Federale overheid

66

Slechte werkomstandigheden©®

Een aantal bedrijven (bouw, vleesverwerking, fruitpluk, …) respecteren het arbeidsrecht niet. Werknemers krijgen geen pauze, kloppen lange werkdagen, weten pas de dag voordien of ze de volgende dag mogen werken, werken lang in onverwarmde of gekoelde ruimtes, moeten ondanks hun technische werkloosheid toch werken, zijn niet op de hoogte dat ze eigenlijk als zelfstandige werken, … Deze werknemers komen niet op voor hun rechten uit angst voor ontslag. Met  gezondheidsproblemen, ten gevolge van deze slechte werkomstandigheden, komen ze wel terecht bij de huisarts.

Het besmettingsgevaar is hier ook hoger doordat ze bijvoorbeeld opgehaald worden met een busje en de corona-maatregelen niet altijd (correct) toegepast worden.

Het doen naleven van de arbeidswetgeving is een zaak van de federale overheid. De dienst Toezicht Sociale Wetten (TSW)  kan optreden bij het niet-respecteren van de arbeidsrechten.  Zij kan een klacht onderzoeken en/of controle uitvoeren op de werkvloer of een gerechterlijke procedure opstarten.  Deze dienst is ook bij machte om druk te zetten op andere instanties (vb sociaal secretariaat) voor het leveren van bewijslast (vb loonbrieven). Deze bewijslast is belangrijk mbt gerechterlijke procedures.

1. Is de werknemer aangesloten bij een vakbond, dan is dit de aangewezen plaats voor  info over arbeidsrechten, om een case te laten onderzoeken of om een klacht in te dienen.  
 

2. Niet-aangesloten werknemers kunnen zich rechtstreeks richten naar de sociale inspectie (Toezicht Sociale Wetten). Zij verstrekken informatie, onderzoeken klachten, gaan ter plaatse inspecteren.

* Je kan om  informatie vragen,  een klacht melden of een onderhoud aanvragen : 

Er is een regionale directie voor Gent en Oost-Vlaanderen :

https://werk.belgie.be/nl/over-de-fod/structuur-van-de-fod/arbeidsinspe…

e-mail : Gents meldpunt voor toezicht sociale wetten tsw.gent@werk.belgie.be

* Nadat de inspectie de nodige inlichtingen heeft ingewonnen over een klacht, kan zij ter plaatse bij de werkgever/ op de werkvloer de controle gaan uitoefenen. 

* Onze commentaar : Evenwel is het indienen van een klacht door een individuele werknemer vrij  hoogdrempelig. Daarom raden wij aan dat dit het beste gebeurt in samenspraak  met de (arbeids)consulent.  Die kan  de werknemer hierin ondersteunen en begeleiden.  Eventueel ook als getuige optreden.   Immers, arbeidswetgeving is vrij complex. En zelfs al kan de (arbeids) consulent  zich  grondig informeren over  de wetgeving, de context en de mogelijke maatregelen, de vraag van (arbeids)consulenten naar een onafhankelijk juridische ondersteuning bij specifieke cases is groot.   (dixit Jobteam)

* Hoe moeilijk het ook kan zijn, we hebben een voorbeeld van een positieve ervaring hiermee. Een werkgever werd in het ongelijk gesteld en moest de achterstallige lonen uitbetalen (case Jobteam) nadat een arbeidsconsulent samen met de werknemer een klacht heeft weten door  te drukken.  

Wat is het belang van het inschakelen van de arbeidsinspectie ? Behalve de effectieve controle , kunnen zij ook extra druk zetten op andere instanties zoals bijvoorbeeld contact opnemen met het sociaal secretariaat om loonfiches te bekomen ea.  En op die manier bewijslast genereren voor een eventuele gerechtelijke procedure, hetgeen voor een consulent veel moeilijker ligt.  

3. Als het bovendien gaat om mensen in een precaire verblijfssituatie of zonder geldige papieren, dan is er degelijke informatie te vinden op de website van FAIRWORK BELGIUM. Deze organisatie (samenwerkingsverband) wil de werksituatie van werknemers met een precair of zonder verblijfsrecht verbeteren. Dit niet alleen in theorie, maar ook in de praktijk, zodat deze werknemers (arbeidsmigranten) aanspraak kunnen maken op hun rechten. 

- Er is een help desk waar je terecht kan met je vragen. Zij kunnen een dossier opstarten en je begeleiden bij het indienen van een klacht.

- Zij nemen ook structureel beleidswerk op.  Zij hebben een werkboek met bundeling van expertise en beleidsvoorstellen op verschillende bevoegdheidsterreinen. Oa buitenlandse werkkrachten met precair statuut, huisarbeid, arbeidsongevallen, arbeidsmigratiebeleid ea.    (20211009-Werkboek-meer-FAIRWORK-in-Belgium.pdf)

- er is een ingang voor werknemers, voor maatschappelijk werkers en voor juristen. Deze laatste krijgen toegang tot een heleboel info, wetteksten en tot een databank met rechtspraak. Heel waardevol dus ! 

https://www.fairworkbelgium.be/nl/

4. In geval van sociale fraude op de werkvloer of andere, kan je daar ook melding van maken bij het contactpunt voor sociale fraude.   https://www.meldpuntsocialefraude.belgie.be/nl/index.html

Het meldpunt kan gebruikt worden om volgende zaken te melden:

  • Oneerlijke concurrentie/sociale dumping
  • Problemen met verloning, arbeidsduur en jaarlijkse vakantie
  • Zwartwerk
  • Uitkeringsfraude door niet-aangegeven samenwoonst/verhuis
  • Fraude met kinderbijslag

Er is een apart onderdeel voor buitenlandse werkkrachten in België die problemen ondervinden met hun arbeidsrechten.   COMPLAINTS.LabourInspection@employment.belgium.be.  Hier worden de meldingen doorgespeeld aan de arbeidsinspectie. Deze kan alle informatie mbt arbeidsrechten bezorgen en zij kan ook tussenkomen om die rechten af te dwingen.  

 

 

 

 

 

 

 

Reeds ondernomen acties

67

Nood aan vertrouwensband met hulpverlener

Hulpvragers hebben nood aan een vaste, vertrouwde hulp- of zorgverlener. Veelvuldige wissels van hulpverleners (bv. OCMW, Woningent, huisarts), maken een duurzame ondersteuning van en samenwerking met mensen in nood moeilijk tot onmogelijk. Ook bestaat de kans dat ze niet de juiste hulp krijgen omdat de nieuwe hulpverlener hun dossier onvoldoende kent, laat staan het volledige verhaal erachter.

Men wil geholpen worden door dezelfde persoon.

Binnen de sociale dienst zijn de eerste stappen gezet om de verschillende dimensies van het probleem goed te kennen (gebruikers-, medewerkers- en organisatieperspectief) . Er werden focusgesprekken gevoerd met groepen van gebruikers van de dienstverlening en met maatschappelijk werkers zelf. Ook de recentste tevredenheidsmetingen bieden de nodige aangrijpingspunten. We onderzoeken verder welke sporen we kunnen bewandelen om naar gerichte oplossingen te werken.
Een concrete actie is om de registratie door de maatschappelijk werker veel concreter toe te spitsen op de  hulpverlening en de performantie van het traject. Wat geregistreerd wordt is o.m.: wat zijn de hulpvragen, wat zijn de afspraken zijn met het OCMW, hoe zit het hulpverleningsplan er uit, wie neemt welke taken op zich, waar staan we in het hulpverleningstraject, wat zijn prioriteiten... Dit zorgt dat er meer lijn zit in de hulpverlening en dat collega-maatschappelijk werkers elkaar gerichter kunnen ondersteunen, zonder dat dit telkens voor een onderbreking of stilstand zorgt.

Anderzijds valt niet te ontkennen dat de opeenvolgende crisissen van de laatste jaren (COVID 19, wooncrisis, Oekraïne-crisis, energiecrisis) alsook het feit dat het beroep van maatschappelijk werker een knelpuntberoep is geworden voor een zekere stressmodus zorgt. Acties die het personeel extra belasten zijn momenteel niet haalbaar.

Daarom wordt er momenteel ook ingezet op administratieve vereenvoudiging binnen de job. Hierdoor komt er hopelijk meer ruimte vrij voor begeleiding en contact met de cliënten.  

 

Reeds ondernomen acties

68

Hulpverlening toegankelijker met sociale professional aan jouw zijde©

Basishulp wordt gemakkelijker toegekend als een sociale professional meegaat naar het loket van het OCMW, burgerzaken of de mutualiteit. Na een eerste individuele poging, lijkt het beter en sneller te gaan als de cliënt vergezeld wordt van een sociale professional. Dit zorgt voor ongelijke behandeling en hoge drempels. Een ander gevolg hiervan is dat mensen afgeleerd worden om het alleen te proberen. Ze worden afhankelijker van professionelen en de sociale professional krijgt nog meer werk.

Reeds ondernomen acties

70

Nood aan voor- en nazorg®

Er is meer nood aan ruimte voor nazorg na het stopzetten van hulpverlening. Traditioneel gaat het hier over nazorg na ontslag uit ziekenhuis en psychiatrie. Maar ook bij andere hulpverlening is er nood aan nazorg in de vorm van zorgcontinuïteit bij overgang (jeugdzorg, gevangenis, …). Vaak ontbreekt ook een duidelijk kader met betrekking tot nazorg. Ook is er nood aan wachtlijstzorg zodat mensen ‘ergens’ terecht kunnen voordat ze de meest geschikte hulp krijgen.  

Enkele voorbeelden gebrek aan nazorg:

  • Beschut wonen: mensen in beschut wonen moeten doorschuiven, maar naar waar?
  • Gevangenen worden op straat gezet zonder woonst, werk, … (erger in Coronatijd)
  • Wat na jeugdhulp? Eerst is er veel hulp, en dan plots valt alles weg.
  • Wat na collectieve schuldenregeling?

Enkele voorbeelden gebrek aan ‘voor’zorg:

  • Mensen kunnen door een multiproblematiek niet terecht in de hulpverlening, maar waar kunnen ze dan wel heen?
  • Mensen kunnen maar voor één problematiek worden geholpen, wat met de andere?
  • Mensen kunnen door plaatsgebrek niet terecht in de psychiatrie, waar kunnen ze ondertussen wel heen?
Reeds ondernomen acties

71

Voorwaarden voor hulp®

Mensen kunnen niet terecht in de hulpverlening omdat ze er niet erg genoeg aan toe zijn, een dubbele diagnose hebben, of zich eerder onaanvaardbaar hebben gedragen. En dus wordt deze kwetsbare doelgroep de toegang tot hulp ontzegd, zonder dat er een andere oplossing is. Zonder gepaste hulpverlening dreigen de problemen te escaleren, zowel voor de persoon zelf, als voor zijn omgeving en de buurt.

Enkele voorbeelden:

  • De crisis is niet zwaar genoeg voor crisishulpverlening
  • Opname kan enkel als je nuchter bent
  • Revalidatie na amputatie kan enkel als je afgekickt bent
  • Opname in revalidatiecentrum kan enkel als je been tot boven de knie werd geamputeerd
  • Drughulpverlening is enkel mogelijk als je zelf de stap zet en ernaartoe gaat

Dit signaal kent vele facetten waarvan 2 onmiddellijk aan de oppervlakte komen: ten eerste is de vraag naar zorg is op dit moment groter dan het aanbod waardoor wachtlijsten ontstaan of mensen geweigerd worden.  Ten tweede zijn er doelgroepen met een specifieke zorgnood waar op dit moment geen of weinig gepaste zorg of behandelingstrajecten zijn waardoor deze mensen geen toegang vinden tot zorg. Deze laatste groep betreft vaak mensen met een complexe "multi"-problematiek : dak- en thuislozen vaak in combinatie met een psychische problematiek, verslaving, niet te juiste papieren... Voeg de 2 bovenstaande facetten samen en deze extreem kwetsbaar doelgroep komt achteraan in de wachtrij voor zorg te staan.

In Gent bestaat al langere tijd  Azis+ (Assertieve zorg in de samenleving), een netwerk(tafel) waar partners uit algemeen welzijn (CAW, OCMW, Straathoekwerk), verslavingszorg en geestelijk gezondheidszorg samen kortere zorglijnen uitwerken en casemanagement doen voor deze doelgroep. Samen wordt aanklampende zorg georganiseerd, in de thuissituatie of verblijfplaats (vb opvang of op straat), en waar nood is aan een opname met de residentiële partners gezocht naar manier om drempels in de zorg te verlagen, soms met succes maar nog te vaak wordt vastgesteld dat het netwerk samen met de cliënt tegen muren en deuren aanloopt. 

In 4 Gentse wijken zijn ook mobiele werkers geestelijke gezondheid aan de slag. Zij gaan actief op zoek naar mensen met een psychiatrische problematiek onder de zorgradar. Zij ondersteunen buurtpartners in het zoeken en vinden van gepaste zorg, en vooral ook in het bieden van goeie buurtgerichte zorg voor psychisch kwetsbare mensen. De mobiele werkers zijn verbonden aan de Gentse psychiatrische ziekenhuizen en zoeken met hun eigen organisaties ook hoe samen drempels  in de zorg kunnen worden  overwonnen en hiaten kunnen worden gedicht.

Reeds ondernomen acties

75

Digitalisering, hoogdrempelige telefonische dienstverlening en moeilijk taalgebruik in brieven zorgt voor administratieve druk op de eerstelijn©®

Heel veel eerstelijnswerkers nemen door de digitalisering noodgedwongen administratieve taken op voor hun cliënten. Daardoor komt hun regulier werk in het gedrang.

Hulpverleners krijgen daarnaast vaak van hun cliënten te horen dat ze de brieven die ze ontvangen van banken, verzekeringen, overheden, andere organisaties, … niet begrijpen. De maatschappelijk werkers verliezen veel tijd door deze brieven voor hen uit te pluizen, te vertalen en te zeggen wat de cliënt moet doen. Hun regulier werk komt daardoor in het gedrang.

Daarnaast zijn ook openbare diensten weinig toegankelijk, zeker in coronatijd. Politiecommissariaten, Welzijnsbureaus, mutualiteiten, vakbonden, VDAB, … deden de deuren dicht (zeker tijdens de eerste lockdown) of openden beperkt op afspraak. Veel (stads)diensten werken sinds de eerste lockdown enkel nog op afspraak (naast telefonisch en via mail). Dit werkt niet voor mensen in kwetsbare situaties. Zij zijn niet in staat om via de computer een afspraak te maken of ze hebben een te beperkt beltegoed om te telefoneren. (Vrijwilligers)organisaties en diensten die wel openbleven en fysiek op het terrein aanwezig waren, werden daardoor overspoeld met hulpvragen bij administratieve zaken.

Digitale of telefonische dienstverlening is vaak heel hoogdrempelig. Je moet beschikken over een telefoon, computer of internet, het Nederlands voldoende machtig zijn, voldoende skills en een goede concentratie hebben, … Tijdens corona werd dit probleem nog eens versterkt doordat sommige loketfuncties werden afgeschaft en je vaak niet meer aan het loket of enkel op afspraak werd geholpen. De meeste telefoonlijnen zijn bovendien betalend. Voor daklozen waren er in de lockdowns weinig mogelijkheden om gebruik te maken van diensten waar men kan telefoneren of online gaan.

Enkele voorbeelden:

  • Digitale aanmeldingsprocedures voor kampen (hier moet je ook nog snel zijn)
  • Digitaal aanmeldingssysteem voor kinderopvang
  • Gentinfo is betalend en daarom voor sommige mensen ontoegankelijk.
  • Als mensen vragen hebben over hun factuur (gsm, EGW,...) wordt het steeds moeilijker om echte personen telefonisch aan de lijn te krijgen. Vroeger kon je als hulpverlener nog het menselijke verhaal achter een achterstallige betaling vertellen aan de gsm provider of andere leverancier, waardoor je nog boetes en incassobureaus kon tegenhouden. Het keuzemenu dat nu bij de meeste bedrijven is opgericht, is alsmaar minder gericht op het aan de lijn krijgen van een 'live' persoon aan wie je bijvoorbeeld kan uitleggen dat men de factuur betaalde, maar niet wist dat de mededeling belangrijk was. Op die manier kreeg je nog de kans het bewijs van betaling op te sturen waardoor je verdere boetes nog kon laten annuleren. Deze digitalisering is problematisch voor mensen in een kwetsbare situatie. Een groeiende groep mensen dient een belastingbrief in te vullen zonder de taal (volledig) machtig te zijn. Corona heeft dit nogmaals versterkt, omdat er geen zitdagen meer waren waar je met een tolk kon langsgaan, enkel  telefonische dienstverlening. Je mag niets meer vragen aan de chauffeur van De Lijn en de nieuwe betaalsystemen worden vaak niet begrepen (via GSM, Elektronische lijnkaarten)

Dit signaal werd geselecteerd voor het Sociaal Innovatiefonds 2022

Eind december 2021 verscheen een brochure over het e-inclusie aanbod in Gent. Deze wil toeleiders een overzicht bieden van waar Gentenaars terecht kunnen voor hulp bij digitale zaken en waar ze hun digitale vaardigheden kunnen versterken. Je vindt de brochure hier, gedrukte exemplaren aanvragen kan via digitaal.talent@stad.gent

Reeds ondernomen acties

77

Thuiszorgmateriaal te kostelijk

Oudere patiënten die zich in een kwetsbare situatie bevinden hebben nood aan degelijk thuiszorgmateriaal maar stellen dit door de hoge huurprijs soms lang uit. Het meeste materiaal kan ook alleen gekocht worden, en niet uitgeleend. Dit maakt het niet alleen voor de cliënt moeilijk, maar ook voor de mantelzorger en de zorgverlener.  Voor  mensen zonder wettig verblijf is thuiszorgmateriaal onbetaalbaar omdat het niet in de medische kaart zit. Waar een afbetalingsplan mogelijk is zijn de extra kosten en voorwaarden vaak nog te hoog.

Ook verzorgingsmateriaal is vaak te duur voor patiënten. Vaak moet de arts of thuisverpleegkundige een goedkoper alternatief zoeken voor materiaal waarmee patiënten na een ziekenhuisopname thuis komen.

Reeds ondernomen acties

78

Gebrek aan toegankelijkheid en klantvriendelijkheid banken®©

Banken volgen niet altijd de Europese regelgeving. Die stelt dat alle Europese onderdanen recht hebben op een bankrekening en de mogelijkheid om geld af te halen. Meestal zijn er bijkomende eisen zoals het hebben van een Belgisch identiteitsdocument en een officieel adres. Het al dan niet krijgen van een bankrekening blijkt ook afhankelijk van  het beleid van een bank, de individuele medewerker van de bank, de aanwezigheid van een hulpverlener, uiterlijke kenmerken, het machtig zijn van de Nederlandse taal,… Vooral Intra-Europese migranten ondervinden hier problemen mee.

Geen bankrekening betekent ook geen bankkaart. Tijdens corona hadden deze mensen dus ook een betaalprobleem, want cash werd bijna nergens meer aanvaard.

Banken zijn niet meer toegankelijk voor mensen die niet digitaal onderlegd zijn. Overschrijvingsformulieren  worden amper nog aanvaard of er worden kosten voor aangerekend, je kan enkel nog op afspraak komen, … Daardoor komen oudere en klanten in een kwetsbare situatie in de kou staan en kunnen ze niet meer rekenen op een degelijke, laagdrempelige en betaalbare ondersteuning.

Er is op basis van deskresearch en gesprekken met betrokken diensten zoals Dienst Werk en Dienst Outreachend Werken een oplijsting gemaakt van de problematieken en de reeds bestaande klachten en cases op Gents grondgebied (verdwijnen geldautomaten, gedwongen digitalisering en weigering bankrekeningen). Na overleg met de schepen werd een collegebrief verzonden naar de banken met de vraag om zich aan de regels te houden van de Basisbankendienst inzake toegankelijkheid voor de klant. Er vond eveneens een gesprek plaats op het kabinet van schepen Bracke. Er is door de betrokken bank beloofd meer aandacht te besteden aan de interne communicatie van de basisbankdienst.

Er zijn gesprekken aan de gang met vertegenwoordiger van de grootbanken om in Gent een zo goed mogelijk spreiding van bankautomaten te krijgen. Samen met andere betrokken diensten werken we aan een voorstel richting de grootbanken om een zo'n optimaal mogelijke spreiding te krijgen van de bankneutrale cashpunten die tegen eind 2024 worden uitgerold. Een webtool werd ontwikkeld voor wie moeilijk toegang krijgt tot de basisbankdienst. Zie: 

https://www.myria.be/nl/grondrechten/sociale-en-economische-rechten/een… 

 

Reeds ondernomen acties

80

Geen SIM-kaart zonder registratie©

Een SIM-kaart registreren zonder ID-kaart met rijksregisternummer is zo goed als onmogelijk. Mensen zonder wettig verblijf kunnen bijgevolg niet meer bellen. Tenzij iemand anders hun SIM-kaart registreert. Dit geldt ook voor minderjarigen, zij moeten dit doen via hun ouders. In corona-tijden werd dit signaal versterkt. Stad Gent kon tijdens de eerste coronapiek via een inzamelactie van burgers een beperkt aantal gsm’s ter beschikking stellen voor contact met mensen in een kwetsbare situatie, maar sommigen konden hun  SIM-kaart niet registreren ofwel omdat ze geen ID-kaart hebben, ofwel omdat ze er hulp bij nodig hadden.

Geen lokale bevoegdheid, signaal dient verder uitgeklaard te worden welke regelgeving hierin een rol speelt.

Reeds ondernomen acties

81

Erkenning kinderen van erkende vluchtelingen

Sommige erkende vluchtelingen kunnen hun kinderen in Gent niet laten registreren als zoon of dochter omdat ze hun verwantschap niet kunnen bewijzen. De Somalische geboorteakte bijvoorbeeld wordt niet erkend. Ook een DNA-test die ze zelf dienen te betalen, leidt niet altijd tot erkenning.

Update 9 april 2021

In functie van verdere opvolging is vooreerst een accuratere omschrijving van dit signaal vereist:

  • Het probleem staat los van de status van erkende vluchteling, maar geldt voor elke persoon (ongeacht nationaliteit) die een Somalisch document voorlegt. Het is een gevolg van het feit dat de Belgische overheid staten zonder legitieme overheid (zoals onder andere Somalië maar er zijn er nog andere) niet officieel erkend waardoor de FOD Buitenlandse Zaken stelt dat geen enkele Somalische ‘overheid’ bevoegd is om een officieel document af te leveren. Bijgevolg is ook geen legalisatie (= ‘bevestiging’ van de bevoegdheid van de Somalische ambtenaar die document ondertekend heeft) mogelijk van dat document. Zonder die legalisatie is een Somalisch document geen rechtsgeldig bewijs van burgerlijke staat (vb huwelijk) of afstamming. 
  • Die legalisatie is enkel absoluut vereist voor de registratie van burgerlijke staat of afstamming in het register van de burgerlijke stand. De wetgeving ter zake eist een bewijs van de juridische afstamming tussen ouder en kind, dus niet van de biologische afstamming. Daarom laat het Burgerlijk Wetboek niet toe een DNA-test te aanvaarden. Daartegenover staat dat die test in de Verblijfswet wél voorzien is als rechtsgeldig bewijs van afstamming als alternatief voor een geboorteakte zonder legalisatie. Het gaat dus om twee verschillende wetten die naast elkaar gelden en die tot de Kafkaiaanse situatie leiden dat die DNA-test kan volstaan om een visum/verblijfskaart en een inschrijving in het rijksregister te bekomen, maar niet om als kind geregistreerd te worden in het register van de burgerlijke stand.     

Die legalisatieplicht betreft federale wetgeving die de dienst Burgerzaken niet mag negeren of wijzigen, maar er is intussen wel gewerkt aan deeloplossingen:

  • De dienst Burgerzaken heeft een juridische interpretatie van die legalisatieplicht uitgewerkt die het moet mogelijk maken een Somalisch document toch als afstammingsbewijs te aanvaarden mits aangetoond is dat overmacht een legalisatie onmogelijk maakt. Die interpretatie wordt momenteel afgetoetst bij de FOD Justitie.
  • De Somalische Ambassade te Brussel geeft attesten af (zoals een ‘Declaration of Birth’) en deze kunnen wel door de FOD Buitenlandse Zaken in Brussel gelegaliseerd worden.
  • Een instructie van het Rijksregister laat intussen toe -mits bewijs van de onmogelijkheid tot het bekomen van een gelegaliseerde geboorteakte- de inschrijving van kinderen op basis van visum D-gezinshereniging dat is toegekend op basis van een afstammingsbewijs via DNA, te registreren als 'onbekende afstamming' maar in de gezinssamenstelling ‘verwant’ te noteren. Deze werkwijze laat zien dat de afstamming bestaat maar officieel niet sluitend bewezen is.
  • Het identiteitsbewijs voor kinderen (niet-Belg) onder de twaalf jaar kan in principe enkel worden aangevraagd door de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent over het kind. Om het bestaan van dat ouderlijk gezag te kunnen controleren, is het niet meer noodzakelijk dat de afstamming vaststaat op basis van officiële documenten (gelegaliseerde geboorte/adoptieakte). Dus ook in geval van 'onbekende afstamming' mag toch een identiteitsbewijs voor kinderen onder de twaalf jaar afgeleverd worden in volgende gevallen: een toegekend visum gezinshereniging volstaat om betrokkene als ouder van het kind te beschouwen of voor VIB-aanvragers volstaat een vermelding van het kind op de bijlage 25/26/… van de ouder die het identiteitsbewijs aanvraagt.
  • Ten gevolge van de overgang van gezinsbijslag naar groeipakket gebeurt de koppeling van dat sociaal recht nu eerder aan het verblijfsstatuut van het kind in plaats van het bewijs van afstamming ten aanzien van de ouder. 

Wellicht lossen deze deeloplossingen niet elk probleem op. Daarom is het belangrijk nog bestaande problemen mbt de afstamming via deze tool aan de dienst Burgerzaken te melden (want die dienst heeft geen zicht op problemen in andere domeinen bvb. bij de fiscus). Zo kan met betrokken instanties naar een oplossing worden gezocht.     

Update 16 nov 2022

De dienst Burgerzaken heeft een juridische interpretatie van de legalisatieplicht die het moet mogelijk maken een Somalisch document toch als afstammingsbewijs te aanvaarden mits aangetoond is dat overmacht een legalisatie onmogelijk maakt, afgetoetst bij de FOD Justitie.

In een aantal adviezen heeft de FOD Justitie initieel aanvaard dat een gemeente in dergelijk geval heel uitzonderlijk en mits een uitvoerige documentcontrole een Somalisch document zonder legalisatie inderdaad als afstammingsbewijs kan aanvaarden. 

Korte tijd daarna echter is de FOD Justitie op dit standpunt teruggekomen en stelt men dat enkel de rechtbank (en dus niet een gemeente) in deze gevallen een akte mag aanvaarden. De dienst Burgerzaken onderzoekt momenteel of daartegen nog juridische argumenten in te brengen zijn. 

Update 16 feb 2023

De FOD Justitie laat voor niet-beschikbare of niet-legaliseerbare Somalische documenten momenteel volgende oplossingen toe:

  1. In het kader van een verzoek tot verkrijging van de Belgische nationaliteit, de aangifte van een huwelijk en de erkenning van een kind kunnen volgende alternatieve documenten worden aanvaard:
  • een gelijkwaardig document afgegeven door de diplomatieke of consulaire overheden van het land van geboorte van de aanvrager (= geboorteattest vanwege consulaat Somalië in Brussel);
  • in geval van onmogelijkheid of zware moeilijkheden om zich voorgenoemd document te verschaffen: een akte van bekendheid, afgegeven door de vrederechter en gehomologeerd door de familierechtbank;
  • in geval van onmogelijkheid om zich voorgenoemde akte van bekendheid te verschaffen: een beëdigde verklaring van de belanghebbende zelf, met akkoord van de rechtbank en het openbaar ministerie gehoord.

Dit geldt overigens ook voor niet-beschikbare of niet-legaliseerbare documenten uit Afghanistan, de enclave Cabinda in Angola en Zuid-Soedan.

  1. Specifiek voor erkende vluchtelingen (niet enkel uit Somalië) levert het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen een getuigschrift van geboorte af. De erkende vluchteling maar ook een medewerker van het OCMW, een gemeente, een sociale dienst of een advocaat kunnen in naam van de erkende vluchteling dit document kosteloos aanvragen bij de Helpdesk erkende vluchtelingen en staatlozen. Voor de kinderen die ingeschreven stonden op de bijlage 25 of 26 van één van de als vluchteling erkende ouders, levert het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen dit getuigschrift automatisch af.                                                                                               
  2. Voor een ander document van de burgerlijke stand dan de akte van geboorte (vb akte huwelijk, overlijden, enz.) of met betrekking tot de afwezigheid van een akte van geboorte buiten het kader van het verzoek tot verkrijging van de nationaliteit, het huwelijk of de erkenning van een kind kan aan de familierechtbank om een vervangend vonnis verzocht worden (op grond van de artikelen 26, 27 en 35 van het oud Burgerlijk Wetboek). Zo’n vonnis geldt als een volwaardige vervanging van de oorspronkelijke akte en zal voor alle toekomstige situaties gebruikt kunnen worden. Daarom is zo’n vonnis te verkiezen boven een akte van bekendheid of een beëdigde verklaring (in de procedures waarin deze toegelaten zijn).

De dienst Burgerzaken bereidt momenteel een informatiebrief ter zake voor om oa aan Somalische burgers mee te geven.

 

Reeds ondernomen acties