Financiën en schulden
9
We rijden met een rotvaart naar een gezondheidszorg met 2 snelheden
De signalen dat de toegang tot zorg steeds moeilijker wordt, blijven toenemen. Onderzoek en ervaring van het gezondheids- en welzijnsveld in Gent leren ons dat mensen in een kwetsbare positie gezondheidszorg vaak uitstellen om financiële reden en/of gebrek aan informatie over de toegankelijkheid van de zorg. Ondanks de grote inspanningen van de GBO (Geïntegreerd Breed Onthaal) actoren, zijn er nog heel wat mensen die niet weten dat ze recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming. In het algemeen heerst er veel onduidelijkheid rond de tussenkomst van de mutualiteit, de maximumfactuur, geconventioneerde hulpverleners, supplementen, … Mensen vermijden (psychische) zorg regelmatig door problemen of onduidelijkheden over de kostprijs of het boeken van een afspraak bij een geconventioneerde arts. Hierdoor stellen mensen soms noodzakelijke zorg uit of moeten ze een afspraak maken met een niet-geconventioneerde arts en supplementen betalen die ze zich niet kunnen veroorloven. Jongeren geven aan dat ze geen stappen voor een opname durven zetten omdat ze bang zijn dat ze het niet zullen kunnen betalen. Ook ziekenhuizen zijn niet transparant over de te verwachten eindfactuur.
Bijvoorbeeld: Een jonge vrouw met ernstige maagklachten kreeg van haar huisarts het dringende advies om een gastroscopie te ondergaan. Toen ze begin april contact opnam met een geconventioneerde arts, bleek de eerstvolgende beschikbare afspraak pas in augustus 2024 te zijn. Noodgedwongen maakte ze een afspraak bij een niet-geconventioneerde arts, waar ze de week erop al terecht kon.
Het aantal zorgverleners dat niet langer geconventioneerd is stijgt; vooral onder specialisten, kinesisten, vroedvrouwen, enz. Cijfers uit de omgevingsanalyse gezondheid van de stad Gent bevestigen dit probleem.
In de eerstelijnszorg doen de problemen zich voornamelijk voor bij tandartsen en kinesisten. Van de algemene tandartsen in het arrondissement Gent werkt 56% niet en 16% slechts gedeeltelijk aan het conventietarief. Slechts 28% volgt het conventietarief. Ook bij kinesisten is de deconventionering opmerkelijk: in 2023 werkt 55% niet meer aan het conventietarief, tegenover 28% in 2021.
Deze schaarste leidt tot beperkte toegang tot zorg en hogere kosten voor patiënten.
De moeilijke toegang eist zijn tol, zoals blijkt uit een praktijkvoorbeeld: een tiener verliest haar bril, essentieel om lessen te volgen. Het gezin geniet van een leefloon en vraagt tussenkomst bij het OCMW voor de aankoop van een nieuwe bril. Hiervoor moet eerst een afspraak bij een geconventioneerde arts gemaakt worden, maar de tiener moet vier maanden wachten op een afspraak.
Ook tandzorg wordt steeds minder toegankelijk. Mensen zonder vaste tandarts hebben moeite om een afspraak te maken, en wachttijden kunnen oplopen tot maanden. Financiële drempels zijn een belangrijke factor; veel mensen met acute klachten wijken daarom uit naar de spoeddienst. In 2022 ging 56,5% van de Gentenaars jaarlijks naar de tandarts. Mensen zonder verhoogde tegemoetkoming gaan vaker naar de tandarts (60,4%) dan mensen met een verhoogde tegemoetkoming (43%) (IMA-atlas 2022). In 2022 ging een groot deel van de Gentenaars (24,5%) helemaal niet naar de tandarts, vooral zij met verhoogde tegemoetkoming (34,5%) (IMA-atlas 2022). Sommige tandartsen weigeren zelfs consultaties voor mensen met een verhoogde tegemoetkoming. 56% van de algemene tandartsen in het arrondissement Gent werkt niet en slechts 16% gedeeltelijk aan het conventietarief.
Daarnaast zien we dat snelle toegang tot zorg mogelijk is, mits het betalen van een supplement. Voor een snelle afspraak bij radiologie buiten de kantooruren moet vaak een extra bedrag worden betaald. Mensen die dit niet kunnen, moeten vaak maanden wachten. Hoewel er uitzonderingen zijn voor mensen met een verhoogde tegemoetkoming, blijft een grote groep met beperkte financiële middelen zonder verhoogde tegemoetkoming hiervan de dupe.
Een ander zorgwekkend fenomeen is de lange wachttijd in ziekenhuizen voor consultaties bij specialisten. Patiënten worden vaak verwezen naar privépraktijken, waar ze sneller geholpen kunnen worden mits betaling van een supplement. Een voorbeeld: een afspraak bij een orthopedist in het ziekenhuis heeft een wachttijd van drie maanden, maar kan de volgende dag in de privépraktijk van diezelfde orthopedist worden ingepland voor een supplement van 65 euro.
Dit leidt tot uitstel van zorg en versterkt de ongelijkheid in toegang tot zorg. We stevenen af op een zorgsysteem met twee snelheden, waarbij duidelijk is wie hiervan profiteert en wie het onderspit delft.
Bestaande maatregelen kunnen de toegankelijkheid van de zorg verbeteren, als ze gekend zijn en correct toegepast worden. In 2022 werd het maximumbedrag aan persoonlijke aandelen voor de gezinnen met de laagste inkomens (tot en met 11.120 euro netto 2 jaar eerder) verlaagd van 450 naar 250 euro. Wijkgezondheidscentra ervaren dat deze maximumfactuur effectief een verschil maakt voor de lagere inkomens.
Het voorbije jaar werden onder Minister Frank Vandenbroucke een aantal nieuwe maatregelen uitgewerkt die de betaalbaarheid van de zorg moeten verbeteren. Zo werd een verbod op supplementen voor medische scans ingevoerd en komt er vanaf 2025 een verbod op het aanrekenen van supplementen buiten het ziekenhuis voor patiënten met een verhoogde tegemoetkoming. Maar we zien dat de maatregelen veel tegenwerking oproepen bij bepaalde artsengroepen en ziekenhuizen en dat er vaak omwegen gevonden worden om deze beschermende maatregelen te omzeilen. Zo worden mensen voor scans vaak doorverwezen naar momenten na de kantooruren waarbij ereloonsupplementen aangerekend kunnen worden. Door de schaarste van het aanbod dreigen mensen met financiële moeilijkheden als eerste uit de boot te vallen.
10
Gebrek aan transparantie over de kostprijs in de gezondheidszorg leidt tot zorguitstel
Het is een bekend en terugkerend signaal dat mensen in armoede gezondheidszorg uitstellen of zelfs helemaal vermijden. Belangrijke drempels hierbij zijn de onduidelijkheid over de kosten en de angst voor hoge facturen.
De informatie over kostenramingen en factuuruitleg op de websites van ziekenhuizen, specialisten en mutualiteiten is vaak niet aangepast aan laaggeletterde, digitaal minder vaardige of anderstalige personen.
- Ziekenhuizen: Op de websites van Gentse ziekenhuizen is doorgaans wel een kostenraming en factuuruitleg te vinden, maar de opbouw en gebruikte tools verschillen. De ene website is duidelijker dan de andere, en forfaitaire kosten worden soms apart vermeld. Mensen met vragen over kosten worden vaak naar de ziekenhuiswebsite verwezen. Hoewel afspraken met financiële diensten mogelijk zijn, worden ze als weinig toegankelijk ervaren, omdat dit alleen telefonisch of via e-mail kan.
- Psychiatrie: Op de websites van psychiatrische ziekenhuizen is de informatie over kosten moeilijker terug te vinden. De teksten zijn vaak zeer uitgebreid en ingewikkeld, wat de toegankelijkheid beperkt.
- Psychologen: Er is onduidelijkheid over de verschillende tarieven voor psychologische hulp, zoals ELP –conventietarieven, CGG en privépraktijken. Ook is het onduidelijk wanneer en hoeveel de mutualiteit terugbetaalt.
- Tandartsen: Sinds 2021 zijn tandartsen verplicht hun tarieven te vermelden op hun website en in de wachtzaal. In de praktijk zijn deze tarieven vaak moeilijk te vinden op websites, en er wordt meestal alleen aangegeven of een praktijk wel of niet volgens conventietarieven werkt.
- Aanvullend signaal: Kosten voor vervoer van en naar het ziekenhuis of andere zorginstellingen worden niet meegeteld als gezondheidskosten. Voor behandelingen waarvoor mensen meerdere keren moeten reizen, kunnen de (vervoers)kosten hoog oplopen, soms zo hoog dat het de voortzetting van de behandeling belemmert.
Deze obstakels maken het voor mensen in armoede bijzonder moeilijk om toegang te krijgen tot de zorg die ze nodig hebben.
19
Koopkracht sterk gedaald voor laagste inkomens
Ondanks de positieve evolutie van de armoedecijfers, is de koopkracht van de laagste inkomens toch sterk gedaald de voorbije jaren. De kostprijs van talrijke basisproducten is gestegen: huur, voedsel, internet, openbaar vervoer… Alles samengeteld weegt dit zwaar door op het gezinsbudget van mensen met een beperkt inkomen. De kloof is groter geworden. Ook mensen met een inkomen net boven de armoedegrens hebben het moeilijker gekregen.
In Vlaanderen verloren de laagste inkomens het voorbije jaar bijna 7 procent aan koopkracht. Voor wie het financieel niet breed heeft, voelt het hard aan dat 100 euro nu nog maar 93 euro waard is.
Bronnen:
- https://www.ugent.be/eb/economics/en/research/gei/gei14
- https://www.netwerktegenarmoede.be/nl/nieuws/2024/laagste-inkomens-verloren-voorbije-jaar-bijna-7-procent-aan-koopkracht
- https://www.standaard.be/cnt/dmf20240515_96709706?utm_campaign=internal-article&utm_source=standaard&utm_medium=lees-ook
- https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2024/05/16/koopkracht-gestegen-onder-vivaldi-maar-niet-voor-de-laagste-ink/
Het aantal Gentse huishoudens met een uitbetaling van aanvullende financiële hulp daalde van 1.617 in 2022 naar 1.442 in 2023. Deze daling is in grote mate te wijten aan de indexering en welvaartsaanpassing van de leefloonbedragen, maar ook aan enkele parameters die aanvullende financiële hulp begrenzen en geen rekening hielden met de grote inflatie. Met ingang van 1 oktober 2023 werden de parameters (huurprijs en minimumlonen) aangepast, waardoor weer meer huishoudens met aanvullende financiële hulp ondersteund worden en het gemiddeld bedrag ook steeg tot 121 euro in de periode oktober 2023 - maart 2024.
20
Onvoldoende tussenkomst voor niet-medische kosten noodzakelijk voor medische zorg
Mensen met een beperkt budget zien soms af van noodzakelijke behandelingen vanwege de hoge niet-medische kosten die hiermee gepaard gaan.
- Mobiliteitskosten naar het ziekenhuis worden bijvoorbeeld niet meegerekend als gezondheidskosten. “Door mijn leeftijd en gezondheidsproblemen moet ik wekelijks naar het ziekenhuis. Er wordt veel terugbetaald, maar het vervoer is te duur voor mij.”
- Hulpmiddelen voor mobiliteit, incontinentie en andere benodigdheden zijn vaak onbetaalbaar voor mensen met een laag inkomen.
21
Verhoogde tegemoetkoming: alles of niets
Diverse gezinnen die voldoen aan bepaalde inkomens- en gezinssituatievoorwaarden hebben recht op een verhoogde tegemoetkoming. Dit recht wordt niet bij iedereen automatisch toegekend of verlengd, maar moet door de maatschappelijke diensten (zoals bv. door dienst maatschappelijk werk van het ziekenfonds) worden onderzocht. Veel mensen weten niet dat ze dit recht kunnen aanvragen of hebben veel ondersteuning nodig bij het verzamelen van de benodigde documenten, waardoor ze nog steeds hun recht op verhoogde tegemoetkoming missen.
Daarnaast wordt een alles of niets logica gehanteerd. Dit betekent dat mensen wiens inkomen net boven de grens ligt geen recht hebben op verminderde tarieven gezondheidszorg en andere voordelen. Zonder een getrapt systeem dreigen mensen die een verhoogde tegemoetkoming genieten alle rechten te verliezen bij een kleine inkomensstijging.
22
Nieuwe afspraken rond doorverwijzing naar materiële hulp zorgt voor onduidelijkheid en machteloosheid, zowel bij veldwerkers als bij burgers
Sinds september 2023 is er in Gent een nieuw systeem voor doorverwijzing naar voedselondersteuning en sociale kruideniers van kracht. Dit systeem is ontwikkeld door Stad Gent in samenwerking met het sociale middenveld en heeft twee belangrijke doelen: het bieden van gelijke toegang tot noodhulp voor kwetsbare Gentenaars en het beschermen van de voedselvoorraden van vrijwilligersorganisaties.
Dit zorgt voor onduidelijkheid en een gevoel van machteloosheid bij zowel veldwerkers als burgers. Veel veldwerkers voelen zich machteloos omdat ze een eventuele doorverwijzing niet zelf meer in de hand hebben. Behoorlijk wat burgers ondervinden drempels om de stap te zetten naar het OCMW.
Het systeem lijkt er nu het best in te slagen om de voedselvoorraden te beschermen. Een gelijke toegang loopt moeilijk door de huidige geografische spreiding van de organisaties. Zo zijn er bepaalde gebieden zonder lokaal aanbod (o.a. Neermeersen aan de Watersportbaan).
23
Middelbaar onderwijs onbetaalbaar voor laagste inkomens
Doordat er geen maximumfactuur bestaat voor het secundair onderwijs, kunnen de kosten voor schoolfacturen, boeken en ander onderwijsmateriaal hoog oplopen en soms onbetaalbaar worden voor gezinnen, vooral als ze meerdere kinderen hebben. Het gebruik van invulboeken, die niet overdraagbaar zijn, verhoogt deze kosten. Sommige richtingen zijn extra duur omdat ze dure materialen vereisen. Er zijn wel scholen die dit deels ondervangen, bijvoorbeeld door de mogelijkheid aan te bieden om materiaal te huren.
Afbetalingsplannen kunnen een oplossing bieden, maar worden niet altijd op een toegankelijke of op maat gemaakte manier aangeboden. Veel scholen besteden de verkoop van onderwijsmateriaal uit aan derden zonder sociaal beleid.
Onbetaalde facturen kunnen ervoor zorgen dat jongeren de lessen niet goed kunnen volgen, huistaken en stages niet correct kunnen uitvoeren, of zelfs uit school blijven. Deze betaalproblemen veroorzaken veel stress en schaamte, wat het psychisch welzijn van zowel kinderen als ouders onder druk zet. Het OCMW kan voor actieve cliënten een tussenkomst voorzien via de toelage voor participatie en sociale activering (PASOA) en via armoedemiddelen. Maar dit is vaak niet voldoende en biedt niet voor alle gezinnen een oplossing.
24
Drempels tot en binnen het hoger onderwijs®
Het hoger onderwijs is onvoldoende toegankelijk voor mensen in een kwetsbare positie. Het voldoet niet aan de 5 b’s van toegankelijkheid (bereikbaarheid, beschikbaarheid, betaalbaarheid, begrijpbaarheid en bruikbaarheid). Drempels zijn onder andere de veelheid aan inschrijvingsprocedures en – voorwaarden, de kostprijs, de onderwijsongelijkheid in het leerplichtonderwijs en tot slot tijdsdruk vanuit de VDAB en soms ook vanuit het OCMW.
Voorbeeld inschrijvingsvoorwaarden:
- Er is een hoog taalniveau vereist om in te schrijven in het hoger onderwijs. Om dit te behalen is een opleiding academisch Nederlands nodig. De beschikbare beurzen van de Vlaamse Gemeenschap en Stad Gent zijn ontoereikend om alle studenten te ondersteunen om het benodigde taalniveau voor hoger onderwijs te behalen. Daarnaast zijn er te weinig mogelijkheden om het studietraject te combineren met een taaltraject. Tijdens het studietraject is er bovendien onvoldoende taalondersteuning.
- De kosten voor de Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen (ITNA) en de Educatief Startbekwaam, twee testen om het taalniveau B2 te bewijzen, zijn gestegen tot meer dan €100 per test. Aangezien UGent en de meeste andere Vlaamse universiteiten deze testen eisen als taalbewijs (naast een diploma secundair onderwijs of succesvolle studie in het Nederlands), verhoogt dit de drempel om te studeren.
- De voorwaarden voor het volgende academiejaar worden laattijdig bekendgemaakt, waardoor studenten zich niet op tijd kunnen voorbereiden. Amal, HoGent, Artevelde, UGent en UCT (Universitair Centrum voor Talenonderwijs) bereiden tijdens het Voortraject Hoger Onderwijs jaarlijks 20 à 25 studenten voor op hun traject hoger onderwijs. De nood is echter hoger. Meer studenten zouden gebaat zijn bij een voortraject met behoud van uitkering.
Voorbeeld inschrijvingsprocedure: Bij de inschrijvingsvoorwaarden staat dat het reeds behaalde diploma gelegaliseerd moet zijn, maar info over legalisatie is niet te verkrijgen bij de school.
Daarnaast is de regelgeving in het hoger onderwijs aangepast. Studenten (behalve die met een werkstatuut, functiebeperking of specifieke sociale omstandigheden) moeten in hun eerste bachelorjaar 60 studiepunten opnemen. Anderstalige studenten, die vaak minder studiepunten opnemen om zich aan te passen aan het onderwijs en tijd te krijgen om cursussen in een vreemde taal te verwerken, krijgen hierop geen uitzondering. De nieuwe regels maken het extra uitdagend voor hen.
Naast deze structurele drempels zijn er ook signalen van studenten die racisme en discriminatie ervaren of merken dat meldingen van dergelijke ervaringen niet adequaat worden behandeld. Bovendien zijn de opleidingen Nederlands in het talencentrum van UGent moeilijk toegankelijk, met kosten van ongeveer €3000 voor een volledige opleiding.
25
Retributie voor inburgeringstraject
Sinds september 2023 is het inburgeringstraject niet langer gratis. De kosten bedragen ongeveer €360, tenzij men is vrijgesteld. Stad Gent heeft extra inspanningen geleverd om meer mensen van deze kosten te vrijstellen. De vraag blijft echter of het verhogen van de financiële drempel voor het inburgeringstraject zinvol is.
26
Moeilijk bereikbare bewindvoerders
Mensen hebben vaak moeite om hun bewindvoerder te bereiken, waardoor ze geen invloed of controle hebben over hun uitgaven, zoals het dagelijks of wekelijks bedrag dat ze ontvangen. Cliënten hebben vaak intensieve opvolging nodig, niet alleen technisch-financieel, maar ook op sociaal begeleidingsvlak. Veel bewindvoerders hebben hier echter weinig tijd voor en beperken zich tot hun wettelijke bevoegdheden, terwijl het sociale aspect essentieel is voor een goedwerkend en cliëntvriendelijk bewind. Hoewel er bewindvoerders zijn die sociaal bewogen zijn, vormen zij niet de meerderheid en zijn zij vooral aanwezig op bijvoorbeeld trefdagen van het CAW, in tegenstelling tot de moeilijk bereikbare groep die we graag zouden willen bereiken.
Sommige zaken, zoals het doorgeven van een jaarverslag aan de cliënt, zijn verplicht. Als je niet tevreden bent over je bewindvoerder, raadt de vrederechter aan dit te melden, zodat er naar een oplossing gezocht kan worden. Bij veel klachten over een bewindvoerder kunnen er structurele wijzigingen in de aanstelling plaatsvinden.
Er is echter ook behoefte aan duidelijke grenzen, zodat cliënten zich ervan bewust zijn dat het niet altijd mogelijk is om op elk moment van de dag de bewindvoerder te contacteren. Het is een én-én verhaal, maar er is zeker ruimte voor verbetering op het vlak van bereikbaarheid en controle. Dit kan bijvoorbeeld door een wettelijke verplichting van het sociale luik toe te voegen en duidelijk te omkaderen wie wat doet.
27
Doorverwijzen en begeleiding van cliënten met budgettaire vragen
Er is een dringende behoefte aan meer aanbod voor langdurige budgetbegeleiding. Momenteel is dit alleen mogelijk via het OCMW, terwijl het CAW slechts vier afspraken aanbiedt, wat vaak onvoldoende is.
Door de afbouw van middelen in 2020, is de visie van het CAW aangepast en gericht op hulp voor lichte tot matige schuldenproblematiek. Door het huidige systeem kan er sneller gehandeld worden, en wordt er sterk ingezet op preventie en vroegtijdige hulp, wat vaak gunstigere resultaten op lange termijn oplevert.
Sinds 2021 worden nieuwe cliënten met enkel een budgettaire vraag doorverwezen naar het OCMW en kunnen zij doorgaans niet meer bij het CAW terecht. Cliënten die al een traject binnen het CAW volgen en ook budgetbegeleiding nodig hebben, kunnen wel nog bij het CAW terecht, maar slechts voor de duur van hun oorspronkelijke traject, zoals een woontraject of JAC-traject. In deze gevallen neemt de woon- of JAC-begeleider dit deel mee in de totale begeleiding.
Bij consumentenkrediet moet een erkend schuldbemiddelaar worden ingeschakeld. Deze begeleiding is doorgaans beperkt tot een half jaar, soms verlengd tot een jaar na teambespreking en goedkeuring. Duurt de begeleiding langer, dan wordt de cliënt terug doorverwezen naar het OCMW of een andere instantie.
De onderlinge afspraken die gemaakt werden tussen OCMW en CAW worden best zo helder mogelijk gecommuniceerd naar het werkveld, zodat eventuele doorverwijzingen zo optimaal mogelijk gebeuren.
35
Kosten basisonderwijs leggen ook een grote druk op kwetsbare gezinnen®
In het basisonderwijs bestaat de maximumfactuur, wat een grote ondersteuning betekent voor veel gezinnen. Maar ook daar lopen de kosten vaak op waardoor ouders moeite hebben met het betalen van de schoolfactuur. Steeds meer activiteiten worden namelijk buiten de maximumfactuur gerekend. Dit is vaak ook weinig transparant. Veel hangt af van de sensitiviteit van scholen naar financiële toegankelijkheid toe. Bijvoorbeeld: rekening houden met materiaal dat nodig is voor (gratis) activiteiten (laarzen, stevige schoenen, rugzak, slaapzak, …).
40
Lege en ongezonde brooddozen ®
Veel kinderen krijgen geen of ongezond eten mee, zowel naar school als naar hun vrijetijdsactiviteiten (zie ook vorige signalenbundel). Dit komt omdat ongezonde voeding vaak goedkoper is, of ouders niet altijd weten wat een gezonde maaltijd inhoudt. Hierdoor krijgen kinderen onvoldoende voedingsstoffen binnen om goed te functioneren, wat hun concentratie en welzijn beïnvloedt. Hoewel er diverse initiatieven bestaan die hierop inspelen (zoals het project gezonde scholen, lekkers op school), zijn deze niet op alle scholen actief.
Door de stijgende voedselprijzen wordt het voor steeds meer gezinnen een uitdaging om een volwaardige, gezonde maaltijd te bereiden. Ouders uit gezinnen in kwetsbare situaties hebben daarnaast te kampen met andere uitdagingen, zoals tijdgebrek door opleidingen, trajecten en onregelmatige werkuren.
Het aantal lege brooddozen is laag, maar uit onderzoek blijkt dat het percentage ongezonde brooddozen wel hoog is. (Bron: Weinig lege brooddozen, maar vooral ongezonde brooddozen | Vlaanderen.be).
Het is belangrijk om te sensibiliseren, toegang tot gezonde voeding te vergroten en gezondheidsvaardigheden aan te leren.
48
Wooncrisis®
Sociaal wonen:
De wooncrisis blijft een groot probleem met een tekort aan sociale woningen. Mensen zijn blij met betaalbare sociale huisvesting, maar een lagere woonkwaliteit, slechte dienstverlening en moeilijke communicatie veroorzaken veel frustratie. Slecht onderhoud schaadt de meest kwetsbare bewoners en de communicatie voelt kil en neerbuigend aan. Thuispunt erkent het probleem en probeert het te verbeteren, maar op verschillende locaties ervaart men geen verbetering.
Voorbeelden van problemen zijn onvriendelijk onthaal, onduidelijke brieven, moeilijk bereikbare contactpersonen en lange wachttijden voor de technische dienst. Onderhoud en reparaties laten lang op zich wachten, soms met gevaarlijke gevolgen. Bijvoorbeeld, in een woonblok moest een mindermobiele bewoner heel lang wachten op herstelling van de lift waardoor hij weken opgesloten zat. Thuispunt geeft aan dat herstelwerkzaamheden door externe diensten worden uitgevoerd, wat vertragingen veroorzaakt.
De sociale woningmarkt is moeilijk toegankelijk door groeiende wachtlijsten en leegstand van woningen die gerenoveerd moeten worden of na renovatie blijven leegstaan. Leegstand veroorzaakt een gevoel van onveiligheid bij bewoners. Bijvoorbeeld: dichttimmeren als preventiemaatregel wordt negatief ervaren en zorgt voor daling van de leefbaarheid. Er is behoefte aan meer sociale partners en extra partners zoals een flatwachter.
De huurprijs van een sociale woning is gebaseerd op de belastingaangifte van drie jaar geleden, wat problematisch kan zijn bij inkomensveranderingen. Aanpassing van de huurprijs is alleen mogelijk als het inkomen gedurende drie maanden 20% lager is.
Sommige gezinnen moeten binnen een maand verhuizen om een aangeboden woning niet te verliezen, wat dubbele huur en extra kosten met zich meebrengt. Bijvoorbeeld, een gezin moest binnen een maand verhuizen naar een nieuwe sociale woning, wat leidde tot dubbele huurkosten.
Sinds 1 januari 2023 is de taalvoorwaarde A2 door Vlaanderen ingevoerd om in aanmerking te komen voor een sociale woning, wat anderstalige nieuwkomers discrimineert. Wonen is de sleutel tot een menswaardig bestaan. Het is noodzakelijk om verder in te zetten op het recht op wonen voor alle Gentenaren. Zie ook eis 3, 17 en 19 in de campagne "Recht op betaalbaar wonen, geen enkel mens op straat".
Positieve noot: Het vernieuwde inschrijvingsformulier voor sociale woningen is een stap in de goede richting. Het formulier is gebruiksvriendelijker en zorgt voor een efficiënter inschrijvingsproces, wat de toegankelijkheid voor nieuwe huurders verbetert. Daarnaast is het positief dat woningen gerenoveerd worden, maar als ze na renovatie leeg blijven staan, roept dit vragen op bij kandidaten. Er is een duidelijke nood aan een transparante wachtlijst om deze problemen aan te pakken.
Privé-wonen:
De belangrijkste drempel voor een toegankelijke private huurmarkt blijft het onvoldoende aanbod aan betaalbare woningen. Door de hoge vraag kunnen verhuurders de drempels verhogen, waardoor kwetsbare mensen moeite hebben om een woning te huren in Gent. Het tekort aan betaalbare woningen en het onevenwicht tussen vraag en aanbod geven verhuurders de mogelijkheid om strenge voorwaarden te stellen. Voor kansarme Gentenaars vormen de complexe procedures en strenge eisen voor extra hindernissen. Immokantoren eisen vaak dat je een huurprofiel aanmaakt met persoonlijke en inkomensgegevens, wat mensen in armoede uitsluit van bezichtigingen. Dit ontmoedigt velen om via deze kantoren een woning te zoeken. Als je al een afspraak kunt maken, moet je online of per e-mail een kandidatuur indienen met financiële gegevens, waarna je vaak niets meer hoort of te horen krijgt dat de woning al verhuurd is.
Particuliere verhuurders vragen vaak als eerste of men alleenstaand is, gevolgd door de vraag of men werkzaam is. Wanneer men aangeeft werkzoekend te zijn of een leefloon te ontvangen, wordt er vaak ineens gesproken over een "optie" op de woning, waardoor bezichtiging niet mogelijk is. Deze obstakels maken het buitengewoon moeilijk voor kansarme mensen om toegang te krijgen tot de private huurmarkt.
De wooncrisis blijft een substantieel probleem met een tekort aan betaalbare (huur)woningen. Bovendien is de kwaliteit van betaalbare huurwoningen zorgwekkend. Een lagere woonkwaliteit heeft invloed op de gezondheid van bewoners en brengt financiële gevolgen met zich mee. Mensen durven geen stappen ondernemen met betrekking tot kwaliteitsproblemen uit angst hun woning te verliezen.
49
Noodkopers
Door de schaarste op de huurmarkt en de lange wachttijden voor sociale woningen, zijn gezinnen vaak genoodzaakt om snel een woning aan te kopen. Vanwege de hoge aankoopprijzen van huizen en appartementen in Gent, wijken zij vaak uit naar gebieden buiten de stad. Dit brengt hen in een nieuwe omgeving, waar ze opnieuw een sociaal netwerk moeten opbouwen, de buurt moeten leren kennen en zich opnieuw moeten integreren. Voor gezinnen in een kwetsbare situatie betekent dit een extra uitdaging, omdat er in deze nieuwe omgeving vaak een minder sociaal ondersteuningsaanbod is dan voorheen.
Daarnaast zijn deze noodkopers vaak niet op de hoogte van de renovatieverplichtingen die de Vlaamse overheid oplegt bij energie-onzuinige woningen. Financieel kwetsbare gezinnen in Gent vinden, soms via organisaties, hun weg naar initiatieven zoals Gent knapt op. Zo kunnen inwoners met beperkte financiële middelen via het OCMW beroep doen op het Noodkoopfonds (NKF). Helaas wordt er vanuit gemeenten en de Vlaamse overheid onvoldoende informatie verstrekt over de mogelijkheden van het NKF voor noodzakelijke renovaties.
Ook bij het afsluiten van een hypothecaire lening verloopt de communicatie, bijvoorbeeld via het Vlaams Woningfonds, vaak enkel in het Nederlands en in complex taalgebruik. Dit vormt een probleem voor anderstalige of laaggeletterde kopers. Zo had een gezin geen schuldsaldoverzekering, en een ander gezin begreep de betalingsvoorwaarden niet goed, wat leidde tot problemen met het afbetalingsplan.
50
Hoge kosten voor EGW in ruil voor gebrekkig onderhoud in woonblokken met veel kwetsbare bewoners
Bewoners van grote woonblokken in kwetsbare wijken hebben te maken met extreem hoge water- en energiefacturen. Tegelijkertijd bevinden deze gebouwen zich vaak in slechte staat door gebrek aan onderhoud; met problemen zoals waterlekken, kapotte deuren, slecht onderhouden gangen en geuroverlast. Bij sociale huisvesting is er bovendien een gebrek aan transparantie en duidelijke communicatie over huurlasten, facturen en de opvolging door de woonmaatschappij. Voorbeelden hiervan zijn:
- De sociale hoogbouw in Nieuw-Gent, Meulestede en Watersportbaan (Borluut, Anseele, Charles Andrieslaan) en de sociale woningen in de Verpleegsterstraat. Huurders rapporteren hoge energiefacturen en veel schimmel- en vochtproblemen zonder structurele oplossingen.
- Een blok in de Scandinaviëstraat met een 300-tal eigenaars, waaronder veel kwetsbare bewoners en gezinnen die hun hypothecaire lening met moeite kunnen afbetalen. Deze bewoners ontvingen hoge afrekeningen voor jaarlijkse kosten, variërend tussen €1.200 en €3.600, ondanks dat ze maandelijks een voorschot van €370 betalen voor energie en andere onkosten zoals lift, verwarming en water. Elke eigenaar moest ook €7000 betalen voor het repareren van de verwarming. Bewoners die hun facturen niet kunnen betalen, hebben geen toegang meer tot hun verwarming.
Er bestaan mogelijkheden tot energiescans, maar dit is niet algemeen gekend binnen het werkveld.
Daarnaast zijn er veel hygiëneproblemen, met meldingen van bedwantsen en kakkerlakken. Er wordt een box op de parking geplaatst om zitdagen te organiseren en te onderzoeken hoe bewoners geholpen kunnen worden, maar de stad kan maar beperkt handelen omdat de appartementen in privébezit zijn.
In Nieuw Gent zijn er al drie van deze oude, slecht geïsoleerde woonblokken afgebroken. De volgende drie zullen binnenkort volgen. Ze worden vervangen door nieuwe, lagere, energiezuinige sociale woonblokken als onderdeel van het stadsvernieuwingsproject Nieuw Gent vernieuwt.
62
Aanvraag pro-deo advocaten verloopt problematisch
Het aanvragen van een pro-deo advocaat verloopt vaak problematisch. Hoewel het Bureau voor Juridische Bijstand snel reageert op aanvragen, nemen toegewezen advocaten vaak te laat actie door tijdgebrek. Er is een tekort aan pro-deo advocaten, mede doordat ze pas na 2 à 3 jaar worden betaald, wat de bereidheid om deze zaken op te nemen vermindert.
De aanvraagprocedure is ingewikkeld en vereist diverse documenten, wat voor kwetsbare mensen een grote uitdaging vormt. Hoewel het bureau kan ondersteunen bij de aanvraag, blijft het een moeilijke taak voor degenen die het meest nodig hebben. Daarnaast word door advocaten vaak vakjargon gebruikt dat voor cliënten moeilijk te begrijpen is.
Veel advocaten zetten zich onvoldoende in voor kwetsbare cliënten, waardoor vrijwilligersorganisaties regelmatig moeten aandringen om de juridische bijstand te verkrijgen waar cliënten recht op hebben. In sommige gevallen vragen pro-deo advocaten nog steeds contant geld van hun cliënten.
Er zijn twee soorten bijstand: volledig gratis en met een beperkte bijdrage. Kom je in aanmerking voor volledige kosteloze juridische bijstand, dan hoef je niets te betalen aan de toegewezen advocaat. Bij gedeeltelijke bijstand betaal je een bijdragen van 25 tot 125 euro per dossier, vastgesteld door het Bureau voor Juridische Bijstand volgens wettelijke normen.
Uitzonderlijk kunnen, wanneer jouw advocaat je in een financieel gunstigere positie brengt, extra erelonen worden aangerekend. Dit gebeurt alleen met goedkeuring van het bureau en is wettelijk begrensd.
66
Langer in de gevangenis door geen huis
Vroegtijdige vrijlating hangt vaak af van het hebben van een vaste verblijfplaats. Door de precaire woningmarkt is het echter vrijwel onmogelijk om geschikte huisvesting te vinden als je net uit de gevangenis komt en geen inkomen hebt. Dit is nog moeilijker voor mensen met een beperking die aangewezen zijn op een assistentiewoning. Een woning regelen vanuit detentie is zo goed als onbegonnen werk, zeker als iemand geen netwerk heeft.
77
Precaire arbeidsomstandigheden bij schoonmakers
Er zijn een aantal ernstige problemen bij de private schoonmaakbedrijven die in opdracht van Stad Gent openbare gebouwen schoonmaken. De meeste van deze jobs worden ingevuld door mensen met een (recente) migratieachtergrond en een laag opleidingsniveau.
- Er is een stijging in het aantal tijdelijke – en interimcontracten, wat leidt tot meer onzekerheid en precariteit in de schoonmaaksector.
- De stad stelt bepaalde eisen aan de schoonmaakbedrijven, zoals het opnemen van sociale clausules in de raamcontracten. Deze clausules omvatten bijvoorbeeld vereisten rond personeelsbeleid en het aanbieden van taalcoaching. In de praktijk worden deze eisen echter niet altijd nageleefd, waardoor het welzijn van de schoonmakers onder druk komt te staan.
- De syndicale rechten en de vrijheid van organisatie worden niet gerespecteerd door deze bedrijven. Personeel wordt onder druk gezet en geïntimideerd om niet deel te nemen aan vakbonden of andere belangenverenigingen.
- Afspraken uit de collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s) worden niet nageleefd.
- Voorbeeld: Volgens de nieuwe CAO in PC121 hebben schoonmakers recht op een premie wanneer ze hun privé gsm gebruiken voor werkgerelateerde zaken, zoals tijdsregistratie of contact met de werfleider. Het bedrijf weigert deze premie uit te betalen.
- Veel schoonmakers hebben een migratieachtergrond en een beperkte kennis van het Nederlands. Hierdoor zijn ze vaak niet op de hoogte van hun rechten binnen de arbeidsreglementen en de Belgische arbeidswetgeving.
- Voorbeeld: een schoonmaakster betaalt maandelijks €200 voor bustickets om naar het werk te komen, maar ze wist niet dat de werkgever wettelijk verplicht is een tussenkomst te voorzien in de kosten voor woon-werkverkeer.
- Schoonmaakbedrijven maken regelmatig gebruik van economische werkloosheid, wat leidt tot instabiliteit in de werkgelegenheid, verlies van inkomen en problemen met de RVA. Deze stelt in individuele dossiers kritische vragen over het al dan niet terecht plaatsen van schoonmakers op economische werkloosheid.
- In sommige gevallen worden schoonmakers verplicht om onbetaald verlof op te nemen, wat niet wettelijk is.
Daarnaast schakelt Stad Gent gespecialiseerde firma’s in om de kwaliteit van het schoonmaakwerk te controleren. De manier waarop deze controleurs communiceren, wordt door schoonmakers als hard en respectloos ervaren. De controles houden geen rekening met de moeilijke omstandigheden als gevolg van bezuinigingen in de sector.
78
Verminderde arbeidskansen voor vrouwen
Vrouwen willen graag opleidingen volgen, de taal leren en financieel onafhankelijk worden, maar worden geconfronteerd met verschillende barrières die dit bemoeilijken. Zo zijn de kosten voor kinderopvang hoog of zijn er te weinig opvangmogelijkheden. Daarnaast ervaren ze sociale druk en controle in hun wijk, wat hen ervan weerhoudt om stappen te zetten. Ze hebben ook moeite om werk te vinden door een gebrek aan taalvaardigheid en hebben vaak geen financiële middelen om opleidingen te volgen.
Er zijn echter nog mogelijkheden om deze obstakels aan te pakken: taallessen kunnen binnen de wijk worden georganiseerd, er kunnen lokale kinderopvangmogelijkheden worden gecreëerd, en er kan een plek komen waar ze met al hun vragen terecht kunnen. Daarnaast is het belangrijk om betaalbare opleidingen aan te bieden, gratis Nederlandse lessen beschikbaar te stellen, en professionele partners in de wijk te plaatsen die ondersteuning bieden bij problemen zoals partnergeweld en onderdrukking. Activatieprogramma's en uitstappen in een veilige groep kunnen eveneens bijdragen aan hun empowerment.