mensen die het minimumniveau niet aankunnen, mogen geen lessen volgen. Voor anderen kan de opstart van de Nederlandse taalles soms lang op zich laten wachten. Vaak start de groep met mensen van hetzelfde niveau nog niet meteen of zit de groep nog niet vol  of zijn de randvoorwaarden nog niet voldaan (trauma/psychische problemen nog te acuut, kinderopvang, …).

Opvolging:

Wat nuances bij de signaal:

  • Nuance wat betreft ‘onderaanbod’: Voor een aantal kandidaten is het zeker het geval dat ze wat langer moeten wachten, een heel kleine groep moet heel lang wachten of vindt zelfs nooit passen aanbod, maar het is toch een minderheid. Het is niet zo dat het overgrote deel van de cursisten een half jaar moet wachten om te kunnen starten. Integendeel.
  • Nuance wat betreft ‘ontoegankelijkheid’: Er is niet zoiets als een minimumniveau. Iedereen met een wettig verblijf kan les volgen bij een erkende NT2aanbieder in Gent, ook als je helemaal geen Nederlands kent, niet gealfabetiseerd bent of anders gealfabetiseerd bent.
  • Voor mensen die weinig schoolse vaardigheden hebben of niet gealfabetiseerd zijn, zijn er aangepaste cursussen bij basiseducatie. Cursisten voor wie een schools traject echt niet haalbaar is, krijgen een attest ‘uitgeleerdheid’. In dat geval wordt deze beslissing voor verplichte cursisten afgestemd met de regisseur (VDAB, OCMW, IN-Gent), zodat deze cursisten niet gesanctioneerd worden omdat ze geen lessen Nederlands meer kunnen volgen.

IN-Gent vult nog verder aan met enkele initiatieven die ze nu al nemen om aan dit signaal tegemoet te komen:

  • IN-Gent streeft samen met de aanbodverstrekkers NT2 naar een zo divers mogelijk aanbod: avond, weekend en zomer wordt meer en meer georganiseerd.
  • IN-Gent zet bij de toeleiding naar de Nederlandse lessen ook extra in op toeleiding en organisatie van kinderopvang.
  • Voor mensen die niet kunnen volgen in het formele NT2-circuit (cfr. attest uitgeleerdheid), kan het interessanter zijn om op een informele manier te leren en vooral in te zetten op zelfredzaamheid, sociale contacten, enz. Het Centrum voor Basiseducatie leidt deze cursisten daarom bijvoorbeeld toe naar de laagdrempelige oefenkans ‘Op Stap met Nederlands’ van het OCMW. IN-Gent vzw stimuleert organisaties om nog meer in te zetten op dergelijke oefenkansen, niet enkel voor deze specifieke doelgroep, maar voor iedereen die Nederlands leert. IN-Gent vzw biedt organisaties bovendien ook ondersteuning bij het opzetten van deze oefenkansen.
  • Bij trauma/psychische problemen zijn er echter heel weinig opties om door te verwijzen. Geestelijke gezondheidszorg voor nieuwe Gentenaars is ontoerijkend. Cursistenbegeleiders van de scholen nemen vaak contact op met de regisseurs (VDAB, OCMW, IN-Gent) om samen te bekijken wat er mogelijk is.
  • Het klopt dat mensen zonder wettig verblijf niet kunnen deelnemen aan het formele NT2-onderwijs. Op dit moment worden zij vooral doorgestuurd naar oefenkansen en vrijetijdsinitiatieven. IN-Gent verwijst niet door naar organisaties of vrijwilligers die lessen organiseren voor mensen zonder wettig verblijf. Ze hebben er weinig of geen zicht op of die er zijn. Heel weinig mensen zonder wettig verblijf vinden nog de weg naar IN-Gent. Daardoor is het ook moeilijk om de reële vraag in kaart te brengen.

82

Tolkenaanbod niet afgestemd op nood®

Het tolkenaanbod is niet afgestemd op de nood. Op dit moment is er in Gent nood aan meer tolken voor de talen Pashtoe, Dari, Somalisch, Eritrees (Tigrinya), Turks en Arabisch.

Opvolging:

IN-Gent (sociaal tolken ter plaatse en sociaal tolken via webcam) en het Agentschap Integratie en Inburgering (sociaal tolken via telefoon) weten dat dit een probleem is. Ze vullen het rijtje met knelpunttalen zelf nog aan met Slovaaks en Bulgaars.

Dit heeft enerzijds te maken met de hoge kwaliteitseisen bij de certificering van Sociaal Tolken, waardoor het niet evident is om gecertificeerde tolken te vinden. Anderzijds is het arbeidsstatuut van Sociaal Tolken niet zo aantrekkelijk en speelt er concurrentie tussen de diverse aanbieders van Sociaal Tolken in Vlaanderen wat zorgt voor minder stabiliteit in de tolkenpool.

Er loopt een Vlaams traject in functie van optimalisering van de werking van de dienstverlening Sociaal Tolken in Vlaanderen en bovenstaande knelpunten worden daar zeker opgenomen. We verwachten hierover in de loop van 2019 meer duidelijkheid. Complementair met dit traject onderzoekt IN-Gent verschillende pistes om het aanbod in Gent verder op te krikken. Samen met de Dienst Welzijn en Gelijke Kansen van de Stad wordt dit opgevolgd.

83

Tolkenaanbod beperkt in gespecialiseerde hulpverlening®

De gespecialiseerde hulpverlening (jeugdhulp, gehandicaptenzorg, psychiatrie, ziekenhuizen,…) werkt onvoldoende met tolken. Daardoor blijven mensen die eigenlijk gespecialiseerde hulp nodig hebben in de eerstelijn (rechtstreeks toegankelijke hulp en zorg waaronder huisartsen, wijkgezondheidscentra, thuisverpleegkundigen, apothekers, tandartsen…) hangen.

Opvolging:

Suggestie om dit signaal verder te onderzoeken en uit te diepen: De input voor dit signaal strookt niet met de cijfers van de Dienst Tolken en Vertalen van IN-Gent. Daar zien ze net dat de gespecialiseerde diensten en hulpverlening (wijkgezondheidscentra, ziekenhuizen,…) beroep doen op tolken  en dat paramedici en vrije beroepen ( die niet werkzaam zijn binnen een voorziening )op eerstelijn geen toegang hebben tot de dienstverlening van sociaal tolken omdat ze niet aan de voorwaarden van de gebruikers, vast gelegd in het Gemeentelijk Reglement, voldoen.

Wat extra achtergrond en mogelijke aanpak: Het lijkt belangrijk om te werken aan het bewustzijn van de waaier aan taalinstrumenten waar men een beroep op kan doen, zowel tolken als andere instrumenten die de mondelinge communicatie ondersteunen. (https://www.integratie-inburgering.be/communicatiewaaier)

Wat tolken betreft zal het belangrijk zijn om op maat van de instellingen te bekijken op welke instanties zij beroep kunnen doen en of deze kanalen vervolgens voldoende gekend zijn. Hier alvast een overzicht:

  • IN-Gent: zij voorzien tegen vergoeding sociaal tolken ter plaatse en sociaal tolken via webcam voor o.a. de sector van erkende welzijnsvoorzieningen, sector van algemene en bijzondere jeugdzorg, sector geestelijke gezondheidszorg, sector gezondheidszorg: ziekenhuizen, wijkgezondheidscentra, thuisverplegingsdiensten, revalidatiecentra, poliklinieken, Gentse huisartsenverenigingen,...  https://www.in-gent.be/voor-jouw-organisatie/sociaal-tolken-vertalen/sociaal-tolken
  • Het Vlaams Agentschap Integratie en Inburgering organiseert het sociaal tolken via telefoon voor Vlaanderen. Voor 2019 is deze dienstverlening gratis voor huisartsenpraktijken, voor huisartsen verbonden aan een wijkgezondheidscentrum en voor specialisten verbonden aan een (algemeen universitair of psychiatrisch ziekenhuis), aan een psychiatrisch centrum of een centrum geestelijke gezondheidszorg. Dit door een basisdotatie van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en zolang hiervoor budget beschikbaar is. (cfr. nieuwsbrief Agentschap Integratie en Inburgering /Dienst Sociaal Tolken en Vertalen/ 29 maart 2019). Specialisten in een privépraktijk komen niet in aanmerking voor tolkondersteuning door een sociaal tolk.  http://www.agii.be/thema/sociaal-tolken-en-vertalen
  • De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu geeft algemene en psychiatrische ziekenhuizen jaarlijks de kans om een aanvraag in te dienen voor de financiering van een intercultureel bemiddelaar en/of coördinator interculturele bemiddeling. Daarnaast biedt deze FOD ook interculturele bemiddeling op afstand aan via videoconferentie. Alle ziekenhuizen kunnen een gratis beroep doen op deze dienstverlening, maar ook huisartsenpraktijken, wijkgezondheidscentra en medische diensten van FEDASIL.

https://www.health.belgium.be/nl/gezondheid/organisatie-van-de-gezondheidszorg/kwaliteit-van-zorg/interculturele-bemiddeling-de

 

84

Moeilijk administratief taalgebruik en procedures

Nog te vaak gebruiken officiële instanties moeilijke taal (meld je aan, pensioenbrief, …). Ook de procedures en communicatiestrategieën zijn niet afgestemd op een groot deel van de bevolking.

  • Voorbeeld communicatiestrategieën: Om in januari van het zesde leerjaar voor het secundair onderwijs aan te melden, brengt men ouders al heel vroeg op de hoogte met name als hun kind in het vijfde leerjaar zit.

Voor veel mensen is moeilijk administratief taalgebruik een drempel die grote gevolgen kan hebben: voorrang broer/zus bij inschrijving school gemist, pensioen te laat geregeld, … Ook anderstalige nieuwkomers slagen er zonder hulp vaak niet in om de moeilijke documenten correct ingevuld en op tijd bij de juiste instanties te krijgen.

Opvolging:

Dit is een heel belangrijk signaal en er worden verschillende initiatieven genomen om hierop in te spelen. In het signaal wordt gesproken over officiële instanties. Hier hebben we het concreet over de inspanningen die de Stad en het OCMW op dit vlak leveren en zoomen we ook even uit naar projecten van de Vlaamse Overheid en de Hoge Raad voor Justitie.

Al vele jaren zet een taalambtenaar bij de Stad en het OCMW in op heldere taal. Daarbij lanceerde de Stad in 2016 de Engagementsverklaring Taalbeleid (https://stad.gent/over-gent-en-het-stadsbestuur/stadsbestuur/wat-doet-het-bestuur/beleidsplannen/gent-en-bestuur/taalbeleid). Daarin krijgt heldere taal zowel in contact met burgers, op de werkvloer, in het onderwijs, op het web,… een heel belangrijke plaats. De Werkgroep Taalbeleid is het lerend netwerk dat de uitvoering van de engagementen opvolgt.

  • In het Actieplan 2018-2019 gekoppeld aan de Engagementsverklaring zetten we in op ondersteuning van de diensten om hun teksten heerlijk helder te formuleren via een Atelier Heldere Taal. Tijdens een 3-tal sessies worden enkele voorbeeldteksten herschreven en tegelijk leiden we de medewerkers op om zelf helder te leren schrijven. Na deze sessies stimuleren we diensten op een ludieke manier om verder in te zetten op helder schrijven. Lopende trajecten: Dienst Kinderopvang (heldere facturen), Dienst Burgerzaken (heldere brieven), GentInfo (heldere infofiches),…
  • Personeelsleden kunnen het hele jaar door vormingen rond helder schrijven volgen.

De Vlaamse Overheid lanceerde vorig jaar de campagne Heerlijk Helder. De website geeft een overzicht met interessante tips: https://overheid.vlaanderen.be/heerlijk-helder. De ludieke campagne stimuleert diensten van de Vlaamse Overheid om in te zetten op heldere taal en om concrete doelen te stellen.

Ook binnen justitie is er het bewustzijn dat er dringend nood is aan een meer toegankelijk taalgebruik. Vorig jaar werd het project Kruid (http://www.csj.be/sites/default/files/press_publications/project-kruid.pdf) gelanceerd door de Hoge Raad voor Justitie. Een tekst die alle medewerkers binnen en buiten justitie wil aanzetten om permanent bezig te zijn met helder en toegankelijk taalgebruik, zowel mondeling als schriftelijk. 

Organisaties die willen inzetten op heldere taal kunnen steeds vormingen volgen bij o.a. Wablieft(www.wablieft.be), specifiek voor toegankelijke schriftelijke en mondelinge communicatie met anderstaligen kan je terecht bij IN-Gent (https://www.in-gent.be/vorming),...