Gezondheid
9
We rijden met een rotvaart naar een gezondheidszorg met 2 snelheden
De signalen dat de toegang tot zorg steeds moeilijker wordt, blijven toenemen. Onderzoek en ervaring van het gezondheids- en welzijnsveld in Gent leren ons dat mensen in een kwetsbare positie gezondheidszorg vaak uitstellen om financiële reden en/of gebrek aan informatie over de toegankelijkheid van de zorg. Ondanks de grote inspanningen van de GBO (Geïntegreerd Breed Onthaal) actoren, zijn er nog heel wat mensen die niet weten dat ze recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming. In het algemeen heerst er veel onduidelijkheid rond de tussenkomst van de mutualiteit, de maximumfactuur, geconventioneerde hulpverleners, supplementen, … Mensen vermijden (psychische) zorg regelmatig door problemen of onduidelijkheden over de kostprijs of het boeken van een afspraak bij een geconventioneerde arts. Hierdoor stellen mensen soms noodzakelijke zorg uit of moeten ze een afspraak maken met een niet-geconventioneerde arts en supplementen betalen die ze zich niet kunnen veroorloven. Jongeren geven aan dat ze geen stappen voor een opname durven zetten omdat ze bang zijn dat ze het niet zullen kunnen betalen. Ook ziekenhuizen zijn niet transparant over de te verwachten eindfactuur.
Bijvoorbeeld: Een jonge vrouw met ernstige maagklachten kreeg van haar huisarts het dringende advies om een gastroscopie te ondergaan. Toen ze begin april contact opnam met een geconventioneerde arts, bleek de eerstvolgende beschikbare afspraak pas in augustus 2024 te zijn. Noodgedwongen maakte ze een afspraak bij een niet-geconventioneerde arts, waar ze de week erop al terecht kon.
Het aantal zorgverleners dat niet langer geconventioneerd is stijgt; vooral onder specialisten, kinesisten, vroedvrouwen, enz. Cijfers uit de omgevingsanalyse gezondheid van de stad Gent bevestigen dit probleem.
In de eerstelijnszorg doen de problemen zich voornamelijk voor bij tandartsen en kinesisten. Van de algemene tandartsen in het arrondissement Gent werkt 56% niet en 16% slechts gedeeltelijk aan het conventietarief. Slechts 28% volgt het conventietarief. Ook bij kinesisten is de deconventionering opmerkelijk: in 2023 werkt 55% niet meer aan het conventietarief, tegenover 28% in 2021.
Deze schaarste leidt tot beperkte toegang tot zorg en hogere kosten voor patiënten.
De moeilijke toegang eist zijn tol, zoals blijkt uit een praktijkvoorbeeld: een tiener verliest haar bril, essentieel om lessen te volgen. Het gezin geniet van een leefloon en vraagt tussenkomst bij het OCMW voor de aankoop van een nieuwe bril. Hiervoor moet eerst een afspraak bij een geconventioneerde arts gemaakt worden, maar de tiener moet vier maanden wachten op een afspraak.
Ook tandzorg wordt steeds minder toegankelijk. Mensen zonder vaste tandarts hebben moeite om een afspraak te maken, en wachttijden kunnen oplopen tot maanden. Financiële drempels zijn een belangrijke factor; veel mensen met acute klachten wijken daarom uit naar de spoeddienst. In 2022 ging 56,5% van de Gentenaars jaarlijks naar de tandarts. Mensen zonder verhoogde tegemoetkoming gaan vaker naar de tandarts (60,4%) dan mensen met een verhoogde tegemoetkoming (43%) (IMA-atlas 2022). In 2022 ging een groot deel van de Gentenaars (24,5%) helemaal niet naar de tandarts, vooral zij met verhoogde tegemoetkoming (34,5%) (IMA-atlas 2022). Sommige tandartsen weigeren zelfs consultaties voor mensen met een verhoogde tegemoetkoming. 56% van de algemene tandartsen in het arrondissement Gent werkt niet en slechts 16% gedeeltelijk aan het conventietarief.
Daarnaast zien we dat snelle toegang tot zorg mogelijk is, mits het betalen van een supplement. Voor een snelle afspraak bij radiologie buiten de kantooruren moet vaak een extra bedrag worden betaald. Mensen die dit niet kunnen, moeten vaak maanden wachten. Hoewel er uitzonderingen zijn voor mensen met een verhoogde tegemoetkoming, blijft een grote groep met beperkte financiële middelen zonder verhoogde tegemoetkoming hiervan de dupe.
Een ander zorgwekkend fenomeen is de lange wachttijd in ziekenhuizen voor consultaties bij specialisten. Patiënten worden vaak verwezen naar privépraktijken, waar ze sneller geholpen kunnen worden mits betaling van een supplement. Een voorbeeld: een afspraak bij een orthopedist in het ziekenhuis heeft een wachttijd van drie maanden, maar kan de volgende dag in de privépraktijk van diezelfde orthopedist worden ingepland voor een supplement van 65 euro.
Dit leidt tot uitstel van zorg en versterkt de ongelijkheid in toegang tot zorg. We stevenen af op een zorgsysteem met twee snelheden, waarbij duidelijk is wie hiervan profiteert en wie het onderspit delft.
Bestaande maatregelen kunnen de toegankelijkheid van de zorg verbeteren, als ze gekend zijn en correct toegepast worden. In 2022 werd het maximumbedrag aan persoonlijke aandelen voor de gezinnen met de laagste inkomens (tot en met 11.120 euro netto 2 jaar eerder) verlaagd van 450 naar 250 euro. Wijkgezondheidscentra ervaren dat deze maximumfactuur effectief een verschil maakt voor de lagere inkomens.
Het voorbije jaar werden onder Minister Frank Vandenbroucke een aantal nieuwe maatregelen uitgewerkt die de betaalbaarheid van de zorg moeten verbeteren. Zo werd een verbod op supplementen voor medische scans ingevoerd en komt er vanaf 2025 een verbod op het aanrekenen van supplementen buiten het ziekenhuis voor patiënten met een verhoogde tegemoetkoming. Maar we zien dat de maatregelen veel tegenwerking oproepen bij bepaalde artsengroepen en ziekenhuizen en dat er vaak omwegen gevonden worden om deze beschermende maatregelen te omzeilen. Zo worden mensen voor scans vaak doorverwezen naar momenten na de kantooruren waarbij ereloonsupplementen aangerekend kunnen worden. Door de schaarste van het aanbod dreigen mensen met financiële moeilijkheden als eerste uit de boot te vallen.
10
Gebrek aan transparantie over de kostprijs in de gezondheidszorg leidt tot zorguitstel
Het is een bekend en terugkerend signaal dat mensen in armoede gezondheidszorg uitstellen of zelfs helemaal vermijden. Belangrijke drempels hierbij zijn de onduidelijkheid over de kosten en de angst voor hoge facturen.
De informatie over kostenramingen en factuuruitleg op de websites van ziekenhuizen, specialisten en mutualiteiten is vaak niet aangepast aan laaggeletterde, digitaal minder vaardige of anderstalige personen.
- Ziekenhuizen: Op de websites van Gentse ziekenhuizen is doorgaans wel een kostenraming en factuuruitleg te vinden, maar de opbouw en gebruikte tools verschillen. De ene website is duidelijker dan de andere, en forfaitaire kosten worden soms apart vermeld. Mensen met vragen over kosten worden vaak naar de ziekenhuiswebsite verwezen. Hoewel afspraken met financiële diensten mogelijk zijn, worden ze als weinig toegankelijk ervaren, omdat dit alleen telefonisch of via e-mail kan.
- Psychiatrie: Op de websites van psychiatrische ziekenhuizen is de informatie over kosten moeilijker terug te vinden. De teksten zijn vaak zeer uitgebreid en ingewikkeld, wat de toegankelijkheid beperkt.
- Psychologen: Er is onduidelijkheid over de verschillende tarieven voor psychologische hulp, zoals ELP –conventietarieven, CGG en privépraktijken. Ook is het onduidelijk wanneer en hoeveel de mutualiteit terugbetaalt.
- Tandartsen: Sinds 2021 zijn tandartsen verplicht hun tarieven te vermelden op hun website en in de wachtzaal. In de praktijk zijn deze tarieven vaak moeilijk te vinden op websites, en er wordt meestal alleen aangegeven of een praktijk wel of niet volgens conventietarieven werkt.
- Aanvullend signaal: Kosten voor vervoer van en naar het ziekenhuis of andere zorginstellingen worden niet meegeteld als gezondheidskosten. Voor behandelingen waarvoor mensen meerdere keren moeten reizen, kunnen de (vervoers)kosten hoog oplopen, soms zo hoog dat het de voortzetting van de behandeling belemmert.
Deze obstakels maken het voor mensen in armoede bijzonder moeilijk om toegang te krijgen tot de zorg die ze nodig hebben.
11
Extra druk op precaire doelgroepen door bedwantsen
Hoewel er geen duidelijke cijfers beschikbaar zijn, worden hulpverleners regelmatig geconfronteerd met moeilijke situaties wanneer kwetsbare gezinnen te maken krijgen met bedwantsen. Er is momenteel geen effectieve en gecoördineerde aanpak voor de bestrijding van bedwantsen. De beten veroorzaken jeuk, en de bestrijding moet door een gespecialiseerde firma gebeuren, wat hoge kosten met zich meebrengt.
- Deze bestrijding is vooral duur voor mensen die geen sociale huurwoning hebben. Sociale huisvestingsmaatschappijen kunnen gebruik maken van raamcontracten die lagere prijzen voor de bestrijding bieden.
- In appartementsblokken is bestrijding vaak alleen effectief als de hele blok tegelijkertijd wordt behandeld.
- Het OCMW kan in specifieke gevallen de kosten van de bestrijding terugbetalen, maar voor gezinnen die net buiten de criteria vallen, is dit een aanzienlijke uitgave die ze moeilijk kunnen opbrengen.
- Sommige hulpverleners vermijden huisbezoeken wanneer er sprake is van bedwantsen, uit angst om deze zelf mee naar huis te nemen. Deze situatie zorgt voor extra druk op kwetsbare gezinnen en hun hulpverleners.
12
Gebrek aan logistieke ondersteuning voor een succesvolle behandeling van scabiës bij kwetsbare gezinnen
Wijkgezondheidscentra, huisartsen, scholen en opvangcentra voor dak- en thuislozen worden regelmatig geconfronteerd met scabiës. De stad en het OCMW helpen kwetsbare gezinnen door de kosten van medicatie te verlagen, maar er ontbreekt een effectieve en gecoördineerde aanpak om ervoor te zorgen dat ook de nodige hygiënische maatregelen worden nageleefd. Alleen dan kan een succesvolle behandeling van scabiës plaatsvinden. Deze aanpak vereist echter logistieke ondersteuning (zoals bijvoorbeeld extra hygiënische maatregelen bij kledij, bekleding, beddengoed, ... die mogelijk in aanraking gekomen zijn met die personen waar scabiës werd vastgesteld), iets wat momenteel door niemand wordt opgepakt.
13
Jonge mantelzorgers worden op school te weinig ondersteund en te weinig opgemerkt door hulpverleners
Kinderen en jongeren die zorgen voor iemand met een chronische ziekte, verslaving, beperking of psychische kwetsbaarheid voelen zich vaak onvoldoende gezien of gesteund door leerkrachten, zorgcoördinatoren en leerlingbegeleiders. De combinatie van school en het opnemen van zorgtaken heeft een grote impact op hun levenskwaliteit, wat kan leiden tot depressieve gedachten, een verzwakte immuniteit en slaapproblemen. Ook op school heeft dit een grote impact: jonge mantelzorgers hebben vaak problemen met hun aanwezigheid en schooltraject, en hun slaagkansen liggen vaak lager dan die van andere leerlingen.
“Op de lagere school wisten ze dat mijn mama MS had, maar nooit heeft iemand gevraagd hoe het met mij ging en of ik ondersteuning nodig had. Ik werd ook gepest omdat mijn mama ziek was, dat was zo zwaar.” (jonge mantelzorger L., gedeeld met toestemming)
Daarnaast worden jonge mantelzorgers die een ouder, broer/zus of vriend(in) begeleiden naar bijvoorbeeld het ziekenhuis, verslavingszorg of een psychiater, zelden opgemerkt door zorgverleners.
14
Het mantelzorgstatuut is een ‘leeg’ statuut voor niet werkende mantelzorgers
Het mantelzorgstatuut biedt momenteel slechts één sociaal voordeel: mantelzorgverlof voor werkende mantelzorgers. Echter, mantelzorg komt ook vaak terecht bij familieleden die niet werken. Deze niet-werkende mantelzorgers dragen ook de financiële, fysieke en mentale lasten van de zorg voor een naaste, wat extra druk legt op hun al kwetsbare situatie.
Daarnaast vloeit het persoonsvolgend budget zelden door naar de mantelzorger, ondanks dat zij zorgtaken op zich nemen die anders door betaalde zorgverleners zouden worden uitgevoerd.
15
De geestelijke gezondheid van onze kinderen en jongeren staat onder druk
Steeds meer kinderen, jongeren, studenten en jongvolwassenen kampen met psychische kwetsbaarheid, maar ondervinden nog veel obstakels bij het zoeken van hulp. Deze drempels zijn zowel praktisch van aard – zoals tijdsgebrek, hoge kosten en lange wachtlijsten - als informatief, bijvoorbeeld onwetendheid over waar ze terecht kunnen of hoe te beginnen. Daarnaast spelen mentale drempels een rol, zoals overtuigingen als: 'Mijn probleem is niet erg genoeg', 'Ik moet het alleen kunnen', 'Anderen hebben het zwaarder', of 'Hulpverlening helpt toch niet'. Schaamte en angst spelen regelmatig een grote rol om de stap richting hulpverlening te zetten.
Vooral studenten en jongvolwassenen maken weinig gebruik van hulpverlening, in al zijn diversiteit, en worden moeilijker bereikt, ondanks de grote uitdagingen waarmee ze in deze levensfase geconfronteerd worden en de steun die ze vaak nodig hebben.
16
Samenwerking psychiatrie en eerstelijn
De samenwerking tussen de psychiatrie en nulde en eerstelijnsactoren verloopt moeizaam. Mensen worden niet voldoende voorbereid op hun terugkeer en er is onvoldoende nazorg, waardoor 20% van de psychiatrische patiënten thuisloos is.
Er is behoefte aan meer samenwerking en continuïteit van zorg:
- Het schakelen tussen verschillende mogelijkheden, oftewel schakelzorg, en de overgang van de ene zorglijn naar de andere, zijn cruciale aspecten van deze samenwerking.
- Samenwerking tussen psychiatrische instellingen en verschillende werkingen is essentieel voor een effectieve en continue zorgverlening.
- Ontslagmanagement in de psychiatrie is belangrijk om aandacht te besteden aan de voorbereiding op ontslag en de nazorg die patiënten ontvangen. De samenwerking met de psychiatrie verloopt moeizaam, en mensen worden niet voldoende voorbereid op hun terugkeer, wat leidt tot een gebrek aan nazorg.
- Ziekenhuizen zijn in het algemeen beter bereikbaar en toegankelijk voor het coördineren van zorg en schakelen tussen verschillende zorgniveaus, terwijl dit bij psychiatrische instellingen vaak moeizamer verloopt.
- Wat betreft mobiele teams: ze zijn vaak volzet, hebben wachtlijsten en komen niet in beeld voor iemand die op ontslag gaat.
Het belang van cultuur- en taalsensitieve zorg is hierbij cruciaal.
17
Nood aan eerstelijnspsychologen en mobiele werkers GGZ in kwetsbare wijken
Verschillende kwetsbare wijken signaleren dat er een grote vraag is naar eerstelijnspsychologen, maar het aanbod blijft voorlopig onvoldoende. Personen met psychische problemen worden in sommige wijken onvoldoende opgevolgd en doorverwezen naar de juiste zorg. Mensen met ernstige problematieken komen vaak terecht op ontmoetingsplekken waar niet genoeg expertise aanwezig is om hen en hun omgeving adequaat te ondersteunen.
Alhoewel dit een zorgwekkend signaal is zijn er verschillende positieve initiatieven.
Stad Gent investeerde de afgelopen jaren in mobiele en wijkwerkers geestelijke gezondheidszorg (GGZ), die worden ingezet in enkele wijken en een belangrijke schakel naar de geestelijke gezondheidszorg vormen. Elke kwetsbare wijk heeft behoefte aan een mobiele of wijknetwerker GGZ. Een positief aspect is de tewerkstelling van twee extra mobiele werkers GGZ via VOLUIT, die gespecialiseerd zijn in mentale beperkingen.
Er is dus veel in beweging in de wijken. In hoeverre moet er inclusieve ontmoeting gestimuleerd worden, met specialistische opvolging hieraan gekoppeld?
18
Uitsluiting bij verzekeringsmaatschappijen bij opnames door middelengebruik of psychische problemen®
Bij psychische problemen bieden verzekeringsmaatschappijen vaak minder dekking of verhogen ze de bijpremie bij hospitalisatieverzekeringen. Verzekeraars hanteren diverse exclusiecriteria, bijvoorbeeld met betrekking tot opnames gerelateerd aan middelenmisbruik of psychische problemen. Elk van deze criteria verschilt per verzekeraar, en de dekking hangt af van het type contract dat zorgvragers afsluiten. Binnen dezelfde verzekeringsmaatschappij bestaan vaak meerdere contracten die inhoudelijk van elkaar verschillen, zoals financieel, tijdsbeperkingen of plafonds. Sommige contracten dekken alleen opnames in algemene ziekenhuizen, maar niet in psychiatrische ziekenhuizen.
De verschillende benaderingen van een fysieke en psychische opname komt over als een vorm van discriminatie ten aanzien van mensen met psychische problemen.
20
Onvoldoende tussenkomst voor niet-medische kosten noodzakelijk voor medische zorg
Mensen met een beperkt budget zien soms af van noodzakelijke behandelingen vanwege de hoge niet-medische kosten die hiermee gepaard gaan.
- Mobiliteitskosten naar het ziekenhuis worden bijvoorbeeld niet meegerekend als gezondheidskosten. “Door mijn leeftijd en gezondheidsproblemen moet ik wekelijks naar het ziekenhuis. Er wordt veel terugbetaald, maar het vervoer is te duur voor mij.”
- Hulpmiddelen voor mobiliteit, incontinentie en andere benodigdheden zijn vaak onbetaalbaar voor mensen met een laag inkomen.
21
Verhoogde tegemoetkoming: alles of niets
Diverse gezinnen die voldoen aan bepaalde inkomens- en gezinssituatievoorwaarden hebben recht op een verhoogde tegemoetkoming. Dit recht wordt niet bij iedereen automatisch toegekend of verlengd, maar moet door de maatschappelijke diensten (zoals bv. door dienst maatschappelijk werk van het ziekenfonds) worden onderzocht. Veel mensen weten niet dat ze dit recht kunnen aanvragen of hebben veel ondersteuning nodig bij het verzamelen van de benodigde documenten, waardoor ze nog steeds hun recht op verhoogde tegemoetkoming missen.
Daarnaast wordt een alles of niets logica gehanteerd. Dit betekent dat mensen wiens inkomen net boven de grens ligt geen recht hebben op verminderde tarieven gezondheidszorg en andere voordelen. Zonder een getrapt systeem dreigen mensen die een verhoogde tegemoetkoming genieten alle rechten te verliezen bij een kleine inkomensstijging.
50
Hoge kosten voor EGW in ruil voor gebrekkig onderhoud in woonblokken met veel kwetsbare bewoners
Bewoners van grote woonblokken in kwetsbare wijken hebben te maken met extreem hoge water- en energiefacturen. Tegelijkertijd bevinden deze gebouwen zich vaak in slechte staat door gebrek aan onderhoud; met problemen zoals waterlekken, kapotte deuren, slecht onderhouden gangen en geuroverlast. Bij sociale huisvesting is er bovendien een gebrek aan transparantie en duidelijke communicatie over huurlasten, facturen en de opvolging door de woonmaatschappij. Voorbeelden hiervan zijn:
- De sociale hoogbouw in Nieuw-Gent, Meulestede en Watersportbaan (Borluut, Anseele, Charles Andrieslaan) en de sociale woningen in de Verpleegsterstraat. Huurders rapporteren hoge energiefacturen en veel schimmel- en vochtproblemen zonder structurele oplossingen.
- Een blok in de Scandinaviëstraat met een 300-tal eigenaars, waaronder veel kwetsbare bewoners en gezinnen die hun hypothecaire lening met moeite kunnen afbetalen. Deze bewoners ontvingen hoge afrekeningen voor jaarlijkse kosten, variërend tussen €1.200 en €3.600, ondanks dat ze maandelijks een voorschot van €370 betalen voor energie en andere onkosten zoals lift, verwarming en water. Elke eigenaar moest ook €7000 betalen voor het repareren van de verwarming. Bewoners die hun facturen niet kunnen betalen, hebben geen toegang meer tot hun verwarming.
Er bestaan mogelijkheden tot energiescans, maar dit is niet algemeen gekend binnen het werkveld.
Daarnaast zijn er veel hygiëneproblemen, met meldingen van bedwantsen en kakkerlakken. Er wordt een box op de parking geplaatst om zitdagen te organiseren en te onderzoeken hoe bewoners geholpen kunnen worden, maar de stad kan maar beperkt handelen omdat de appartementen in privébezit zijn.
In Nieuw Gent zijn er al drie van deze oude, slecht geïsoleerde woonblokken afgebroken. De volgende drie zullen binnenkort volgen. Ze worden vervangen door nieuwe, lagere, energiezuinige sociale woonblokken als onderdeel van het stadsvernieuwingsproject Nieuw Gent vernieuwt.
51
Kinderen en jongeren kwetsbaar voor online pesten en cybercriminaliteit
Scholen en jongerenorganisaties blijven signaleren dat sociale media een probleem vormen met betrekking tot online pestgedrag en haatberichten. Volgens de politie wordt 1 op de 4 jongeren tussen 12 en 18 jaar slachtoffer van cyberpesten. Vooral Telegram is een zorgwekkend platform, zoals in mei 2024 werd aangetoond door het Tv-programma Factcheckers. Het onderzoek bereikte zelfs het Europees Parlement, maar controle over het platform blijft moeilijk. Telegram verspreidt complottheorieën en moedigt geweld, criminaliteit, en de verkoop van wapens en drugs aan, wat gebruikers van het platform onder druk zet.
Jeugdwerkers ontvangen ook steeds meer meldingen van jongeren die actief zijn op Telegram en te maken krijgen met schadelijke berichten en activiteiten. De zorgen nemen toe, vooral omdat het platform niet gecontroleerd kan worden en de problemen blijven groeien.
Organisaties zoals het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB), Gezinsbond en Child Focus richten zich vooral op preventie en ondersteuning bij online risico’s voor kinderen en jongeren. De lokale politie van Gent biedt ook een webpagina aan met uitleg, links en tips over dit onderwerp. Daarnaast verzamelt GIDS, de digitale inspiratiebank voor diversiteit op school van Stad Gent, materiaal over mediawijsheid.
In maart 2023 diende het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) een resolutievoorstel in om jonge kinderen te beschermen tegen ongepaste online-inhoud. Het BIPT heeft nu de verantwoordelijkheid om toezicht te houden op Telegram in Europa, waardoor klachten over de inhoud van Telegram bij hen kunnen worden ingediend. Dit is een nieuwe bevoegdheid voor het BIPT, die samenwerkt met nationale en Europese reguleringsinstanties. Het is echter nog onduidelijk welke concrete mogelijkheden dit biedt voor striktere regulering en controle, zowel op lokaal als Europees niveau.
Hoewel er veel meldingen zijn van online pesten en cybercriminaliteit, is er een duidelijk gebrek aan samenhangend of volledig cijfermateriaal. De beschikbare data zijn verspreid over verschillende onderzoeken, waardoor een compleet overzicht ontbreekt. Dit maakt het moeilijk om de werkelijke omvang van het probleem in te schatten en effectief aan te pakken.
60
De wachtlijsten voor psychologen die onder de conventie werken is een probleem.
Er zijn verschillende signalen dat er wachtlijsten zijn voor eerstelijns klinisch orthopedagogen of klinisch psychologen (KOKP). Daartegenover staat dat sommige verwijzers een drempel ervaren om samen te werken met en/of door te verwijzen naar “nieuwe/nog ongekende” KOKP.
Er wordt getracht de wachttijden bij de verschillende KOKP weer te geven op de website. De wachttijden up-to-date houden op de website is de verantwoordelijkheid van elke KOKP, maar vermoedelijk zal niet elke KOKP dit even nauwgezet bijhouden, waardoor er soms onduidelijkheid kan ontstaan.
Daarnaast stelt men ook vast dat sommige verwijzers geen rekening houden met de doelstellingen en de doelgroep van de conventie, waarbij ook burgers die niet in aanmerking komen voor een begeleiding binnen de conventie ELP toch worden doorverwezen. Dit komt de eventuele wachttijden niet ten goede.
61
Druk op de eerstelijn®
Binnen de sectoren van de kinderopvang, onderwijs, gezondheids- en welzijnszorg blijft de werkdruk hoog, mede door het niet kunnen invullen van vacatures. De grafieken hieronder tonen duidelijk dat schoonmakers, verpleegkundigen, zorgkundigen, begeleiders in de kinderopvang en leerkrachten de beroepen zijn met de meeste openstaande vacatures.
Deze sectoren kampen met complexe vragen en wachtlijsten. Er ontstaat een vicieuze cirkel: de zware werkdruk leidt tot meer stress en minder motivatie om deze banen te vervullen, wat de werkdruk verder verhoogt en de aantrekkelijkheid van deze beroepen nog verder verlaagt.
www.samvzw.be/sites/default/files/2023-03/230323_Druk_op_de_1ste_lijn_tekst.pdf
76
Schijnzelfstandigheid
Diverse diensten en organisaties stuiten op mensen die zich in situaties van schijnzelfstandigheid bevinden, vaak intra-Europese migranten. Deze situatie kan ernstige gevolgen hebben, zoals arbeidsongevallen zonder de juiste ziekteverzekering. Er is een gebrek aan toegankelijke informatie over schijnzelfstandigheid voor deze groep.
77
Precaire arbeidsomstandigheden bij schoonmakers
Er zijn een aantal ernstige problemen bij de private schoonmaakbedrijven die in opdracht van Stad Gent openbare gebouwen schoonmaken. De meeste van deze jobs worden ingevuld door mensen met een (recente) migratieachtergrond en een laag opleidingsniveau.
- Er is een stijging in het aantal tijdelijke – en interimcontracten, wat leidt tot meer onzekerheid en precariteit in de schoonmaaksector.
- De stad stelt bepaalde eisen aan de schoonmaakbedrijven, zoals het opnemen van sociale clausules in de raamcontracten. Deze clausules omvatten bijvoorbeeld vereisten rond personeelsbeleid en het aanbieden van taalcoaching. In de praktijk worden deze eisen echter niet altijd nageleefd, waardoor het welzijn van de schoonmakers onder druk komt te staan.
- De syndicale rechten en de vrijheid van organisatie worden niet gerespecteerd door deze bedrijven. Personeel wordt onder druk gezet en geïntimideerd om niet deel te nemen aan vakbonden of andere belangenverenigingen.
- Afspraken uit de collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s) worden niet nageleefd.
- Voorbeeld: Volgens de nieuwe CAO in PC121 hebben schoonmakers recht op een premie wanneer ze hun privé gsm gebruiken voor werkgerelateerde zaken, zoals tijdsregistratie of contact met de werfleider. Het bedrijf weigert deze premie uit te betalen.
- Veel schoonmakers hebben een migratieachtergrond en een beperkte kennis van het Nederlands. Hierdoor zijn ze vaak niet op de hoogte van hun rechten binnen de arbeidsreglementen en de Belgische arbeidswetgeving.
- Voorbeeld: een schoonmaakster betaalt maandelijks €200 voor bustickets om naar het werk te komen, maar ze wist niet dat de werkgever wettelijk verplicht is een tussenkomst te voorzien in de kosten voor woon-werkverkeer.
- Schoonmaakbedrijven maken regelmatig gebruik van economische werkloosheid, wat leidt tot instabiliteit in de werkgelegenheid, verlies van inkomen en problemen met de RVA. Deze stelt in individuele dossiers kritische vragen over het al dan niet terecht plaatsen van schoonmakers op economische werkloosheid.
- In sommige gevallen worden schoonmakers verplicht om onbetaald verlof op te nemen, wat niet wettelijk is.
Daarnaast schakelt Stad Gent gespecialiseerde firma’s in om de kwaliteit van het schoonmaakwerk te controleren. De manier waarop deze controleurs communiceren, wordt door schoonmakers als hard en respectloos ervaren. De controles houden geen rekening met de moeilijke omstandigheden als gevolg van bezuinigingen in de sector.