Financiën en schulden

55

Secundair onderwijs vaak onbetaalbaar®©

Elk jaar zijn er kinderen in het secundair onderwijs die nog geen schoolboeken hebben/krijgen tot de facturen betaald zijn. De school heeft ook minder zicht op de individuele situatie en noden van de leerlingen omdat leveranciers van boeken de betalingen zelf innen. Daarnaast werken scholen meer en meer met invulboeken waardoor de aankoop van tweedehandsboeken niet meer mogelijk is.

Ook wordt verwacht dat elke leerling uit het secundair onderwijs over een computer en internet beschikt, en digitale vaardigheden heeft. Sinds de coronacrisis werd dit nog versterkt.

De hoge schoolkosten (boeken, pc en internet, materiaal, uitstappen) zorgen ervoor dat gezinnen in een kwetsbare situatie minder participeren binnen en buiten de school(m)uren en hierdoor geen gelijke onderwijs- en ontplooiingskansen hebben.

Onderwijscentrum Gent biedt scholen handvaten voor kostenbeheersing en kostenbeleid op school met respect voor ouders en leerlingen. 

Onderwijscentrum Gent ondersteunt scholen op 3 domeinen:

  • Bewustzijn rond armoede vergroten
  • Communicatie met ouders
  • Kostenbeheersing en kostenbeleid op school

Dit doen ze o.a. door:

  • Begeleidingstraject op maat van de school: “Samen aan de slag – een kostenbewust secundair onderwijs”
  • Lunchsessies
  • Vormingsaanbod

Meer informatie en het volledige aanbod kan je terugvinden op de website van Onderwijscentrum Gent.

Vzw Krijt:

  • moedigt leerkrachten/vakgroepen aan om eigen cursussen te maken
  • sensibiliseert leerkrachten door hen bewust te laten worden van de problematiek. Een actie hierrond is  bijvoorbeeld de boekencheckdag (www.boekencheck.be)
  • stimuleren van scholen om te werken met een maximumfactuur of maximumbedragen voor vb schoolreizen

 

Vzw Krijt rolt vanaf schooljaar 2022-2023 DIY-trajecten uit waarbij een school aan de hand van Krijt-vragenlijsten zelf een analyse kan maken van hun sterke en werkpunten. Aan de werkpunten wordt telkens een advies/voorgestelde actie gekoppeld. Daarna volgt een consult met een trajectbegeleider en ervaringsdeskundige van vzw Krijt.

De website van vzw Krijt heeft een waaier van praktische handleidingen, brochures en goede praktijken rond alles dat te maken heeft met kosten- en/of armoedebewust onderwijs: www.aanpakschoolfacturen.be → Scrol in het menu naar ‘Tools’

Schoolonkosten is een item dat aandacht krijgt aan de LOP-tafel in samenwerking met armenverenigingen van Gent  en andere partners binnen het LOP. Kostenbeleid is geïntegreerd in de werking van LOP, dat resulteerde in  het verleden al in concrete acties vb. het Charter voor een goede communicatie met ouders, studiedagen, vorming en andere acties.

Brugfiguren en trajectbrugfiguren stimuleren scholen om tot een kostenbewust beleid te komen. Tijdens de lockdown en coronacrisis hebben brugfiguren heel erg ingezet op het verdelen van laptops aan gezinnen in kwetsbare situaties; zowel via de kanalen van de stad Gent als via vzw’s en private organisaties. Brugfiguren detecteren signalen en gaan daarmee aan de slag, zowel in de school als met partners. Brugfiguren bekijken in samenwerking met de OCMW-medewerkers van Kinderen Eerst of gezinnen in aanmerking komen voor extra tegemoetkomingen.

Reeds ondernomen acties

60

Lokroep naar geld zorgt voor ongekwalificeerde uitstroom

Veel jongeren haken af in het onderwijs omwille van de financiële voordelen op korte termijn buiten het onderwijs. Ze hebben nu geld nodig om te overleven, maar hypothekeren daardoor hun toekomstmogelijkheden.

Leerlingen haken af van school als ze 18 jaar worden en recht hebben op een leefloon.

Bij jongeren met een leefloon die hun leertraject combineren met een arbeidstraject (zoals o.a. bij leerlingen binnen het systeem van deeltijds onderwijs en duaal leren) wordt hun loon/leervergoeding in mindering gebracht op hun leefloon. Om dit te compenseren kan er voor leefloongerechtigde jongeren een socio-professionele vrijstelling (SPI) worden toegepast. Dit wil zeggen dat enkel het bedrag van de leervergoeding die de SPI overschrijdt, wordt afgetrokken van het leefloon.  Hierbij wordt er een onderscheid gemaakt tussen de zogenaamde kleine en grote SPI voor studenten. Wie geen studietoelage heeft, krijgt een SPI-vrijstelling van 253,88 euro per maand. Wie wel een studietoelage heeft, krijgt slechts de kleine SPI van 70,81 euro per maand. De wet maakt geen onderscheid naargelang het bedrag van de studietoelage. Aangezien het verplicht is in het kader van het recht op een leefloon om een studietoelage aan te vragen (en ook veel jongeren dit recht toegekend krijgen), betekent dit dat jongeren hun leervergoeding slechts wordt vrijgesteld voor een bedrag van 70 euro. Deze vermindering van de leervergoeding wordt in de meeste gevallen niet gecompenseerd door de studietoelage. Er zijn immers grote verschillen tussen de bedragen van de studietoelage, naargelang de student secundair dan wel hoger onderwijs volgt en naargelang het statuut van de student. Hierdoor maken de jongeren vaak de keuze om hun studies stop te zetten.

Jongeren die een horecaopleiding volgen, haken af op school en kiezen voor voltijds werk. Hierdoor leren ze de job misschien beter, maar halen ze geen diploma secundair onderwijs. Van zodra jongeren de stap moeten zetten naar een overeenkomst alternerende opleiding stoppen ze of ontwijken hun verplicht traject door minder naar school te komen en in het zwart te werken. Deze jongeren zijn daarna nauwelijks te begeleiden.

POWER (Perspectief op Onderwijs en Werk): Dit project wil jongeren aanmoedigen om hun onderwijskwalificatie succesvol af te ronden door hen perspectieven op de arbeidsmarkt of vervolgopleiding te bieden alsook waarborgen dat jongeren na het verlaten van het secundair onderwijs een duurzame loopbaan kunnen aanvatten. De school zorgt hierbij voor de identificatie van potentieel vroegtijdig schoolverlaters en voert met de jongeren een perspectiefgesprek. De trajectbepaling, trajectbegeleiding en nazorg is de verantwoordelijkheid van vzw TOPunt in samenwerking met de NAFT-aanbieders, dit steeds in nauw overleg met de school. Elke jongere in een transitietraject krijgt een persoonlijke levensloopbaancoach die fungeert als schakel tussen de onderwijsprofessionals, werkprofessionals en de leerling. Deze coach zet samen met de leerling een traject op.

Aanvullend op de reguliere CLB-werking is er expliciete begeleiding van jongeren zonder kwalificatie tussen 17 en 25 jaar door het team Word Wijs binnen TOPunt Gent. Aanmelden kan via wordwijs@destapgent.be

Binnen SYU (speed you up) hebben we ingezet op het ontwikkelen van de ondernemingsvaardigheden van  jongeren in een kwetsbare situatie op school. Het opzet was, om in samenwerking met een lokale partner uit de buurt van de school, jongeren een onderneming te laten opzetten met een link naar hun opleiding. Op die manier hebben we de jongeren proberen te versterken van binnenuit en hen laten oefenen op verschillende domeinen die minder vaak aan bod komen in de dagdagelijkse schoolcontext. Het gaat dan bv. over communiceren met externen, een businessplan uitwerken, een project realiseren van a tot z, kennis maken met buurtpartners en de noden van de buurt, het gevoel krijgen impact te kunnen realiseren en vooral zelfvertrouwen op te bouwen omtrent het eigen ondernemend handelen.

In die zin zou SYU een troef kunnen zijn om jongeren te engageren op school, ze kunnen ook leren hoe ze ondernemend kunnen zijn. Anderzijds kan het ook net een trigger zijn om vanuit dit zelfvertrouwen de school vroeger te verlaten. Een belangrijk en motiverend element voor jongeren is dat ze in de ‘echte’ wereld tot leren kunnen komen.

Dit internationale project, dat vanuit Europa werd gesubsidieerd, is in de Gentse context al beëindigd.

We leerden er vooral uit dat jongeren vaak met een andere visie kijken naar de arbeidsmarkt en het meest efficiënte leertraject dat daaraan vooraf gaat. Als het project iets duidelijk maakte dan is het dat we vaak verkeerdelijk uitgaan van het feit dat jongeren zelf belang hechten aan het behalen van een diploma. Er zijn vaak heel tegenstrijdige voorbeelden in hun omgeving die aantonen dat een diploma niet altijd de kortste weg is naar werk.

Een signaal dat we ernstig moeten nemen en waarbij we niet a priori moeten uitgaan van het feit dat deze jongeren niet tot leren komen. Ze doen het vaak binnen een andere context, maar we weten het niet als dusdanig te valideren.

Reeds ondernomen acties

63

De vele gevolgen van telewerk©

Sinds corona en ook in de toekomst wordt telewerk meer en meer de norm. Zonder ondersteuning kan telewerk vele gevolgen hebben. Eerst en vooral zijn er financiële gevolgen. Niet meer de werkgever maar de mensen zelf staan in voor bijkomende kosten op het vlak van verwarming, verbruik, printen, comfortabel bureaumateriaal, … En dan zijn er ook de gevolgen op het vlak van gezondheid. Het mentale welzijn lijdt onder het gebrek aan contacten, pauzes, samenwerken, … Ook hebben veel mensen door slecht werkmateriaal (bureau, stoel, voetsteun, …) fysieke klachten.

1.  Telewerk in de Vlaamse sectorconvenanten 

De achtste generatie Vlaamse sectorconvenanten werden recent afgesloten, voor de periode 2021-2022. Daarin engageren 35 verschillende sectoren zich om hun schouders te zetten onder het Vlaams werkgelegenheidsbeleid.

Een sectorconvenant is een overeenkomst tussen de Vlaamse overheid en de sectoren waarin de sectorale sociale partners zich engageren om in hun sector maatregelen te nemen om het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid te ondersteunen. Competentie- en loopbaangericht werken is de rode draad doorheen het geheel zodat bedrijven en werknemers gewapend zijn tegen een snel veranderende en complexe arbeidsmarkt.

Bij Prioriteit 1: Levenslang leren en werkbaar werk is er bij de diverse sectorconvenanten ook ruime aandacht voor telewerk.

Lees meer

2. Impact op het mentaal welzijn 

Verschillende onderzoeken (internationaal), bevragingen en signalen tonen aan dat de plotse overgang en het aanblijven van telewerken als norm voor bepaalde groepen een impact heeft op het mentaal welzijn. We kunnen niet alle sectoren over dezelfde kam scheren, sommige sectoren bleven gewoon aan het werk of kenden een minder abrupte aanpassing. Er zijn ook mensen waarbij het telewerken positieve gevolgen heeft voor het mentaal welzijn: minder tijdverlies en minder stress in het verkeer, meer autonomie, tijds- en plaatsonafhankelijk werken, een betere werk-privébalans, ongestoord kunnen werken, …

Echter, een grote groep van mensen, die plots moesten overschakelen naar telewerk, ondervonden eerder negatieve gevolgen na verloop van tijd. O.m. volgende zaken werden vastgesteld via onderzoek en bevragingen:

  • Een van de grootste problemen voor nieuwe telewerkers is het feit dat ze daarvoor hun comfortzone moeten verlaten: veranderende routines, nieuwe (digitale) vaardigheden die snel moesten aangeleerd worden, veiligheid van een collega die nabij is valt weg, …
  • Het traditionele concept van vaste werkuren op een vaste werkplek werd volledig op losse schroeven gezet: de moeilijkheid om een duidelijke scheiding te maken tussen privé en werk op één en dezelfde plaats zorgt voor langere werkdagen, minder rustpauzes (bijv. minder verplaatsingen tussendoor), moeilijker afstand nemen van het werk, … O.m. ouders met jonge kinderen zijn een groep die het hard te verduren krijgt: de combinatie van thuiswerk met kinderen in lockdown of quarantaine is onhoudbaar en zorgde voor veel stress. 
  • Informele en formele communicatie met collega’s verloopt moeilijker of viel stil. Minder kansen om stoom af te blazen onder collega’s, minder face tot face gesprekken, … creëren meer afstand tussen collega’s en zorgen voor meer stress-opstapeling.
  • Ook de teamgeest verdwijnt door meer telewerk: men bekijkt medewerkers ‘zakelijker’, men wordt meer afgerekend op prestaties en cijfers en het sociale aspect van de werknemer of de job wordt kleiner. Er ontstaat meer individualisme onder medewerkers wanneer iedereen wordt beoordeeld op resultatenafspraken.  
  • Een bepaalde groep heeft meer last van eenzaamheid, vnl. alleenstaanden.
  • Ook de fysieke gezondheid, die onlosmakelijk verbonden is met de mentale gezondheid, gaat bij sommigen achteruit: minder ergonomisch werken zorgt voor vele rug- en nekklachten, ongezonde snacks liggen binnen bereik, middagpauzes worden ingekort op overgeslaan, minder beweging omwille van minder verplaatsingen, meer blootstelling aan beeldschermen (klachten aan ogen, hoofdpijn), …
  • Voor sommigen kwamen er zelfs financiële zorgen bij: meer verwarmingskosten, investering in bureau of stoel, internetverbruik, …
  • Na 1,5 jaar zagen we de wachtlijsten bij psychologen en therapeuten stijgen.

Dergelijke signalen moeten natuurlijk in de eerste plaats bij de bron worden aangepakt. Zolang de oorzaken niet verdwenen zijn, kan men wel actie ondernemen om mensen te ondersteunen of de schade te beperken. Er werden enkele campagnes opgezet naar werkgevers toe: bijvoorbeeld de campagne ‘Laat ons er Samen voor Gaan’ van de FOD Werkgelegenheid of de brochure ‘Preventie van psychosociale risico’s bij telewerken’ van IDEWE. De impact hiervan kennen we niet.

Vanuit de stad Gent werden ook een aantal ondersteunende acties opgezet of bijgestuurd, niet specifiek naar telewerkers toe, maar wel naar een bredere groep of rond een bredere thematiek:

  • De Zuurstoflijn richtte zich specifiek naar zorgpersoneel en ondernemers die het moeilijk hebben. Via de Zuurstoflijn kan men gratis en anoniem terecht voor een telefonisch gesprek over stress, angst, … met een medewerker van het PAKT (netwerk geestelijke gezondheid).
  • Er werden diverse psycho-educatieve cursussen gratis of tegen een lage vergoeding aangeboden. Tijdens zo’n cursus leer je vaardigheden om je veerkracht te vergroten, om om te gaan met stress, piekeren, angst, burn-out, depressieve gevoelens, slaapproblemen, … Er zijn ook specifieke cursussen voor ouders. Bijzondere aandacht ging naar mensen met een kwetsbaar profiel, zoals alleenstaande ouders, mensen in armoede, …
  • De Stad voorziet tijdelijk in 4 extra eerstelijnspsychologen, de zogenaamde relancepsychologen, waarbij men gratis terecht kan op verschillende locaties in Gent (bijv. o.a. in enkele wijkgezondheidscentra).
  • Om aan te tonen dat ‘je niet goed in je vel voelen’ normaal is en erover praten al veel helpt deden we eind 2020 een social media campagne en in 2021 was er de ‘Babbelkont-bordjes’ actie. Beiden doelden op taboedoorbreking en het bespreekbaar maken en normaliseren van psychische kwetsbaarheid.
  • Tijdens de 10-daagse van de veerkracht 2020 en 2021 werd een specifieke sessie voorzien voor ondernemers door de dienst economie i.s.m. Dyzo en een eerstelijnspsycholoog. Daarnaast was er een breed aanbod voor het brede publiek van veerkrachtversterkende workshops, lezingen en ontmoetingsmogelijkheden met de geestelijke gezondheidszorg.
  • Het aanbod psycho-educatie en zorg voor ondernemers wordt mee bekend gemaakt via de nieuwsbrief OOG (ondersteuningspunt ondernemers).

 

Reeds ondernomen acties

70

Nood aan voor- en nazorg®

Er is meer nood aan ruimte voor nazorg na het stopzetten van hulpverlening. Traditioneel gaat het hier over nazorg na ontslag uit ziekenhuis en psychiatrie. Maar ook bij andere hulpverlening is er nood aan nazorg in de vorm van zorgcontinuïteit bij overgang (jeugdzorg, gevangenis, …). Vaak ontbreekt ook een duidelijk kader met betrekking tot nazorg. Ook is er nood aan wachtlijstzorg zodat mensen ‘ergens’ terecht kunnen voordat ze de meest geschikte hulp krijgen.  

Enkele voorbeelden gebrek aan nazorg:

  • Beschut wonen: mensen in beschut wonen moeten doorschuiven, maar naar waar?
  • Gevangenen worden op straat gezet zonder woonst, werk, … (erger in Coronatijd)
  • Wat na jeugdhulp? Eerst is er veel hulp, en dan plots valt alles weg.
  • Wat na collectieve schuldenregeling?

Enkele voorbeelden gebrek aan ‘voor’zorg:

  • Mensen kunnen door een multiproblematiek niet terecht in de hulpverlening, maar waar kunnen ze dan wel heen?
  • Mensen kunnen maar voor één problematiek worden geholpen, wat met de andere?
  • Mensen kunnen door plaatsgebrek niet terecht in de psychiatrie, waar kunnen ze ondertussen wel heen?
Reeds ondernomen acties

75

Digitalisering, hoogdrempelige telefonische dienstverlening en moeilijk taalgebruik in brieven zorgt voor administratieve druk op de eerstelijn©®

Heel veel eerstelijnswerkers nemen door de digitalisering noodgedwongen administratieve taken op voor hun cliënten. Daardoor komt hun regulier werk in het gedrang.

Hulpverleners krijgen daarnaast vaak van hun cliënten te horen dat ze de brieven die ze ontvangen van banken, verzekeringen, overheden, andere organisaties, … niet begrijpen. De maatschappelijk werkers verliezen veel tijd door deze brieven voor hen uit te pluizen, te vertalen en te zeggen wat de cliënt moet doen. Hun regulier werk komt daardoor in het gedrang.

Daarnaast zijn ook openbare diensten weinig toegankelijk, zeker in coronatijd. Politiecommissariaten, Welzijnsbureaus, mutualiteiten, vakbonden, VDAB, … deden de deuren dicht (zeker tijdens de eerste lockdown) of openden beperkt op afspraak. Veel (stads)diensten werken sinds de eerste lockdown enkel nog op afspraak (naast telefonisch en via mail). Dit werkt niet voor mensen in kwetsbare situaties. Zij zijn niet in staat om via de computer een afspraak te maken of ze hebben een te beperkt beltegoed om te telefoneren. (Vrijwilligers)organisaties en diensten die wel openbleven en fysiek op het terrein aanwezig waren, werden daardoor overspoeld met hulpvragen bij administratieve zaken.

Digitale of telefonische dienstverlening is vaak heel hoogdrempelig. Je moet beschikken over een telefoon, computer of internet, het Nederlands voldoende machtig zijn, voldoende skills en een goede concentratie hebben, … Tijdens corona werd dit probleem nog eens versterkt doordat sommige loketfuncties werden afgeschaft en je vaak niet meer aan het loket of enkel op afspraak werd geholpen. De meeste telefoonlijnen zijn bovendien betalend. Voor daklozen waren er in de lockdowns weinig mogelijkheden om gebruik te maken van diensten waar men kan telefoneren of online gaan.

Enkele voorbeelden:

  • Digitale aanmeldingsprocedures voor kampen (hier moet je ook nog snel zijn)
  • Digitaal aanmeldingssysteem voor kinderopvang
  • Gentinfo is betalend en daarom voor sommige mensen ontoegankelijk.
  • Als mensen vragen hebben over hun factuur (gsm, EGW,...) wordt het steeds moeilijker om echte personen telefonisch aan de lijn te krijgen. Vroeger kon je als hulpverlener nog het menselijke verhaal achter een achterstallige betaling vertellen aan de gsm provider of andere leverancier, waardoor je nog boetes en incassobureaus kon tegenhouden. Het keuzemenu dat nu bij de meeste bedrijven is opgericht, is alsmaar minder gericht op het aan de lijn krijgen van een 'live' persoon aan wie je bijvoorbeeld kan uitleggen dat men de factuur betaalde, maar niet wist dat de mededeling belangrijk was. Op die manier kreeg je nog de kans het bewijs van betaling op te sturen waardoor je verdere boetes nog kon laten annuleren. Deze digitalisering is problematisch voor mensen in een kwetsbare situatie. Een groeiende groep mensen dient een belastingbrief in te vullen zonder de taal (volledig) machtig te zijn. Corona heeft dit nogmaals versterkt, omdat er geen zitdagen meer waren waar je met een tolk kon langsgaan, enkel  telefonische dienstverlening. Je mag niets meer vragen aan de chauffeur van De Lijn en de nieuwe betaalsystemen worden vaak niet begrepen (via GSM, Elektronische lijnkaarten)

Dit signaal werd geselecteerd voor het Sociaal Innovatiefonds 2022

Eind december 2021 verscheen een brochure over het e-inclusie aanbod in Gent. Deze wil toeleiders een overzicht bieden van waar Gentenaars terecht kunnen voor hulp bij digitale zaken en waar ze hun digitale vaardigheden kunnen versterken. Je vindt de brochure hier, gedrukte exemplaren aanvragen kan via digitaal.talent@stad.gent

Reeds ondernomen acties

76

Wat als de vervuiler niet kan betalen?

De sociale correctie (tegemoetkoming voor gratis vuilniszakken en ophaalkrediet) voor mensen met verhoogde tegemoetkoming of in budget- of schuldbegeleiding, wordt maar 1 maal per jaar geüpdatet. Ook hebben mensen zonder wettig verblijf geen recht op sociale correctie en kunnen zij enkel dure zakken kopen.

De zakken zijn ondertussen ook aangepast, van geel naar groen. De zakken zijn kleiner van formaat en duurder. Volgens IVAGO wordt dit gecompenseerd door beter te recycleren (cfr. er mag meer plastiek in de PMD-zak). Voor een aantal groepen is dit niet evident, zoals mensen die klein behuisd zijn of geen buitenruimte hebben en mensen die het sorteren niet onder de knie hebben.

In en aan de sociale woningbouw is er meer sluikstort sinds er ondergrondse sorteerpunten werden geplaatst. Deze sorteerpunten van IVAGO zijn hoogdrempelig. Je moet een kaart hebben, minstens 25€ betalen om hem op te laden, het schermpje is moeilijk leesbaar, er staan geen pictogrammen op, mensen weten niet hoe het systeem efficiënt te gebruiken (ze bieden bv. dagelijks kleine zakjes aan zonder te beseffen dat er telkens geld van de kaart gaat). IVAGO wil het systeem van ondergrondse containers breder uitrollen maar heeft geen zicht op het omgevingsvuil dat hierdoor wordt veroorzaakt. De sociale huisvestingsmaatschappij ruimt het zwerfvuil vaak zelf op en verhaalt de kosten daarvoor op de huurders (over alle woningen van Woningent heen).

Ook in bepaalde wijken (bv. Rabot) en sociale woonblokken, is er sinds de corona-pandemie veel meer zwerfvuil en sluikstort zichtbaar. De mensen hebben meer afval en minder geld om vuilzakken te koppen. Ze droppen hun huisvuil waar het hen uitkomt (bij leegstaande gebouwen, in groenzones, aan de vuilnisbakken, in de gemeenschappelijke delen van het sociale woongebouw). Ook de medewerkers van IVAGO, de gemeenschaps- of flatwachters zijn minder aanwezig om een oogje in het zeil te houden. De tijdelijke sluiting van de containerparken deed hier ook geen goed aan.

De sociale tegemoetkoming in de afvalkosten wordt automatisch toegekend. Naast de jaarlijkse toekenning zijn er 3 tussentijdse verdelingen voor nieuwe rechthebbenden. Nieuw is dat sinds 2021 de kruispuntdatabank voor de tussentijdse bedelingen geraadpleegd wordt en men sneller en pro-actiever zijn rechten krijgt. Sinds 2020 werden de fracties pmd en grofvuil toegevoegd. Deze tegemoetkoming wordt in 2021 geëvalueerd.
Voor wie geen recht heeft op deze tegemoetkoming, maar wel in nood is, kan terecht bij organisaties voor materiële hulp en Dienst Outreachend Werk voor gratis huisvuilzakken. Naar aanleiding van de signalen van de welzijnsorganisaties wordt deze tegemoetkoming aangepast om te voldoen aan de noden op het terrein.

De tarieven van huisvuil werden aangepast met de nieuwe sorteerboodschap voor pmd. Wie goed sorteert (pmd), betaalt niet meer dan voorheen. IVAGO werft een afvalsteward aan om de Gentenaren nog beter te bereiken om hun afval goed te sorteren en correct aan te bieden. Ook werden mobiele recyclageparken opgestart.

De sorteerpunten maken het sluikstorten zichtbaarder, nu het niet meer in de eerdere verzamelcontainers kan. Samen met de sociale huisvestingsmaatschappijen werkt IVAGO aan de problematiek van sluikstorten aan sorteerpunten en wordt bekeken hoe de communicatie kan verbeteren. Bij de opstart van nieuwe sorteerpunten gaat IVAGO persoonlijk langs.

Tijdens de coronacrisis is het sluikstorten enorm toegenomen, blijkt ook uit het netheidsrapport 2019-2020. IVAGO en Stad Gent blijven inzetten op een meervoudige aanpak. Daarbij gaat het om preventie en sensibilisering, opruimen, handhaven, beleid op basis van data en het betrekken van Gentenaars bij een proper Gent.

Reeds ondernomen acties

77

Thuiszorgmateriaal te kostelijk

Oudere patiënten die zich in een kwetsbare situatie bevinden hebben nood aan degelijk thuiszorgmateriaal maar stellen dit door de hoge huurprijs soms lang uit. Het meeste materiaal kan ook alleen gekocht worden, en niet uitgeleend. Dit maakt het niet alleen voor de cliënt moeilijk, maar ook voor de mantelzorger en de zorgverlener.  Voor  mensen zonder wettig verblijf is thuiszorgmateriaal onbetaalbaar omdat het niet in de medische kaart zit. Waar een afbetalingsplan mogelijk is zijn de extra kosten en voorwaarden vaak nog te hoog.

Ook verzorgingsmateriaal is vaak te duur voor patiënten. Vaak moet de arts of thuisverpleegkundige een goedkoper alternatief zoeken voor materiaal waarmee patiënten na een ziekenhuisopname thuis komen.

Reeds ondernomen acties

78

Gebrek aan toegankelijkheid en klantvriendelijkheid banken®©

Banken volgen niet altijd de Europese regelgeving. Die stelt dat alle Europese onderdanen recht hebben op een bankrekening en de mogelijkheid om geld af te halen. Meestal zijn er bijkomende eisen zoals het hebben van een Belgisch identiteitsdocument en een officieel adres. Het al dan niet krijgen van een bankrekening blijkt ook afhankelijk van  het beleid van een bank, de individuele medewerker van de bank, de aanwezigheid van een hulpverlener, uiterlijke kenmerken, het machtig zijn van de Nederlandse taal,… Vooral Intra-Europese migranten ondervinden hier problemen mee.

Geen bankrekening betekent ook geen bankkaart. Tijdens corona hadden deze mensen dus ook een betaalprobleem, want cash werd bijna nergens meer aanvaard.

Banken zijn niet meer toegankelijk voor mensen die niet digitaal onderlegd zijn. Overschrijvingsformulieren  worden amper nog aanvaard of er worden kosten voor aangerekend, je kan enkel nog op afspraak komen, … Daardoor komen oudere en klanten in een kwetsbare situatie in de kou staan en kunnen ze niet meer rekenen op een degelijke, laagdrempelige en betaalbare ondersteuning.

Er is op basis van deskresearch en gesprekken met betrokken diensten zoals Dienst Werk en Dienst Outreachend Werken een oplijsting gemaakt van de problematieken en de reeds bestaande klachten en cases op Gents grondgebied (verdwijnen geldautomaten, gedwongen digitalisering en weigering bankrekeningen). Na overleg met de schepen werd een collegebrief verzonden naar de banken met de vraag om zich aan de regels te houden van de Basisbankendienst inzake toegankelijkheid voor de klant. Er vond eveneens een gesprek plaats op het kabinet van schepen Bracke. Er is door de betrokken bank beloofd meer aandacht te besteden aan de interne communicatie van de basisbankdienst.

Er zijn gesprekken aan de gang met vertegenwoordiger van de grootbanken om in Gent een zo goed mogelijk spreiding van bankautomaten te krijgen. Samen met andere betrokken diensten werken we aan een voorstel richting de grootbanken om een zo'n optimaal mogelijke spreiding te krijgen van de bankneutrale cashpunten die tegen eind 2024 worden uitgerold. Een webtool werd ontwikkeld voor wie moeilijk toegang krijgt tot de basisbankdienst. Zie: 

https://www.myria.be/nl/grondrechten/sociale-en-economische-rechten/een… 

 

Reeds ondernomen acties