Lokale overheid

54

School- en studiekeuze zonder info

Om een passende school te kiezen voor je kind, heb je informatie nodig over het schoolsysteem en de -methodes. Daarover is te weinig informatie terug te vinden in de ‘meld je aan’-boekjes, en op de schoolwebsites. Wijkwandelingen om scholen te leren kennen worden niet overal georganiseerd en zijn beperkt tot het Lager Onderwijs. Door het gebrek aan informatie is het voor ouders niet altijd duidelijk welke scholen het best aansluiten op de talenten en de wensen van hun kind. Hierdoor gaan ze vaak niet zelf kiezen, maar de adviezen van anderen volgen, ook al is dit niet altijd het beste voor hun kind.

Veel actoren leveren inspanningen om gezinnen in kwetsbare situaties toe te leiden naar een school: brugfiguren, brede scholen, inloopteams, project kleuterparticipatie,… Maar het blijft hoogdrempelig en er wordt niet altijd rekening gehouden met talenten en wensen van de kinderen/jongeren.

De kansrijke gezinnen trekken ondertussen naar andere gemeenten in de buurt van Gent  (Melle, Merelbeke, Destelbergen, …).

Ook de overstap van het lager onderwijs naar het secundair onderwijs verloopt niet altijd even gemakkelijk voor jongeren uit de kansengroepen. Al te vaak worden deze jongeren te vroeg naar de B-stroom gestuurd. Ouders vinden soms moeizaam de weg naar informatie over het secundair onderwijs en het aanbod is groot, divers en complex. Een goed overwogen advies van de klasleerkrachten of CLB is zeer belangrijk omdat de ouders doorgaans dit advies volgen. Nog te vaak onderschatten zij de impact van hun advies op de beslissing van de ouders. Een verkeerde studiekeuze kan immers leiden tot demotivatie en in soms ook tot een vroegtijdige schooluitval.

CLB’s in Gent bieden informatiesessie voor leerlingen basisonderwijs in scholen én netoverschrijdend infosessies voor ouders en intermediairen. Over volgende belangrijke stappen in de onderwijsloopbaan van kinderen en jongeren worden infofilmpjes voorzien:

  • De overgang van lager naar secundair onderwijs
  • De overgang van de eerste graad secundair onderwijs naar de tweede graad secundair onderwijs
  • De overgang van de tweede graad secundair onderwijs naar de derde graad secundair onderwijs.

Elke filmpje legt de nadruk op één van deze overgangsmomenten. Daarnaast is er ook informatie terug te vinden over 'zorg op school', 'buitengewoon secundair onderwijs', 'het aanmeldingssysteem in Gent', 'Waar terecht met vragen', ...

In de ‘meld je aan’-boekjes is weinig informatie terug te vinden over het schoolsysteem of over de methode. De boekjes zijn gericht op het aanmeldingssysteem en moeten de ouders wegwijs maken in de handeling van het aanmelden. De concrete informatie over de scholen zelf zijn terug te vinden op de schoolwebsites. Vanuit het LOP werd in schooljaar 2020-2021  een oproep gedaan naar de scholen voor het hebben van aandacht van duidelijke, transparante en actuele informatie op de schoolwebsite. 

Acties CLB:

  • Jongeren en opvoedingsverantwoordelijken kunnen elke weekdag vanaf 13u met vragen terecht in het CLB-onthaal in De Krook.
  • De CLB’s in Gent werken samen om jaarlijks in januari-februari netoverstijgende infosessies te geven voor ouders en leerlingen bij scharniermomenten. Alle leerlingen krijgen vanaf 4de leerjaar tot en met het einde van het secundair onderwijs op scharniermomenten de nodige info klassikaal of indiviueel door een CLB medewerker.
  • Er wordt info gegeven aan ouders bij de overgang van de 1ste graad naar de 2de graad secundair onderwijs.
  • Jaarlijks ontwikkelen de Gentse CLB’s de brochure De Grote Stap voor leerlingen bij overgang van basisonderwijs naar het secundair onderwijs. Deze brochure wordt via de scholen naar de leerlingen verdeeld.

 

Naar aanleiding van de modernisering van het secundair onderwijs wordt de oriënterende functie van de 1ste graad secundair onderwijs versterkt:

  • Leerlingen ontdekken en ontplooien in de 1ste graad hun interesses, talenten en mogelijkheden, voortbouwend op het lager onderwijs. De eerste graad bereidt leerlingen voor om trapsgewijs, geïnformeerde en bewuste studiekeuzes te maken doorheen het secundair onderwijs.
  • De toegang tot de 1ste graad is strikt gekoppeld aan het getuigschrift basisonderwijs. Een leerling met een getuigschrift basisonderwijs start in het 1ste leerjaar A, een leerling zonder getuigschrift in het 1ste leerjaar B.
  • In de 1ste graad is er structureel ruimte voor differentiatie op maat: leerlingen worden extra uitgedaagd of extra ondersteund. De differentiatie-uren kunnen ook gebruikt worden voor verdieping in klassieke talen.
  • Leerlingen hebben doorheen de 1ste graad ook meer mogelijkheden om te schakelen tussen de B- en de A-stroom.

 

Voor OKAN (van waaruit ook doorgestroomd wordt naar het secundair onderwijs) nemen de vervolgschoolcoaches hier een belangrijke rol in op, zowel naar de leerling toe als naar de ouders toe. Ze werken daarvoor ook samen met partners als De Stap en de CLB’s, en wisselen onderling uit over concrete casussen en nieuw onderwijsaanbod, zodat ze maximaal op de hoogte zijn van wat er kan en bestaat.

Brugfiguren stimuleren scholen om een traject op te zetten in de overgang van leerlingen van basis naar secundair. Dit op maat van het kind, rekening houdend met talenten en wensen, en samen met de ouders. Het traject kan kort of lang zijn, naargelang de noden. We geven informatie door van bv. De Stap en in samenwerking met partners; bv. het Beroepenhuis. Brugfiguren faciliteren bezoeken aan deze organisaties of gaan zelf mee met de gezinnen. Het team Partnerschap School-Gezin zorgt ervoor dat de brugfiguren de meest recente informatie ter beschikking hebben door samenwerking met de LOP-ondersteuners. We faciliteren uitwisseling tussen de brugfiguren die in de basisschool staan en brugfiguren die in de 13 secundaire scholen met eerste graad B-stroom staan.

Acties in het kader van meld je aan voor basisonderwijs: gericht op instappers

  • School in je buurtwandelingen in alle wijken van Gent. Niet enkel in de Bredeschoolwijken.
  • Subsidies voor inloopteams om extra in te zetten op instappen en aanmelden
  • Infosessie voor ouders: "Hoe kies ik een school (voor instappers)?"
  • Infosessie voor directies: "Hoe stel ik mijn school voor aan nieuwe ouders?"

 

Uilenspel vzw begeleidt met vrijwilligers via het project Transbaso de jongere bij de overstap naar het secundair onderwijs. Samen met de jongeren en de ouders bekijken ze het aanbod, rekening houdend met het advies van de lagere school of de zorgleerkracht. Vrijwilligers gaan mee naar opendeurdagen van de secundaire scholen en helpen bij het inschrijven van de jongere in het secundair onderwijs. We hebben hierbij extra aandacht voor een vaak te snelle doorverwijzing door de school naar de B-stroom en begeleiden de jongere en zijn ouders in een positieve schoolkeuze en een bij de jongeren passende richting.

Daarnaast doen ze ook nog een aantal acties:

  • leerlingen worden doorverwezen naar Tajo voor hun talentenateliers
  • via de vrijwilligers worden ouders op tijd geïnformeerd over de online aanmeldingsperiodes 
  • vrijwilligers krijgen een vorming rond het school- en studiesysteem 
  • vrijwilligers krijgen een vorming over talenten en talentontwikkeling (door Talentencoach Luk De Wulf)

 

Via het Matchmakers programma zet stad Gent in op de brug tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Door netwerken tussen onderwijs en werkveld te versterken en concrete samenwerking tot stand te brengen, kan onderwijs de snelle evoluties op de arbeidsmarkt volgen en krijgen jongeren (oa. op keuzemomenten) een realistisch zicht op de job waarvoor ze worden opgeleid. Studieloopbaanoriëntering met een arbeidsmarktperspectief is, naast de ondersteuning bij hybride leeromgevingen, 1 van de centrale thema’s van Matchmakers.

  • Infodag onderwijsloopbaan - kijk in de praktijk: infomoment i.s.m. sectoren. CLB’s krijgen info over evoluties op de arbeidsmarkt en loopbaanperspectieven van jongeren. In combinatie met schoolbezoeken om CLB’s te informeren over de mogelijkheden van duaal leren. Doel is dat CLB’s deze info kunnen aanwenden in het studieadvies.
  • Opstart van schooltraject horizonverruiming waarin we met een school aan de slag gaan in het tweede leerjaar van de 1e graad om een integrale aanpak rond studieloopbaanoriëntering op te zetten, met aandacht voor betrokkenheid van netwerk rond de jongeren (bijv. ouders) - (in opstart)
  • Stageonderzoek naar motieven in school- en studiekeuzes gedurende de schoolloopbaan van jongeren in de 3e graad BSO

 

Ouders kunnen in de opvoedingswinkel terecht voor info rond:

  • schoolkeuze : ouders kunnen in de opvoedingswinkel terecht voor reflectieve gesprekken over schoolkeuze. Dit kan zowel tijdens de meldjeaan periode (we staan ook vermeld in de brochure) als daarbuiten.
    In de gesprekken wordt stilgestaan bij de praktische organisatie (is er opvang/kostprijs, parcours naar school …) en de methode in de scholen.
    We staan naast de ouders om deze info te verzamelen (bekijken bijvoorbeeld samen de website, geven korte info over verschil in methodescholen) en tegelijkertijd bereiden we ook samen met ouders de schoolbezoeken voor: met welke vragen zit je nog naar de school, wat is voor jou belangrijk… we willen ouders die hierin onzeker versterken.
  • overgang basis naar secundair onderwijs:  in de toekomst komt er een geïntegreerd onthaal (groeiteam). Dit is een neutrale plaats waar vraagverheldering kan gebeuren rond alle vragen rond opgroeien en waar gezocht wordt naar een antwoord op maat.
    Na de vraagverheldering kan er (binnen de lokalen van het groeiteam) verdiepend gewerkt worden via gesprekken met CLB, OW, De Stap, kinderopvang, jeugddienst en in de toekomst ook externe partners.
    Doordat we samen op dezelfde locatie werken zal er ook uitwisseling mogelijk zijn rond meer complexe vragen waar verschillende partners bij betrokken zijn.

 

Brede school zet in op informeren van ouders bij maken van schoolkeuze en ondersteunen bij aanmelden en inschrijven gericht op instappers. 

  • School in je buurtwandelingen in alle wijken in gent, niet enkel de Bredeschoolwijken
  • Subsidies voor inloopteams om extra in te zetten op leren kennen van scholen, schoolkeuze en aanmelding
  • Werkgroep LOP kleuterparticipatie: opvolgen van aanmeldingen en inschrijvingen
  • Infosessie voor ouders over hoe kies ik een school (voor instappers)
  • Infosessie voor directies: hoe stel ik mijn school voor aan nieuwe ouders
Reeds ondernomen acties

56

Vraag en aanbod bij studieondersteuning©

De nood aan studieondersteuning is groter dan het aanbod. Veel ouders vinden het moeilijk om hun kinderen schoolse ondersteuning te bieden. Als ouders die ondersteuning elders willen halen botsen ze op een wachtlijst van 6 tot 12 maanden. De capaciteit van de organisaties die studieondersteuning bieden is vaak onvoldoende, en er kruipt veel tijd in het bieden van een goeie opleiding en ondersteuning aan de vrijwilligers.

Daarom biedt ook vzw Jong studieondersteuning aan in alle kinderwerkingen. Zij zien ook de vraag bij tieners en jongeren stijgen. Corona zorgde bovendien voor leerachterstand.

Het tekort aan studieondersteuning werd via Onderwijscentrum Gent en Leerbuddy Vlaanderen via een nota aangekaart bij minister Ben Weyts. Een degelijke opleiding en begeleiding van vrijwilligers/buddy's vraagt tijd en middelen van de organisaties. Stad Gent ondersteunt Gentse organisaties financieel en inhoudelijk, maar de financiering van de lokale overheden is niet voldoende om tegemoet te kunnen komen aan de vraag. Met de nota's als uitgangspunt is het tekort aan studieondersteuners via verschillende kanalen tot bij de minister geraakt. Voorlopig kwam er geen positief antwoord.

Onderwijscentrum Gent ondersteunt financieel en inhoudelijk Gentse initiatieven studieondersteuning. 

  • subsidiereglement voor initiatieven studieondersteuning
  • vorming voor de vrijwilligers: versterken in studieondersteuning en digitale vaardigheden
  • voorzien van intervisie en uitwisseling met de verschillende initiatieven

 

Reeds ondernomen acties

63

De vele gevolgen van telewerk©

Sinds corona en ook in de toekomst wordt telewerk meer en meer de norm. Zonder ondersteuning kan telewerk vele gevolgen hebben. Eerst en vooral zijn er financiële gevolgen. Niet meer de werkgever maar de mensen zelf staan in voor bijkomende kosten op het vlak van verwarming, verbruik, printen, comfortabel bureaumateriaal, … En dan zijn er ook de gevolgen op het vlak van gezondheid. Het mentale welzijn lijdt onder het gebrek aan contacten, pauzes, samenwerken, … Ook hebben veel mensen door slecht werkmateriaal (bureau, stoel, voetsteun, …) fysieke klachten.

1.  Telewerk in de Vlaamse sectorconvenanten 

De achtste generatie Vlaamse sectorconvenanten werden recent afgesloten, voor de periode 2021-2022. Daarin engageren 35 verschillende sectoren zich om hun schouders te zetten onder het Vlaams werkgelegenheidsbeleid.

Een sectorconvenant is een overeenkomst tussen de Vlaamse overheid en de sectoren waarin de sectorale sociale partners zich engageren om in hun sector maatregelen te nemen om het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid te ondersteunen. Competentie- en loopbaangericht werken is de rode draad doorheen het geheel zodat bedrijven en werknemers gewapend zijn tegen een snel veranderende en complexe arbeidsmarkt.

Bij Prioriteit 1: Levenslang leren en werkbaar werk is er bij de diverse sectorconvenanten ook ruime aandacht voor telewerk.

Lees meer

2. Impact op het mentaal welzijn 

Verschillende onderzoeken (internationaal), bevragingen en signalen tonen aan dat de plotse overgang en het aanblijven van telewerken als norm voor bepaalde groepen een impact heeft op het mentaal welzijn. We kunnen niet alle sectoren over dezelfde kam scheren, sommige sectoren bleven gewoon aan het werk of kenden een minder abrupte aanpassing. Er zijn ook mensen waarbij het telewerken positieve gevolgen heeft voor het mentaal welzijn: minder tijdverlies en minder stress in het verkeer, meer autonomie, tijds- en plaatsonafhankelijk werken, een betere werk-privébalans, ongestoord kunnen werken, …

Echter, een grote groep van mensen, die plots moesten overschakelen naar telewerk, ondervonden eerder negatieve gevolgen na verloop van tijd. O.m. volgende zaken werden vastgesteld via onderzoek en bevragingen:

  • Een van de grootste problemen voor nieuwe telewerkers is het feit dat ze daarvoor hun comfortzone moeten verlaten: veranderende routines, nieuwe (digitale) vaardigheden die snel moesten aangeleerd worden, veiligheid van een collega die nabij is valt weg, …
  • Het traditionele concept van vaste werkuren op een vaste werkplek werd volledig op losse schroeven gezet: de moeilijkheid om een duidelijke scheiding te maken tussen privé en werk op één en dezelfde plaats zorgt voor langere werkdagen, minder rustpauzes (bijv. minder verplaatsingen tussendoor), moeilijker afstand nemen van het werk, … O.m. ouders met jonge kinderen zijn een groep die het hard te verduren krijgt: de combinatie van thuiswerk met kinderen in lockdown of quarantaine is onhoudbaar en zorgde voor veel stress. 
  • Informele en formele communicatie met collega’s verloopt moeilijker of viel stil. Minder kansen om stoom af te blazen onder collega’s, minder face tot face gesprekken, … creëren meer afstand tussen collega’s en zorgen voor meer stress-opstapeling.
  • Ook de teamgeest verdwijnt door meer telewerk: men bekijkt medewerkers ‘zakelijker’, men wordt meer afgerekend op prestaties en cijfers en het sociale aspect van de werknemer of de job wordt kleiner. Er ontstaat meer individualisme onder medewerkers wanneer iedereen wordt beoordeeld op resultatenafspraken.  
  • Een bepaalde groep heeft meer last van eenzaamheid, vnl. alleenstaanden.
  • Ook de fysieke gezondheid, die onlosmakelijk verbonden is met de mentale gezondheid, gaat bij sommigen achteruit: minder ergonomisch werken zorgt voor vele rug- en nekklachten, ongezonde snacks liggen binnen bereik, middagpauzes worden ingekort op overgeslaan, minder beweging omwille van minder verplaatsingen, meer blootstelling aan beeldschermen (klachten aan ogen, hoofdpijn), …
  • Voor sommigen kwamen er zelfs financiële zorgen bij: meer verwarmingskosten, investering in bureau of stoel, internetverbruik, …
  • Na 1,5 jaar zagen we de wachtlijsten bij psychologen en therapeuten stijgen.

Dergelijke signalen moeten natuurlijk in de eerste plaats bij de bron worden aangepakt. Zolang de oorzaken niet verdwenen zijn, kan men wel actie ondernemen om mensen te ondersteunen of de schade te beperken. Er werden enkele campagnes opgezet naar werkgevers toe: bijvoorbeeld de campagne ‘Laat ons er Samen voor Gaan’ van de FOD Werkgelegenheid of de brochure ‘Preventie van psychosociale risico’s bij telewerken’ van IDEWE. De impact hiervan kennen we niet.

Vanuit de stad Gent werden ook een aantal ondersteunende acties opgezet of bijgestuurd, niet specifiek naar telewerkers toe, maar wel naar een bredere groep of rond een bredere thematiek:

  • De Zuurstoflijn richtte zich specifiek naar zorgpersoneel en ondernemers die het moeilijk hebben. Via de Zuurstoflijn kan men gratis en anoniem terecht voor een telefonisch gesprek over stress, angst, … met een medewerker van het PAKT (netwerk geestelijke gezondheid).
  • Er werden diverse psycho-educatieve cursussen gratis of tegen een lage vergoeding aangeboden. Tijdens zo’n cursus leer je vaardigheden om je veerkracht te vergroten, om om te gaan met stress, piekeren, angst, burn-out, depressieve gevoelens, slaapproblemen, … Er zijn ook specifieke cursussen voor ouders. Bijzondere aandacht ging naar mensen met een kwetsbaar profiel, zoals alleenstaande ouders, mensen in armoede, …
  • De Stad voorziet tijdelijk in 4 extra eerstelijnspsychologen, de zogenaamde relancepsychologen, waarbij men gratis terecht kan op verschillende locaties in Gent (bijv. o.a. in enkele wijkgezondheidscentra).
  • Om aan te tonen dat ‘je niet goed in je vel voelen’ normaal is en erover praten al veel helpt deden we eind 2020 een social media campagne en in 2021 was er de ‘Babbelkont-bordjes’ actie. Beiden doelden op taboedoorbreking en het bespreekbaar maken en normaliseren van psychische kwetsbaarheid.
  • Tijdens de 10-daagse van de veerkracht 2020 en 2021 werd een specifieke sessie voorzien voor ondernemers door de dienst economie i.s.m. Dyzo en een eerstelijnspsycholoog. Daarnaast was er een breed aanbod voor het brede publiek van veerkrachtversterkende workshops, lezingen en ontmoetingsmogelijkheden met de geestelijke gezondheidszorg.
  • Het aanbod psycho-educatie en zorg voor ondernemers wordt mee bekend gemaakt via de nieuwsbrief OOG (ondersteuningspunt ondernemers).

 

Reeds ondernomen acties

67

Nood aan vertrouwensband met hulpverlener

Hulpvragers hebben nood aan een vaste, vertrouwde hulp- of zorgverlener. Veelvuldige wissels van hulpverleners (bv. OCMW, Woningent, huisarts), maken een duurzame ondersteuning van en samenwerking met mensen in nood moeilijk tot onmogelijk. Ook bestaat de kans dat ze niet de juiste hulp krijgen omdat de nieuwe hulpverlener hun dossier onvoldoende kent, laat staan het volledige verhaal erachter.

Men wil geholpen worden door dezelfde persoon.

Binnen de sociale dienst zijn de eerste stappen gezet om de verschillende dimensies van het probleem goed te kennen (gebruikers-, medewerkers- en organisatieperspectief) . Er werden focusgesprekken gevoerd met groepen van gebruikers van de dienstverlening en met maatschappelijk werkers zelf. Ook de recentste tevredenheidsmetingen bieden de nodige aangrijpingspunten. We onderzoeken verder welke sporen we kunnen bewandelen om naar gerichte oplossingen te werken.
Een concrete actie is om de registratie door de maatschappelijk werker veel concreter toe te spitsen op de  hulpverlening en de performantie van het traject. Wat geregistreerd wordt is o.m.: wat zijn de hulpvragen, wat zijn de afspraken zijn met het OCMW, hoe zit het hulpverleningsplan er uit, wie neemt welke taken op zich, waar staan we in het hulpverleningstraject, wat zijn prioriteiten... Dit zorgt dat er meer lijn zit in de hulpverlening en dat collega-maatschappelijk werkers elkaar gerichter kunnen ondersteunen, zonder dat dit telkens voor een onderbreking of stilstand zorgt.

Anderzijds valt niet te ontkennen dat de opeenvolgende crisissen van de laatste jaren (COVID 19, wooncrisis, Oekraïne-crisis, energiecrisis) alsook het feit dat het beroep van maatschappelijk werker een knelpuntberoep is geworden voor een zekere stressmodus zorgt. Acties die het personeel extra belasten zijn momenteel niet haalbaar.

Daarom wordt er momenteel ook ingezet op administratieve vereenvoudiging binnen de job. Hierdoor komt er hopelijk meer ruimte vrij voor begeleiding en contact met de cliënten.  

 

Reeds ondernomen acties

68

Hulpverlening toegankelijker met sociale professional aan jouw zijde©

Basishulp wordt gemakkelijker toegekend als een sociale professional meegaat naar het loket van het OCMW, burgerzaken of de mutualiteit. Na een eerste individuele poging, lijkt het beter en sneller te gaan als de cliënt vergezeld wordt van een sociale professional. Dit zorgt voor ongelijke behandeling en hoge drempels. Een ander gevolg hiervan is dat mensen afgeleerd worden om het alleen te proberen. Ze worden afhankelijker van professionelen en de sociale professional krijgt nog meer werk.

Reeds ondernomen acties

75

Digitalisering, hoogdrempelige telefonische dienstverlening en moeilijk taalgebruik in brieven zorgt voor administratieve druk op de eerstelijn©®

Heel veel eerstelijnswerkers nemen door de digitalisering noodgedwongen administratieve taken op voor hun cliënten. Daardoor komt hun regulier werk in het gedrang.

Hulpverleners krijgen daarnaast vaak van hun cliënten te horen dat ze de brieven die ze ontvangen van banken, verzekeringen, overheden, andere organisaties, … niet begrijpen. De maatschappelijk werkers verliezen veel tijd door deze brieven voor hen uit te pluizen, te vertalen en te zeggen wat de cliënt moet doen. Hun regulier werk komt daardoor in het gedrang.

Daarnaast zijn ook openbare diensten weinig toegankelijk, zeker in coronatijd. Politiecommissariaten, Welzijnsbureaus, mutualiteiten, vakbonden, VDAB, … deden de deuren dicht (zeker tijdens de eerste lockdown) of openden beperkt op afspraak. Veel (stads)diensten werken sinds de eerste lockdown enkel nog op afspraak (naast telefonisch en via mail). Dit werkt niet voor mensen in kwetsbare situaties. Zij zijn niet in staat om via de computer een afspraak te maken of ze hebben een te beperkt beltegoed om te telefoneren. (Vrijwilligers)organisaties en diensten die wel openbleven en fysiek op het terrein aanwezig waren, werden daardoor overspoeld met hulpvragen bij administratieve zaken.

Digitale of telefonische dienstverlening is vaak heel hoogdrempelig. Je moet beschikken over een telefoon, computer of internet, het Nederlands voldoende machtig zijn, voldoende skills en een goede concentratie hebben, … Tijdens corona werd dit probleem nog eens versterkt doordat sommige loketfuncties werden afgeschaft en je vaak niet meer aan het loket of enkel op afspraak werd geholpen. De meeste telefoonlijnen zijn bovendien betalend. Voor daklozen waren er in de lockdowns weinig mogelijkheden om gebruik te maken van diensten waar men kan telefoneren of online gaan.

Enkele voorbeelden:

  • Digitale aanmeldingsprocedures voor kampen (hier moet je ook nog snel zijn)
  • Digitaal aanmeldingssysteem voor kinderopvang
  • Gentinfo is betalend en daarom voor sommige mensen ontoegankelijk.
  • Als mensen vragen hebben over hun factuur (gsm, EGW,...) wordt het steeds moeilijker om echte personen telefonisch aan de lijn te krijgen. Vroeger kon je als hulpverlener nog het menselijke verhaal achter een achterstallige betaling vertellen aan de gsm provider of andere leverancier, waardoor je nog boetes en incassobureaus kon tegenhouden. Het keuzemenu dat nu bij de meeste bedrijven is opgericht, is alsmaar minder gericht op het aan de lijn krijgen van een 'live' persoon aan wie je bijvoorbeeld kan uitleggen dat men de factuur betaalde, maar niet wist dat de mededeling belangrijk was. Op die manier kreeg je nog de kans het bewijs van betaling op te sturen waardoor je verdere boetes nog kon laten annuleren. Deze digitalisering is problematisch voor mensen in een kwetsbare situatie. Een groeiende groep mensen dient een belastingbrief in te vullen zonder de taal (volledig) machtig te zijn. Corona heeft dit nogmaals versterkt, omdat er geen zitdagen meer waren waar je met een tolk kon langsgaan, enkel  telefonische dienstverlening. Je mag niets meer vragen aan de chauffeur van De Lijn en de nieuwe betaalsystemen worden vaak niet begrepen (via GSM, Elektronische lijnkaarten)

Dit signaal werd geselecteerd voor het Sociaal Innovatiefonds 2022

Eind december 2021 verscheen een brochure over het e-inclusie aanbod in Gent. Deze wil toeleiders een overzicht bieden van waar Gentenaars terecht kunnen voor hulp bij digitale zaken en waar ze hun digitale vaardigheden kunnen versterken. Je vindt de brochure hier, gedrukte exemplaren aanvragen kan via digitaal.talent@stad.gent

Reeds ondernomen acties

76

Wat als de vervuiler niet kan betalen?

De sociale correctie (tegemoetkoming voor gratis vuilniszakken en ophaalkrediet) voor mensen met verhoogde tegemoetkoming of in budget- of schuldbegeleiding, wordt maar 1 maal per jaar geüpdatet. Ook hebben mensen zonder wettig verblijf geen recht op sociale correctie en kunnen zij enkel dure zakken kopen.

De zakken zijn ondertussen ook aangepast, van geel naar groen. De zakken zijn kleiner van formaat en duurder. Volgens IVAGO wordt dit gecompenseerd door beter te recycleren (cfr. er mag meer plastiek in de PMD-zak). Voor een aantal groepen is dit niet evident, zoals mensen die klein behuisd zijn of geen buitenruimte hebben en mensen die het sorteren niet onder de knie hebben.

In en aan de sociale woningbouw is er meer sluikstort sinds er ondergrondse sorteerpunten werden geplaatst. Deze sorteerpunten van IVAGO zijn hoogdrempelig. Je moet een kaart hebben, minstens 25€ betalen om hem op te laden, het schermpje is moeilijk leesbaar, er staan geen pictogrammen op, mensen weten niet hoe het systeem efficiënt te gebruiken (ze bieden bv. dagelijks kleine zakjes aan zonder te beseffen dat er telkens geld van de kaart gaat). IVAGO wil het systeem van ondergrondse containers breder uitrollen maar heeft geen zicht op het omgevingsvuil dat hierdoor wordt veroorzaakt. De sociale huisvestingsmaatschappij ruimt het zwerfvuil vaak zelf op en verhaalt de kosten daarvoor op de huurders (over alle woningen van Woningent heen).

Ook in bepaalde wijken (bv. Rabot) en sociale woonblokken, is er sinds de corona-pandemie veel meer zwerfvuil en sluikstort zichtbaar. De mensen hebben meer afval en minder geld om vuilzakken te koppen. Ze droppen hun huisvuil waar het hen uitkomt (bij leegstaande gebouwen, in groenzones, aan de vuilnisbakken, in de gemeenschappelijke delen van het sociale woongebouw). Ook de medewerkers van IVAGO, de gemeenschaps- of flatwachters zijn minder aanwezig om een oogje in het zeil te houden. De tijdelijke sluiting van de containerparken deed hier ook geen goed aan.

De sociale tegemoetkoming in de afvalkosten wordt automatisch toegekend. Naast de jaarlijkse toekenning zijn er 3 tussentijdse verdelingen voor nieuwe rechthebbenden. Nieuw is dat sinds 2021 de kruispuntdatabank voor de tussentijdse bedelingen geraadpleegd wordt en men sneller en pro-actiever zijn rechten krijgt. Sinds 2020 werden de fracties pmd en grofvuil toegevoegd. Deze tegemoetkoming wordt in 2021 geëvalueerd.
Voor wie geen recht heeft op deze tegemoetkoming, maar wel in nood is, kan terecht bij organisaties voor materiële hulp en Dienst Outreachend Werk voor gratis huisvuilzakken. Naar aanleiding van de signalen van de welzijnsorganisaties wordt deze tegemoetkoming aangepast om te voldoen aan de noden op het terrein.

De tarieven van huisvuil werden aangepast met de nieuwe sorteerboodschap voor pmd. Wie goed sorteert (pmd), betaalt niet meer dan voorheen. IVAGO werft een afvalsteward aan om de Gentenaren nog beter te bereiken om hun afval goed te sorteren en correct aan te bieden. Ook werden mobiele recyclageparken opgestart.

De sorteerpunten maken het sluikstorten zichtbaarder, nu het niet meer in de eerdere verzamelcontainers kan. Samen met de sociale huisvestingsmaatschappijen werkt IVAGO aan de problematiek van sluikstorten aan sorteerpunten en wordt bekeken hoe de communicatie kan verbeteren. Bij de opstart van nieuwe sorteerpunten gaat IVAGO persoonlijk langs.

Tijdens de coronacrisis is het sluikstorten enorm toegenomen, blijkt ook uit het netheidsrapport 2019-2020. IVAGO en Stad Gent blijven inzetten op een meervoudige aanpak. Daarbij gaat het om preventie en sensibilisering, opruimen, handhaven, beleid op basis van data en het betrekken van Gentenaars bij een proper Gent.

Reeds ondernomen acties

79

Zonder identiteitskaart niet zwemmen

Na enkele incidenten op het vlak van overlast heeft LAGO, het moederbedrijf van het Rozebroeken-zwembad, alle zwemmers ouder dan 12 jaar verplicht om zich te registeren. Daartoe doen ze identiteitscontroles.  Voor een aantal groepen is dit moeilijk: gezinnen zonder (geldige) identiteitspapieren, kinderen jonger dan 12 jaar die er ouder uit zien, begeleiders met een groep kinderen, minderjarigen tussen 12 en 18 jaar die hun identiteitskaart niet mee hebben,…

In het begin van de zomer 2019 werden er enkele gevallen van overlast gemeld.

Vanaf half juli werd de Safe Swim Zone gelanceerd. Op burgemeesterlijk besluit worden sindsdien de identiteitskaarten van elke bezoeker vanaf 12 jaar geregistreerd. Dankzij deze bezoekersregistratie is het mogelijk om een mogelijke overtreder te herkennen en hem de toegang tot het zwembad te ontzeggen.  Sinds de invoering van Safe Swim Zone merkt Lago dat de overlast sterk afgenomen is en krijgen ze positieve feedback over het veiligheidsgevoel van onze bezoekers.

Deze controles moeten voor iedereen hetzelfde zijn, dus kunnen zij ook geen uitzondering maken voor minderjarigen. Het is trouwens gebleken dat zij minderjarigen de toegang hebben moeten ontzeggen na wangedrag in het zwembad.

  • Als een groep komt zwemmen, kan de begeleider een groepsfiche invullen. Hierbij tekent hij dat hij verantwoordelijk is voor de groep. De namen van alle groepsleden worden ook genoteerd.
  • Minderjarigen die hun identiteitskaart niet bijhebben en komen zwemmen met hun ouders, kan er een familiefiche worden ingevuld. Hierdoor zijn de ouders verantwoordelijk voor de daden van hun kinderen.
  • Minderjarigen die zonder ouders komen zwemmen, moeten hun identiteitskaart bij hebben.
  • Gezinnen dienen een geldig identiteitsbewijs voor te leggen.

Uiteraard staat Lago open voor het verbeteren van het systeem.

Belangrijk hierbij is dat iedereen gelijk behandeld wordt en er geen willekeur is bij het al dan niet toelaten van bezoekers.

Reeds ondernomen acties

82

Registratie door gemeentebestuur

De registratie van nieuwe mensen via de gemeente verloopt nog altijd heel traag. Soms moet men 3 maanden wachten voordat alles in orde gebracht is en men de elektronisch ID kan ophalen.

Bijkomend probleem is dat je ook een pasfoto nodig hebt om een identiteitskaart aan te vragen. Omdat privé-fotografen voor gezinnen in kwetsbare situaties te duur zijn, maken ze gebruik van een foto-cabine. Foto’s uit deze in het station Gent-Sint-Pieters voldoen niet aan de voorwaarden.  De foto-cabine in het administratief centrum Gent-Zuid is tijdens corona enkel toegankelijk als je daar een afspraak hebt (en niet in een dienstencentrum). De foto-cabine in het shoppingcentrum Zuid is er niet meer.  

We werkten de wachttijden om een afspraak te maken bij Dienst Burgerzaken weg. We blijven deze monitoren zodat iedereen binnen de week een afspraak kan maken. 

We plaatsen vanaf eind mei een extra fotocabine zodat er aan beide ingangen van het EGW gebouw een fotocabine beschikbaar is. Burgers kunnen er tijdens de openingsuren zonder afspraak gebruik van maken. 

Reeds ondernomen acties

83

Genderidentiteit

Nog te weinig worden de verschillende vormen van gender erkend.  X, die, hen en hun wordt vaak vergeten en deze mensen voelen zich dan niet aangesproken. Tot op heden is er  structureel weinig aandacht voor genderidentiteit en geaardheid.

Reeds ondernomen acties