Sociaal netwerk

2

Druk op vrijwilligerswerk®

Vrijwilligerswerk is zinvol en is complementair aan professionele hulpverlening, maar wordt steeds meer ingezet als structurele oplossing voor tekorten in beleid en professionele hulpverlening. Door de druk op de eerstelijn en de personeelstekorten (zie signaal 6. Druk op de eerstelijn) worden meer en meer taken op vrijwilligers afgeschoven. Door de toenemende armoede, versterkt door de opeenvolgende crisissen (corona, energie, asiel…), komen er bovendien steeds meer hulpvragen tot bij (vrijwilligers)organisaties en zijn de hulpvragen steeds complexer.

Ook het engagement van vrijwilligers is veranderd. Het engagement is meer afgelijnd, er zijn minder vrijwilligers die zich jarenlang op regelmatige basis inzetten voor een organisatie en de groep mensen die zich overdag kan inzetten veroudert en verkleint. Dit moet meegenomen worden in de manier waarop vrijwilligers ingezet en ondersteund worden.

Een belangrijk deel van de vrijwilligers heeft zelf een kwetsbare achtergrond. Ze zijn in sommige gevallen verplicht om vrijwilligerswerk te doen, bijvoorbeeld in het kader van een activeringstraject, maar velen zijn ook persoonlijk gemotiveerd om zich in te zetten als vrijwilliger. Om de positieve effecten van vrijwilligerswerk (sociaal netwerk versterken, een mogelijke stap naar de reguliere arbeidsmarkt, grote maatschappelijke meerwaarde, ...) te realiseren is er nood aan voldoende begeleiding en ondersteuning van de vrijwilligers. Die begeleiding is niet altijd voorhanden door de druk op de vrijwilligersorganisaties, onvoldoende ‘dragende’ vrijwilligers en het personeelstekort in de eerstelijn. Dat kan zorgen voor negatieve ervaringen bij de doelgroep, vrijwilligers en medewerkers.

Onvoldoende begeleiding op de werkvloer voor vrijwilligers en de organisatie zelf vormt een drempel voor mensen in een kwetsbare positie die zich willen engageren als vrijwilliger. Mensen in een kwetsbare positie ervaren naast het gebrek aan ondersteuning nog meer drempels naar vrijwilligerswerk. Personen die een ziekte-uitkering ontvangen durven bijvoorbeeld geen (officieel) vrijwilligerswerk te doen uit schrik om hun uitkering te verliezen. De controlearts laat vrijwilligerswerk soms niet toe omdat het te nauw aansluit bij economische activiteit. Vrijwillige inzet zou betekenen dat je ook op de arbeidsmarkt terecht kan. Maar duur en aard van deze inzet zijn totaal verschillend. Soms wordt vrijwilligerswerk niet aanvaard omdat het de gezondheidstoestand niet ten goede zou komen. Wanneer de controlearts geen goedkeuring geeft voor vrijwilligerswerk, dreig je je uitkering te verliezen als je je toch vrijwillig engageert.

Opvolging:

Om organisaties te ondersteunen in het werken met vrijwilligers en vrijwilligerswerkingen in Gent te versterken, biedt het Vrijwilligerspunt Gent gratis vormingen aan. Sinds 2022 is dit aanbod niet enkel gericht op vrijwilligerscoaches, maar ook op vrijwilligers zelf. Met dit vormingsaanbod willen we de vaardigheden van vrijwilligerscoaches verhogen om zo meer in te zetten op talentgericht en inclusief vrijwilligersbeleid en in te spelen op het hedendaags vrijwillig engagement. Voor vrijwilligers ligt de focus op (mentaal) welzijn en (cultuursensitieve) communicatie. Het vormingsaanbod wordt per semester uitgewerkt en is steeds terug te vinden op vrijwilligerspunt.stad.gent/vorming

Om de match tussen organisaties en (trekkende) vrijwilligers te maken,

  • beheert het Vrijwilligerspunt de vacaturedatabank www.vrijwilligerspunt.stad.gent
  • werd de loketwerking in 2023 uitgebreid naar 3 bezoekmomenten per week. Kandidaat-vrijwilligers worden na een persoonlijk gesprek georiënteerd naar vrijwilligerswerk.
  • kunnen kwetsbare (kandidaat-)vrijwilligers beroep doen op ondersteuning en coaching bij hun zoektocht/opstart van vrijwilligerswerk via het samenwerkingsverband met Voluit vzw. Meer info over het project vind je hier.
  • wordt er jaarlijks een Vrijwilligersbeurs georganiseerd waar 70 Gentse organisaties hun werking toelichten aan bezoekers

Om de drempels naar vrijwilligerswerk te verlagen, nam het Vrijwilligerspunt het signaal rond de administratieve drempels voor sociale uitkeringsgerechtigden op in het bovenlokaal memorandum van Stad Gent. Ook de Hoge Raad voor Vrijwilligers nam dit op in hun memorandum (aandachtspunt 3 en 4).

In 2024 is ingezet op:

  • Gratis webinarreeks rond het veranderd vrijwilligerslandschap voor vrijwilligerscoaches en een workshop rond werken met kwetsbare vrijwilligers ism Artevelde Hogeschool
  • Uitbouw decentrale dienstverlening Vrijwilligerspunt: dichter bij de burger, organisaties en toeleiders via een gebiedsgerichte focus en nauwere samenwerking met wijkregie. Zo werden er extra loketmomenten in wijkkantoor Rabot en bij Da is't in de Watersportbaan georganiseerd.
  • Proactieve uitbouw van het netwerk van doorverwijzers en toeleiders 
  • Beter kenbaar maken van de samenwerking met Voluit vzw. Via dit project kan een vrijwilligerscoach ingezet worden voor (kandidaat-)vrijwilligers die drempels ervaren in het zoeken naar en/of opnemen van vrijwilligerswerk. De vrijwilligerscoach biedt coaching op maat en stemt ook af met de organisatie welke omkadering passend is. Meer informatie over het project: https://voluit.be/aanbod/vrijwilligerscoachvoluit/ 
  • Ondersteunen van het waarderen van vrijwilligers ikv Internationale Dag van de Vrijwilliger (>6000 attenties) en inzetten op visibiliteit van Gents vrijwilligerswerk (stickeractie)

12

Tekort aan bepaalde vormen van opvoedingsondersteuning

Er is een tekort aan bepaalde vormen van opvoedingsondersteuning:

  • Er is een tekort voor gezinnen met kinderen tussen 6 en 12 jaar. Het centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG) bood ondersteuning aan deze groep, maar verlegde de focus van 0 tot 12 jaar naar 0 tot 6 jaar. Zij kunnen gezinnen met een kind ouder dan 6 moeilijker doorverwijzen naar gepaste hulp.
  • Er is een tekort aan outreachende en intensieve opvoedingsondersteuning met bijvoorbeeld huisbezoeken en langdurige trajecten.
  • Er is ook een tekort aan cultuursensitieve opvoedingsondersteuning (zie ook signaal 7. Gebrek aan taaltoegankelijke en cultuursensitieve hulpverlening).
  • Tot slot is er een tekort aan opvoedingsondersteuning binnen een dwingend kader. Justitie kan een dwingende maatregel opleggen aan ouders om opvoedingsondersteuning te krijgen. Door het tekort in het algemeen en specifiek binnen een dwingend kader, kunnen ze nergens terecht.

19

Nood aan woonbegeleiding voor bewoners in kwetsbare wijken

Het samenlevingsweefsel staat onder druk in woonwijken en -blokken waar veel mensen in een kwetsbare situatie samenwonen (o.a. sociale woningen). Ondersteuning om het samenleven goed te laten verlopen is erg belangrijk. Sociale woonbegeleiding speelt daarin een grote rol. Er is nood aan meer aanbod in sociale woonbegeleiding.

Naast woonbegeleiders zijn ook flatwachters een noodzakelijke actor in het ondersteunen van bewoners om het samenleven vlot te laten verlopen, conflicten te vermijden en ontmantelen.

Het is belangrijk dat de verschillende initiatieven in onderlinge afstemming blijven inzetten op de leefbaarheid in buurten met verhoogde kwetsbaarheid.

Trekker: Anne Mertens

21

Inkomensverlies door samenhuizen®

De woningmarkt wordt steeds krapper en duurder (zie ook signaal 14. Wooncrisis). Voor mensen met een laag budget is samenhuizen soms de enige betaalbare woonoplossing. Mensen met een vervangingsinkomen die samenhuizen verliezen een deel van hun uitkering en bepaalde sociale voordelen omdat ze aanzien worden als ‘samenwonenden’. Ook als ze naast het wonen niet in de kosten delen.

  • Een uitzondering hierop geldt als je aan de voorwaarden van Hospitawonen, zorgwonen of tijdelijk wonen met erkende vluchtelingen of personen met een onbewoonbaar verklaarde woning voldoet. Dan ontvang je leefloon als alleenstaande.

 

Zie ook eis 13 https://www.rechtopbetaalbaarwonengeenenkelmensopstraat.be/13-mei-2022/

26

Instroom van kwetsbare profielen

Nieuwkomers in onze stad komen vaak met een complexe kwetsbaarheid aan. Bij een grote groep van (oudere) Intra-Europese nieuwkomers stellen eerstelijnsmedewerkers vast dat een gebrekkig netwerk, gezondheidsproblemen, laaggeletterdheid en gebrek aan contacttaal hen op verschillende levensdomeinen erg kwetsbaar maken. Velen onder hen dragen een zware rugzak mee vanuit hun land van herkomst en hebben ernstige gezondheidsproblemen. Ze hebben vaak een ongezonde levensstijl en geen of een gebrekkig netwerk, waardoor hun situatie verder verslechtert. Dit komt vooral tot uiting bij oudere (Intra-Europese) migranten. Velen onder hen komen in precaire leef- en arbeidsomstandigheden terecht: ze werken als schijnzelfstandigen, worden uitgebuit door hun werkgever en/of zijn er afhankelijk van en zijn slachtoffer van huisjesmelkers. Ze kunnen niet rekenen op een netwerk dat vertrouwd is met de Belgische context en kennen het sociale stelsel hier niet, waardoor ze de juiste weg naar ondersteuning moeilijk vinden. De hulpverlening vindt moeilijk ingang bij deze doelgroep. Maar ook omgekeerd en om verschillende redenen. Bijvoorbeeld de EU-wetgeving die de toegang tot het OCMW bemoeilijkt.

Trekker: Maaike Buyst

31

Psychische kwetsbaarheden versterkt®

Veel mensen die al een psychische kwetsbaarheid hadden vóór corona, hebben het nu extra moeilijk. Er is ook een sterke terugval bij mensen bij wie de psychische problematiek gestabiliseerd was. Bovendien komen mensen die hulp zoeken vaak niet tot (de juiste) zorg, omdat ze botsen op de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg. Daardoor nemen hun klachten verder toe (zie ook signaal 30. Onduidelijk en ontoereikend aanbod geestelijke gezondheidszorg).

Voorbeelden:

  • De organisaties Bednet en School en ziek zijn merken een sterke stijging op van het aantal kinderen dat niet meer naar school gaat wegens ziekte. Kinderen met autisme geraken bijvoorbeeld niet meer op school nadat ze lang thuis geweest zijn door de coronapandemie. Hun sociale angst is toegenomen.
  • Ouderen beperken hun sociale activiteiten uit schrik voor corona. De eenzaamheid is nog versterkt.
  • Jeugdwelzijnswerkers worden vaker geconfronteerd met jongeren die kampen met een psychische problematiek. Ze merken een stijging op van zelfverminking, middelen mis-/gebruik en verslaving (o.a. aan ballongas), suïcidedreiging en suïcide, seksueel grensoverschrijdend gedrag.
  • Sinds de coronacrisis wordt er meer openlijk drugs gebruikt en gedeald. Zowel op scholen als in de openbare ruimte.
Trekker: Joke Vasseur

Opvolging:

De opvolging van en interventies rond dit signaal komen grotendeels overeen met deze van signaal 30. We herhalen hier kort:

  • Sinds mei 2922 is er via de conventie eerstelijnspsychologische zorg een aanzienlijke uitbreiding van laagdrempelige en betaalbare psychologische hulpverlening voor Gentenaars. Via deze conventie wordt zowel een individueel als een groepsaanbod gerealiseerd, naar alle leeftijdsgroepen en zowel voor mensen met milde tot matige klachten (via eerstelijnspsychologen) als voor mensen met complexere problemen die nood hebben aan een langer begeleidingstraject (via gespecialiseerde zorg). Dit aanbod is toegankelijk voor de brede bevolking maar met een specifieke aandacht voor mensen met een verhoogde kwetsbaarheid. De zorg is betaalbaar  (11 euro voor een individuele sessie, 4 euro voor mensen met statuut verhoogde tegemoetkoming, 2,5 euro voor een groepssessie) en wordt deels vindplaatsgericht georganiseerd, dit om drempels te verlagen voor doelgroepen die anders moeilijker de weg naar psychologische zorg vinden.  Alle Gentse wijkgezondheidscentra boden zichzelf aan als vindplaats en werken samen met geconventioneerde psychologen. De psychologen kunnen een beroep doen op online tolken. Concreet worden in Gent wekelijks 1092 sessies aangeboden waarvan 357 sessies voor kinderen en jongeren, 735 sessies voor volwassenen. Er wordt samengewerkt met meer dan 30 vindplaatsen, waaronder alle wijkgezondheidscentra. Binnen de wijkgezondheidscentra worden momenteel meer dan 150 sessies per week aangeboden. Het overzicht van het aanbod in de conventie kan gevonden worden op Conventie | Psychologische Functies In De Eerste Lijn Oost-vlaanderen | Flanders (psy-ovl.be)
  • Samen met het groepsaanbod via de conventie kan ook het groepsaanbod van Herstelacademie Gent zorgen voor een stabilisatiefase tijdens het wachten op gespecialiseerde zorg op een 2de of 3de lijn. 
  • Om de wachtlijsten te verkleinen zet de stad en haar vele partners ook in op een betere doorverwijzing via competentieverhoging bij doorverwijzers, zodat we ook de 'overmet need' of overgespecialiseerde zorg beperken. Er worden nog te veel mensen behandeld op een 2de of 3de lijn, die even goed verder kunnen worden geholpen op een 1ste lijn. We werken in de toekomst samen aan een performant en efficiënt systeem van doorverwijzing en opvolging. 
  • Wat de leesbaarheid van het aanbod geestelijke gezondheid in onze regio betreft : het klopt dat door de veelheid en diversiteit van het aanbod het moeilijk is zowel voor cliënten als voor doorverwijzers om de gepast zorg te vinden. De website van Stad Gent https://stad.gent/nl/samenleven-welzijn-gezondheid/gezondheid/mentaal-welzijn/voel-je-je-niet-goed-je-vel-praat-erover en de sociale kaart https://socialekaartvangent.be/sectoren/geestelijke-gezondheid-0 zijn momenteel het kompas  om de weg te vinden in het aanbod. In de sociale kaart zit ook een tool die je via een stroomdiagram tot het gepaste aanbod leidt. Voor professionals en doorverwijzers biedt het netwerkpunt van het PAKT en van RADAR een telefonische hulplijn in de zoektocht naar de juiste zorg. In een aantal wijken zijn mobiele werkers geestelijke gezondheid (PAKT) of wijknetwerkers geestelijke gezondheid (ELZ Gent) actief die aanspreekbaar zijn en een goed overzicht hebben van het aanbod en dus mensen kunnen gidsen naar gepaste zorg.
  • Sinds een paar maanden is ook een provinciale werkgroep kruispunten opgestart. Het concept kruispunten bestaat reeds in andere regio’s en zijn fysieke plaatsen waar laagdrempelig onthaal georganiseerd wordt voor burgers, waar vraagverheldering georganiseerd wordt en mensen gegidst worden naar het passende aanbod in geestelijke gezondheidszorg. De ambitie is om ook in Gent een vorm van kruispunten te organiseren, die het aanbod van geestelijke gezondheidszorg beter moeten ontsluiten.
  • De stad Gent subsidieert organisaties zoals Overkop en Tejo Gent om jongeren o.m. een snelle, gratis en vaak anonieme toegang te geven tot hulpverlening.
  • De Pont-On werking van Overkop ondersteunde tot eind '24 het jeugdwerk via consult en vormingen rond de afbakening van hun rol als jeugdwerker, de mogelijkheden tot doorverwijzing, vormingen rond omgaan met moeilijk gedrag in de groep, ... Sedert de stopzetting van de subsidies voor Pont-On, trachten we vanuit de stad en Overkop het jeugdwelzijnswerk meer en meer te ondersteunen via de mogelijkheden binnen de conventie eerstelijnspsychologische zorg. Zo loopt er bijvoorbeeld een proefproject, met subsidies sociaal innovatiefonds, tussen een deelwerking van vzw JONG en Overkop en een eerstelijnspsycholoog. 
  • Littekens vzw, met financiële ondersteuning van de stad, werkt ook samen met het jeugdwelzijnswerk en brengt expertise binnen rond het bespreekbaar maken van trauma's en geestelijke gezondheid. 
  • De Stad heeft een subsidieovereenkomst met CGG Adentro met als een van de opdrachten het ondersteunen/coachen van scholen in het voeren van een DOS (Drugbeleid Op School) op een consequente, actuele en evidence-based manier. Er is een goede samenwerking tussen de Stad Gent, CGG Adentro en het Bureau Aanspreekpunt van Politiezone Gent over dit thema en we trachten de onderwijspartners zo goed mogelijk te ondersteunen hierin, zowel casusgericht als via netwerkmomenten en studiemomenten (laatste november 2024, ook in 2025 staan er 2 gepland).
  • Daarnaast is er eveneens het aanbod van ‘Machtig!’, via middelen van het Strategisch Veiligheidsplan, waarbij preventief wordt gewerkt inzake het thema middelengebruik en psychisch welbevinden, en dit via het versterken van lifeskills.
  • De dienst Preventie voor Veiligheid organiseert reeds 3 jaar een Lerend Netwerk Jongeren en Drugs, waarbij 4 keer per jaar jeugdwelzijnswerkers samen over dit thema kunnen reflecteren onder begeleiding van een vast duo: iemand van vzw Lejo en een ervaringsdeskundige.
  • De dienst Preventie voor Veiligheid organiseert ook informatiesessies voor eerstelijnswerkers over de meest recente evoluties inzake druggebruik, nieuwe drugs, en hoe hiermee om te gaan.

33

Eenzaamheid®

Mensen in een maatschappelijk kwetsbare positie kunnen vaak niet volwaardig deelnemen aan het maatschappelijk leven door verschillende drempels. Daardoor missen ze kansen op (nieuwe) sociale contacten en verzeilen vaker in sociale eenzaamheid en/of sociaal isolement.

Voorbeelden:

  • Mensen die digitaal laaggeletterd zijn of geen toegang hebben tot de digitale wereld (zie ook signaal 1. Digitalisering) ervaren verschillende drempels naar het sociaal leven. Ze kunnen bijvoorbeeld moeilijk in verbinding staan met anderen, zijn niet op de hoogte van activiteiten in de wijk, kunnen zich niet online inschrijven of online betalen, ...
  • Mensen in sociale huisvesting zijn vaak extra kwetsbaar voor eenzaamheid. Samenhuizen kan helpen om de eenzaamheid te doorbreken. In sociale huisvesting is samenhuizen onmogelijk door de financiële gevolgen van samenwonen bij mensen met een vervangingsinkomen (Cfr. Signaal 21. Inkomensverlies door samenhuizen) en een lange wachttijd bij de aanvraag van een aangepaste, grotere woning. Er is ook geen begeleiding om het samenwonen goed te laten verlopen. Als mensen moeten verhuizen naar een andere sociale woning komen ze soms in een andere wijk terecht. Op die manier verliezen ze een groot stuk van hun sociale netwerk. Daardoor zijn ze extra kwetsbaar om in eenzaamheid terecht te komen.
  • Oudere nieuwkomers hebben vaak meer moeite om de taal te leren, zijn minder mobiel, ... De ‘verloren’ band met het moederland weegt vaak ook zwaar. Daardoor zijn ze extra kwetsbaar om in eenzaamheid terecht te komen.
  • Jonge nieuwkomers kunnen dankzij sociale media contact houden met vrienden en familie uit hun land van herkomst. Soms staat de blijvende focus op hun herkomstland via sociale media deelname aan het sociaal leven in België in de weg, waardoor ze hier meer en meer vereenzamen.
  • Mensen in armoede hebben onvoldoende financiële middelen om tijd en geld te spenderen aan vrijetijdsactiviteiten (zie ook signaal 23. Drempels naar vrije tijd) en blijven noodgedwongen thuis. Daardoor kunnen ze geen sociaal netwerk opbouwen en geraken ze in eenzaamheid.

Naast bovenstaande voorbeelden zijn er nog meer doelgroepen kwetsbaar voor eenzaamheid. Een groot deel van de mensen die zich eenzaam voelen ervaart drempels om de eenzaamheid te doorbreken. Ze durven ‘de eerste stap’ naar bestaande sociale of vrijetijds initiatieven niet zetten uit angst voor het onbekende of uit angst voor een negatieve ervaring. Een warm onthaal en warme doorverwijzing bij sociale organisaties spelen hier een belangrijke rol. Vaak is een brugfiguur of buddy die mensen letterlijk meeneemt naar het aanbod en samen die eerste stap zet een belangrijke hulp.

34

Stijging intrafamiliaal geweld

Hulpverleners merken een stijging op van intra familiaal geweld (ook bij tienerkoppels en bij mensen die omwille van hun verblijfsstatus extra afhankelijk zijn van hun partner). Zowel psychisch als fysiek geweld. Voor hulpverleners is het moeilijk om de signalen te herkennen en erover in gesprek te gaan.

Mensen die de onveilige situatie willen ontvluchten kunnen niet altijd terecht bij de lokale opvangmogelijkheden. Ze ervaren verschillende drempels. Vb. te chronisch voor crisishulpverlening, financiële drempel, hebben het moeilijk met de voorwaarde om het netwerk te betrekken bij de ondersteuning.

Opvolging:

Hulpverleners geven aan dat het moeilijk is om signalen van IFG te herkennen en erover in gesprek te gaan. Door vormingen, studiedagen en intervisie- en netwerkmomenten, wordt vanuit Team Intrafamiliaal Geweld (IFG) ingezet op het vergroten van de kennis en de handelingsbekwaamheid bij eerstelijnswerkers. Zo vonden reeds vormingen plaats rond partnergeweld, kindermishandeling, ouderenmis(be)handeling, gezinshereniging en huwelijksdwang en werd een lerend netwerk eergerelateerd geweld opgericht. Niet enkel binnen Stad Gent, maar ook daarbuiten (meer concreet i.k.v. het ISP-IFG Impulsproject) werden met de  steun van de FOD Binnenlandse Zaken binnen de referentiezone Gent in de 15 deelnemende steden en gemeenten vormingsreeksen aangeboden rond partnergeweld, kindermishandeling, ouderenmis(be) handeling en impact van eigen referentiekaders in het omgaan met IFG. Daarnaast staan in het najaar van 2024 nog vormingen gepland rond siblinggeweld en oudergeweld. 
De collega's van Team Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag (SGG) zetten daarnaast ook in op de preventie van SGG door kennis te bevorderen en handelingsbekwaamheid te vergroten van jongerenwerkers, barpersoneel, ... en door het organiseren van omstaanderstrainingen in geval van SGG in de publieke ruimte. 

Mensen die de onveilige situatie willen ontvluchten kunnen niet altijd terecht bij de lokale opvangmogelijkheden. Bij anonieme IFG-consulten (bv. melding van dame met  minderjarige kinderen die niet in de opvang terecht kon, geen aangifte kon doen zonder afspraak, ... en noodgedwongen terugkeerde) blijkt inderdaad dat wie uiteindelijk de stap zet om een geweldsituatie te ontvluchten, niet altijd (meteen) een opvang vindt. Team IFG beluisterde de situatie en zocht naar oplossingen. Een piste was om een pilootproject op te zetten om slachtoffers van IFG voor wie geen opvang kan worden gevonden, tijdelijk via hotelcheques op te vangen. Dit bleek echter moeilijk te realiseren  in de praktijk en bleek ook in andere steden die hiermee aan de slag gingen, geen succesverhaal. We onderzoeken of intrafamiliaal geweld een grond voor versnelde toewijs van een sociale woning kan zijn en iets in deze problematiek kan betekenen. 

Wat de stijging van intrafamiliaal geweld betreft bij tienerkoppels en bij mensen die omwille van hun verblijfsstatus extra afhankelijk zijn van hun partner, zijn een aantal initiatieven lopende en/of gepland: 
1. Gezinshereniging en NBM:
Gezinshereniging was het topic op het migratieforum van 26 april 2023. Vanuit diverse signalen uit het veld (criminaliteit, druggebruik, trauma bij niet-begeleide minderjarigen en IFG situaties bij gezinnen na gezinshereniging) was er het plan om een manifest te schrijven. Pascal De Bruyne trekt dit samen met MIRO (Migratie Overleg Gent). Via MIRO is er regelmatig overleg en afstemming met de trekkers van signaal 26 (instroom van kwetsbare profielen) + 28 (gezinshereniging zonder omkadering of begeleiding kan leiden tot mensonwaardige situaties).
2. Tienerkoppels (Lejo vzw):
Signaal van IFG bij tienermama's en signaal niet serieus genomen te worden door politie. Dit signaal werd verder onderzocht en resulteerde in een vormingsreeks voor jeugdwerkers rond positieve relaties. Dit omvat kennis over de ontwikkeling van de seksuele identiteit, verkennen van mogelijkheden en aanbod vanuit het perspectief van 1) slachtoffer, 2)pleger en 3)omstaander. 
3. Verontrusting en IEM:
op 25/8/23 ging een casustafel door met partners uit verschillende sectoren om vanuit een fictieve casus te komen tot betere kennis van partners en de samenwerking te optimaliseren. Dit werd door de aanwezigen als zinvol ervaren. Hieruit groeide het sectoroverschrijdend lerend netwerk KODR (Kinderen Onder De Radar) waarbij we voor 2e jaar op rij bekijken hoe we jonge slachtoffers van IFG in mobiliteit kunnen op de radar krijgen en/of houden en de gepaste hulp te bieden.  
4. We staken de koppen bij mekaar  met de trekkers van de aan dit signaal gerelateerde signalen (concreet signalen 3, 26, 28, 40, 41 en 43).
Dit resulteerde in de organisatie van een vorming SGG voor onthaalmedewerkers van politie met als inzet het zo warm mogelijk onthalen van betrokkenen van IFG. 
Daarnaast groeiden de contacten met de andere signaaltrekkers uit tot het Traject Circulaire Migratie, waarbij er akkoord is om in te zetten op 2 actiepunten, met name: onderzoeken van de drijfveren van de circulaire migratie en het ontwikkelen van een gezamenlijke tool/aanpak rond aanbod en begrenzing. 

35

Zorg voor dieren®

Mensen in een kwetsbare positie met een huisdier hebben moeilijk toegang tot dierenzorg. Ze hebben vaak een beperkt sociaal netwerk. Hun huisdier betekent dikwijls heel veel voor hen. Ze willen het dier goed verzorgen, maar hebben daar niet voldoende middelen toe. De reguliere dierengezondheidszorg (dierenarts, voeding) is voor mensen in een financieel kwetsbare positie onbetaalbaar. Wanneer mensen in een kwetsbare positie tijdelijk niet voor hun huisdier kunnen zorgen (vb. door opname) is er bovendien een gebrek aan betaalbare opvangmogelijkheden.

De financieel toegankelijke alternatieven zijn ontoereikend en te hoogdrempelig voor de doelgroep. Het Dierendispensarium van de Prins Laurent Stichting bijvoorbeeld, is te hoogdrempelig. De administratieve last voor o.a. het chippen of vaccineren van huisdieren is er zeer groot. Mensen die de voorwaarden[1] niet naleven worden 2 jaar geschorst. Er is geen flexibiliteit in de dienstverlening (vb. voor mensen in schuldbemiddeling of bewindvoering) en de service hangt sterk af van de medewerker waarbij je terecht komt. Voor mensen in een kwetsbare situatie is het moeilijk om de (geldelijke) afspraken strikt na te komen.

Andere vzw's (bv. People4animals, Hugswithtails) proberen in te spelen op het tekort aan toegankelijke dierengeneeskunde en opvang in netwerken met dierenartsen.  Dit is echter een enorme uitdaging voor de vzw’s, en ze worden hierin niet structureel ondersteund.

[1] Stichting Prins Laurent (2023) Toelatingsvoorwaarden (https://www.sfprlaurent.be/nl/index.php/toelatingsvoorwaarden/)

Trekker: Gwij Stegen

Opvolging:

Wordt besproken op het structureel overleg met de erkende Gentse dierenverenigingen. Het dierendispensarium, Gentse dierenartsen en bv people 4 animals zijn daar aanwezig. Kijken wat mogelijkheden zijn.

De stichting Prins Laurent paste de tarieven aan. Het dispensarium maakt voortaan een onderscheid tussen preventieve zorg (gratis) en curatieve zorgen tegen sociaal tarief.

36

Misbruik (zorg)volmachten

Mensen in een kwetsbare positie (vaak ouderen) worden financieel misbruikt via (zorg)volmachten. De volmachten worden bijvoorbeeld aangevraagd door iemand die hen af en toe helpt en die ze vertrouwen (vb. een buur of klusjesman).

De persoon met volmacht kan dan de volledige rekening van het slachtoffer leeghalen. Banken geven aan dat ze de aanvraag van een volmacht niet kunnen weigeren als beide personen aanwezig zijn, ook wanneer ze kwaad opzet vermoeden.

Opvolging:

Het signaal is in januari 2024 voor de eerste maal besproken met medewerkers uit de banksector, VLOCO, Juridische Dienst OCMW,  mutualiteit, Federatie van Notarissen en Lokale Dienstencentra.

Het probleem achter het financieel misbruik ligt gevoelig hoger en start bij het meegeven van persoonlijke bankkaarten met pincode, via het online bankkieren en op de 3de plaats de gewone volmachten.

Vanuit het groeiend aantal onderhandse zorgvolmachten, zijn er al organisaties die burgers informeren.

Inhoudelijk zouden deze organisaties de burgers nog meer bewust kunnen maken over de voor-en nadelen en tips meegeven om de volmachtgever te beschermen.

Het aandeel onderhandse zorgvolmachten is wel veel kleiner dan notariële zorgvolmachten. Cijfers: 80.000 via notaris en 1000 of 1200 onderhandse zorgvolmachten.

Ingeval van misbruik kan de betrokken persoon de zorgvolmacht intrekken indien hij daartoe nog bekwaam is. Hij kan zich tevens tot de vrederechter wenden.

Indien derden, waaronder hulpverleners, menen dat de betrokken persoon niet meer bekwaam is en er een vermoeden van misbruik is, kunnen zij bij de vrederechter de aanstelling van een bewindvoerder vragen. De bewindvoerder kan dan desgevallend oordelen of er maatregelen dienen te worden genomen tegenover de voormalige lasthebber.”

De nieuwe praktische gids voor familiale bewindvoerders is gratis online en op papier beschikbaar sinds 2024.

Bij navraag van 1 mutualiteit bestaat een protocol bij vermoeden van ouderen(mis)behandeling waarin het luik financieel misbruik zit vervat. Dit protocol is momenteel aan een update toe met bijhorende heropfrissing naar hun medewerkers.

Een overkoepelend protocol is niet gekend.

Hulpverleners vanuit de stadsdiensten kregen eind 2022 nog een algemene vorming rond handvaten om ouderen(mis)behandeling te herkennen en aan te pakken. Ook kunnen zij nog steeds gebruik maken van de RITI-schaal.

Elke professional die situaties ervaart in de hulpverlening rond o.a. financieel misbruik kan bij VLOCO terecht. Zij zetten sterk in op sensibilisering en op deskundigheidsbevordering.

Zij hebben o.a. een “consultfunctie”. Hun algemene vorming wordt jaarlijks aangeboden.

In 2020 ontstond een multidisciplinair samenwerkingsverbond in West-Vlaanderen. Deze stuurgroep heeft tot doel om alles in verband met bewindvoering te bespreken, te kijken wat beter kan en knelpunten weg te werken.

Daarbij wisselen de partners expertise uit, organiseren ze opleidingen en willen ze mekaars complementariteit versterken.

Het Steunpunt bewindvoering, dat op 11 januari 2022 van start ging in West-Vlaanderen, is een eerste realisatie van deze stuurgroep. Vanaf 1 februari 2023 is het Steunpunt bewindvoering ook actief in de gerechtelijke arrondissementen Antwerpen, Leuven en Oost-Vlaanderen.

 

61

Internet en telefonie te duur

Voor mensen in een kwetsbare positie zijn internet- en telefonie-abonnementen te duur.

Bovendien hebben mensen met een laag inkomen vaak een extra duur internet- of gsm abonnement dat niet afgestemd is op hun nood. Dit komt doordat ze dikwijls intekenen op formules waarbij je een gratis of goedkoop toestel ‘krijgt’ als je voor een aantal jaar een abonnement neemt bij een provider. De formules komen op het einde vaak veel duurder uit. Mensen in armoede hebben dikwijls niet de mentale ruimte en/of digitale mogelijkheden om een vergelijking te maken tussen aanbieders en worden de dupe van misleidende reclamestunts. Mensen in armoede gebruiken ook vaak duurdere prepaid simkaarten en ervaren hier ook extra drempels bij. Zie signaal 2021: Geen simkaart zonder registratie.

  • Tijdens de coronapandemie boden Telenet en Proximus sociale pakketten aan voor mensen met een beperkt budget. Dit verhoogt de toegang voor veel mensen. Telenet biedt de pakketten aan sociaal tarief (Telenet Essential Internet FIVE en TEN) nog steeds aan. Er komt in 2024 ook een nieuw sociaal internettarief voor een grotere groep rechthebbenden. Veel mensen vinden de weg naar dit aanbod echter niet.

Toegang tot internet en telefonie is een voorwaarde om volwaardig deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Dit moet een basisrecht zijn.

Trekker: Sarah Voets

Opvolging:

 De samenwerking met Telenet voor de sociale producten Ten en five loopt nog steeds. In de loop van 2024 komt er een aangepast sociaal tarief Telecom waarbij meer mesnen recht zullen hebben op een hogere korting. Vanuit Stad Gent , samen met D09,  zetten we in 2024 enerzijds in op een bredere bekendmaking van de initiatieven rond betaalbaar internet zodat mensen beter geinformeerd zijn en anderzijds zullen we ook extra inzetten op kwetsbare Gentenaars ondersteunen bij de aanvraag van sociaal interproducten zoals bv. het sociaal tarief. 

69

Geen opvang voor kinderen bij ziekenhuisopname ouder

Alleenstaande ouders zonder netwerk vinden moeilijk opvang voor hun kinderen wanneer zij opgenomen worden in het ziekenhuis voor een medische ingreep of bij een bevalling. Vooral 's nachts en in het weekend is dit quasi onmogelijk.

Trekker: Bjorn Martens

71

Drempels naar rijbewijs

Voor mensen in een kwetsbare positie is het steeds moeilijker om een rijbewijs te halen. Dat heeft te maken met een aantal drempels:

  • Het aantal talen waarin je je rijexamen kan afleggen is beperkter. Als je je examen in een andere taal dan het Nederlands wil afleggen, bots je bovendien op een extra lange wachtlijst.
  • Je hebt naast een auto ook een begeleider nodig om je praktisch rijbewijs te halen. Voor mensen met een beperkt netwerk is dat niet evident. De rijschool is voor veel mensen onbetaalbaar.
  • Het taalgebruik bij het theoretisch rijexamen is verouderd. Dat maakt het examen onnodig moeilijker.
  • Er is te weinig laagdrempelig aanbod theorielessen. De lessen die aangeboden worden in secundaire scholen zijn een goede praktijk, maar die zijn niet voor iedereen toegankelijk (alleen voor studenten secundair onderwijs). De lessen op school kunnen bovendien nog toegankelijker, door bijvoorbeeld herkansingen in te voeren bij de examens. Als je buist voor het theoretisch rijexamen via de school, moet je het examen via het rijexamencentrum afleggen. Als je twee keer niet slaagt moet je eerst 12 uur les volgen bij een erkende rijschool vooraleer je opnieuw een examen kan afleggen. De gevolgde lessen op school tellen daarvoor niet.

Opvolging:

Voor een theoretisch rijexamen kan een kandidaat sinds 1 maart 2017 geen beëdigd tolk in elke taal inzetten.

- Een kandidaat die het Nederlands niet machtig is, mag het theoretisch examen afleggen, bijgestaan door een tolk voor de talen Frans, Duits of Engels die onder de beëdigde vertalers wordt gekozen door het examencentrum. De tolk wordt in alle gevallen door de kandidaat vergoed.

- Kandidaten bij wie het mentaal en/of intellectueel vermogen en/of de graad van alfabetisme ontoereikend is, kunnen het examen afleggen in een speciale zitting. In deze speciale zitting worden de vragen zeer traag in  het Nederlands gesteld en geeft de examinator toelichting bij de vragen, voor de antwoordtijd ingaat.

We zullen onderzoeken of deze richtlijnen nog zijn bijgestuurd, wat de impact hiervan is op mensen die geen kennis hebben van het Nederlands en de landstalen.

Amal vzw agendeert dit in 2025 op het Vlaams NT2-overleg.

73

Parkeerbeleid

Parkeren in Gent is erg duur sinds het vernieuwde parkeerbeleid. Dat heeft vooral een impact op mensen in een (financieel) kwetsbare positie. Eerstelijnswerkers merken op dat het parkeerbeleid ervoor zorgt dat sommige mensen nog amper bezoek, mantelzorg, (poets)hulp of klusjesdiensten ontvangen door de hoge parkeerkosten. Het lijkt dus eenzaamheid in de hand te werken.

Gentenaren die in de rode en oranje parkeerzone wonen krijgen elk jaar 12 gratis bezoekerstickets, waarmee bezoek gratis kan parkeren. Dit is echter onvoldoende door het beperkte aantal en doordat het enkel tussen 19u en 23u geldig is.

Trekker: Kris Helincks

Opvolging:

We erkennen dat de tarieven van parkeren gestegen zijn. Wel is het zo dat de tarieven in de parkeergebouwen steeds lager zijn dan op straat, zodat bezoekers aangezet worden om daar te parkeren, indien dit voor hen mogelijk is.

De stad biedt een parkeervergunning voor zorgverstrekkers en mantelzorgers: Als mantelzorger, zorgverstrekker of erkende zorgorganisatie kan je een parkeervergunning aanvragen. Deze kost 100 euro voor een jaar. Daarmee kan je de hele dag overal in Gent gratis op straat parkeren met je parkeerschijf. Je mag maximaal 2 uur op dezelfde plaats staan. Ga hiervoor naar www.stad.gent en typ de zoekterm “parkeervergunning mantelzorger” of rechtstreeks naar Parkeren voor zorgverstrekkers | Stad Gent.

Voor andere diensten aan huis voorzien we momenteel geen voordelige parkeertarieven. Al erkennen we dat deze nood er is. We willen hier graag de komende jaren een visie en beleid rond maken, mits goedkeuring van het bestuur.